



====


DE NATUUR VAN GROENENDAAL (Deel 2)

(11) Groenendaal, in: Landgoederen van Zuid-Kennemerland: “Over Groenendaal werd in 1978, ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van dit gebied als openbaar wandelpark, een boek uitgegeven door de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek. In dit boek, een verzameling van artikelen, foto’s en kaarten ontbreekt een kaart van de eerste en tevens belangrijkste aanleg van het park. Deze kaart die zich bevindt bij het Technisch Bedrijf van de gemeente Heemstede, was bij de druk van dit boek nog niet bekend. Het is vermoedelijk een tekening van de situatie van de buitenplaats in de tijd dat David van Lennep eigenaar was (1752-1767).

De kaart die niet voltooid werd, is niet gedateerd of gesigneerd. Het is vermoedelijk een kopie naar een 18de eeuws origineel. De kopie van de 18de eeuwse kaart werd volgens tuinhistorica dr. Lucia Albers gemaakt door Springer. Dat zou men kunnen afleiden uit het handschrift, de techniek van het materiaal. De kaart werd eerst op geel transparant papier overgetrokken en daarna overgenomen op karton, in pentekening ingekleurd met waterverf. De kaart vertoont kenmerken van het rococo (1730-1770) en de vroege landschapsstijl (1755-1820). Aan het eind van de ‘nieuwe oprijlaan’ lag het huis dat de weduwe van John Hope, die na Van Lennep eigenaar werd, liet afbreken toen zij in 1784 op Bosbeek ging wonen. Men de vijfvoudige uitbouw van het huis toen staan en werd deze omgevormd tot de thee-biljart-koepel die in 1969 werd afgebroken. De laan is nog steeds hoofdingang vanaf de Herenweg. Het eind van deze oprijlaan verbreedde zich tot een ovaal vòòr het huis. Aan de andere kant van het huis kwam de as, die gevormd werd door de oprijlaan, uit op een driesprong (patte d’oie = ganzenpoot) waarvan één pad overging in slingervormen.

Deze slingerpaden in combinatie met de centrale as waren gebruikelijk in de rococotuinen. Moestuin en kersenboomgaard lagen in de omgeving van het huis; nu een kale vlakte, gebruikt als parkeerterrein. Andere elementen op de kaart duiden op een aanleg in vroeg-landschappelijke stijl.
– Links van het huis ligt de nog bestaande waterkom met linden er omheen. Even ten noord-westen daarvan loopt een pad om een heuvel omhoog.
– De zandvaart gaat over in een slingerend kanaal dat zich tot een onregelmatige kom verbreedt. Ook deze waterlopen bestaan nog.
– Er is een stukje bos met vier kronkelpaden die op een cirkelvormig pad uitkomen.
– Bomen staan aangeduid als puntjes langs rechte en slingerende lanen of langs een bosrand.
– Hoog opstaande bomen die afsteken tegen het er achter liggende hakhoutbos zijn kenmerkend voor vroeg-landschappelijke aanleg.
Het terrein was nog maar gedeeltelijk met bos beplant. De percelen bos, duin, zaai- en weiland staan op de kaart aangegeven. Er is ook een berg, temidden van duinen, die aan twee kanten een opgang heeft. Hierop werd in de 19de eeuw de Belvédère gebouwd, die in 1965 werd afgebroken. Omdat de diverse stijlelementen op de kaart weinig samenhang vertonen, is het waarschijnlijk dat deze kaart een situatietekening en geen ontwerp is. De kaart zou echter wel gemaakt kunnen zijn om de plaats van nieuw te planten bomen aan te geven, die namelijk nauwkeurig opgetekend zijn. Uit het feit dat de lindenbomen om de waterkom van Bosbeek nog niet op deze kaart staan opgetekend, terwijl die daar toch omstreeks 1760 geplant moeten zijn, zoals bleek uit een telling van jaarringen – mededeling W.A.Evelein, voormalig chef groenvoorziening gemeente Heemstede -, zouden we wellicht mogen concluderen dat de oorspronkelijke kaart vòòr 1760 getekend werd. Groenendaal is in de 19de eeuw verfraaid met boomgroepen in de weilanden langs de Van Merlenvaart en met nieuwe vijvers, waarvan de plaats van de rhododendronvijver al op genoemde kaart staat aangegeven. Hier was volgens een kaart van circa 1731 een elzenbosje, van oudsher blijkbaar een vochtige plek in het duingebied.
GROENENDAAL FLORA EN FAUNA



Op Meer en Berg worden nog fragmenten aangetroffen van de aanleg vòòr 1731 (beukenlaan en lindenlaantje) en een aanleg naar et ontwerp van D.Marot circa 1732. De ruïne op het terrein is het restant van het pomphuis voor de fonteinen. Het ingangshek dateert ook uit deze tijd. De oranjerie, eveneens uit circa 1732, werd in 1953 afgebroken. Zocher sr. heeft van Meer en Berg een landschappelijke aanleg gemaakt (1794), dat het beste voorbeeld is van zijn werk in Zuid-Kennemerland. Jacob Abraham van Lennep, eigenaar van Meer en Berg, liet zich in 1828 in dit park begraven. Even ten zuid-westen van de vijver werd in 1950 een gewelf aangetroffen en bijzondere stenen en exotische schelpen, welke toen in verband werden gebracht met het graf. Het is echter zeer wel mogelijk, dat dit overblijfselen waren van de grotten, die in 1759 door Bengt Ferrner op Meer en Berg werden opgemerkt.
![Ontwerp Meer en Berg van J.D.Zocher Sr.uit 1794. In dit ontwerp is de basis opzet van Daniel Marot zichtbaar [Noord-Hollands Archief]](https://ilibrariana.files.wordpress.com/2013/01/scannen0064.jpg?w=313)
Bosbeek is van oorsprong een 17de eeuwse buitenplaats die ligt tussen Groenendaal en Meer en Berg. Bosbeek heeft een geometrische tuin gehad bij het 18de eeuwse huis dat nog bestaat. Op de aart van de fonteinleidingen van Meer en Berg door de landmeter Snoek is ook een randje van een vijver van Bosbeek te zien. Deze vijver die later nog landschappelijk werd gemaakt, bestaat niet meer. Er ligt wel een andere geometrische vijver in het grote grasveld nabij het 18de eeuwse huis, maar merkwaardigerwijs niet in de as daarvan. Het grasveld wordt omzoomd door twee oude lindenlanen, waarvan de rechter ouder is gekromd en na 1873 werd geplant door J.B.van Merlen. In 1784 is Bosbeek onder de ervan van John Hope samengevoegd met Groenendaal, waarvan het na 1913 weer werd gescheiden. In de voortuin van Bosbeek is vòòr 1913 een geometrische tuin aangelegd, naar overlevering ook door Van Merlen. Deze tuin bleef grotendeels bewaard. De buxushagen die de karakteristieke vorm ervan bepalen, bestaan nog. De centrale vijver werd in de jaren twintig van de vorige eeuw in een rozentuin veranderd. Sinds 1952 is Bosbeek eigendom van de Zusters van de Voorzienigheid, die naast het landhuis een verpleeghuis bouwden. Toen werd ook een deel van genoemde buxushagen langs de rand van de tuin verwijderd.”



[Uit: ‘Landgoederen van Zuid-Kennemerland; inventarisatie en beschrijving van cultuurhistorische aspecten van tuinen, parken en bossen. Rapport, in opdracht van de Stichting Nationale Contactcommissie Monumentenbescherming, opgesteld door drs. L.H.Albers. Amsterdam, 1984.]
Groenendaal en de kunst





Herman Kruyder: tekening van ‘Avond in het Groenendaalse bos, circa 1919 (RKD)

Herman Kruyder: bomen in wandelbos Groenendaal, circa 1918 (RKD)


(12) Groenendaal, door dr.H.A.Visscher.
“Onmiddellijk ten zuiden van het bospark van Ipenrode werd een complex grasland onderdeel van een geïsoleerd gelegen woonwijk waar de straten naar rivieren zijn genoemd. De wijk wordt aan de oostzuidoostzijde begrensd door de Herenweg. Aan de andere kant hiervan vormt een groot deel van de voormalige landgoederen Groenendaal en Meer en Berg thans een gemeentelijk wandelpark van wel tachtig hectaren. Het landgoed Groenendaal werd gesticht in een natuur- en reliëfrijk gebied, dat onmiskenbaar in een beduind deel van de oude strandwal Haarlem-Heemstede-Bennebroek lag. Er zijn aanwijzingen dat de duinen er in historische tijd lokaal weer onderhevig waren aan verstuivingen. Omstreeks het midden van de 18de eeuw was David van Lennep eigenaar van dit gebied. Uit die tijd dateert nog een kaart waarop reeds de Sparren- en Adriënnelaan zijn ingetekend. Aan het eind van de Sparrenlaan stond een groot landhuis, dat al in 1787 werd afgebroken. Sommige andere achttiende of negentiende bouwwerken van Groenendaal bleven wel behouden. Van deze wordt een voormalig 18e eeuws koetshuis tegenwoordig als restaurant gebruikt. Groenendaal onderging al vroeg een herinrichting volgens de landschapsstijl. Waarschijnlijk gaf Van mr. David van Lennep er omstreeks 1760 opdracht voor. Aan de 18e eeuwse ‘verlandschappelijking’ herinneren nog een door linden gemarkeerd vijvertje en enkele slingerende waterpartijen. Oostelijk van het vijvertje stond het verdwenen landhuis. In het noordoostelijk deel van het bospark werd de kruin van een duin verhoogd tot een uitzichtheuvel, waaromheen een paadje werd aangelegd. Vlakbij is een enkele eeuwen geleden zanderig deel van de duinformaties later met grove dennen beplant. Aan de noordkant reikte he (reliëfrijke) bos van Groenendaal en omgeving vroeger tot voorbij de Van Merlenlaan en langs de Herenweg zelfs tot de Kerklaan. Dit betekent dat onder andere ook de oostelijke omgeving van het buiten Ipenrode bebost was. In de eerste helft van de 20ste eeuw is het noordelijk deel van he bosgebied echter gaandeweg getransformeerd in enkele villabuurten. Tussen de bebouwing herinneren relicten van het bos en de duinen nog aan de vroegere natuurlijke situatie. De villaparken werden door het graven van een doodlopend zijkanaal gescheiden van de onbebouwd gebleven bossen, waarvan het tot Groenendaal behorende noordelijk deel als wandelgebied zouden worden opengesteld als wandelpark. Aan de oostkant ervan is tegenwoordig een milieueducatief centrum gevestigd.
Aan de zuidwestkant werd Groenendaal begrensd door het eveneens bos- en reliëfrijke, kleinere landgoed Meerenberg. Omstreeks het eind van de 17de eeuw woonde er de zijdefabrikant David de Neufville. Omstreeks 1732 is Meerenberg heringericht volgens een plan van Daniël marot. Deze ontwierp een park met een groot ingangshek, zichtas, parterre de broderie (loofwerk, openluchttapijt), sterrebos, enkele langwerpige bassins, oranjerie, pomphuis dat fonteinen van water moest voorzien, tuinbeelden, moes- en fruittuinen. Tegen het einde van de 18de eeuw werd het park van Meerenberg in opdracht van de toenmalige eigenaar J.A. van Lennep andermaal onderworpen aan een herinrichting. Architect hiervan was nu J.D.Zocher senior, die een reconstructie volgens de landschapsstijl voorbereidde. Met het plan van Zocher werd onder meer beoogd de waterpartijen een natuurlijker ogend aanzien te geven. Dit hield in dat de bassins van marot zouden worden vergroot tot een vijverpartij, die voor een belangrijk deel een eiland ging omgrachten. Met de grond die aldus vrijkwam werd de omgeving van de waterpartij ten dele wat opgehoogd. De zichtas uit de tijd va Marot is daarbij ontzien. Met name ten zuidoosten van de vijverpartij voorzag de herinrichting volgens het ontwerp van Zocher in de totstandkoming van een afwisselend geheel met door bospartijen gemarkeerde vrij open gedeelten. Na zijn dood in 1828 werd J.A. van Lennep op het landgoed in een voor hem bestemde grafheuvel bijgezet.

In 1909 werd door Deutz van Lennep een nog bestaand nieuw huis op Meerenberg neergezet (en is het oude aan de Glipperweg grotendeels afgebroken – Meerzicht en enkele bijgebouwen bleven behouden). Kort na de Tweede Wereldoorlog werd het zuidoostelijk deel van Meerenberg gekocht door de Zusters Augustinessen. Deze lieten er het klooster Mariënheuvel bouwen, waarna in 1971 nog een rusthuis op het terrein verrees. De vijver bij het klooster dateert van 1959. Terwijl het zuidoostelijk deel van Mariënberg een kloostergoed werd, zou de rest van het landgoed in 1949 bij het landgoed Groenendaal worden gevoegd. Sinds het begin van de twintigste eeuw onderging de oppervlakte bos op Mariënberg geen grote veranderingen. Wel zijn er met name aan de zuidoostzijde enkele (delen van) bospercelen verdwenen. Hier staat echter tegenover dat er ook percelen bebost werden. Even ten zuiden van het voormalige Mariënberg kreeg de oude buurtschap De Glip gezelschap van enkele kleine woonbuurten, die ten dele hooggelegen houtopstanden van Mariënheuvel thans over enkele honderden meters begrenzen.
Tussen Groenendaal en Meer en Berg ligt het in oorsprong 17de-eeuwse buiten Bosbeek, waarop een 18de-eeuws huis wordt aangetroffen. Van 1784 tot 1913 was Bosbeek een deel van Groenendaal. De tuin van Bosbeek vertoont een geometrische structuur, die overwegend 18de-eeuws is, maar voor het huis van omstreeks 1910 dateert. Bosbeek werd in 1952 eigendom van de Zusters van de Voorzienigheid, die naast het landhuis een groot verpleegtehuis lieten neerzetten. Oostelijk van Groenendaal ligt de grote Algemene Begraafplaats van Heemstede, waarvan het oudste deel in 1829 door J.D.Zocher werd ontworpen. Voor de aanleg van de dodenakker werd een terrein besteed waarop zich tot dan toe de menagerie van een buiten Westermeer bevond. Ongeveer tegelijk met de menagerie zou ook het landhuis van Westermeer worden gesloopt.” [Uit: kastelen en buitens van Zuid Kennemerland; vroeger en nu.
[Door dr. H.A.Visscher. Aflevering F 7a van de serie Natuur en Landschap, 2000, p. 23-24.]



(13) LANEN IN GROENENDAAL
Op verschillende plaatsen doorkruisen lanen met hun machtige bomen het boscomplex. Helaas zijn enige van deze lanen in een verregaande staat van verval. De meest markante lanen zijn de Sparrenlaan, aanvankelijk bestaande uit sparren maar tegenwoordig dennen, de Beukenlaan, die uit beuken en linden bestaat, de Adriënnelaan met linden en de Torenlaan die uit beuken bestaat.
Sparrenlaan vanaf het herenhuis Groenendaal, waarvan de koepel als laatste restant in 1969 is afgebroken was het de zichtlaan naar de Herenweg. Is omstreeks 1765 aangelegd en beplant met een dubbele rij bomen. Bestond later uit sparren die in 1929 vervangen zijn door dennen.
Beukenlaan ligt in het zuidelijke gedeelte van het wandelbos en is in de eerste helft van de achttiende eeuw aangelegd als doorkijklaan van Meer en Berg naar de Herenweg. De beukenlaan bestaat tegenwoordig uit linden en beuken. Deze zijn circa 1820 geplant. De lange doorkijk is een zogenaamde ‘zichtas’ . Deze loopt vanaf de ingang van ‘Meer en Berg’ in noordwestelijke richting naar de Herenweg. De zichtas loopt tussen de twee heuvels van de Franse tuinarchitect Daniël Marot, en is typisch een idee van de tuinarchitect Jan David Zocher sr. (1763-1813).

Adriënnelaan is omstreeks 1765 aangelegd en beplant met een driedubbele rij bomen. De Adriënnelaan loopt van de Burgemeester van Rappardlaan (voorheen Molenlaan) in noordwestelijke richting naar een punt vlakbij de Herenweg. Deze laan bestaat thans aan beide zijden uit één enkele rij linden. Vroeger werd de laan ook ‘Pottenlaan’ genoemd. Aan het begin van de laan stonden twee reusachtige potten. Toen deze verkocht werden moesten ze worden afgevoerd met paard en wagen. Voor één pot was al een wagen nodig die bespannen was met des paarden. Op deze kruising, teven eindpunt van de Adriënnelaan, was onder Adrian Elias Hope een schelpen-nis ofwel schelpenhuisje gebouwd, met op een stenen voetstuk het beeld van een zeenimf en een dolfijn aan de voeten. Op de nis, met witte schelpen in grijze materie ingelegd, stond bovenop een vaas in een verbroken klassiek driehoekje.
Torenlaan is de meest noordelijke laan van Groenendaal vanaf de Herenweg en loopt evenwijdig aan de Van Merlenvaart. Is aangelegd eind 18de of begin 19de eeuw. Aan het begin staat een hek met stenen pijlers en bekroond door bollen. De laan wordt geflankeerd door monumentale bomen, die circa 1820 zijn geplant. De Torenlaan die loopt van de Groenendaalkade naar het Valkenburgerplein ontving die naam bij gemeentebesluit van 16 maart 1922. Eigenlijk een verlengde van de eerder bestaande Torenlaan in Groenendaal, die van de Herenweg in oostelijke richting Groenendaal invoert. De naamgeving zou slaan op het torentje van de Oude Kerk, maar een verwijzing naar de uitzichttoren Belvédère lijkt me waarschijnlijker.
Overige al of niet verdwenen lanen en (toegangs)wegen:
Iepenlaan is gelegen van de gemeentelijke kwekerij in het zuidwestelijke deel van Groenendaal richting Eikenlaan. Deze bestaat uit iepen die er tussen 1900 en 1920 zijn geplant en waarvan veel bomen slachtoffer zijn geworden van de iepenziekte.
Eikenlaan Deze laan loopt van de Herenweg/Manpadslaan tot aan de gemeentelijke kwekerij. Het tijdstip van ontstaan is niet bekend. Uit jaarringtellingen is gebleken, dat de eiken daar omstreeks 1774 geplant moeten zijn.
Toegangsweg naar Mariënheuvel Het oostelijk gedeelte, dat bestaat uit eiken, is een onderdeel van het ontwerp dat J.D.Zocher senior van Meer en Berg maakte.
Laan aan de oostzijde van de vijver in Meer en Berg. Ook onderdeel geweest van het landschapsontwerp van Zocher, bestaande uit beuken.
Laantje ten oosten van de Beukenlaan Is onderdeel van het ontwerp dat omstreeks 1733 door een onbekende tuinarchitect werd gemaakt. De laan bestaat uit vrij jonge linden.
Laan ten zuidwesten van het restaurant is een laan die omstreeks 1765 is aangeplant en uit linden bestaat.
Doodweg was al in het begin van de 17de eeuw onderdeel van de Berglaan (ook Voorweg of Doodweg genoemd) en bestaande uit oude linden. De Kerkweg en Doodweg vormden in de 17e eeuw een oost-west route tussen de Herenweg en het kerkhof rond de Gereformeerd ofwel Oude Kerk in Heemstede.
Hoefijzer is de laan die een lusvormige verbinding vormt tussen de Sparrenlaan en de Adriënnelaan, wordt tegenwoordig veelal aangeduid met ‘het hoefijzer’. Deze laan moet volgens jaarringtellingen omstreeks 1835 aangelegd zijn en beplant met beuken. In de Tweede Wereldoorlog zijn deze beuken om de ander gerooid. De resterende bomen konden, door overleg van de toenmalige chef plantsoenen met de bezetter, gered worden.
Dwarslaantje in het Hoefijzer. Deze bestaat uit linden. De geschiedenis is onbekend.
Molenlaan ter hoogte van de Adriënnelaan Dit laangedeelte is omstreeks 1765 beplant. Bestaat uit monumentale eiken.
Laan ter noordwesten van de Lelievijver bestaat uit eiken die vermoedelijk geplant zijn ter gelegenheid van de FLORA bloemententoonstelling in 1925.
Platanenlaan wordt als zodanig genoemd in 1913 als Groenendaal door de gemeente wordt gekocht. De laan bestaat uit platanen die in de Tweede Wereldoorlog vanwege brandstofgebrek bij de grond zijn afgezaagd, maar daarna weer zijn uitgelopen. De plataan is goed herkenbaar aan zijn schilferige bast. Aan het eind van de Platanenlaan komt men op het kruispunt met de Adriënnelaan.


Laan ten zuiden van de Torenlaan bestaat uit beuken.
Vrijheidsdreef vormt de verbinding tussen de Van Merlenlaan en de Molenlaan. Is in 1914 aangelegd en beplant met sparren en kastanjes. Alleen de kastanjes zijn nog aanwezig en vormen met hun dubbele rij bomen een fraai geheel. Het gedeelte van de Vrijheidsdreef dat tussen de Van Merlenlaan en de Van Merlenvaart gelegen is, behoort formeel niet tot het bos, maar vormt hier uiteraard visueel wel één geheel mee. Voor de naam ‘Vrijheid’ werd gekozen ter herdenking van het feit dat het 1913 een eeuw geleden was dat de onafhankelijkheid van ons land werd hersteld.
Voormalige Kerkweg Vanaf de zuidkant van de Konijnenberg liep vroeger dwars door Groenendaal een pad in oostelijke richting. Deze ging ter hoogte van de huidige parkeerplaats tegenover het restaurant Groenendaal, het voormalige Verversingshuis, over in de Doodweg. Enkel het gedeelte dat de Beukenlaan schuin kruist, is over een afstand van circa 200 meter nog op de oorspronkelijke plaats aanwezig. Deze weg liep vroeger door naar de begraafplaats en naar de kerk op het Wilhelminaplein (vm. Kerkplein). Toen omstreeks 1882 de Van Merlenvaart werd gegraven, is deze weg afgesloten.
Kastanjelaan loopt van Adriënnelaan in noordelijke richting naar Torenlaan in Groenendaal. Het tijdstip van de aanleg is niet bekend. Toen de gemeente Heemstede in 1913 Groenendaal aankocht, bestond deze laan reeds. De laan bestaat uit kastanjebomen, die vermoedelijk omstreeks 1925 zijn geplant.
Molenlaan is op 2 april 1914 zo genoemd naar het historische molentje bij de hoofdingang naar Groenendaal en vanaf het Valkenburgerplein lopend naar het restaurant. Op 31 maart 1983 werd de naam van het gedeelte langs het molenweitje (hertenkamp) gewijzigd in Burgemeester van Rappardlaan als een herinnering aan mr.A.G.A. ridder van Rappard die burgemeester van Heemstede was van 15-2-1950 tot aan zijn overlijden in het harnas op 11-8-1970. Hij woonde in de ambtswoning aan de Molenlaan en liet zijn hond dagelijks uit in Groenendaal. De kunstenaar G.W.Mandersloot die in 1973 een portret van deze burgemeester vervaardigde, dat in het raadhuis hangt, deed dat met de bomen van Groenendaal op de achtergrond.

Comform het Beheersplan 1982-1992 is besloten dat alle genoemde lanen in ieder geval tot het einde van hun fysiologische omloop blijven gehandhaafd. Maar enkele verdwijnen daarna. Duurzaam worden de volgende lanen gehandhaafd. Zie ook kaart ‘Planning Cultuurhistorie’: L3 toegangsweg naar Mariënheuvel, L4 laan aan de oostzijde van de vijver van Meer en Berg, L5 laantje ten oosten van de Beukenlaan, L6 Beukenlaan, L7 laan ten zuidwesten van het restaurant, L8 Doodweg, L9 Sparrenlaan, L10 Hoefijzer (aanvullen en laatste gedeelte naar de Sparrenlaan doortrekken), L12 Molenlaan (aanvullen op de plaatsen waar dat nodig is), L13 Adriënnelaan, L14 laan ten noordwesten van de Lelievijver (het ontbrekende gedeelte tot de Adriënnelaan aanvullen, de rij laanbomen langs het water kan t.z.t. vervallen), L5 Kastanjelaan (alleen het gedeelte tussen Torenlaan en Adriënnelaan handhaven), L18 Torenlaan, L19 Vrijheidsdreef.
Bronnen: Beheersplan Wandelbos Groenendaal. Gemeente Heemstede, periode 1982-1992. (Ontwerp W.A.Evelein) + brochure: Cultuurhistorische wandelroutes: wandelbos Groenendaal en de Algemene begraafplaats. In het boek: ‘Geschiedenis en verklaring van straatnamen in Heemstede’ door H.Smit uit 1985 zijn de volgende Groenendaal-lanen beschreven: Adriënnelaan, Beukenlaan, Eikenlaan, Iepenlaan, Kastanjelaan, Platanenlaan, Molenlaan, Torenlaan.
(14) Flora Groenendaal (1978)


(15) Waterlelievijver Groenendaal
(16) (Oude) prentbriefkaarten van waterlelies Groenendaal/Lelievijver en Leliebrug


Tussen 1927 en 1937 woonde schrijfster Lizzy Sara May met haar familie in Heemstede, de eerste 3,5 jaar op de hoek van de Meerweg en Javalaan, vervolgens op het adres Rhododendronplein 4. Op de voorzijde van haar (autobiografisch) boek ‘Vader en dochter’ uit 1977 is een foto afgedrukt van Abraham Maij en haar dochter Lizzie, gemaakt in het wandelbos Groenendaal waar men graag vertoefde.


(17) Het wandelbos Groenendaal: in ‘Zuid-Kennemerland natuurlijk’; door Jos Kluiters en Frits van Daalen. Haarlem, Schuyt, 1988, p. 122-123

“Woestduin/Vinkenduin/Leyduin, Elswout, Groenendaal. Drie landgoed-gebieden, enkele honderden jaren geleden aangelegd op een strandwal; roemruchte, rijke landgoederen met elk een waardevol brok cultuurhistorie in zich, met elk een grote landschappelijke waarde, met elk niet geringe mogelijkheden om ook rijk aan natuurlijke ontwikkelingen te zijn. Woestduin/Vinkenduin/Leyduin heeft door de tijd heen heel wat – met name cultuurhistorische – veren moeten laten. Nu gaat de provincie vooral grote kansen bieden aan processen van natuurlijke ontwikkeling. Op Elswout is veel bewaard gebleven, het staatsbosbeheer-beleid is gericht op instandhouding van de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke warden. Groenendaal werd in 1913 door de gemeente Heemstede gekocht ‘om de inwoners de gelegenheid te geven binnen de eigen gemeente boswandelingen te maken’ In 1948 werd het uitgebreid met het aangrenzende Meer en Berg. ‘De hoofdfunctie blijft recreatie’, zegt hoofddoelstelling 2 van het Beheersplan Groenendaal 1982-1992. Wat beheer van landgoederen betekent, wat beheer ten goede of ten kwade kan uitrichten, wordt duidelijk aan iedereen, die op elk van deze drie strandwal-landgoedterreinen eens een flinke wandeling maakt. Groenendaal, waar nog elementen uit de tweede helft van de 18e eeuw zijn te vinden (zoals de laan vanaf de hoofdingang van de Herenweg, een waterkom met 230 jaar oude linden, een molentje om de vijvers van water voorzien, enkele restanten van oude gebouwen), heeft zwaar te lijden gehad van een alsmaar toenemende, onvoldoende in banen geleide recreatiedruk en van het achterwege blijven van behoorlijk bosbeheer in de periode 1945-1985. Door de aanwezige attractiepunten (waaronder een restaurant en een kinderboerderij) is het recreatief gebruik zeer intensief. Grote gebieden van het terrein zijn kaal geworden, honden hadden alle ruimte, op veel plaatsen is de kruidenlaag verdwenen, heeft esdoorn zich massaal kunnen opslaan. Kriskras door het alsmaar kalende bos zijn slijtpaden ontstaan. De broedvogelbevolking behoort tot de armste van de landgoedgebieden in Zuid-Kennemerland, ondanks een bijna onnatuurlijk hoog aantal koolmezen dat er dank zij een uitbundige hoeveelheid nestkasten jaarlijks voor vele jongen zorgt. In 1982 is een door Staatsbosbeheer opgesteld Beheersplan goedgekeurd. Het reikt slechts tot 1992. Al voorziet het in beperkte mate in enkele op natuurwaarden gerichte maatregelen, activiteiten die houtproduktie- en recreatiedoelen dienen hebben de overhand. Er vindt voornamelijk versnelde verjonging plaats van door intensieve recreatie ernstig aangetaste bospercelen en van de terreinengedeelten waar een monocultuur van esdoorns is ontstaan. Nog in 1984 besloot de gemeente het aantal parkeerplaatsen uit te breiden; het parkeren tussen de bomen in de bermen werd toen verboden. Dit jaar (1988) bestaat ‘het wandelbos Groenendaal’ 75 jaar. ‘Tot 1913 het exclusieve privé-terrein van gezeten families, sedertdien een geliefde uitspanning voor duizenden mensen vooral op zon- en feestdagen, waar de bomen als het ware gedemocratiseerd zijn’ schreef Hans Krol in 1987 in het blad van de Vereniging Oud-Heemstede/Bennebroek. Of de bomen met die democratisering wel zo blij mogen zijn, is de vraag.”

(18) SERIE BOSFOTO’S GROENENDAAL UIT OMSTREEKS 1920

(19) FAUNA IN WANDELBOS, HERTENKAMP EN KINDERBOERDERIJ VAN GROENENDAAL




(20) Interimrapport Ecologisch beheersplan voor Groenendaal-Meerenberg, opgesteld door W.P.v.d.Lans, L.H.Albers en L.Maarse in opdracht van de gemeente Heemstede, maart 1990
(21) Landgoederen en groene gebieden. Rapport van het bureau SAB (een adviesbureau op het gebied van ruimtelijke ordening) te Amsterdam in opdracht van gemeente Heemstede, 2005: weiland Groenendaal; Groenendaal en Bosbeek

Landgoederen en groene gebieden: Groenendaal (1)

Landgoederen en groenen gebieden: Groenendaal (2)

Landgoederen en groene gebieden: Groenendaal (3)

Landgoederen en groene gebieden:”Groenendaal (4)

Landgoederen en groene gebieden: Groenendaal (5)
)

Landgoederen en groene gebieden: Groenendaal (6)

Landgoederen en groene gebieden: Groenendaal (slot)
===================================================

^ Aan de slag in Groenendaalse bos door IVN (Heemsteedse Courant van 6 juli 2016


Bovenstaande illustratie uit: ‘Ode aan Heemstede’, 2015 met een vers van Bart Jonker: WANDELBOS



GROENENDAAL
‘Gevallen bladeren
doen winter naderen
Eens zo kleurrijk
deden ze herfst ontbranden
Waar ze nu in eenzame
grauwheid verzanden
Verandert warmte in kilte
vergankelijkheid in stilte
En ik
relativeer
keer op keer
Gevallen bladeren
die mijn verdriet benaderen
Geven gehoor
aan mistige melancholie
Bij de bomen sta ik stil
mijn tranen lopen door’

BIJLAGE: Kruimels van Groenendaal 2 door Marc de Bruijn: Jac P.Thijsse, Groenendaal en een natuur museum



