Tags
architect Cees Dam, Bedrijfsschap Schildersbedrijf, burgemeester van Doorn, C.L.J.van Lent, Kinderboerderij Groenendaal, winkelgalerij de Glip
Wethouder E.J.van Lent (1883-1973); een Heemsteeds bestuurder in hart en nieren
Wanneer ooit een overzicht mocht worden samengesteld van wethouders-bestuurders met de meeste verdiensten voor de gemeente Heemstede zal dr. E.A.M.Droog (1866-1941) vermoedelijk bovenaan komen te staan, en oud-wethouder E.J.van Lent vrij zeker hoog scoren en naar mijn mening in de top-vijf eindigen.
Dit jaar is het zestig jaar geleden dat de heer Eduard Johannes van Lent (1889-1973) in 1962 afscheid nam van de Heemsteedse gemeentepolitiek en van de organisaties van schildersbedrijven. Het (huis)schildersbedrijf dat hij in 1917 stichtte en na ruim driekwart eeuw is opgeheven.
Van Lent was een veelzijdig man; actief als particuliere ondernemer, plaatselijk politicus, bestuurslid van talrijke organisaties zoals van Schietvereniging ‘Volksweerbaarheid’ (1911-), het Nationaal Crisis Comité, het Fonds voor Bijzondere Noden, voorzitter van de de in 1946 opgerichte Heemsteedsche Middenstandscentrale, het Bedrijfschap voor het Schildersbedrijf maar ook collectant van de Bavo-parochie. Een bijzondere man die op een gegeven moment kans zag om een dertigtal functies te vervullen. Hij had een eigen methodiek ontwikkeld om zijn werk doelmatig te verrichten. Zijn instelling was nauwgezet om efficiënt te werk te gaan en hij zou niet over onderwerpen een mening geven waarvan hij geen verstand hebt. Voorts openstaan voor ideeën van anderen en het bevorderen van een loyale en prettige werksfeer met medebestuurders en medewerkers in de ruimste zin van het woord. In deze bijdrage volgt een terugblik met herinneringen aan zijn leven, zoals ten dele nog verteld door (wijlen) Vic Klep die hem goed heeft gekend, en waaraan ik eerder in het blad de Heemsteder van 20 maart en 3 april 1992 aandacht besteedde.

Ondernemer
Eduard Johannes van Lent werd geboren op 30 december 1889 aan de Zandvaart in Heemstede. Als zoon van Hendrik Simon van Lent (1857-1940) en Anna Maria van der Weiden. De volgende 8 personen waren broers en zusters: Cornelis Leonardus Josephus van Lent (*1886), oprichter van Van Lent’s automobielbedijven, Leonardus Maria van Lent, Adrianus Petrus Josephus van Lent, Anna Margaretha van Lent, Simon van Lent, Johanna Maria van Lent, Johannes Hendricus Mattheus van Lent en Martha Maria van Lent [bron: WikiTree].
Op 28-jarige leeftijd vestigde hij zich als zelfstandig huisschilder op de Binnenweg 6 [= later hernummerd 8] in Heemstede. Helemaal vreemd was zijn keuze voor het schildersbedrijf niet, omdat het aansloot bij de werkzaamheden van zijn vader die een zadelmakerij, behangerij en stoffeerderij had.
De schilderszaak groeide uit tot een voor die tijd redelijk grote onderneming met zo’n 15 tot 20 werknemers ofwel schildersgezellen. Van Lent schilderde grote nieuwbouwcomplexen in Haarlem-Noord en -West. Zijn eerste grote werk in Heemstede was het schilderen van een deel van de nieuwbouw van klein-seminarie Hageveld in 1925. Behalve door het schilderen werd hij getrokken door het drogisterijbedrijf en daarom ging hij in de avonduren studeren voor het vakdiploma drogist.

In zijn bedrijfspand aan de Binnenweg 6 (8) opende hij in 1922 een drogisterij welke werd gerund door zijn echtgenote Elisabeth Margaretha Prenen (*Bloemendaal 1894), met wie hij op 22 augustus 1918 in Haarlem is getrouwd. Achter het pand was het schildersbedrijf. Na zijn echtgenote (van wie hij later is gescheiden) beheerde een dochter de drogisterij. Later is de zaak voortgezet onder de naam ‘Agave’ van de heer IJf.
Op 26 mei 1926 is hun enige zoon Eduard Johan van Lent geboren (26-3-2005 in Heemstede gestorven). Tot 1940 hebben beide echtelieden bedoelde drogisterij geëxploiteerd. De familie Van Lent verhuisde naar de Spaarnzichtlaan nummer 6 en deed de drogisterij toen over, welke onder de naam ‘Agave’ op het adres Binnenweg 8 tot in de jaren 60 is voortgezet.


Vakorganisatie schilderpatroons

Onder de schilderspatroons heerste voor de tweede wereldoorlog een moordende concurrentie en Van Lent doorzag dat je met overleg en prijsafspraken meer kon bereiken dan met het aannemen van werk tegen verliesgevende prijzen. Zijn, zo zou later blijken, natuurlijke talent om te besturen en te organiseren manifesteerde zich al in 1918.Tijdens de bijeenkomsten van de Haarlemse afdeling van de ‘Katholieke Schilderspatroonbond St.Lucas’ deed hij regelmatig zinnige voorstellen. Hem werd al snel gevraagd als ‘jong broekie’ de functie van afdelings-secretaris te gaan Vervullen. Van Lent kreeg daarmee in de loop van enkele jaren landelijke bekendheid en in 1932 werd hij gekozen tot algemeen secretaris van het Hoofdbestuur . Verder ook van de Haarlemse afdeling. Een taak, die hij meer dan 30 jaar tot 1962 heeft vervuld en hem deed belanden in talrijke organisaties en overlegorganen van werkgevers en werknemers in het schildersbedrijf. Hij heeft niet alleen kans gezien om “St.Lucas” zonder veel kleerscheuren de bezettingstijd door te loodsen maar hij buitte ook de eenheid uit welke tijdens de oorlogstijd was ontstaan tussen de schilderspatroons teneinde de belangen van de ondernemers, die in verschillende bonden waren verenigd te bundelen (1). In 1943 stond hij aan de wieg van de ‘Vakgroep Schilderbedrijf’, welke in 1969 is omgezet in het ’bedrijfschap voor het Schildersbedrijf’. Van Lent was gedurende vele jaren voorzitter van deze Vakgroep. Een van de projecten waaraan hij onder andere heeft meegewerkt was de subsidieregeling voor winterschilderswerk. Hiermee werd de seizoenswerkloosheid onder de schildersgezellen teruggedrongen en de rentabiliteit van de bedrijven vergroot.
(1) In een naoorlogs verslag ‘Wat deed de Vakgroep; documentatie Vakgroep crisis- en oorlogstijd is o.a. het volgende bericht: Onder de invloed van de economische crisis die van 1929 tot aan het uitbreken van de oorlog het bedrijfsleven teisterde, was reeds gebleken, dat het omslachtige apparaat gevormd uit diverse organisaties niet het juiste middel was om de optredende moeilijkheden het hoofd te bieden. In 1938 werd dan ook een contactcommissie gevormd, welke commissie was samengesteld uit gedelegeerden van de vier patroonsorganisaties. Voor de Bond van Ned. Schilderspatroons werd aangewezen de heer H.v.d.Sluijs, voor de RK. Bond van Schilderspatroons “Sint Lucas” de heer E.J.van Lent, voor de Ned. Bond van Christelijke Schilderspatroons de heer C.Plomp en voor de Friesche Schildersvereeniging de heer G.D.Hoekstra. Deze kreeg ook na de laffe inval van mei 1940 van de respectievelijke organisaties, wier vertegenwoordigers zij waren, de bevoegdheid, indien daartoe de noodzaak dwong, besluiten te nemen enz. Ook was deze commissie aangewezen om de organisaties te vertegenwoordigen op conferenties etcetera (…)’.
Over deze unieke subsidieregeling hield hij zelfs voordrachten voor collega’s in het buitenland. Van Lent had ook zitting in tal van organen tot bevordering van het schildersambacht. Zo was hij oprichter en eerste voorzitter van de ‘Stichting Vakopleiding Schildersbedrijf’. De grootste lof voor zijn inspanningen bij de CAO-onderhandelingen voor het schildersbedrijf heeft hij gekregen bij zijn afscheid. De vertegenwoordiger van de werknemers-organisatie noemde hem in zijn afscheidstoespraak “de vader van het schildersgezin”.
Dat typeerde Van Lent. Niet gemakkelijk en toegevend tijdens onderhandelingen maar wel een mens met alle begrip voor de werkelijke problemen en gerechtvaardigde wensen van de werknemers van “zijn’ bedrijfstak.
Politiek
Van Lent was een man die zelden “nee’ zei. Toen hem in 1932 door het bestuur van de Katholieke Staatspartij (KSP) werd gevraagd om zich namens de Heemsteedse Katholieke Middenstandsvereniging kandidaat te stellen voor de gemeenteraadverkiezingen was zijn antwoord ‘Ja, maar wel op een niet verkiesbare plaats’. Immers zijn gezin, beide bedrijven en de schildersorganisatie eisten al zijn aandacht op. Maar dat pakte anders uit. Een restzetel viel toe aan de KSP en op 21 oktober 1932 deed hij zijn intrede in de Gemeenteraad. Hij noemde dat gekscherend ‘Het lot van Jonas’. Tot 29 augustus 1941, de datum waarop de Raad tijdens de bezetting haar werkzaamheden staakte, behartigde hij de belangen van zijn partij en middenstanders. Hij zag de dingen breed en was wars van kleinzieligheid. Na de bevrijding keerde het normale leven terug en de raadsleden hervatten hun werkzaamheden. Bij de eerste verkiezingen na de oorlog werd hij herkozen en de 11e november 1945 gekozen tot wethouder van Openbare Werken en Volkshuisvesting en Sociale zaken. Door de onderbreking van de Raadswerkzaamheden tijdens de bezetting werd hij opvolger van dr.E.A.M.Droog (1866-1941). Onder zijn bezielende leiding pakte Openbare Werken het herstel van de oorlogsschade aan en liet hij plannen ontwikkelen on de achterstand in woningbouw in te lopen.
De interne verkiezing van nieuwe wethouders tijdens de eerste openbare vergadering van de gemeenteraad na de Bevrijding op 13 november 1945 verliep als volgt.




Groenvoorziening
Een van de zaken waar Van Lent prioriteit aan gaf was het herstel van de groenvoorziening, het visitekaartje van Heemstede. Van de 4.000 bomen die Heemstede voor de bezetting telde waren er zo’n 3.500 verdwenen. De meeste bomen waren als stookhout gebruikt. Langs de wegen werden in snel tempo ruim 2.000 nieuwe bomen geplant. In de plantsoenen werden 125.000 graszoden gelegd en verder 300 kilo graszaad gestrooid. In het wandelbos Groenendaal dienden 20 bunkers en 10 andere Duitse militaire voorzieningen te worden opgeruimd. Vervolgens zijn in het bos 1.200 nieuwe bomen geplant en 27.000 bosheesters gepoot. Heemstede herkreeg in snel tempo haar aloude lommer terug.
Nutsvoorzieningen
Het achterstallig onderhoud aan gas- en waterleidingen, riolering, elektriciteitskabels, transformator-stations en wegen werd ter hand genomen. Gebrek aan materiaal en vitale onderdelen speelde hierbij parten. Na het herstel kon worden begonnen met vernieuwing en uitbreiding. Onder Van Lent kwam het stamriool aan de Glip en de afvalwater-zuivering aan de Cruquiusweg tot stand. Het ophalen van huisvuil geschiedde weer door de ‘Gemeentereiniging’ en na enkele jaren werd overgegaan tot de invoering van uniforme metalen-gegalvaniseerde huisvuilemmers. Ontsluiting van de nieuwbouwwijken liet hij voorbereiden en uitvoeren. Heemstede kwam de bezettingsperiode weer te boven en kon gaan bouwen. De vertrouwde, maar onderhoudsgevoelige gaslantaarns die ’s avonds nogal eens bevroren werden vervangen door bedrijfszekere elektrische straatverlichting.
Woningbouw
De woningbouw had gedurende de periode 1940-1945 praktisch stil gelegen. Grote projecten in de sector ‘Volkshuisvesting’ waren na de oplevering van huizen aan het Dr.Droogplein in mei 1942 niet meer gerealiseerd. Heemstede kende voor het eerst sinds lange tijd een tekort aan woningen. De gemeente was voor het bouwen van huizen echter afhankelijk van toewijzingen uit Den Haag. Het herstel van de schade door gevechtshandelingen in het Zuiden van het land en bombardementen op de steden Rotterdam, Den Haag, Nijmegen en Arnhem was de reden dat het bouwen afhankelijk was van een vergunningenstelsel. Na de Bevrijding zijn eerst voor het leningen van de grootste nood op verschillende plaatsen eenvoudige eensgezinshuizen en zogenaamde duplexwoningen gebouwd.

In 1949 volgde de eerste grootschalige woningbouw door woningstichting ‘Heemstede’ met Piet Koster als architect in de Provinciënbuurt (Utrechtlaan/Brabantlaan etc.). In 1951 gevolgd door 98 middenstandswoningen en 15 garages in de Componistenwijk onder supervisie van ‘Heemstede’s Belang’ en onder architectuur van B.I.J.M.Stevens. Bij de oplevering van de eerste 50 huizen is een gedenksteen onthuld. Tussen 1957 en 1961 is de Rivierenwijk uitgebreid. Toen Van Lent in 1962 als wethouder afscheid nam, kon jij terugzien op de bouw van 480 woningwet-woningen, waarvan 50 in aanbouw, 135 premiewoningen en 51 huizen in de vrije sector. De uitgewerkte plannen voor de uitbreiding van het raadhuis, een nieuw politiebureau en zwembad lagen klaar.

E.J. van Lent als waarnemend burgemeester

In het najaar van 1945 toen de gemeenteraad in zijn nieuwe samenstelling weer bijeenkwam is aan Van Lent de functie van loco-burgemeester toebedeeld. Een besluit dat voor hem enige jaren later gevolgen zou hebben. Toen namelijk burgemeester jonkheer Johan Pieter Willem van Doorn in 1949 met pensioen ging, werd de heer Van Lent op 11 juli benoemd tot waarnemend burgemeester, een taak die hij gedurende 211 dagen tot 15 februari 1950 met glans uitoefende. Een ambt dat veel aandacht en diplomatie van hem vergde, maar waarvan hij later zou zeggen: ‘dat het hem dankzij de medewerking van allen, zowel de leden van de raad als de ambtenaren mogelijk was gemaakt om de functie van eerste burger waar te nemen.’

Kinderboerderij
Toen de heer H.Walet, opzichter van wat later ‘Groenvoorziening’ heette na het weer ingebruiknemen van de hertenkamp in Groenendaal voorstelde om een kinderboerderij aan te leggen vond hij in wethouder Van Lent een warm pleitbezorger. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland keurde nochtans een besluit van de Heemsteedse Gemeenteraad in 1951 voor een krediet van 4.500 gulden voor bouw en inrichting af. Alom was sprake van teleurstelling en ingehouden woede. Wat zich toen achter de schermen heeft afgespeeld laat zich niet beschrijven. De afwijzing vond zijn weerslag bij de ambtenaren van Openbare Werken. Die kwamen met de boodschap: ‘Meneer van Lent, die kinderboerderij komt er, al moeten we die in onze vrije tijd bouwen’. Een grotere vreugde hadden de gemeenteambtenaren hun hoogste baas niet kunnen bereiden. Dat was een stukje solidariteit waar het eerbiedwaardige college van gedeputeerden niet op had gerekend. Willem van Rappard, het toen vierjarige zoontje van de burgemeester – die zelf later burgemeester werd van o.a. de gemeente Noordoostpolder – legde op 1 mei van dat jaar de ‘eerste’ steen van de steen. In de avonduren en in het weekend en met hergebruik van stenen die waren vrijgekomen bij een sloop bouwden de ambtenaren ‘hun” kinderboerderij. Terecht is in de muur van de stal een gedenksteen aangebracht met de tekst: ‘In vrije tijd gebouwd door personeel van Openbare Werken. 1 mei 1951.’Dit was een uiting van solidariteit en prettige werksfeer die Van Lent altijd voorstond.


Buitenplaatsen
Van Lent was bezorgd over de toekomst van de historische buitenplaatsen. Door de particuliere eigenaren was het achterstallig onderhoud nauwelijks meer op te brengen. En de voormalige buitenplaats ‘Meer en Berg’ bleek na de bevrijding dermate te zijn vernield, dat bewoning onmogelijk was. Hij voorzag dat de fraaie gebouwen en parken alleen gered en voor de toekomst behouden zouden kunnen worden door stichtingen en instellingen. Hij was zich er namelijk van bewust dat instellingen enkel tot aankoop wilden overgaan indien de gebouwen door aanbouw of gedeeltelijke bebouwing van de tuinen zou worden toegestaan. Aan dit beleid is het te danken dat ‘Meer en Berg’ , later ‘Mariënheuvel’ , ‘Bosbeek’ en ‘de Hartekamp’ als herinnering aan een rijk verleden gespaard zijn gebleven.

Koninklijk onderscheiden en vrouwelijke opvolgster
Op 23 april 1953 benoemde Koningin Juliana de heer Van Lent tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een onderscheiding waar hij diep in zijn hart trots op was. Bij zijn afscheid na 3 decennia als wethouder en gemeenteraadslid op 3 september 1962 zei burgemeester mr.A.G.A.ridder van Rappard over hem ondermeer: ‘Gij hebt altijd open en eerlijk voor uw principe gestreden, maar wanneer u het verloor verleende u loyaal uw medewerking. Daardoor is er vriendschap ontstaan tussen de leden van het college van burgemeester en wethouders. U bent een geboren regent in de beste zin van het woord, een geboren bestuurder. U keek niet slechts naar het kleine werk van alle dag maar u keek ook vooruit’. Van de 800 voorstellen die de wethouder bij de raad indiende zijn er slechts twee niet aangenomen! De Raad huldigde Van Lent met toekenning van de Gouden Erepenning van de Gemeente Heemstede. Hij was daarmede de vierde burger die deze onderscheiding ten deel viel. Burgemeester jhr. Van Doorn, gemeentesecretaris N.Vos en ir.J.Schelling, directeur van Gemeentewerken, en later gemeentesecretaris, waren voorgegaan. Als opvolger van Van Lent is in 1962 mevrouw H.van der Meulen-Houwer benoemd, die daarmee als eerste vrouw deel uitmaakte van het dagelijks bestuur in de gemeente. Zij maakte al vanaf 1956 deel uit van de gemeenteraad, was fractieleidster van de PvdA ,en had in het bijzonder kennis van onderwijs, sociale zaken en volkshuisvesting.
Welvarend schildersbedrijf
Toen de heer Van Lent van de organisaties van het schildersbedrijf in Nederland en de Heemsteedse gemeentepolitiek afscheid nam had hij een renderende onderneming waarvan een zoon Ed sinds 1951 na diens terugkeer als militair in het Voormalig Nederlands-Indië leiding had en waaraan eind 1993 na driekwart eeuw een einde is gekomen.

Geacht in en buiten Heemstede

Ondernemer, landelijk organisatieman en plaatselijk politicus Ed van Lent was een bescheiden man en trad niet graag op de voorgrond. Hij was de opvolger van een illuster man: huisarts en wethouder dr. Droog en is zelf opgevolgd door de eerste vrouwelijke wethouder mw. Van der Meulen. Van Lent is gescheiden en kwam in conflict met zijn zoon Ed.
Heemstede kent sinds 1966 de Kees van Lentsingel. Met die naamgeving zou hij zeker hebben ingestemd. Het was een neef van hem, die in 1941 als van de verzetsgroep rond Broeder Jozef Klingen werd gearresteerd en in 1952 in een Duitse gevangenis overleed. De naam van wethouder Van Lent is overigens op twee plaatsen in Heemstede te vinden op gedenkstenen van woningbouwcomplexen. Eén op de hoek van de Diepenbrock- en Mendelssohnlaan en éen op de hoek van de Utrechtlaan en Brabantlaan.

Eduard van Lent was een man met een brede kijk op zaken. Bij een eerste kennismaking kwam hij weliswaar soms wat nors over. Zijn bekendheid in het schildersbedrijf was hem bij het verkrijgen van opdrachten niet ongunstig. Hierbij wordt nochtans opgemerkt dat hij de belangen wèl gescheiden hield en tijdens zijn gemeenteraads-lidmaatschap nimmer heeft willen inschrijven op schilderwerk voor de gemeente Heemstede. Toen hij op 20 juni 1973 op 84-jarige in tehuis het Overbos leeftijd overleed had hij een werkzaam leven achter de rug waarin hij veel voor deze gemeente en de landelijke bedrijfstak Schildersbedrijf tot stand heeft gebracht.

Voor het jaarboek Haarlem 1973 schreef collega-wethouder mr.O.H.van Wijk een necrologie met daarin de volgende karakterisering: ‘(…) Hij was geen man van veel woorden, maar wel van wijze evenwichtige uitlatingen en een helder bestuurlijk inzicht. Een man van het goede binnenwerk, vasthoudend zijn weg gaande, het conflict bepaald niet zoekend, maar er ook niet voor wijkend (…) Op 23 juni 1973 hebben wij hem begraven op de begraafplaats te Heemstede, een rustplaats waarmee hij tijdens zijn leven bestuurlijk heel wat te doen heeft gehad. Wij houden de heer Van Lent in onze herinnering als een beminnelijk mens met grote bestuurlijke kwaliteiten waarmee hij niet in de eerste plaats zichzelf maar anderen heeft gediend’. Enkele jaren geleden is dit graf geruimd.
Ten slotte nog enige ‘wapenfeiten’
De restanten van het Oude Slot en een deel van de voormalige buitenplaats Meer en Berg werden door de gemeente aangekocht. Sociale en premie-woningbouw kreeg direct na de oorlog prioriteit. De Openbare Bibliotheek in de Van Merlenlaan is in 1948 opengesteld. Voornamelijk dankzij Cor Hesseling, uitgever van ‘De Toorts” en voorzitter van r.k.leesvereniging St. Joannes de Deo, én wethouder E.van Lent, was het te te danken dat voor het eerst een algemene openbarre bibliotheek en1 en een confessionele, dat wil zeggen rooms-Katholieke, bibliotheek in één gebouw waren verenigd.
Bosbeek kreeg in 1950 een nieuwe bestemming. In 1951 was Van Lent als wethouder betrokken bij de bouw van het Minervatheater. Tijdens zijn periode zijn vriendschapsbanden aangegaan met Royal Leamington Spa. Op sportief gebied bloeide Heemstede als nooit tevoren. De renovatie van Heemstede, van stoeptegels tot herbeplanting is met kracht ter hand genomen en de eerste naoorlogse sociale woningbouw had plaats in de Provinciënbuurt en de Componistenwijk In 1959 opende hij als locoburgemeester de winkelgalerij aan de Glip, als onderdeel van het zogenaamde tweede bouwplan de Glip, een project dat 36 woningen omvatte.
E,van Lent: “Buurtschap De Glip: mooiste wijk van Heemstede”.
Naar aanleiding van de opening der winkelgalerij aan de Glip door wethouder E.van Lent verscheen de volgende reportage in de Heemsteedse Courant van 4 december 1959: ‘De officiële opening van het nieuwe winkelcentrum aan de Glip betekent voor deze buurtschap een belangrijke mijlpaal in haar ontwikkeling. De Glip is mede hierdoor een gezellige wijk geworden, die volgens Van Lent een van de mooiste wijken van Heemstede is geworden. Er waren dinsdag velen aanwezig om de officiële opening door wethouder Van Lent bij te wonen. Behalve tal van bewoners zagen wij secretaris, de heer A.van Wingerde, de directeur van openbare werken, ir. Th.J.Mebius en de directeur van het bouwbedrijf Bakker uit Badhoevedorp. In de nog niet geheel ingerichte zaak van drogisterij Goezinnen leidde de bouwer, de heer H.Bakker, de wethouder met een toespraakje in. Hij dankte daarbij het gemeentebestuur voor zijn royale medewerking in alle overheidskwesties, de architect Stevens voor de smaakvolle uitvoering der panden en de kopers voor hun ondernemingsdurf in dit randgebied der gemeente een dergelijke zware investering te wagen. Wethouder Van Lent gaf daarna een overzicht van de ontwikkeling van buurtschap De Glip, die in zijn jeugd nog had gekend met slechts een paar afgelegen arbeiderswoningen, enkele middenstandsbedrijfjes, de molen en enige kleine winkeltjes, toentertijd een achtergebleven buurt . Het eerste leven kwam erin toen kort voor de oorlog de eerste 20 woningen verrezen aan de Abraham Kuypersstraat, alsmede enkele middenstandswoningen aan de Glipperweg. Na de oorlog toen de gemeente wilde uitbreiden in de richting De Glip, traden grote stagnatie op door de langdurige strijd met de gemeente Haarlem, de provincie en het rijk over het toenmalige uitbreidingsplan. De heer Van Lent sprak er zijn verheugenis over uit dat de gemeente de strijd heeft verloren, omdat daardoor het nieuwe prachtige uitbreidingsplan van ir. Schut kon ontstaan. En toen was ook de weg open voor de ontsluiting van de Glip, die begon met de 114 woningen aan de Glip-Oost, waarna de 48 woningen in strokenbouw verrezen en de 54 woningen in carrièrebouw, die nu bijna zijn opgeleverd. Tevens memoreerde de wethouder het aandeel dat de heer Bakker aan de Glip-ontsluiting heeft bijgedragen: de premiebouw van het nu te openen complex en de huizen aan de overkant. Deze bouw bleef aanvankelijk bij plannen doordat de vorige aannemer ze niet vermocht te verwerkelijken. EEN KLEUTERSCHOOL Een grote wens van het gemeentebestuur is het reeds lang bij het nieuwe complex een kleuterschool te bouwen. De plannen liggen reeds lang klaar en wachten nog slechts op de goedkeuring. Als zijn persoonlijke mening bracht de heer Van Lent nog naar voren dat De Glip nu een der mooiste woonwijken is geworden die de gemeente Heemstede kent. Over de rentabiliteit van de investeringen der middenstanders was hij niet ongerust. Hij voorzag een goede toekomst, te meer daar ook reeds de plannen klaar zijn voor 400 woningen ten zuiden van de Glippervaartbrug. [Merlenhove].Tenslotte bracht de wethouder de innige wens van het gemeentebestuur over, dat het initiatief van de winkeliers aan De Glip beloond moge worden, zodat de nieuwe woningen het nieuwe complex zal uitgroeien tot een welvarend winkelcentrum. Een kort woord namens de winkeliers sprak de heer C.Warmerdam, die er aan herinnerde dat de omwonenden reeds lang de behoefte aan winkels op De Glip hebben geuit. Wethouder Van Lent reikte daarna de eerste sleutel uit aan de heer Goezinnen en opende vervolgens de zes zaken één voor één.‘
De oorlogsjaren buiten beschouwing gelaten waren het wellicht de meest hectische jaren in de drie decennia dat Van Lent voor de Katholieke Staatspartij, de latere Katholieke Volks Partij (KVP), zitting had in de gemeenteraad van Heemstede, waarvan bijna 17 jaar tot zijn aftreden in september1962 als wethouder en loco-burgemeester

Post Scriptum
Over Cornelis Leonardus Josephus (Kees) van Lent, (zoon van Cornelis Leonardus Josephus van Lent en Jannetje Swart), geboren 18 maart 1919 in Heemstede, als automonteur verbonden aan Van Lent’s autobedrijf, een neef van E.J.van Lent. Was verzetsstsstrijder, behorende tot de radiospionagegroep ECH/3 rond Broeder Jozef Klingen. Als gevolg van verraad door Antoon van der Waals eind mei 1941 gearresteerd en 13 juni 1942 overleden in de Duitse gevangenis van Lüttringhausen, herbegraven op de Erebegraafplaats in Heemstede. In herinnering aan hem is de Kees van Lentsingel vernoemd. Zie o.a. librarianasite: Oorlogsslachtoffers in Heemstede 1940-1945
Over het Heemsteedse garage- en automobielbedrijf Van Lent, op 7 februari 1907 is C.L.J.van Lent, afkomstig uit Haarlem, begonnen met een fietsenzaak aan de Kerklaan 27. Bescheiden met een rijwiel- en motorzaak. Drie jaar later vond verhuizing plaats naar het pand Raadhuisstraat toen nummer 88. Met de opkomst van de auto is de oprichter met zijn twee zonen overgeschakeld op Amerikaanse merken als Chevrolet en Buick-dealer.1914 verhuisd naar een pand Raadhuisstraat 59-61 en 1920 naar een garage en automobielenzaak Raadhuisstraat 63-65. Van Lent was een van de eerste dealers van General Motoris in Nederland. (In 1979 gesloopt om plaats te maken voor appartementen en een bankkantoor). In 1937 heeft men terrein en opstallen aangekocht van modelboerderij ‘Bronsstee’, gelegen op de terreinen tussen de Heemsteedse Dreef en, de Lanckhorstlaan en de Bronsteeweg, waar vervolgens de Dreefgarage is geopend. Later is Van Lent Automobielbedrijven overgeschakeld als Opel-dealer met uiteindelijk garages in Aalsmeer, Hoofddorp, Santpoort, Zandvoort en Heemstede. Tot in 2007 de firma overging naar het Motorhuis (Leiden/Haarlem). Hierover publiceerde Frans Harm een artikel in het tijdschrift HeerlijkHeden, jaargang 39, herfst 2012, nummer 154, p. 17-23: Bijna 100 jaar garage- en automobielbedrijf Van Lent .




Op 26 april 1947 bestond dagblad De Tijd veertig jaar. dat was reden voor de krant om o.a. 2 foto’s van Van Lent te publiceren, welke intussen touitgegroeid tot een prominent autobedrijf in de regio.
Een foto van de oprichter met zijn ‘stoomfiets’ én een familiefoto



Intermezzo: architect CEES DAM, o.a. architect voor Van Lent
Op 31 juli 1932 is Cornelis Gregorius (Cees) Dam te Velsen geboren, tegenwoordig woonachtig in Aerdenhout. Hij verwierf internationale faam als co-bouwmeesteer met de Oostenrijker Wilhelm Holzbauer (1930-2019) van de na enkele decennia van voorbereiding en bouw in 1986 geopende Stopera, stadhuis/muziektheater in Amsterdam. Een van zijn eerste projecten na zijn studietijd was een huis voor Godfried Bomans in Haarlem, die uiteindelijk een bestaande villa in Bloemendaal als nieuwe huisvesting betrok. De eerste compagnon van Cees Dam was Pieter Zaanen. In een monumentaal boek van 384 bladzijden, verschenen ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag en gepubliceerd door Nw. Amsterdam Uitgevers is op pagina 70 vermeld: ‘(…) Pieter Zaanen werd dan ook mijn eerste echte compagnon; tot 1965 zijn we alle projecten samen gestart. We hielden kantoor opeen erg witte bovenverdieping aan de Herenweg 115 in Heemstede, bij de familie Laimböck, de beroemde handschoenenmakers’. Van 1964 tot 1967 was architectenbureau Cees Dam in Heemstede gevestigd.
In 1968 is verhuisd naar de hoofdstad, naar het pand Singel 147, later uitgebreid met het pand Singel 136. In de jaren zestig zijn in Heemstede door Dam ontworpen: in 1961 een bungalow voor het echtpaar S.C.van Lent aan de Van Merlenlaan 35 [in 1994 is Sybrand Cornelis van Lent overleden en is het huis verkocht]; in 1965 het huis voor de familie Nijgh (vader van Lennaert) aan de Burgemeester van Doornkade 4, in 1965 ook de garage/museumruimte voor de firma Van Schagen aan de Achterweg. Verder in 1969 een nieuwe garage en autoshowroom voor de autobielfirma Van Lent; in 1975-1977 gevolgd door een vestiging van Van Lent in Aalsmeer. In 1987 is door architectenbureau Cees Dam de toenmalige Nutsspaarbank aan de Binnenweg 75 in Heemstede verbouwd.












Over Cornelis Leonardus Johannes (Cees) van Lent, geboren op 27 juli 1922 in Heemstede, groeide op in de Raadhuisstraat 65, overleden op 8 maart 2000 te Leidschendam.

Cees van Lent jr. was o.a. brigade-generaal en namens KVP/CDA staatssecretaris van Defensie in het kabinet-den Uyl en eerste kabinet-Van Agt van 1974-1981. Beoordeeld meer als technocraat dan politicus, die altijd grote betrokkenheid bij het defensiepersoneel toonde. Zie o.a. de site Parmement.com


Documentatie VAN Lent (o.a. toespraken, interviews, artikelen etc.) – Heemstede in archiefdoos 72d van de Heemstede-collectie in het Noord-Hollands Archief, locatie Kleine Houtweg Haarlem
Volgende libariana-blogs in september:
– Mijn 25 favoriete Nederlandse openbare bibliotheken;
– Public Library Edmonton, Canada.
Hallo Hans
Wat een leuk artikel over Van Lent. Complimenten. Je zeilt heel behendig langs de Kees van Lentsingel, misschien had die vernoemd moeten worden naar een ander, die slechts een pad kreeg ð Een nulletje teveel bij het aantal bomen Een van de zaken waar Van Lent prioriteit aan gaf was het herstel van de groenvoorziening, het visitekaartje van Heemstede. Van de 4.000 bomen die Heemstede voor de bezetting telde waren er zoân 3.5000 verdwenen.
Cordiali saluti,
Marc de Bruijn Lid Raad van Advies 06 â 47 816 222
Marc, een o teveel geëlimineerd, dat kan gelukkig eenvoudig digitaal boven print. Voorts verhaal nog enigszins uitgebreid met als postscriptum enige informatie over een broer van E.J. van Lent, als oprichter van het automobielbedrijf, waarover Frans Harm al publiceerde, en in 2000 overgegaan naar het Motorhuis en 2 neven: het oorlogsslachtoffer en de politicus (staatssecretaris).