OVERZICHT VAN EIGENAREN, van 1465 tot de Franse Tijd/ 2007 tevens AMBACHTSHEREN/-VROUWEN VAN BERKENRODE
1. Jan van Haerlem, zoon van Aleyde 1284-1305
2. Arent van Berckenrode 1305-1357
3. Jan van Berckenrode 1357-1380
4. Gerrit van Berckenrode 1380-1412
5. Jan van Berckenrode 1412-1465
6. Gerrit van Berckenrode (Janszoon) 1465-1497
Over Gerrit van Berkenrode schrift H.F.K.van Nierop in zijn bijdrage: ‘Adelijke bastaarden in de zestiende eeuw’(p. 11–32) in het boek ‘Bestuurders en Geleerden; opstellen aangeboden aan prof. dr.J.F j.Woltjer’ (De Bataafsche Leeuw, 1985: ‘Gerrit van Berckenroede (circa 1455-1533), een groot man in het Haarlemse stadsbestuur, had behalve zeven wettige kinderen, vier of meer bastaarden, die hij bij tenminste drie verschillende vrouwen had verwekt. In zijn testament bepaalde hij dat ze mochten blijven wonen in een van de huisjes achter het grote Berckenroede-huis in Haarlem. Anthonis (de zoon van “Janneken”) werd gezworen roerdrager en conciërge van het stadhuis en was ëcht een deel van de familie”. Bij het opmaken van zijn huwelijkse voorwaarden werd hij geassisteerd door de toenmalige heer van Berkenroede, de zoovan zijn halfbroer. Na zijn dood in 1580 een ander neefje, thesaurier van Haarle, als voogd over zijn minderjarige zoon aangesteld‘. (1)
8. Hendrik van Berckenrode (Gerritszoon) 1533-1548
9. Dirk van Berckenrode (Hendrikszoon) 1548-1559 10. Hendrik van Haerlem van Berckenrode 1559-1620 11. Dirk van Haerlem van Berckenrode 1620-1642 12. Goedele van Berckenrode (echtgenote van Floris van Alkemade) 1643-1648 13. Hendrik van Alkemade 1649-1690
14. Benjamin Poulle 1690-1711
15. Elizabeth Tiellens (1) 1711-1724
16. Mattheus Lestevenon de Jonge 1724-1797
17. Willem Anne Lestevenon 1797-1798
18. Johanna Maria Dutry, douairière de Drevon 1798-1809
Van Johanna Maria Dutry, gesepareerde huisvrouw van Jan Frederik Hendrik de Drevon bestaat geen portret. Zij was van 1793 tot 1809 ambachtsvrouwe van Heemstede en voorts van 1798 tot haar overlijden ook van Berkenrode. In Den Haag woonde ze lange tijd in het huis Buitenhof 28 en vervolgens in een pand aan de Riviervismarkt waar zijn 20 oktober 1808 overleed. Bovenstaand een foto van het sterfhuis.
Het grootste deel van haar leven bewoonde Johanna Maria de Drevon-Dutry (1746-1808) in het huis Buitenhof 28 (olieverfschilderij)
15 maart 1799 is jonkvr. Johanna Maria Dutry, douairière Johan Frederik Hendrik de Drevon, begaven in de grafkelder van Jacob Voorburgh, in de Groote of Sint Jacobskerk te ‘s-Gravenhage.
19. Jacob Scholting 1809
20. Jan Pieter van Wickevoort Commelin (2) 1809-1837
21. Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin 1837-1881 22. Hendrik van Wickevoort Crommelin 1881-1901 23. Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin 1901-1912
24. Hendrik van Wickevoort Crommelin 1912-1939
25. Olga Ernestine Henriëtte van Eeghen 1939-1954
26. Ernst Henri van Eeghen (3) 1954-2007
(1) Van 1724-1732 (eigenlijk al na zijn huwelijk in 1713) tooide Jan Trip zich met de titel Heer van Berkenrode. Feitelijk had hij na haar overlijden enkel het vruchtgebruik van de ambachtsheerlijkheid.
(2) Vanaf 1797 bezat hij al huis en grond van Berkenrode. (3) Door de heer Van Eeghen is een stichting Berkenrode als eigenaresse in het leven geroepen.
SCHOUTEN/BURGEMEESTERS van ambachtsheerlijkheid/gemeente BERKENRODE 1620 Pieter Gijsbertss Emaus, schout 1656 Simon Steynburch, schout 1668 Willem Massa, schout 1690/1692 Cornelis Rens, schout 1714 Jan Croon, schout 1728/1735 Jan Croon, schout (tot zijn overlijden in 1741) 1741/1745 Hendrik (Henry) Croon, schout 1747/1748 Pieter Kerkhoven, schout 1765/1766 Tobias Looze, schout 1773- François Augustus de Genestet, schout 1788- Johannes de Waal Malefijt, schout 1795-1822 Hendrik Moerbeek, schout en secretaris 1823-1835 Mr. J.P.A.van Wickevoort Crommelin, burgemeester en secretaris
1835-1850 Mr. H.S.van Wickevoort Crommelin, burgemeester en secretaris
1850-1853 Mr. M.S.F.de Moraaz Imans (tevens burgemeester van Heemstede en Bennebroek)
1853-1856 Mr. M.S.P.Pabst (ook burgemeester van Heemstede en Bennebroek)
1856 tot opheffing 13 mei 1857 C.van Lennep (ook burgemeester van Heemstede en Bennebroek)
PASTOORS VAN BERKENRODE EN HEEMSTEDE SINDS 1694 (H.BAVO-PAROCHIE)ENDESERVITOREN, ALS PRIESTER WERKZAAM IN HEEMSTEDE EN BERKENRODE:
Vóór pastoor Basius in 1694: sinds circa 1628: Joannes Albert Ban, priester en componist [in 1630 pastoor van het Haarlemse Begijnhof. Vondel wijdde na zijn bekering een vers aan Ban. In de periode rond 1629 komen er overigens 2 priesters met dezelfde naam en voornaam: Joannes Bannius (Ban) voor in het wijdingenboek van Apostolisch Vicaris Philippus Rovenius. Op een priesterlijst van 1628 is vermeld: ‘In Hillegom, Heemstede D.Joannes Bannius’.
Drs.Wim Cerutti schrift over Jan Ban in het boek “De Haarlemche Augustyn Pastoor Bloemaert (1585-1659) en zijn broodkantoor” (Haarlem, 2009) het volgende: ‘Joannes Albertus Ban werd in 1597 of 1598 in Haarlem geboren, uit een aanzienlijk Haarlems brouwersgeslacht. Zijn grootvader was lid van de vroedschap en eigenaar van brouwerij “Het Zeepaard” aan het Spaarne. Zijn moeder moest, weduwe geworden, de brouwerij verkopen. Ban studeerde rechten in Leuven, maar werd net als zijn oudere broer, priester. Twee van zijn zusjes werden klopje in de statie van St. Bernardus van de Hoek, een derde werd klopje bij de jezuïeten. In 1624 werd hij tot kapelaan in Haarlem benoemd, in 1628 kanunnik en lid van het Haarlems kapittel. Ban was een kerkelijke duizendpoot, met heel veel (neven)functies en titels. Als kanunnik moest Ban regelmatig in het ambtsgebied van het kapittel staties bezoeken, om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de situatie ter plekke en allerlei problemen op te lossen., de zogenaamde visitaties. Zo visiteerde hij in 1634 samen met Leonardus Marius de uitgestrekte statie Hoogwoud. In 1633 ging Ban alweer met Marius, naar Brussel om met de nuntius over kerkelijke aangelegenheden te overleggen. In 1635 reisde hij naar Gent waar hij met het kapittel sprak over de verering van Sint Bavo. Ban werd in 1630 tot pastoor van het Begijnhof gekozen, een functie hij tot zijn dood bekleedde. Als pastoor van de begijnen ging hij op het Begijnhof wonen. Tevoren woonde hij op de Bakenessergracht 35, in het huis genaamd Sint-Anna. Ban maakte graag reglementen, hij was niet voor niets jurist! Zo stelde hij in 1631 nieuwe statuten voor het Begijnhof op, de “Regulen ende Handvesten”. Hij interesseerde zich ook voor de geschiedenis van het Begijnhof en deed daarnaar allerlei onderzoek. Ook nam hij oude begijnen en Haarlemmers interviews hierover af. Ban had veel belangstelling voor de Haarlemse kerkgeschiedenis en verzamelde daarover veel gegevens (…) Ban overleed in 1646, 46 jaar oud, vermoedelijk aan de pest. Tesselschade en Jan Vos schreven ontroerende lijkdichten.’
Henricus van Harlingen, werkzaam in Berkenrode/Heemstede circa 1633-1638Gerlacus ab Angelis (Ingels, Geerlingh van Engelen), als priester werkzaam in Berkenrode en Heemstede omstreeks 1648 tot 1666 [Geerlingh van Engelen is circa 1612 geboren in Bokhoven, Heusden (Noord-Brabant; bisdom Den Bosch) als zoon van Gerrit en Michielken van Drongelen). Hij studeerde in Leuven en promoveerde 14-11-1634, studeerde ook in Keulen. Per 21 april 1648 is hij benoemd tot deservitor te Hillegom, De Zilk, Vogelenzang, Heemstede, Berkenrode, Bennebroek, Schalkwijk en Aerdenhout. Hij stichtte bij testament van 13-6-1663 drie studiebeurzen ter waarde van 6.000 gulden. Is op 16-7-1683 overleden.]
HUISKAPELAANS VAN HET HUIS BERKENRODE:Cornelis Lambertus van Duynen, circa 1666-1681Gerardus van Delden, circa 1681-1688Petrus Hanneman, circa 1688-1692
Franciscus Christophorus Basius, pastoor van 1694 tot 13 september 1700 In maart 1694 is Franciscus Basius als eerste pastoor benoemd door de Apostolisch Vicaris Petrus Codde. Dit geschiedde na een verzoek van de Pro-Vicaris van Haarlem, Josephus Cousebant. Deze berichtte op 24 december 1693 aan Codde: ‘Ick denck dat U H wel bekent is, dat alle kercken hier wederom geopent zijn. Nu willen wij het werck van Berckenrode voort setten; als wij maer weten, dat U H ons een begaeft Priester zal toeschikken.’ Hierop antwoordde Codde omgaand: ‘Het zal mij aengenaem wesen dat de zaak van Berkeroode voorgezet worde: maer ik weet niemand er te stellen als hr. Basius. Hij heeft zich in den Briel wel gedraegen…Ik zou hem te Berkeroode stellen, omdat hy bequaem is en om die statie op te rechten en omdat ik niemand anders daer zoude weten uyt te vinden.” In september 1700 doet pastoor Basius (geboren in Duinkerken), hij is dan 43 jaar, zijn intrede in de abdij van Orval (Belgisch Luxemburg). Deze abdij zou bekend zijn geweest als ‘een haard van Jansenisme.’ In het Nieuw Nederlands Biographisch Woorden boek (deel 7) lezen we nog ‘(…) Met de strenge hervorming was ook het Jansenisme in de abdij van Orval binnengedrongen. De rust en vrede werden aanhoudend verstoord. Tijdens eene visitatie 1725 weigerden een vijftiental met den prior aan het hoofd, zich te onderwerpen en namen de vlucht uit de abdij. Zij vestigden een Jansenistenklooster te Rijnwijk bij Utrecht, gesteund door hunnen aartsbisschop te Utrecht. Bij de visitatie bleek, dat de monnik Fr. Basius, sinds een jaar overleden, te voren pastoor in Holland, als lector der theologie en als biechtvader een verderfelijke invloed had uitgeoefend. Hij had hun steeds voorgehouden, dat de pauselijke bul Unigenitus niet zonder doodzonde en gevaar van eeuwig verloren te gaan, kon aangenomen worden.’
Franciscus Jacobus Hugla, pastoor van 13 september 1700 tot 31 oktober 1705 Geboren in Amsterdam als zoon van een Franse vader en Italiaanse moeder. Deed zijn priesterstudie te Rome in het Collegium Urbanum en keerde in 1696 terug om eerst kapelaan te worden in Gouda. Door apostolisch vicaris Petrus Codde als opvolger van Basius in Berkenrode benoemd. Op 31 oktober 1705 overleden en als pastoor opgevolgd door Philippus Cavallier als zoon van een Amsterdamse koop man van Franse afkomst.
Philippus Cavellier, pastoor van 10 november 1705 tot 24 augustus 1715
Petrus Weerts, pastoor van 1715-1728
Johannes S.H.Oem, pastoor van 1728-1739
Jacobus Franciscus Cramer, pastoor van december 1739 tot 15 december 1786
Joannes Cornelis Maas, pastoor van 1787 tot 10 maart 1810
Cornelis Joannes Leenders, pastoor van 6 november 1817 tot 1 april 1828 [In archiefcollectie HVHB een gedenkpenning ter nagedachtenis van de Weleerw. Heer H. Corns .Leenders, R.C.Pastoor te Berkenrode, overleden 1-4-1828. Achterzijde: Gedenkt Uwe Leidsmannen. Aan Jan v.d.Weijden Lz.]
Jacobus Johannes Tielen, pastoor van 1828 tot 1845
Adrianus van der Weyden, pastoor van 10 september 1845 tot 20 juni 1867
Op de linkerbanier staat: Aan dit Kerkgebouw opgerigt onder directie van D.E.H. L.J.Geeres, pastoor en kerkmeesters P.Kroon, H.van Eyk, J.Beelen P.Niesten. De 1ste steen gelegd door H.S.van Wickevoort Crommelin den 1 Julius 1817. Rechts met tekst: Dit kerkgebouw vergroot onder het bestuur van den weleerw. Heer J.J.Tielen pastoor en kerkmeesters: P.Niesten, J.van der Horst, J.Peeperkorn, J.van Houten. De eerste steen gelegd door Arnoud van Wickevoort Crommelin des 4 April 1837.
Joannes Christ. Hub. Muré, pastoor van Berkenrode van 1867 tot 1875
Henricus Kerlen, pastoor van Berkenrode van 1875 tot 1896
Henricus Petrus Zeegers, pastoor van 1896 tot 1905
Henricus Antonius Vincentius IJzermans, pastoor van 1905 tot 1931
Op bovenstaande foto zien we in het midden bisschop mgr. Callier. Links van hem (met baardje) mr. Heerkens Thijssen, wethouder van Haarlem. Rechts van de bisschop staat iets naar achteren gemeentesecretaris A.A.Swolfs, verder burgemeester Van Doorn, gevolgd door de wethouders A. van de Poll en dr. E.Droog. Derde van rechts is gemeenteraadslid Tromp zichtbaar. [Uit: A.J.Kramer. Kent u ze nog….de Heemstedenaren].
Joannes Marinus van der Tuijn, pastoor van 1931 tot 1935
Bovenstaande foto van deken J.M.van der Tuijn werd in 1936 nogmaal in de Katholieke Illustratie geplaatst nadat hij bij zijn zilveren priesterfeest op de feestdag van Maria Hemelvaart was benoemd tot geheim kamerheer van Z.H. de Paus.
Christianus Wilhelmus van Mierlo, pastoor van 11 januari 1935 tot 1955
Cornelis Pouw, pastoor van 1955 tot 1970
Pastoor D.C.J. de Vries, pastoor van 1979 tot 2004
===========
Gebeeldhouwde panelen Heilige Bavo door Marenka Groenhuijsen (Heemsteder, 15-1-2022)
=========================================
R.K. parochie Onze Lieve Vrouw Hemelvaart aan het Valkenburgerplein.is 24 maart 1927 opgericht. Bouwopdracht aan bouwpastoor P.J.Nieuwenhuis in 1924.Ingebruikname kerkgebouw 25 maart 1927.; inwijding 7 juli 1927
STILLE STRIJD OM KERK ALS MONUMENT; door Linda Gottmer (Haarlems Dagblad van 15 augustus 2019)
Literatuur: – H.H.B.Binnewiertz. Heemstede. Rotterdam, 1854. Hoofdstuk; de Kerk, p.16-21 – B.J.van Houten. Gedenkboek bij gelegenheid van het twee honderd vijftig jarig bestaan van de St. Bavo parochie te Heemstede 1694 – 1944. (Heemstede, 1944). Foto’s van Hans Poldermans Heemstede
– Jan Bomans, Fer van Buuren, Herman Hofhuizen (redactie). Hyacintegeur en bisschopwijn; kroniek van honderd jaar wel en wee van blekers en kwekers, burgers en buitenlui in en rond een Heemsteedse parochie. (Heemstede, 1979).
==========================================
Bijlage: PASTOORS VAN DE ONZE LIEVE VROUW HEMELVAART PAROCHIE HEEMSTEDE P.J. Nieuwenhuis van 1927 tot 1932
A. van Noort, pastoor O.L.V.Hemelvaart-parochie Heemstede van 1932-1953
Pastoor H.A.J.Drost, pastoor in Heemstede van 1953 tot 1970
Pastoor L Dijkstra van 1970 tot zijn overlijden in 1984
Pastoor Y.C.Tuijn van 1985 tot 1997
Pastoor dr. M.A.L.Wagemaker van 1997 tot 2002
pastoor dr.A.J.M.Hendriks van 2002 tot 2013
E.van Teijlingen 2014-2015
dr.J.J.van Peperstraten 2017-2019
Pastoor R..Verhaegh 2018-2020
===================================
========
Neomisten, parochiezonen- en dochters die in de Missie hebben gewerkt: 3 nonnen uit gezin De Wildt, Wilhelmina Drayer, Maria Magdalena. MISSIEPATERS uit Heemsteedse families: Jan Prins msc, Preijde, G.van Bakel, Ton van Bakel (Costa Rica), Hulsebosch (Guatemama) Piet de Boer (Tanzania), Piet Schreurs, C.S.Tukker. Kees de Winter cssr (Cameroun)
Bijlage: Het onderduikverhaal van Pater Jan Prins MSC in de OLV Hemelvaartkerk Heemstede