Een mysterieus rijm van de ‘hertog van Langevelt’

Voorbeelden van volksverhalen, overleveringen en legendevorming zijn te vinden via de talloze herbergen in re regio Zuid-Kennemerland, waarbij men kan denken aan o.a. de ‘Oude Geleerde Man’ in Bennebroek, het ‘Dronkemanshuisje’ en ‘Het Bokje’ in Heemstede/Haarlemmerhout. Thans een nagelaten herinnering aan het gebruik van en copieus diner door de hertog van Langeveld in een herberg in Aerdenhout, teruggaande op een 17e eeuws spotdicht.

Herberg “’t Gulden Klaverbladt” (De Haringbuys)

 

Herberg de Haringbuys; door Jan Evert Grave (1759-1805)

De Heerlijkheden Brederode (Bloemendaal c.a.) en Heemstede waren in vroeger tijd ruim voorzien van herbergen met karakteristieke namen. ‘Als de Zandvoorters van de vismarkt te Haarlem komende in de ‘Laatste Stuiver’ aan de Herenweg hun dorst gelest hadden, voelden blijkbaar velen hunner behoefte om voor zij ‘in den Anderenhout’ [= Aerdenhout] de wildernis van Brederode in gingen, nog een hartversterking te nemen. (1). Men kon dan terecht in de Aerdenhoutse herberg “Het Klaverbladt” ook wel “Het Gulden Klaverbladt” en later “De Haringbuys” genoemd. Zandvoort maakte in het verleden deel uit van de heerlijkheid Brederode en is in 1722 overgegaan aan de Amsterdamse koopman Paulus Loot. In de zeventiende eeuw woonden in het duingebied zo’n 600 tot 800 inwoners die economisch voor een groot deel afhankelijk waren van de visvangst. Via de mulle duinpaden begaf men zich naar de vismarkten in Haarlem en Amsterdam. Eén van de twee visserspaden kronkelde door de duinen langs herberg Kraantje Lek en Overveen richting Vishal aan de Grote Markt van Haarlem; de andere zandweg liep via Aerdenhout en Berkenrode. Met een korf op de rug zijn zowel in de 17e als 18e eeuw zogeheten vislopers afgebeeld. Aerdenhout was in die tijd een bosrijke wildernis met slechts enkele verspreide huizen, waaronder het nog bestaande “Bosch- en Landzicht”.

De Zandvoortselaan in Aerdenhout met op deze aquarel van Jacob Cats uit 1774 de toenmalige herberg Bos- en Landzicht (Noord-Hollands Archief)
De Zandvoortselaan in Aerdenhout met op deze aquarel van Jacob Cats uit 1774 met boerderij Bos- en Landzicht en herberg het Haringbuis (Noord-Hollands Archief). Naar deze aquarel is een ets vervaardigd door Jan Evert Grave (1759-1805), uitgegeven door P.Fouquet in Amsterdam.

Als een neringrijke herberg gold “’t Gulden (Vergulde) Klaverbladt”. Behalve de Zandvoortse vissermannen pleisterden hier ook de Haarlemmers die niet tegen een lange wandeling opzagen of Amsterdammers die op feestdagen met een plezierwagen een rit naar Kennemerland maakten. Twee pleisterplaatsen profiteerden hiervan in het bijzonder. Op de eerste plaats: “’t Laatste Stuivertje”, gelegen aan de Herenweg en volgens L.van Ollefen (1796) “juist niet in het dorp (Heemstede) gelegen, maar echter mede onder het ambacht behoorende“. Voorts als tegenhanger (richting Zandvoort) “Het Gulden Klaverbladt” juist voorbij de grens met Heemstede in de andere Hout ofwel Aerdenhout gelegen. Het toenmalig duingebied was voor een groot deel in handen van de familie Van Lennep. Op initiatief van enkele eigenaars van buitenplaatsen in deze streek is men in 1825 is begonnen met het bestraten met klinkers van de Zandvoortseweg welke werkzaamheden in maart 1828 gereed kwamen (2). Vanuit zijn ouderlijk huis Te Manpad in Heemstede schreef Jacob van Lennep op 4 juni 1822 aan zijn vriend J.Amersfoordt: ‘”…) Men is bezig een’ nieuwen weg dwars door het duin heen van Haarlem naar Zandvoort te graven. Dit doet de armoede aldaar zeer verminderen, doordat er geene andere werklieden dan uit dit dorp genomen worden, en zij reeds bij de vijftigin getal zijn. Ook worden die menschen, anders zeer geneigd tot luiheid en bedelarij, werkzaam en te ureden, daar hunne vrouwen de vischnegotie met den ouden ijver doorzetten. Te Pinkster ben ik den eersten dag niet naar de kerk geweest, uit hoofde dat ik de pinksterpredicatie van Ds.Hupkes van buiten ken, doch den tweeden dag heb ik de Heemsteder kerkbank ons huizgezin vertegenwoordigd, en de verontschuldiging van Petrus wegens dronkenschap, zeer verkeerd en verveelend hooren uitleggen…(…)” (3). Om aanleg en onderhoud te bekostigen zijn aan het begin- en eindpunt van de weg tolhekken geplaatst. Aan de Heemsteedse zijde gebeurde dat nabij het oude Klaphek (hier destijds geplaatst om te voorkomen dat groot wild zoals herten uit de “wildernis” kon ontsnappen) aan de Viersprong bij de tapnering “Het Klaverbladt”, intussen “Haringbuys” geheten. Aldus door de Zandvoortse invloed zo vernoemd naar het schip dat voor de haringvangst op de Noordzee gebruikt werd.                                                                                                                          De Haringbuys in Aerdenhout

De Haringbuys na renovatie
De Haringbuys na renovatie

Gedenkteken voor den hertog van Langeveld In goud was aan de herberg “Het Klaverbladt” een uithangbord bevestigd met daarop een afbeelding van de plant. In vroeger tijd een populaire benaming omdat volgens een oud gezegde “Alle goededingen in drieën bestaan” en het klaverblad was de voor de hand liggende voorstelling van dat denkbeeld. Ook in oud drinkliedje komt men de plant tegen:  “Drie glaasjes zijn drie teugen. Drie is een Klaverblad (…)” In de gelagkamer van “Het Klaverbladt” hing op een bord aan de wand vanaf het midden van de 17e eeuw een gedicht, gewijd aan de hertog van Langeveld. Deze zou hier in 1628 volgens de waard tijdens een maaltijd van twee uur een grote hoeveelheid spijs en drank tot zich genomen hebben. Het authentieke perkament heeft helaas de tand des tijds niet doorstaan. Bedoeld vers is gepubliceerd in de boeken van A.Loosjes, Hollands Arkadia (1804) en het tweede deel van J.van Lennep en J.ter Gouw, De Uithangtekens (1868). Het is bekend dat sinds omstreeks 1824 een gedrukte versie in de herberg heeft gehangen. Een door H.van Zutphen sr. (koster van de Grote Kerk te Haarlem) handgeschreven kopie uit 1833 bevindt zich thans in het gemeentearchief van Bloemendaal (zie illustratie) Wie was deze “schrokkige kaerel” met ongewone eetlust zoals Loosjes de hertog typeert en over wie latere bezoekers van de herberg zich het hoofd hebben gebroken? Vaststaat dat een hertog van Langeveld nimmer geleefd heeft. Een Heer van Langeveld komt voor tijdens een politiek hofballet van 1668 in Den Haag, maar van adel was deze persoon niet. Jacob van Lennep, die zelf meningmaal de herberg heeft bezocht, kwam met een vindingrijke maar historisch onjuiste oplossing. Hij vermoedde dat de persoon in kwestie niemand minder was geweest dan Henry II de Bourbon-Orléans, Hertog van Lonqueville (1595-1663), waarbij Lonqueville zou zijn verbasterd tot Langeveld. Dat was een voorname Franse edelman, die in de periode voor de Vrede van Munster als hoogste Franse gezant bemiddelde tussen de Nederlandse en Spaanse delegaties en als zodanig ook veelvuldig met Adriaan Pauw. De hertog was weliswaar een erkend smulpaap – zoals mede blijkt uit het beroemde boek “De drie musketiers” – doch ook Van Lennep moet toegeven dat van een reis omstreeks 1626 in de Nederlanden, althans uit overgeleverde kronieken, niets bekend is. Bovendien lijkt het niet erg waarschijnlijk dat de Fransman, liefst veertien flappen bier zou hebben gedronken en de wijn versmaadde… De familienaam Langeveld komt veelvuldig voor in Rijnland, later ook in het rechtsgebied van Brederode, vernoemd naar de gelijknamige hoge heerlijkheid tussen De Zilk en Noordwijkerhout. Verscheidene telgen waren “huislieden” van de boerderij van Boekenrode. Ten tijde van de vervolging der Rooms-Katholieken door de aanhangers van geuzenleider Lumey is de Leidse priester Arnoldus de Eremiet op 1 november 1572 op Heemsteeds grondgebied op gruwelijke wijze omgebracht en vervolgens is diens stoffelijk overschot ter aarde besteld in de Maria-kerk van Langeveld. Van personen met de naam Langeveld verwierf de Eerwaarde Pieter Langeveld, geboren in het gelijknamig ambacht, enige faam. In 1656 als pastoor van Noordwijk-Binnen benoemd, overleed deze op jonge leeftijd al op 2 oktober van het jaar daarop. Tot 1909 fungeerde de herberg tevens als tolhuis. Bij de verbreding van de Zandvoorterweg heeft het een haar gescheeld of de Haringbuys was afgebroken. Dankzij acties van met name (wijlen) de heer L.W.Bierens de Haan kreeg hij de Bloemendaalse gemeenteraadsleden zo ver dat men één stem meerderheid tot behoud en reaturatie van dit monumentje is besloten. De vooral zomers drukke weg tussen Zandvoort en Heemstede is na de oorlog om de Haringbuys heengeleid, zodat deze als het ware op een “eilandje” is komen te liggen. Een bestemming kreeg het historische pand als proeflokaal en ontmoetingscentrum van het wijnkopersgilde van “Les vinitiers de la tass’ armee”, het “Gilde ter bescherming van de goede wijn”. Wat de legendarische hertog van Langeveld betreft houden we het op een volksverhaal met – zoals meer voorkomt bij overleveringen – een kern van waarheid. Mogelijk is sprake geweest van een ambachtsheer van de heerlijkheid Langeveld, aan wie de titel van hertog is toegedicht.

Het uithanbord dat hing nij herberg d'Haringbuys op de grens van Heemstede en Aerdenhout (Rijksmuseum Zuiderzeemuseum Enkhuizen)
Het uithangbord dat hing nij herberg d’Haringbuys op de grens van Heemstede en Aerdenhout (Rijksmuseum Zuiderzeemuseum Enkhuizen)
Nieuw uithangbord van d'Haringbuys
Nieuw uithangbord van d’Haringbuys

Noten (1) Citaat uit J.M.Sterck-Proot, Geschiedenis van Aerdenhout. 1946, pagina 69. ‘De Laatste Stuiver’ was gelegen in de Voorhout, tot 1927 gemeente Heemstede. Aanvankelijk kon men voor een stuiver een borrel bekomen. De stuiver als muntstuk kwam reeds in de 15e eeuw als uithangteken voor. Mr.J.van Lennep en J.ter Gouw noemen herbergen met benaming ‘de Laatste Stuiver’ in Houten, bij Bemmel, bij Beusichem, bij Opijnen en in Heemstede. Vlakbij Amsterdam stond op de hoek van de Overtoomsche weg een drankgelegenheid met boven de toegangsdeur aan de stadszijde ‘de Eerste Stuiver’ en boven de uitgang ‘de Laatste Stuiver’ Aan de Herenweg lagen van noord naar zuid de volgende herbergen: De Vriessche Koedrift (voorheen ‘Nieuwen Hout’ geheten), daar tegenover aan de westzijde van de Wagenweg: Het Doorneboompje, meer noordelijk het Dronckemanshuisje, het laatste Stuivertje, het Posthuis (stopplaats diligences, tevens tapnering), het Bonte Paardt (later Lommeroord; op de hoek van de Herenweg en de Kerklaan), de Konijnenberg kort voor Huize te Manpad en ten slotte in Bennebroek De Oude Geleerde Man. (2) Zie: Gort met stroop; over geschiedenis en volksleven van Zandvoort aan Zee. 1968, p.35w. Voordien in particuliere handen is op 29 augustus 1916 besloten de Zandvoortseweg in eigendom over te dragen aan de gemeenten Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort en korte tijd later zijn de tollen afgeschaft. (3) Citaat uit: M.F.van Lennep, Het leven van mr.Jacob van Lennep. 19109. Eerste deel, p.55-56.

Hans Krol

De Haringbuys op een prentbriefkaart uit omstreeks 1920
De Haringbuys op een prentbriefkaart uit omstreeks 1920
Recente ansichtkaart van de Haringbuys
Recente ansichtkaart van de Haringbuys
Buitenplaats/boerderij Bosch- en Landzigt in Aerdenhout
Buitenplaats/boerderij Bosch- en Landzigt in Aerdenhout