AMBASSADE VAN DE VRIJE GEEST IN ‘HET HUIS MET DE HOOFDEN’ AAN DE KEIZERSGRACHT 123: BIBLIOTHEEK EN MUSEUMGESTICHT DOOR JOOST R. RITMAN
Joost Ruben Ritman (*1941) is een Amsterdamse zakenman met een grote interesse voor spiritualiteit. Al op jonge leeftijd begon hij boeken te verzamelen. In 1964 ontving hij als verjaardagscadeau een 17e eeuws exemplaar van Aurora, een werk van de Duitse mysticus Jacob Böhme, die voor hem als Rozenkruiser een onuitputtelijke bron van inspiratie is gebleven.
Ritman zette het door zijn vader, de in 1989 overleden zakenman Ton Ritman, het in 1935 gestichte bedrijfje in boenwas ‘Chemische Industrie De Ster’. In de jaren zestig werd hij vermogend dankzij ‘Ster disponibles’, bestaande uit plastic wegwerpservies als bestek gebruikt aan boord van vliegtuigen. Telde de Ster in 1970 nog slechts 15 werknemer met een omzet van ongeveer 1 miljoen gulden, in 1983 gestegen tot 40% van de wereldmarkt en een omzet van 200 miljoen gulden. Omstreeks 1990 zelfs toegenomen tot een jaaromzet van 350 miljoen gulden, gerealiseerd door zo’n 800 personeelsleden. Al zijn geld besteedde Ritman aan kostbare boeken, prenten, oude kunst en antiquiteiten. Drie jaar later leed de Ster echter een verlies van zo’n 125 miljoen gulden op een omzet van 300 miljoen gulden. Na 1985 ontving Ritman krediet van de Nederlandse Middenstands Bank tot 1991 toen de NMB met de Postbank en de Nationale Nederlanden opging in de nieuwe Internationale Nederland Groep (ING). Na een lening van 400 miljoen gulden die in de crisisjaren niet terugbetaald kon worden legde de INGbank in 1993 beslag op zijn collecties. Antieke voorwerpen, etsen en circa 130 kostbare boeken en manuscripten zijn toen in fases bij Sotheby’s geveild onder meer op 6 juli 2000, 19 juni 2001 en 17 juni 2003.
De bibliotheek kon verder worden behouden dankzij een anonieme weldoener en overheidsingrijpen die het nog altijd aanzienlijk restant in 1997 als Nederlands cultuurbezit waarborgde door de BPH op de OCW-lijst van beschermd Nederlands cultuurbezit te plaatsen. Bij de Friesland Bank was 15 miljoen geleend wat tot sluiting van de BPH leidde en (tijdelijke) verhuizing van de collectie naar de Koninklijke Bibliotheek. Dankzij rijkssteun is geld overgemaakt naar de Frieslandbank en kreeg Ritman de boeken aanvankelijk in bruikleen terug. In 1999 kwam de Ster in Zweedse handen (Duni) en Ritman maakte met zijn disposables (wegwerpservies) een comeback op de markt voor vliegtuigbestek en had succes met zijn nieuwe firma Helios, die binnen enkele jaren een miljoenenomzet draaide (1)
Vanwege zijn verdiensten voor de stad en de wetenschap ontving Ritman diverse onderscheidingen, zoals in 1995 te Haarlem de Laurens Janszoon Costerprijs, in 2002 de zilveren penning van de Koninklijke Nederlandse Akademie van wetenschappen. Verder de Orde van de Nederlandse Leeuw, de Comeniuspenning en de gemeente Amsterdam kende Ritman als mecenas de Frans Banning Cocq penning toe.
BIBLIOTHECA PHILOSOPHICA HERMETICA (BPH) ALS SCHATKAMER VAN DE MENSELIJKE GEEST
In 1958 begonnen als privécollectie opende Ritman aan de Bloemgracht, in de Jordaan, waar hij eerder diverse huizen verwierf voor zijn firma, familie en boekencollectie, de Bibliotheca Philosophica Hermetica, bestaande uit manuscripten, documentatie en boeken op de terreinen van hermetica, alchemie, rozenkruisers, mysticisme, gnosis, westerse esoterie, kabbalah, soefisme antroposofie, vrijmetselarij, theosofie, judaïca, de graal en godsdienstwetenschap. In 1984 verhuisde de bibliotheek naar een omgebouwd historich pand om de hoek in de Bloemstraat.
In de collectie bevindt zich o.a. het ‘Corpus Hermeticum’, in 1503 op perkament gedrukt.
Nadat een deel is geveild omvat de collectie vandaag de dag (2018) ongeveer 4.500 manuscripten en boeken die voor 1800 zijn gedrukt en telt in totaal meer dan 23.000 banden. Aanvankelijk steunde Ritman bij de collectionering op de expertise van W.N.(Niek)Schors, die zich in zijn antiquariaat steeds meer ging richten op occultisme en esoterie, door sommigen aangeduid met ‘zweefboeken’ (2).
Eerste directeur werd in 1983 professor dr.Frans A.Janssen, een algemeen erkend boekhistoricus. Antiquarische boeken zijn onder meer afgenomen bij gerenommeerde handelaren als Ludwig Rosenthal (opgericht in 1859 en tegenwoordig gevestigd in Leidschendam), H.P.Kraus in New York en Heribert Tenschert in Rotthalmünster (Beieren). Janssen is intussen opgevolgd door de dochter Esther Ritman.
Professor J.P. Buijnsters schrijft in zijn ‘Geschiedenis van het Nederlands antiquariaat: ‘Menigeen zal zich nog herinneren hoe Ritman, met prof. Janssen in zijn gevolg, tijdens de jaarlijkse Antiquarenbeurs in de RAI te Amsterdam de diverse stands afging, en hoe alle antiquaren dan in hoopvolle verwachting bogen als knipmessen. Antiquaren klagen altijd dat er in Nederland geen verzamelaars bestaan. Welnu, hier was er een, met de allure (en de pretenties) van een Renaissancevorst.’ De wetenschappelijke instelling is publiek toegankelijk en onderhoudt samenwerkingen met internationale bibliotheken in Florence, Venetië, Moskou en Wolfenbüttel. Als kenniscentrum wordt verder samengewerkt met de Amsterdamse leerstoel voor de Geschiedenis van de Hermetische Filosofie. Na enkele jaren van sluiting en het einde even nabij leek – gered door de gong kan men achteraf vaststellen – kon de bibliotheek mede dankzij het ongebroken doorzettingsvermogen van Ritman op 16 december 2011 heropend worden.
DONATIE VAN DAN BROWN
In juni 2016 maakte de Amerikaanse schrijver van bestsellers Dan Brown bekend dat hij 300.000 dollar schonk, te gebruiken om de kerncollectie via een online catalogus verder te digitaliseren. 20 oktober 2017 opende hij het nieuwe centrum, sindsdien aangeduid met ‘Ambassade van de Vrije Geest’.
Verhuizing naar stadspaleis het Huis met de Hoofden, Keizersgracht 123
Dit monumentale huis is in 1622 – het jaartal is als inscriptie aanwezig op een steen in de voorgevel – gebouwd in opdracht van kousenkoopman en kunstliefhebber Nicolaas Sohier, die twee brede kavels had aangekocht. De renaissancegevel wordt toegeschreven aan Hendrik de Keyser (overleden in 1621), maar is vermoedelijk uitgevoerd en voltooid door diens zoon (tevens stadsarchitect) Pieter De Keyser. In 1634 verkocht Sohier het pand aan wapenhandelaar Louis de Geer (1587-1652), eigenaar ook van ijzermijnen in Zweden, die in zijn testament bepaalde dat het huis in de familie moest blijven.
De bibliotheek van Charles de Geer bevindt zich in het Zweedse Leufstabruk:
Boven het poortje in het voorhuis bevindt zich nog het terra cotta borstbeeld van koning Gustaaf Adolf vervaardigd door Hendrik de Keyser.
Na vier generaties kwam het in bezit van een Zweedse achterneef die het in 1779 van de hand deed. In 1811 betrok de prestigieuze kunsthandel De Roos het grote huis, die hier o.a. ‘de anatomische les’ van Rembrandt verkocht en na 1865 is hier een HBS in gevestigd, gevolgd door een Openbare Handelsschool (tot 1904). Daarna is na een restauratie in 1907 door architect C.B.Posthumus Meijes n het pand het Conservatorium en Muziekschool van Toonkunst in gehuisvest geweest. Na een bonthandelaar die het gebouw in 1931 betrok en een halve eeuw bleef en een restauratie in 1983 hield het Gemeentelijk Bureau Monumentenzorg Amsterdam in het Huis met de Hoofden kantoor. Eind 2006 kocht Ritman het pand voor ruim 3 miljoen euro, had wederom een restauratie plaats en met ingang van 2018 bevindt zich de Bibliotheca Hermetica, tevens museum, op het adres Keizersgracht 123.
Onder Laurens de Geer heeft de uit Tsjechië uitgeweken geleerde Jan Amos Comenius enige tijd in het pand verbleven.
Over de zes hoofden aan de voorgevel doen legenden de ronde, tot zelfs een verwijzing naar zes rovers, die zouden zijn onthoofd. Intussen is vastgesteld dat deze beelden De Geer heeft laten aanbrengen met gebeeldhouwde koppen van de volgende zes goden: Apollo en laurierkrans (verwijzend naar kunsten), Ceres met rijpe korenaren (landbouw), Mercurius met gevleugelde helm (handel), Minerva (wijdheid), Bacchus met druiventrossen (wijn) en Diana met halve maan (jacht). De plaatsing van Mercurius en Minerva links en rechts van de hoofdentree duidt er op dat Louis de Geer zich als “mercator sapiens” identificeerde met zowel handel als wijsheid.
Naast museum, bibliotheek en café worden in het pand congressen, lezingen, tentoonstellingen en andere culturele en educatieve ontmoetingen georganiseerd.
Boek uit bezit van Willem van Oranje tentoongesteld
In 1559 kocht de toen 26 jaar oude prins Willem van Oranje Nassau het boek ‘Le Songe de Poliphile’, in de tijd dat hij aan het Franse hof verkeerde. Later nam hij het mee naar Breda en ten slotte naar Dillenburg. Het is een liefdesverhaal over de droom van een jongeman. De prins bezat de Franse vertaling uit 1554 met 184 houtsneden van het oorspronkelijk Venetiaanse verhaal ‘Hypnerotomachia Poliphili’ uit 1499 (3). Na zijn dood is de bibliotheek van de prins in alle richtingen verspreid. Het exemplaar van ‘Le Songe de Poliphile’ in kalfsleren band met een wapenstempel stond in 1690 in de bibliotheek van de Eerste Minister Robert Harley onder Koningin Anne. In 1743 wisselde het van eigenaar en later kwam het op veilingen in Londen (1938), New York (1951) en Parijs (2006). Over de provenance van het boek publiceerde Sebastiaan Hesselink van antiquariaat Forum een artikel in Antiekjourmaal. Op 20 juni 2006 kocht hij het boek op een veiling in Parijs, afkomstig uit de boekencollectie van de legendarische Frans boekhandelaar Pierre Berès [in 2008 op 95-jarige leeftijd overleden] voor 352.223 euro, [In 1951 had Bérès met een goede neus voor oude boeken in New York 3.100 dollar betaald]. Van 23 september tot 7 januari 2007 is het originele boek tentoongesteld geweest in museum Meermanno Westreenianum. Ten slotte is in 2008 het boek door Forum voor een onbekend bedrag doorverkocht aan de Bredase zakenman, drankenhandelaar en investeerder Bay van der Bunt (4). Sindsdien wordt er een waarde aan toegekend van 1 miljoen euro.
tentoonstelling en facsimile editie
Door drie Nederlandse en drie Belgische vertalers is gedurende twee jaar gewerkt aan een vertaling en in 2018 verscheen in facsimile editie , onder de titel ‘De droom van Poliphile’. Het origineel dat ooit toebehoorde aan de Vader des Vaderlands is tentoongesteld in het Huis met de Hoofden (5), de Nederlandse uitgave is voor 99 euro te koop en kan ten plaatse door bezoekers worden ingebladerd.
Folder: Embassy of the Free Mind
Noten (1)Een uitvoerig verslag van de hele affaire is van de hand van Stefan Vermeulen/Follow the Money, gepubliceerd in Vrij Nederland en op het internet na te lezen. Zie ook: Piet J.Buijnsters, Geschiedenis van het Nederlands antiquariaat. Nijmegen, Vantilt, 2007.
(2) Als geen ander liet boekenliefhebber en megaverzamelaar Boudewijn Büch zich overdreven negatief en mogelijk bevangen door jaloezie uit: ‘De Ritman-collectie is een tovercollectie. Veel rare, enge boeken van Rozenkruizers en zo. De deskundigen vinden de collectie zo waardevol. Tja, dat zijn sekteleden en antiquaren. Die hebben er belang bij.’ (De Volkskrant, 10 juni 1990).
(3)De anoniem gepubliceerde liefdesroman wordt toegeschreven aan Francesco Colonna (circa 1433 – circa 1527). Deze Italiaan studeerde theologie aan de universiteit van Padua en trad in als broeder van het Venetiaanse Dominicanenklooster Sante Giovanni e Paolo. Vanwege zijn onstuimig leven is hij in 1477 heengezonden. Hij zou al in 1467 zijn boek hebben geschreven, dat pas, in 1499 is uitgegeven, gedrukt door de befaamde Aldus Manutius in opdracht van en betaald door Leonardo Grassi uit Verona. Het bevat 172 houtsneden, mogelijk ontworpen door Andrea Mantegna, al worden ook Giovanni Bellini, Alberti en zelfs de auteur genoemd, terwijl prof. Fr.A.Janssen denkt aan Benedetto Bordone, die meer voor Manutius heeft gewerkt. Colonna zou in 1515 nogmaals in een klooster zijn ingetreden om daar op voor die tijd hoge leeftijd te overlijden. Van wat wel is aangeduid als “het mooiste drukwerk uit de geschiedenis van het boek” en in vertaling in Franse hofkringen uit de 16e eeuw een populair boek werd, verscheen pas in 2006 voor het eerst in een Nederlandse vertaling, ‘De droom van Poliphilus’, uitgegeven bij Atheneum Polak & Van Gennep. [2 delen in een foedraal, op de site Boekwinkeltjes aangeboden voor prijzen variërend van 75 tot 500 euro en via Catawiki onlangs voor 55 euro geveild].
Naast Fr.Jansen wijzen intussen verscheidene onderzoekers Benedetto Bordone (circa 1455-1530) aan als vermoedelijke vervaardiger van de houtgravures in het boek Hypnerotomachia Proliphili’ door Aldus Manutius in 1499 gedrukt in Venetië.
Ter vergelijking: Franse vertalingen kwamen al uit in 1546 in een vertaling van Jean Martin, uitgegeven in Parijs door Jacques Gohony bij Jacques Kerver, met herdrukken in 1554 en 1561, Verder zijn drukken verschenen in 1774, 1804, 1811, 1883,1963, 1994 (herdruk 2004) en 2000.
Op basis van Wikipedia volgt een beknopte samenvatting van de liefdesroman van de Italiaanse monnik Franceso Colonna: ‘Het verhaal van Polifilus zoektocht naar Polia ontwikkelt zich als droom in een droom. De auteur vertelt zijn utopie namelijk als in een droom van zichzelf waar Polifilis het verhaal ziet dromen. Hij droomt dat hij aan het wandelen is op een kronkelend pad in een donker angstaanjagend bos wanneer hij door een onaards geluid naar en vallei geleid wordt. Hier komt Polifilis in aanraking met allerlei architecturale elementen – uit de Oudheid – zoals obelisken, piramides en labyrinten, met dieren zoals draken en met een bijzondere vegetatie. Hij ontmoet onderweg vijf nimfen, die de vijf zintuigen Impuls, Fantasie, Herinnering, Reden en Wil verpersoonlijken. De twee nimfen Reden en Wil krijgende opdracht om Polifilis naar Polia te leiden. Zij brengen hem voorbij een waterlabyrint en laten hem daarna alleen achter. Een tijdje later verschijnt er een rijkelijk gedecoreerde nimf nabij Polifilis, hij is op slag verliefd op haar. Ze begeleidt hem verder gedurende zijn tocht en samen passeren ze onderweg allerlei processen en cultussen, tot ze aan de tempel van Venus Physizoa arriveren. Hier houdt Polifilis, volgens de orders van de priesteres, een ceremonie waardoor de nimf transformeert in Polia. Terwijl Polia op Amor wacht, bezoekt Polifilis de antieke stad Polyandron met tempels en tombes. Zodra Polifilis Polia achterlaat, verandert de omgeving in een ruïne. Inscripties in de ruïnes beangstigen Polifilis en al snel keert hij terug naar zijn geliefde Polia. Samen, in gezelcshap van Amor, vertrekken ze naar het eiland Cythera. Daar wordt een ceremonie gevierd om hun liefde te bezegelen. Vervolgens vertrekken ze naar de tombe van Adonis, waar Polia het liefdesverhaal vanuit haar perspectief vertelt’.
(4) Sinds de jaren tachtig verzamelde Van der Bunt een collectie Old Liquors die een miljoenenwaarde moeten vertegenwoordigen.
(5) Uit de bibliotheek van de Vader des Vaderlands zijn in tot op heden 20 exemplaren uit de Parijse periode teruggevonden, aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek Den Haag, Universiteitsbibliotheek Amsterdam en liefst vijftien exemplaren zijn in bezit van de Staatsbibliotheek in Berlijn. Het in Amsterdam geëxposeerde exemplaar is het enige dat nog in particulier bezit is. Professor Herman de la Fontaine Verwey, oud hoofdbibliothecaris van de UB-Amsterdam wijdde een uitvoerig hoofdstuk aan ‘De boekbanden van Willem van Oranje’, in: deel IV van ‘Uit de Wereld van het Boek: Boeken, Banden en Bibliofielen’, H&S uitgevers, z.j., p. 113-154. oorspronkelijk verschenen als ‘The Bookbindings of William of Orange’, in: Quaerendo, 14, 1984, p.81-124. Daarin komen behalve de Parijse banden, tevens ter sprake de Antwerpse boeken (Plantin; Charles de Navières) evenals de Haarlemse Koningsbijbel (de bekende Poliglottebijbel van Plantijn, ook aangeduid als Biblia Regia of de Bijbel van Arias Montana; in acht delen aanwezig) en de Amsterdamse Guicciardini (Antwerpen, Plantin 1581, aanwezig in UB Amsterdam). Onder supervisie van Lotte Hellinga-Queriode, destijds conservator bij de British Library, verscheen in 1971 als uitgave van de Stadsbibliotheek Haarlem en het Instituut voor Neofilologie en voor Neolatijn van de Universiteit van Amsterdam, het verslag van en onderzoek; ‘De Koningsbijbel van de Prins in de Stadsbibliotheek te Haarlem’. Andere publicaties waarin de boeken van Willem van Oranje aan de orde komen zijn o.a.: – Boeken van en rond Willem van Oranje. Expositie Koninklijke Bibliotheek. ’s-Gravenhage, 1984. Daarin de bijdrage van C.de Wolf; De bibliotheek van Willem van Oranje: eigentijdse gedrukte werken, p. 29–40; – de Oranje-Nassaubibliotheek ten tijde van Willem III, verschenen bij gelegenheid van een expositie in de Koninklijke Bibliotheek. ‘s-Gravenhage, 1988; -Jan Storm van Leeuwen. An unknown book of William of Orange discovered, in: Quaerendo 8 (1998), p.113-114. Citaat uit ‘Boekband van Willem van Oranje’, handelend over Julius Caesar, de Romeinse heerser, verworven door de KB in 1998. Kenmerkend van het boekomslag is het heraldisch wapen van de prins, waar omheen de ketting van het Gulden Vlies hangt. In deze selectieve Orde was hij door Karel de Vijfde, vader van de Spaanse koning Filips II, benoemd.: ‘(…) Ook Willem van Oranje werkte aan een bibliotheek van “de volmaakte hoveling” , met boeken over geschiedenis en krijgskunst, maar ook enkele titels over de liefde. Hij liet zijn boeken echter in veel soberder banden steken: bruin kalfsleer met een lijnkader langs de randen en centraal zijn ingekleurde wapen met daarboven een deel van de titel in goud. Het is onduidelijk waarom de prins niet voor de splendeur van het Franse hof koos. Geldgebrek misschien of werd hij teveel in beslag genomen door zijn voorgenomen huwelijk met Anna van Saksen en andere diplomatieke ontwikkelingen? De 48 boeken die hij op deze manier liet binden moeten hem meer dierbaar zijn geweest, want samen met enkele andere, neemt hij ze met zich mee als hij in 1568 uitwijkt naar Duitsland. Inmiddels zijn er twintig exemplaren uit deze, voor de Nederlandse geschiedenis zeer belangrijke collectie, teruggevonden (RT)’.
ILLUSTRATIES
A. JOOST RITMAN
Sotheby’s veilingcatalogi
IN EN OM HET HUIS MET DE BEELDEN ALS MUSEUM EN BIBLIOTHEEK
DIRCK VOLCKERTSZOON COORNHERT (1522-1590)
Kenner van de humanisten Erasmus en Coornhert is de Goudse historicus dr.Paul Abels. Op bovenstaande foto links wijst hij in 2015 op tentoongesteld werk van Coornhert aan dr. Maarten van Rossum in Museum van Gouda
COORNHERTHERDENKING 2022 IN HAARLEM
Programma herdenking 500ste geboortejaar van Coornhert in Haarlem 2022
Programma Coornhert herdenking Haarlem in 2022
=============
Boeken uit de bibliotheek van prins Willem van Oranje-Nassau, in het bijzonder de fraai geïllustreerde en gedrukte roman uit Italiaans vertaald in het Frans als ‘le Songe de Poliphile’, geschreven door Francesco Colonna
In het standaardwerk van Richard Mummendey: ‘Von Büchern und Bibliotheken’ (Darmstadt, 1976) is het volgende vermeld over het boek: ‘(…) Unter den übrigen Veröffentlichen der Aldusschen Offizin zählt die HYPNEROTOMACHIA PROLIPHILI des Veroner Dominikaners Francesco Colonna zu den prachtvollsten Buchschöpfungen aller Zeiten. Das in einer Antqua von klassischer Schönheit gedruckte Werk enthält mit hundertsechzig Holzschnittabbildungen von selener Feinheit illustriert in den Rahmen einer zarten Liebesgeschichte eingeflochten die Schilderungen erfundener antiker Bauwerke und Kunstdenkmäler. Den Verfassernamen des anoniem erschienenen werkes entnehmen wir dem aus den Verfassernamen des anonym erschienen Werkes entnehmen wir dem aus den kapitalinitialen Akrostichon POLLIAM FRATER FRANCISCUS COLUMNA PERMAVIT’, hetgeen zoveel betekent als ‘Broeder Francesco Colonna houdt van Polia’.
Voorts schrijft Charles A.Goodrum in diens ‘Treasures of the Library of Congress’ (1980) bij een tweetal illustraties; ‘Printed by Aldus Manutius at the very end of the incunabula period Francesco Colonna’s ‘Hypnerotomachia Proliphili’ is among the most beautiful printed books ever made. The harmony between the superb woodcuts and the handsome type made is a masterpiece of Renaissance bookmaking. As George Painter noted, “Radiantly and graciously Italian, classic, pagan, renascent”in contrast with the Gutenberg Bible, which “is sombrely and sternly German, Gothic, Christian and medieval”, these two masterpieces of the art of printing mark the opposite ends of the incunabula period.”
[“craddle” period of period from 1455 to 1501, the genius of printing passed from Venice to France. (…)’.
==========
Nita Bene. Onder de titel ‘Het bureau & zo…’ is een artikel gewijd aan de werkruimte van Esther Ritman in: Boekenpost, jaargang 26, nummer 154, maart/april 2018, p. 44-45.
====================================
Interieur van de Oberlausitzische Bibliothek der Wissenschaften in Görlitz, Oost-Duitsland, opgericht in 1721
2 gedachten over “BIBLIOTHEEK EN MUSEUM IN HET HUIS VAN DE HOOFDEN AAN DE KEIZERSGRACHT; DE COLLECTIE RITMAN; FRANCESCO COLONNA / D.V.COORNHERT jubilea 2018 / 2022”
David Apollonius Coppoolsegezegd:
(Geweldig stuk! Let even op *prestitieuze*, moet zijn *prestigieuze*, veel dank, David Apollonius Coppoolse)
Met vriendelijke groeten,
David Apollonius Coppoolse
De Puntenburcht Puntenburgerlaan 80a 3812 CG Amersfoort 06-12167017 davidcoppoolse.com
David Apollonius Coppoolse gezegd:
(Geweldig stuk! Let even op *prestitieuze*, moet zijn *prestigieuze*, veel dank, David Apollonius Coppoolse)
Met vriendelijke groeten,
David Apollonius Coppoolse
De Puntenburcht Puntenburgerlaan 80a 3812 CG Amersfoort 06-12167017 davidcoppoolse.com
Pingback: Merkwaardig (week 30) | www.weyerman.nl