Dirk Stoutjesdijk (1894-1955), van NSB-bestuurder in Heemstede tot NSB-burgemeester in Langedijk en na detentie teruggekeerd in Heemstede
Aan verzetsmensen zijn sinds de Bevrijding talrijke publicaties gewijd. Paul van Tongeren publiceerde een biografie over Jacoba van Tongeren, oprichtster van de verzetsgroep Groep 2000 in de regio Amsterdam, die tegenwoordig tevens wordt herdacht met de naam van een brug en een bronzen standbeeld in de hoofdstad. Momenteel bereidt hij een publicatie voor over zijn vader ir.Herman van Tongeren jr. Deze was succesvol ondernemer als directeur van een ingenieursbureau aan de Johannes Verhulstlaan en uitvinder.
Hij werd op 7 september 1944 is opgepakt in zijn huis aan de Herfstlaan. Zogenaamd op weg naar het SD hoofdkwartier in Amsterdam, maar op de Wagenweg bruut uit de auto gegooid en vervolgens door begeleidende Duitsers neergeschoten. In de ochtend van 9 september overleed hij aan zijn verwondingen in het Sint Elisabeth’s Gasthuis. Opmerkelijk is dat Herman van Tongeren met zijn uitvinding van cyclonen als industriële stof- ofwel vliegasafvangers in aero-dynamische kringen tot op de dag van vandaag wereldbekendheid geniet. In Beverwijk staat het bedrijf ‘Van Tongeren Kennemer BV’ en sinds 1971 in Engeland en tegenwoordig ook in de Verenigde Staten en Canada bevinden zich vestigingen van ‘Van Tongeren International’, waar nog altijd cyclonen worden vervaardigd op basis van patenten uit 1944 van de Heemsteedse uitvinder. Zijn triest einde is om meerdere redenen zeer te betreuren, want voor Hoogovens, tegenwoordig Tata Steel, had hij volgens deskundigen als creatief onderzoeker veel kunnen betekenen.
Collaborateurs met de nazi’s
De afgelopen jaren zijn minstens 10 boeken verschenen over Nederlanders die als politieman, bestuurder of spion tijdens de Tweede Wereldoorlog met Duitse fascisten hebben samengewerkt. Paul van de Water beschrijft in zijn boek ‘In dienst van de nazi’s’ die die zich schuldig hebben gemaakt aan misdrijven als verraad, moord of doodslag.
Activiste Sunny Bergman schreef onlangs ‘Mijn nazi-opa’. De Haarlemse historicus en journalist Jan de Roos publiceerde vorig jaar bij uitgeverij Loutje een uitvoerig werk van 350 pagina’s: ‘Faber & Zoons; een familiebedrijf in terreur’. Daarin wordt de aanslag beschreven door Hannie Schaft en Jan Bonekamp op de Haarlemmer Pieter Faber die op weg naar zijn woning aan de Tooropkade in Heemstede op 8 juni 1944 een aantal keren is beschoten en zes dagen later overleed in de Mariastichting. Uit zijn onderzoek is gebleken dat de omgebrachte banketbakker, bij wie men taarten kon bestellen met NSB-embleem, geen mensen heeft verraden De Duitsers hebben weliswaar in dit geval geen represailles genomen door onschuldige burgers te fusilleren, maar twee zonen hebben hun vader willen wreken en worden verantwoordelijk gehouden voor de dood van tientallen Nederlandse verzetsmensen. Pieter Johan Faber, geboren in 1920 en opperwachtmeester bij de SD in Groningen, is na een proces op 10 juli 1948 als oorlogsmisdadiger door een vuurpeloton geëxecuteerd. Zijn twee jaar jongere broer, SS’r Klaas Carel werd veroordeeld tot levenslang. Het lukte hem op Tweede Kerstdag 1952 met 6 andere oorlogsmisdadigers te ontsnappen uit de koepelgevangenis in Breda en te vluchten naar Duitsland. Met een Duitse vrouw heeft Faber tot zijn overlijden op 24 mei 2012 In Ingolstadt gewoond. Ook journalist Arnold Karskens heeft zich intensief met deze oorlogsmisdadiger beziggehouden. Tevergeefs, want als intussen Duits staatsburger bleek het juridisch niet mogelijk Faber naar Nederland uitgeleverd te krijgen.
DIRK STOUTJESDIJK (1894-1955) koos voor de NSB
De thans 87-jarige Carla Kassing-Stoutjesdijk heeft als kind de oorlog meegemaakt in Haarlem, Heemstede en Langedijk. Een door de NPO uitgezonden documentaire ‘Oorlog in Westerbork’ van Frenk van der Linden maakte zoveel indruk dat zij besloot het levensverhaal als NSB-kind van haar ouders met anderen te delen. Zelf heeft zij met haar intussen overleden zus Henny korte tijd in voornoemd kamp doorgebracht. Veel documentatie en een familiekroniek waren al beschikbaar. De Hilversumse publicist Harry Vogels , die in 2021 een boek publiceerde over zijn eigen foute familie, getiteld ‘Schaamte en trots in Wassenaar; een bewogen familiegeschiedenis’ heeft verder onderzoek gedaan, o.a. in het Nationaal Archief. In het Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR) zijn 556.000 dossiers over minimaal 310.000 personen opgeslagen in zo’n 30.000 kartonnen dozen, welke over twee jaar openbaar worden. Het resultaat van is te lezen in een boek van 225 pagina’s, getiteld ‘Dossier Dirk; leven met een NSB-burgemeester’, uitgegeven door Elikser in Leeuwarden. Voorts verscheen van de hand van Geert van Diepen bij dezelfde uitgeverij een boekje als schoolproject voor het basis- en voortgezet onderwijs: ‘Schaamte voor je achternaam; oorlogsverhaal over de vrouwen de twee dochters van een NSB-burgemeester’. Wanneer men aan dochter Carla vroeg naar de naam Stoutjesdijk verwees ze het liefst naar Zeeland. Over haar periode als NSB-kind liet ze noteren dat ze werd uitgescholden en gepest, maar gelukkig minder vaak en openlijk in Heemstede dan in Haarlem.
Dirk Stoutjesdijk is in 1894 in Bruinisse, Zeeland, geboren. Hij heeft verschillende functies gehad, was onder meer handelsvertegenwoordiger, maar was ook nog enige tijd fabrikant in rubberartikelen. Vanaf 6 april 1943 fungeerde hij als waarnemend burgemeester van Langedijk doch pas op 30 mei 1944 is hij officieel benoemd.
In 1920 trouwde hij voor de eerste maal in Den Haag met Gardina Berendsen, welk huwelijk in 1928 is ontbonden. Een jaar later hertrouwde hij met de tien jaar jongere Louise Antonia Petronella Lambregts, uit welke echtverbintenis twee dochters zijn geboren, Henny en Carla.
Na een scheiding in 1949 en na enkele jaren gevangenschap is Dirk Stoutendijk na verleende gratie in 1949 op 14 januari 1950 in Heemstede in het huwelijk getreden met een vroegere huisvriendin Hanna Ernestine Jessurun. Die was vanaf 1935 tot opheffing van de Beweging actief NSB’er, leidster van Kring 49 met Kringhuis op het Raadhuisplein 5, wijkhoofd Volksdienst en plaatsvervangend kringleidster van de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie. Van beroep was zij muziekonderwijzeres. Een dochter van de vanaf de oprichting van het ziekenhuis in 1899 bijna 30 jaar gewaardeerd vrouwenarts en chirurg in de Mariastichting. Max Jessurun (* Paramaribo 1865, ov. Heemstede 1938). (1). Ten slotte in haar ouderlijk huis wonende in de Van de Spiegellaan 18 alwaar Stoutjesdijk, in 1955 op zestigjarige leeftijd aan een hartfinfarct is overleden.
(1) Een zoon, Reinier Emil Jessurun is op 15 februari 1904 geboren te Haarlem en 4 mei 1949 is bij een vliegtuigongeval omgekomen te Kroja, Indonesië. Hij ligt begraven op het Nederlands ereveld Menteng Pulo bij Djakarta Deze broer van Hanna was werkzaam als militair vlieger bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en is begiftigd op 16 oktober1948 vanwege getoonde moed als vlieger in de periode 1943 tot 1945 met een ridderorde vierde klasse der Militaire Willems Orde (MWO-4).
Dirk Stoutjesdijk als overtuigd NSB’r
Op 11 mei 1933 is D. Stoutjesdijk lid geworden van de NSB onder stamboeknummer 1.576, zoals hijzelf later verklaarde “met het doel bij de beweging mee te werken aan de samen binding van ons volk en ter verkrijging van sociale rechtvaardigheid voor het algemeen”. Hij kwam in Haarlem te wonen waar bij binnen de plaatselijke NSB-kring 4 actief was. Kameraad Stoutjesdijk klom op tot leider van Groep 1. Na op enkele adressen in de Spaarnestad te hebben gewoond, is hij begin 1940 met zijn gezin verhuisd naar het adres Jan Steenlaan 5. In Heemstede
Daar kwam hij vanaf 1942 in kontakt met NSB’r Van Riesen, die op 1 september vanuit Voorburg was benoemd tot waarnemend burgemeester van Heemstede, om op 26 juni 1943 door NSB-commissaris mr. A. Backer te worden geïnstalleerd als volwaardig burgemeester. Van Riesen zag het onder meer als zijn taak het gemeentepersoneel te nazificeren, maar was daarin weinig succesvol. Hij omringde zich met NSB-assistenten die zich wethouder mochten noemen. Zoals A.Jackson voor onderwijs (van beroep leraar Frans aan het Kennemer Lyceum) en P.Smit, geboren in 1892, Meerweg 31, oud assistent-resident in Nederlands-Indië, en sympatiserend lid NSB van december 1941 tot september 1944, met de portefeuille openbare werken. Meest naaste medewerker werd echter Stoutjesdijk en bij Van Riesen’s installatie werd deze dan ook speciaal bedankt voor diens inzet.
In het raadhuis heeft met name de heer J.Kruiderink van de afdeling Bevolking zich verdienstelijk gemaakt met het afgeven van vervalste persoonsbewijzen aan Joden, zoals onder meer is gebleken uit het internationaal uitgebrachte boek ‘De tulpen zijn rood’ van Leesha Rose, feitelijk Rosa Bornstein geheten. Die is in 1922 in Polen geboren en in 2016 overleden in Israël. Zij belde op 20 november 1944 aan bij Kruiderink omdat zij als Jodin een persoonsbewijs nodig had en een functie om te kunnen leven. Met een persoonskaart uit het raadhuis vulde Johan Kruiderink die thuis in op zijn schrijfmachine, voorzien van stempels van de gemeente Heemstede en plaatsing van vingerafdrukken. Op naam van Elisabeth Bos, geboren te Amsterdam 18 juli 1922 en van beroep verpleegster. Voorts bracht hij haar ’s avonds naar het Marisplein 3. Daar was een verpleeghuis ‘Marishuis’ en werkte zij als verpleegkundige en deed zij vandaaruit verzetswerk onder leiding van Reinier van Kampenhout uit Leiden, die zelf 20-1-1945 in kamp Amersfoort door nazi’s is vermoord
Secretarieambtenaar (de latere wethouder van 1974 tot 1978) P.M.van Drooge wenste principieel niet te werken onder een fout bestuur en dook onder in de provincie Utrecht. Hij vertelde me in 1985 dat enkele collegae hem dat kwalijk hadden genomen omdat in zijn plaats een NSB’r werd benoemd. Bevolkingsambtenaar Willem Denijs weigerde ‘spitlijsten’ te leveren voor grondwerkzaamheden ten behoeve van een door de Duitsers gewenste Atlantik-Wall. Na de Bevrijding zijn in het raadhuis 745 lastgevingen om te spitten voor de Duitse Weermacht aangetroffen, getekend door Van Riesen, Dat waren door betrokkenen teruggestuurde exemplaren met verzoek om vrijstelling. Op 7 augustus 1944 berichtte Van Riesen aan de Commissaris van de Provincie , dat hij op grond van plichtsverzuim ter waarneming van de taak van Burgemeester en Wethouders op 13 april ongevraagd ontslag had verleend. Denijs is 20 mei 1944 door de SD gearresteerd. Na een verblijf in kamp Vught is hij overgebracht naar kamp Sachsenhausen waar hij op 13 januari 1945 aan de gevolgen van algehele uitputting kwam te overlijden.
Als secretaresse op het politiebureau werkte een jonge vrouw uit een berucht gezin van NSB’rs. Haar vader, winkelier en begrafenisondernemer was Kringleider, die er prat op ging dat vier van zijn zonen aan het Oostfront meevochten, van wie er minstens 1 in Oost-Europa omkwam. Niet zij, maar Christina C.J.Duisterhof werkte vanaf april 1945 als secretaresse van de burgemeester. Haar echtgenoot J. Vlaanderen heeft Na de Bevrijding verklaard dat hij de dag na Dolle Dinsdag in 1944 als NSB’r opdracht kreeg van Van Riesen diens geheime correspondentie te vernietigen, welke opdracht hij grondig had uitgevoerd. Van Riesen vond het namelijk niet wenselijk dat die brieven e.d. zouden worden opgeborgen in het algemeen archief. De schaarse en weinig voorstellende “raadsnotulen” zijn vanaf 26 juli 1942 tot de Bevrijding steeds ondertekend met ‘J.van Riesen’.
Terugkomend op Stoutjesdijk, hij was feitelijk de eerste medewerker van Van Riesen. Na zijn arrestatie in Langedijk noemde hij zich in een verklaring ‘volontair’, ook als zodanig genoemd in correspondentie van het NSB-hoofdkantoor te Utrecht, doch feitelijk was hij geen ambtenaar, maar bestuurder Besluiten werden overigens genomen door burgemeester Van Riesen. Verzetsman C.F.S.Dulk sr. schreef in zijn herinneringen dat in het raadhuis medio 1943 NSB burgemeester Van Riesen, door hem ‘secretaris’ genoemde Stoutjesdijk en nog een paar lugubere figuren namens het Herrenvolk de dienst uitmaakten (zie literatuuropgave). Stoutjesdijk hield ook nauw kontakt met de foute plaatselijke NSB-korpschef Piet Kramer. Wanneer een huis vrijkwam vroeg hij soms aan de politie om een sleutel. Dat was onder meer het geval bij de percelen Jan van den Bergstraat 66 (5 februari 1943) , Jan Steenlaan 13 (24 februari 1943) en het huis van de Joodse evacué mw.E.Serphos-Groen in de César Francklaan 7 (16 februari 1943). Laatstgenoemd pand is 1 december 1942 via de Niederländische Grundstück Verwaltung (NGV) gekocht door K.Vens. Dit pand is door Duitse officieren in gebruik zijn genomen.
Verder was Stoutjesdijk zijdelings betrokken bij een inval op het huisadres van verzetsman P.Scholten, werkzaam voor de verzetskrant ‘Vrij Nederland’ (1). Hierover is hij op 28 december 1945 door de Politieke Opsporingsdienst Heemstede-Bennebroek verhoord. In het huis aan het Frederik van Eedenplein werd een joodse jongeman aangetroffen, die via Amsterdam naar Westerbork is gezonden en van wie niets meer is vernomen. Nergens geregistreerd ook kon zijn naam niet op het Joods namenmonument in Heemstede worden vermeld.
(1) Een politieman die op 6 mei 1945 bij een opstootje rond het kaalknippen van moffenmeiden betreurenswaardig door een van de naar huis terugkerende nazi- soldaten werd neergeschoten is op 9 juli aan zijn verwondingen overleden. Ook drie andere personen zijn met kogels geraakt maar overleefden de schietpartij. In nagelaten aantekeningen van de wachtmeester staat vermeld dat de overval op de woning van Scholten in elkaar was gezet door de heer Stoutjesdijk, en dat hijzelf Scholten rond 7 mei 1943 heeft gewaarschuwd dat een inval aanstaande was, zodat die tijdig kon onderduiken.
In zijn na-oorlogse verklaring noemde D.Stoutjesdijk zich niet eerste assistent noch wethouder. Naar mag worden aangenomen om zijn politieke rol in Heemstede voor de buitenwacht te minimaliseren. Naast de reeds genoemde Jackson en Smit fungeerde bovendien C.H.Reuvenkamp in 1943 korte tijd als wethouder onder van Van Riesen. Als zodanig had deze de supervisie van het door de Duitse bezetters verordonneerde wachtlopen [ter voorkoming van aanslagen], terwijl de burgemeester de oproepkaarten van zijn handtekening voorzag. Begin 1944 ontving hij een functie als privé-secretaris van de burgemeester in Baarn, nadien in Purmerend. Inwoners uit Heemstede die als NSB’r tot burgemeester zijn benoemd betreffenautohandelaar C.L.Swaalf, op 7 oktober 1943 als burgemeester van Heiloo, en geïnstalleerd op 5 december. Voorts L.Dekker per 1 december 1944 als waarnemend burgemeester in Haarlemmermeer, en P.Brink, als volontair werkzaam in het raadhuis van Heemstede, op 1 januari 1945 als waarnemend burgemeester in Bennebroek.
Promotie met burgemeesterschap van Langedijk
(Per 6 april 1943 is Stoutjesdijk benoemd als waarnemend burgemeester van Langedijk en op 30 mei1944 volgde zijn benoeming als volwaardig burgemeester)
Begin 1943 ambieerde Dirk Stoutjesdijk die als naaste medewerker van NSB-burgemeester Van Riesen in Heemstede fungeerde, een functie als burgemeester elders in de provincie. Hij had goede relaties opgebouwd met NSB-commissaris mr.Albert J. Backer.
Tevens onderhield Stoutjesdijk goede kontakten met de toevallig ook in Bruinisse geboren Jan Jumelet, toenmalig NSB-chef van de Propagandadienst der provincie Noord-Holland. Met het ontslag van de anti-Duitse burgemeester H. Schelhaas is Stoutjesdijk per 6 april 1943 benoemd als waarnemend burgemeester in de gemeente Langedijk. Na een herverdeling in 1941 vier dorpen omvattend, namelijk Broek op Langedijk, Oud-Karspel, Noord- Scharwoude en Zuid-Scharwoude. In eerste instantie verbleef hij in een pension en nog in Heemstede woonachtig, bovendien fungerende als NSB Hoofd Dienst Huisbezoek. In mei kreeg hij een hartaanval en raadde zijn huisarts hem aan tenminste drie maanden thuis in de Jan Steenlaan rust te houden. Zijn NSB-functies in Heemstede/Haarlem legde hij neer. Half juli 1943 vond met zijn echtgenote en twee dochters verhuizing plaats naar de vrijgekomen ambtswoning in Zuid-Scharwoude.
Hij hervatte op 23 augustus zijn werkzaamheden in het gemeentehuis van Langedijk. Zijn vrouw Louise die in 1935 lid was geworden van de NSB kreeg steeds grotere afkeer van de Beweging. Op 20 november 1943 schreef de commissaris van Noord-Holland in een aanbevelingsbrief van het kabinet van NSB Mussert: ‘(…)Reeds in Heemstede waar hij geruime tijd als voluntair ter secretarie meer in het bijzonder den burgemeester bijstond, wist hij door zijn kalm en bezadigd optreden het vertrouwen der ingezetenen te winnen’. Na een bezoek aan secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken dr. K.J.Frederiks schreef deze: ‘De heer Stoutjesdijk maakt een rustigen en beschaafden indruk uit de voorbeelden, die hij van zijn optreden in de gemeente aanhaalde. Zijn voorstellen van zaken getuigen wel van eenige zelfingenomenheid. Maar hij bleek wel met tact te handelen. Onder de NSB-burgemeesters zal hij niet tot de slechtste gerekend worden’.
Op 5 augustus 1944 is Stoutjesdijk officieel als burgemeester geïnstalleerd. Zijn activiteiten tot de Bevrijding laat ik buiten beschouwing en verwijs hiervoor naar het boek van Harry Vogels ‘Dossier Dirk’ en naar een boek van Erik Schaap De verzetsvrouw Franci Siffels, de verzetsvrouw die overliep.
De benoeming als volwaardig burgemeester – voor een periode van zes jaar (!) ging overigens pas officieel 30 mei 1944 in. De installatie had plaats op 5 augustus in aanwezigheid van veel NSB-kopstukken, maar ook van uitgenodigde mensen in Langedijk die juist tegenstander waren.
Op Dolle Dinsdag 5 september 1944 werd de komst van Geallieerde legers verwacht en zijn de echtgenote en dochters van 14 en 9 jaar oud, in alle haast op het Centraal Station in Amsterdam op de trein gezet richting Duitsland. De trein stopte echter op station Hooghalen, waar alle passagiers moesten uitstappen en lopen naar Kamp Westerbork, waar nog talrijke Joden werden gevangen gehouden in afwachting van transport naar een voor hen op dat moment onbekende bestemming. Het 102e tevens laatste transport met 279 Joden, waaronder 75 kinderen vertrok op 13 september 1944 vanuit Westerbork naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Louise en de kinderen hebben Westerbork verlaten en gingen terug naar Langedijk, waar ze volkomen onverwacht huisvriendin Hanna Jessurun aantroffen, die op de fiets vanuit Heemstede naar Langedijk was gereden om voor Dirk te zorgen. Hanna keerde terug naar de Van de Spiegellaan, waar haar ook haar moeder nog woonde.
Arrestatie, strafproces en gevangenschap
Dirk Stoutjesdijk is 9 mei 1945 aangehouden en eerst geïnterneerd aan de Westerweg in Alkmaar.
Later naar Kamp Rochdale in Alkmaar overgebracht en vervolgens Fort Veldhuis te Heemskerk Hij kreeg te maken met het Bijzonder Gerechtshof (BG) en na in beroep te zijn gegaan met de Bijzondere Raad van Cassatie (BRC). Bij verhoren bagatelliseerde hij zijn functioneren als burgemeester. In correspondentie van bekenden, zoals van Louise, zijn de daden opgesomd die juist positief waren uitgepakt voor inwoners van Langedijk. Een belangrijke getuige à decharge bleek gemeenteambtenaar H.Th.Verduin, terwijl ook een wethouder ten voordele van hem getuigde. Huisarts Wilmink uit Langedijk en priester A.van Noort van de O.L.V.Hemelvaartparochie in Heemstede getuigden ook positief voor hem. Laatstgenoemde verklaarde schriftelijk: ‘Ondergetekende, pastoor in Heemstede, is enige keeren met den Heer D.Stoutjesdijk in aanraking gekomen, voor zijn gemengde huwelijk. Zijn vrouw was katholiek. Mijn indruk is geweest, dat hij een waarachtige idealist was, die niemand kwaad wilde doen, zelfs mensen waarschuwde, als zij volgens toenmalige voorschriften in overtreding waren en die zich niet het minste verrijkt heeft. Men kon met hem vrijmoedig over de fouten van de NSB spreken. A.van Noort, pastoor’ Op 16 januari 1948 is door de aanklager 19 jaar gevangenisstraf geëist. De uitspraak volgde op 9 februari met een veroordeling teruggebracht tot 9 jaar ‘voor het opzettelijk in tijd van oorlog den vijand hulp te verlenen meer malen gepleegd’. Toch een tegenvaller voor Stoutjesdijk. In overleg met zijn advocaat Jonker is besloten in beroep te gaan. Het hoger beroep had plaats op 25 oktober 1948 met een uitspraak op 15 november en wederom een veroordeling tot 9 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Hij bleef aldus gevangen in het interneringskamp te Vught. Begin 1949 verzocht de advocaat aan de Raad van Cassatie, wijzend op de slechte gezondheid van zijn cliënt, een gratieverzoek in te dienen bij de Koningin. Op dat moment nog gedetineerd in de strafgevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ontving Dirk positief bericht, dat ‘Hare Majesteit de Koningin Haarzelver Besluit van 26 juli 1949 nr. 76 beschikt op een verzoekschrift om gratie betreffende hier na te noemen veroordeelde, heeft goed gevonden en verstaan, kwijt te schelden het nog niet vervulde van de gevangenisstraf (…)’. Hij moest zich nog wel houden aan een aantal bepalingen, met een proeftijd tot 1 september 1950. Op 9 juni 1949 werd de echtscheiding tussen Dirk Stoutjesdijk en zijn echtgenote Louise Lambregts uitgesproken
Eind augustus 1949 kwam Dirk vrij. Ook Hanna Jessurun, voormalig Kringleidster in Heemstede, en op 12 mei 1945 in haar huis te Heemstede gearresteerd, was toen na een proces van haar straf af. Stoutjesdijk trok in bij zijn nieuwe liefde in de Van de Spiegellaan 18 met wie hij 14 januari 1950 trouwde in het raadhuis van Heemstede.
Zijn vorige echtgenote Louise, was op 9 mei 1945 in de burgemeesterswoning van Langedijk aangehouden en na een korte periode van detentie vrijgelaten, toen de beide dochters waren ondergebracht in het pensionaat bij de Zusters Ursulinnen in Bergen, NH.
Op 13 januari 1955 overleed Dirk Stoutjesdijk thuis op zestigjarige leeftijd aan een hartinfarct. Zijn vorige echtgenote is in 1982 gestorven. Eén dochter Carla leeft anno 2023 nog. Hanna Stoutjesdijk-Jessurun bereikte de hoge leeftijd van 93 jaar. Haar as bevindt zich onder een grafsteen met de namen van haar ouders op de begraafplaats Westerveld in Driehuis.
Op de tentoonstelling van de Historische Vereniging Heemstede Bennebroek over de Tweede Wereldoorlog sprak ik een bezoekster die destijds de woning aan de Van de Spiegellaan als bejaardenverzorgster bezocht.
Het lot van NSB-burgemeester J.van Riesen en NSB politiechef P.Kramer.
Jacob Hendrik van Riesen voerde uit wat hem vanuit Den Haag of de Kommandantur in Haarlem werd opgedragen. In 1943 voerde hij verplicht wachtlopen in nadat o.a. een mislukte aanslag op NSB-burgemeester van Haarlem S.Plekker was gepleegd en een Duitse officier neergeschoten. De burgemeester ging persoonlijk controleren of die taken goed uitgevoerd werden. Hij was klein en tenger van gestalte. Eenmaal sprak hij een vrij lange wachtloper aan die stond te nietsen en niet wist dat hij met de burgemeester de doen had. De wachtloper sprak tot Van Riesen: ‘Man, wat sta je naar mijn gulp te kijken’? Sindsdien deed de bijnaam van ‘gulpenkijker’ inHeemstede de ronde. Op 5 mei 1945 zelf ondergedoken in Bloemendaal, maar spoedig opgepakt door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten is Van Riesen overgebracht naar garage Van Lent aan de Raadhuisstraat.
Vervolgens naar Duinrust te Overveen. 19 en 20 maart 1948 is de ex-NSB-burgemeester berecht door het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam. Wat hem vooral werd aangewreven was dat hij van schoolhoofden van de Van Bosch en Hovenschool en het Eerste Christelijk Lyceum in Haarlem lijsten van leerlingen uit Heemstede had geëist voor bunkerbouwwerkzaamheden in Groenendaal en op Hageveld. Van Riesen was bij meerdere arrestaties van Joodse onderduikers aanwezig geweest, hetgeen niet tot zijn takenpakket behoorde. Als verklaring gaf hij aan dat hij dat had gedaan om de hardhandig optredende politiebaas te temperen. Zijn NSB-secretaresse in het Raadhuis Chr. Duisterhof verklaarde dat Van Riesen meermaals vol trots in het gemeentehuis vertelde dat hij met Kramer ‘weer een aantal Joden gevangen had’. 22 september 1948 luidde het vonnis 12 jaar gevangenisstraf. In 1952 is hij vanwege zijn labiele gezondheid vrijgelaten. 22 maart 1955 overleed Van Riesen in een Amsterdams verpleeghuis.
De fanatieke en zeer anti-semitische korpschef P.L.G.Kramer heeft van 1 februari 1943 tot eind maart 1944 een waar schrikbewind in Heemstede gevoerd. Hier was hij betrokken bij de arrestatie van 21 mensen, waaronder acht Joden. Op 30 maart 1944 verwachtte hij promotie of minstens een onderscheiding, maar werd tot zijn stomme verbazing door Hanns Albin Rauter en Willy Lages ontslagen omdat hij bij een onderzoek van de Duitse SD-rechercheurs Rühl en Viebahn eigenmachtig was opgetreden. Hij is, met achterlating van zijn gezin gevlucht naar Zevenbergen daarna ondergedoken in Geldermalsen. Pas in oktober kon hij worden aangehouden en op 30 oktober heeft hij twee dagen vastgezeten voor verhoor in zijn ‘eigen’ Heemsteedse politiebureau. Vervolgens o.a. in bewaringskamp ‘Koudenhorn’ vastgezeten. Door het Bijzonder Gerechtshof ‘ is tegen ‘Inspecteur Vlijmscherp’ vanwege de arrestatie van minstens 25 in vernietigingskampen vermoorde Joden uit Amsterdam, Hilversum en Heemstede in 1948 aanvankelijk de doodstraf geëist. Een nieuwe eis was 15 jaar en in het vonnis is Kramer veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf. Al in januari 1954 vervroegd vrijgekomen is hij naar Kirchhain in Duitsland verhuisd en aldaar getrouwd met de status van ‘ongewenste vreemdeling’. Nog eenmaal is hij in 1988 in Heemstede geweest met speciale toestemming van de minister van Justitie om zijn zieke moeder in ‘Huize Bosbeek’ te bezoeken. In een schrijven van 28 juli 1992 aan Vic Klep die hem wilde interviewen liet de toen ernstig zieke Kramer via zijn echtgenote nogmaals weten ‘te formeel politieman te zijn geweest, die slechts bevelen van hogerhand uitvoerde’. Zoals ook van toepassing op Van Riesen, zonder ook maar één woord van berouw.
=====
Bijlage: J.W.Stoutjesdijk
Bronnen en literatuur: Delpher (Koninklijke Bibliotheek); Krantenbank (Noord-Hollands Archief); Heemstede-collectie NHA (dozen NSB 571-572 en politie 568), Marcel Bulte en Hans Krol Heemstede 1940-1945; een gemeente in bezettingstijd (1985/1995); Uittreksel dagrapporten gemeentepolitie Heemstede 1939-1945 samengesteld door V.C.Klep, tweede herziene uitgave 1996; ‘Samenvattend verslag en chronologisch overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen met de oorlog verbandhoudende in de periode 1939-1945 in de gemeente Heemstede’, samengesteld door Werkgroep Geschiedschrijving 1940-1945 Heemstede; ‘Uittreksel Archief Gemeente Politie Heemstede 1938-1945 en notities uit het archief van Cor van Stam Haarlemmermeer’; C.F.S.Dulk ‘Hoe wat ook weer’ [1948]; M.van Ravenstein ‘Waarheen gaat…Gij?’, 1984.
Jan Vardink Huiskamp gezegd:
In de Ceasar Francklaan nummer 7 woonden allemaal Duitsers oa Gemmeker commandant van Westerbork kan daar is over geschreven worden trouwens door de hele Ceasar Francklaan leefden moffen die Joden hadden verjaagd! Ook in de schouwbroekerstraat waar ons vader en moeder Huiskamp en oma Beijer woonden op nummer 5 , die woonden op de eerste etage. Om de hoek Harry Mulisch de huisvriend met zijn schlumpi tekkel! Als er Joden waren weggehaald dan liepen Harry en Johan alles na, om spullen veilig te stellen voor “ als ze terug kwamen “” getekend Jan Vardink Huiskamp Heemstede