Tags
Berend Zweers, Ignace Wils, M.P.A.Wils, Schabbing, zoeaaf Pieter Janszoon Jong, Zouaven, Zouaven Bloemendaal, Zouavenmuseum Oudenbosch
HISTORISCHE ACTUALITEITEN HEEMSTEDE BENNEBROEK
Archiefaanwinsten HVHB
* Hans van der Wel: inpakpapier met reclame voor Kledingmagazijn Tuitel-van der Wel, Binnenweg 125, Heemstede.
* V.C.Klep: 3 foto’s Zandvaartbrug westzijde (gebeeldhouwde kolom met wapen van Heemstede en restanten van het gesloopte deel, dat moest wijken voor de Zandvaartflat).
* Diverse knipsels van Hageveld, Flora 1925, het Huis te Heemstede uit de Katholieke Illustratie, geschonken door de heer B.J.v.d.Lans uit Hillegom.
* Panorama, 16 juni 1926: het tuinfeest op ‘de Hartekamp’, met o.a. prins Hendrik ten bate van het steuncomité voor Intellectueel Centraal Europa.
* 14 documenten betreffende Vrijwillige Burgerwacht, periode 1940-1945 en Comité Nederlands Volksherstel, afd. Heemstede. Ontvangen via Arno Schumacher en afkomstig van de heer Jan Bosman, oud-voorzitter van RCH.
* 19 oude ansichtkaarten van Heemstede. Geschonken door de heer J.A.M.Grapperhaus en uit het voormalig bezit van de familie Nelis.
Noord-Hollands Archief
* Een plaatsingslijst is vervaardigd van de Collectie van J.R.Asser te Heemstede betreffende de Tweede Wereldoorlog, 1940-1945. Locatie voor raadpleging archief: Jansstraat.
* Van Ch. De Wit (oud-voorzitter): archief van wijkraad de Rivierenbuurt, Heemstede.
* Van 8 september tot en met zondag 17 oktober vindt in het N.H.Archief de tentoon-stelling plaats: ‘De onbedwingbare waterwolf… – de lange weg tot de droogmaking van het Haarlemmermeer’. Op de uitnodigingskaart voor de opening is een illustratie gebruik van scheepvaart op het Haarlemmermeer door Cornelis van Noorde uit 1767. Links zien we de twee torens van het in 1810 gesloopte Huis te Heemstede.
Flora 1935
Door de Ruud van der Molen uit Amstelveen is een fraaie en leerzame site op het internet gestart met memorabilia en foto’s van de Heemsteedse Flora 1935. Een kleine expositie dus over een groot evenement, dat in het middel van de vorige economische crisis met veel bravoure en durf is opgezet aan de rand van het Groenendaalse bos en ruim 610.000 bezoekers trok uit binnen- en buitenland. Zie: www.flora1935.nl Intussen is hij begonnen met illustratief materiaal van de Flora’s 1925 en 1953 op zijn homepage te plaatsen.
Literatuur
* Eind oktober 2010 verschijnt de zesde en laatste canon van Kennemerland in de serie Regionale canons. Eerder kwamen de canons van uit van: 1) West-Friesland, 2) de Zaanstreek, 3) Amstelland en de Meerlanden, 4) de Noordkop, en 5) Waterland. Te bestellen voor 12,95 euro per exemplaar, exclusief 2.95 euro verzendkosten bij: Boeken van de krant, postbus 130,8200 ACLelystad. Ook beschikbaar op: www.regiocanons.nl
* In een jubileumuitgave van de stichting ‘Vooruit voor de bevordering van de paardensport in de Haarlemmermeer’: Vooruit 1909-2009 (2009) wordt aandacht besteed aan o.a. de heren Van Wickevoort Crommelin van Berkenrode, in hun tijd befaamde paardenliefhebbers, evenals aan de destijds in een van de witte villa’s aan het Raadhuisplein te Heemstede woonachtige paardenarts en oud-militair kapitein W.G. van der Wal.
* In het tijdschrift ‘De Weergever’, nummer 3, 2010 publiceerde Cees Mentink het vierde en laatste deel over de geschiedenis van Bovema, gewijd aan oprichter Ger Oord jr., die 9 april van dit jaar op 96-jarige leeftijd in Knokke is overleden en in de Belgische badplaats ligt begraven.
* In de Heemstede-Collectie van het N.H.-Archief bevinden zich een kleine honderd afbeeldingen van Godfried Bomans (geschilderde portretten, tekeningen en karikaturen). Een selectie van 40 portretten, samengesteld door Hans Krol, verschijnt begin oktober als bibliofiel boekwerkje onder de titel: ‘Bomans in Beeld’.
Monumententaal nieuws
* 10 juli hield Ad van Unnik, oud-secretaris van zowel HVHB als van de Hartekamp als instelling een presentatie over de geschiedenis van de landgoed. Vervolgens werd een grote groep van omwonenden aan de overzijde van de Herenweg rondgeleid. Deze geslaagde Overplaatsdag was georganiseerd door Landschap Noord-Holland die dit natuurgebied zoveel mogelijk in oude luister wil herstellen. Momenteel wordt het hoofdgebouw van de Hartekamp gerestaureerd.
* Het herenhuis Zuiderkruis aan de Herenweg 13, tot voor kort in gebruik als kantoor, staat te koop. De villa is in 1935 gebouwd door de architecten G.Stap en W.J.C.Olivier. In HeerlijkHeden, nummer 89, 1996, werd bericht dat de toegangszuilen van het in 1959 afgebroken pand ‘Land- en Spaarnzicht’ naar dit adres aan de Herenweg waren verhuisd. Uit een check kortgeleden blijkt dat deze toegangspoort op een onbekend tijdstip is vervangen door nieuwe zuilen van bakstenen met dekplaten van cement en daarin gegraveerd ‘Manpadshoek’. Dat was de naam van de oorspronkelijke villa die daar in de 19e eeuw, begin 20e eeuw stond. Na ‘Soeka Brenti’ aan de overzijde van de Herenweg op latere leeftijd bewoond door de vermogende ondernemer Paul van Vlissingen (1797-1876). In 1894 gekocht door de Haarlemse bloemkweker C.G.van Tubergen en voordien door de Haarlemse arts dr. Busken Huet nog enige tijd ingericht als een sanatorium voor dames uit de hogere klasse die volstrekte rust behoefden.
* Op 20 april 1834 legde Julien Wolbers de eerste steen van een huis aan de Zandvaart, Kerklaan 13-15. Deze losse gedenksteen is door de nieuwe bewoner helaas niet meer in het pand aangetroffen. Het witgepleisterde huis heeft in herinnering aan de eerste bewoners als naam op de voorgevel gekregen: ‘’t Wolbers Huys’.
* Het raadhuis van Heemstede is in 1906 gebouwd naar een gezamenlijk ontwerp van de bouwkundigen J.Th.J.Cuypers, J.Stuyt en Jac.Th.A.Etmans. Dit jaar zijn na meer dan een eeuw de klok (wijzerplaat), het gemeentewapen, de ornamenten e.d. op kundige wijze hersteld.
* In diverse publicaties is in het verleden aandacht besteed aan de kunstcollectie van de Joodse bankier en verzamelaar F.B.E.Gutmann, destijds eigenaar van het buiten Bosbeek. In 1942 verkocht hij min of meer onder dwang ongeveer 200 objecten aan twee Duitse kunsthandelaren. In juli 2010 heeft de Restitutiecommissie van het ministerie van O.C. en W. geadviseerd nog vijf kunstwerken die zich momenteel in Nederlandse musea bevinden aan de Erven Gutmann terug te geven.
* 11 september heeft wethouder Jan Nieuwenburg van Haarlem een schildje uitgereikt voor het duizendste gemeentelijke monument aan de huidige bewoners van het pand Oosterhoutlaan 20. Deze gaaf bewaard gebleven villa aan de Spaarne-oever is in 1901 gebouwd onder architectuur van de Amsterdamse bouwmeester J.A.van Straaten. Deze ontwierp tevens het complex Linnaeuslaan 27 en 29. Dat was in de tijd voor de annexatie van 1927 toen het huidige Haarlem nog deel uitmaakte van de gemeente Heemstede. Met in totaal meer dan 1.650 monumenten is Haarlem de vijfde monumentenstad van ons land.
* Het 25-jarig bestaan van Tennisvereniging Merlenhove – voortgekomen uit een fusie van tennisverenigingen HBC en Groenendaal opgericht in 1930 – was aanleiding op 12 juni een beeldje van de Nederlandse tenniscoryfee Tom Okker te onthullen in het tennispark Groenendaal, vervaardigd door mevrouw Sten de Ligt.
Heemsteedse en Bennebroekse Zouaven
Broeder Christofoor van Langen (1893-1968) (1), van de Broeders van Saint Louis, (1893-1968) publiceerde over de pauselijke zouaven [‘Uit het epos der 3000 Nederlandse zouaven‘] en stichtte in Oudenbosch het Nederlands Zouavenmuseum. In 1984 wijdde wijlen de heer J.A.Bomans in de nummers 39 en 40 van het blad der Vereniging Oud Heemstede Bennebroek in 1984 twee bijdragen aan zestien jonge Heemsteedse en Bennebroekse zouaven. Ter verdediging van de kerkelijke staat (met de paus aan het hoofd) is met ongeveer 3.000 andere Nederlanders in de slag van Mentana, 3 november 1867, een grote overmacht van zo’n 15.000 zogeheten ‘roodhemden’, aanhangers van Garibaldi, verslagen.
(1) Tijdens de laatste 3 jaar van de HBS ‘Thomas More’ toen ik in Oudenbosch verbleef in het internaat Saint Louis heb ik broeder Christofoor (die zelf geschiedenisles gaf op de kweekschool) diverse malen ontmoet. Ik heb hem leren kennen als een beminnelijk man die me de interesse voor archeologie bijbracht. Naast de zouaven-collectie beschikte hij via persoonlijk veldwerk in West-Brabant over een verzameling van vooral prehistorische artefacten. Ook bracht hij me in contact met pastoor en amateur-archeoloog en verzamelaar pastoor Binck uit Alphen. De heemkundige vereniging van Oudenbosch is naar Broeder Christofoor vernoemd.
Beschreven worden Bernardus Adriaanse, 11 november 1838 geboren als zoon van Sijmen Adriaanse en Francisca Sombroek. Als jongeman nam hij deel aan de slag bij Mentana deelnam en ontving daarvoor de Bene-Merente medaille, letterlijk: voor wie zich verdienstelijk maakte.
Tevens zou hij het Mentana-kruis gekregen hebben.
Joannes Cotte, geboren 21 december 1841, Hendricus (Henry) van Gennip, geboren 6 februari 1850. Frans Kokkelkoorn (Kokkelkoren) , geboren 14 september 1841 die ook aan de slag bij Mentana deelnam evenals betrokken was bij de verdediging van Rome en daarvoor het Mentana-kruis ontving
Hermanus van Halen, 13 februari 1848 geboren
Henri van Gennip, geboren 6 februari 1850, Gerardus Hondebrink, 30 oktober 1837 in Bennebroek. [Ing. Wils schrijft over hem dat hij in Tivoli, na 7 maanden in het hospitaal als gevolg van een borstziekte is gestorven]. Johannes van Empelen, 23 november 1847, Joannes Preyde, 27 februari 1847, Frans Luiten, 29 maart 1847
Petrus van Houten, geboren 22 april en gedoopt op 23 april 1847, telg uit de kleerblekersfamilie aan de Blekersvaart als Petrus Jacobus, zoon van Anthonie van Houten, schippersknecht
Jacobus de Groot, 16 maart 1848 geboren te Heemstede en volgens een andere bron in Bennebroek
Omdat intussen dankzij het Zouavenmuseum te Oudenbosch alle circa 3.200 namen op het internet zijn gepubliceerd kunnen nog de volgende later in Heemstede geboren zouaven worden toegevoegd:
– Willem Silvester Harkmans, geboren 31-12-1846
– Jacobus Ivoo, geboren 25 april 1852
– Servaas de Paus, geboren 11-8-1850
– Willem Scheulderman, geboren 12 september 1846
-Piet Vaars, geboren 8 juni 1842
Voorts in 1867 woonachtig in Heemstede
– Seraphin Blommaert (geb. 8 juli 1849), zouaaf vanaf 5 december 1867
– Anton Goedejohan (geb. 19-11-1842 geboren in Amsterdam), zouaaf vanaf 5 december 1867
H.van Rooden (1865-1928)
Geboren te Bennebroek:
– Johannes Anthonius Blom, geboren 17-10-1847
– Willibrordus Johannes Schabbing, geboren 30-10-1836
Onder het motto van ‘Zouaves en avant Vive Pio Nono‘, strijdkreet der zoaven, schrijft J.W.Regenhardt: ‘Martinus Franciscus Schabbing, de vader van Dirk en grootvader van Theo, Tinus, Charles en Jan was tuinman in Heemstede. (…) Op een gegeven mond werd Franciscus gegrepen door historische gebeurtenissen in de grote wereld. De paus was in gevaar! Rome was ondermijnd en de Garibaldisten wachtten slechts het teken af om de kont in het kruitvat de steken. In het najaar van 1867 verschenen artikelen in de kranten over de pauselijke soldaten. ‘Wie kan bij het aanschouwen van dat offer des bloeds, aan de heilige zaak van ons geloof met zoveel liefde gebragt, koud blijven en zich niet opgewekt voelen, om, mag men zelf niet ten strijde gaan, tenminste door een geldelijk offer het zijne tot overwinning bij te dragen’ (1). Martinus bleef er niet koud onder. Geld had hij niet maar hij kon zouaaf worden en zelf ten strijde trekken. De zouaven waren de vrijwilligers in het leger van de Paus. Jonge idealisten die de Kerkelijke Staat met vuur en zwaard verdedigden. De Kerkelijke Staat werd bedreigd door het streven naar Italiaanse eenheid. Misschien was Franciscus ongerust en vervuld van een pausverering. Misschien wilde hij gewoon zijn schoffel en hark ontvluchten en wilde hij iets van de wereld zien. In ieder geval liet Martinus Heemstede achter zich en ging op weg naar Rome. Het grote aanmeldingsbureau van de zouavenbeweging boven de Moerdijk was De Star, een kerk in het Rusland in Amsterdam. Kapelaan Kruijff ving daar de kandidaten op en droeg de zorg voor de kosten van de reis naar Rome, zijnde 60 gulden. De kandidaten uit heel Nederland kwamen in Oudenbosch samen. Hier kregen de jongens een stevige Brabantse maaltijd en wat geestelijke stimulans opgediend door pastoor Hellemons.
“Jullie zijn de lijfwacht, de vuist van de Paus, zijn vertrouwelingen en de schrik van zijn vijanden; jullie zijn het leger Gods, dus gedraag je braaf, leg je niet op drank en vrouwen te; houd lichaam en ziel in conditie”(2). Gewapend met deze adviezen trokken de verzamelde aspirant-zouaven naar de keuring in Brussel. Martinus kom een getuigschrift en van goed gedrag, van de pastoor en van de dokter overleggen. Als boerenjongen had hij een gezond gestel en dus werd hij zonder meer goedgekeurd. Op 15 december 1867 kon Martinus zich pauselijk zouaaf noemen (3). Via Parijs spoorde hij samen met zijn strijdmakkers naar Marseille. Daar werd ingescheept naar Civita Vecchia en vervolgens reisde men naar de Kerkelijke Staat. Daar werden de recruten opnieuw gekeurd en kreeg Martinus zijn legernummer 6293 (4). Hij werd gelegerd in een kazerne of een klooster en kreeg zijn uniform. Dit uniform was afgeleid van de dragers der keurbenden van de Kabylenstammen in Noord-Afrika, de zouaven. Generaal de Lamoricière, de oprichter van het pauselijk leger vond de zouavenleiding praktisch en liet zich hierdoor inspireren. Het bataljon vrijwilligers kreeg zodoende een operette-achtige uniform bestaande uit een vest, een kort jasje, een wijde broek van grijsblauw laken, met rode tressen afgezet. Op het hoofd een grijze kepi, ook wel door een hoge kolbak of een rode muts naar Arabisch model vervangen. Om het middel werd een brede rode ceintuur gedragen, om de benen winsels of witte slobkousen. Men droeg lage bergschoenen (5). Met zo’n kostuum was het logisch dat dit onderdeel van het pauselijk leger ook zijn naam ging ontlenen aan de keubende van de Kabylen.
De Hollandse jongens keken de ogen uit in het vreemde Italië. Brieven getuigen van hun verbazing over de “macronie”, de bergen, het klimaat, het rolpatroon daarginds “Gaan ze dorsen, dan draagt de vrouw al de gereedschappen en de man niets. Hij loopt naast haar met en paar luie poten en de handen op de rug” (6). Ook de morsige aard en het smerig uiterlijk van de Italianen bleven voor de ordentelijke Hollanders niet lang verborgen en vormden een voortdurende bron van ergernis. De recruten werden opgeleid tot de schutters en leerden marcheren. De bevelen werden in het frans gegeven wat een juiste uitvoering vaak in de weg stond. Het Franse kader beschouwde de vrijwilligers als oud vuil en liet hen voor het vuile werk opdraaien. De soldij was ook niet om over naar huis te schrijven blijkt uit de brieven. Namelijk 14 baiocchi in de week (7 stuivers). Audiëntie bij de Paus was natuurlijk het hoogtepunt van het verblijf in Rome. Zouaven aan wie dit gelukte raakten in vervoering. ” Nooit zal ik de gelaatstrekken van den Stedehouder van Jezus Christus vergeten, zooveel aantrekkelijkheid, zooveel majesteit, zooveel liefdelijkheid, ontwaart ment niet bij een vorst van en aardsch rijk, waarlijk wanneer Onzen Heilige Vader aanschouwd bespeurt men, dat men zich in tegenwoordigheid van een Heiligen bevindt’. (8). De audiëntie gaf aan de zouaven een bijna mystieke kracht en meer dan ooit waren de jongens bereid om hun leven te geven, temeer daar ze van de paus een suppliek hadden gekregen. Aan de op de suppliek [verzoekschrift aan de paus] vermelde personen werd een volle aflaat verleend, dus kwijtschelding van de periode die in het vagevuur zou moeten worden doorgebracht. Deze Apostolische zegening strekte zich zelfs uit tot het derde geslacht!
(9). De belangrijkste gebeurtenissen tijdens Martinus verblijf waren de processies en de kerkelijke festiviteiten. De pracht en praal van Rome en het pompeuze religieuze leven waren overweldigend voor de Hollandse jongen. De Nederlandse zouaven, vrijwel allemaal “eenvoudigen van geest en simpelen van hart” zoals de grote animator van de zouavenbeweging in ons land, broeder Christofoor zo omschreef verbleven twee jaar in de Kerkelijke Staat. In het bestaan van het pauselijk leger tussen 1860 en 1870 leverde Nederland de meeste vrijwilligers namelijk ruim 4000 (10). Martinus bleef tot eind 1869 in pauselijke dienst en heeft waarschijnlijk nooit de gevreesde “Zouaves en avant Vive Pio Nono” mogen aanheffen aangezien er tijdens zijn verblijf geen belangrijke veldslag heeft plaatsgevonden. Deze vonden voor en na zijn diensttijd plaats (11). Schermutselingen vonden er wel plaats in de Nederlandse pers. De kwestie van het al dan niet verliezen van het Nederlanderschap vanwege de toetreding in vreemde krijgsdienst bracht de pennen in beroering. Dagblad de Tijd kwam met de volgende redenering. “Alle katholieken zijn mede bezitters van de Kerkelijke Staat, de Paus is hier slechts beheerder van. In die zin gaan ze dus eigenlijk niet in vreemde krijgsdienst” (12). Martinus heeft wel het Vaticaanse Concilie van 1868 meegemaakt. Op dit concilie kwam de Paus met zijn onfeilbaarheidsverklaring maar omdat niet iedereen hiervan overtuigd was liet hij de pauselijke zouaven waaronder Martinus aanrukken om het concilie te bewaken. Op de laatste dag van 1869 kwam hij terug uit Italië (13). Hij was de held van Heemstede, trouwde, zorgde voor nakomelingen, werd lid van de Haarlemse Zouavenbroederschap en stierf in 1909.
De parallellen van Martinus Schabbing met zijn kleinzoon Jan zijn opmerkelijk. Als jongeman breken beiden radicaal met hun bestaan, trekken weg, gaan in vreemde krijgsdienst, vechten voor een al achterhaalde zaak. De keuringen, de reis en het inschepen in Marseille, de kwestie van het Nederlanderschap, De Franse officieren met hun onverstaanbare bevelen, het vreemde land…Op een wonderlijke wijze herhaalt de geschiedenis zich. Op de foto’s valt de treffende gelijkenis in gelaat en houding van grootvader en kleinzoon direkt op. Maar op de foto’s vallen ook betekenisvolle verschillen af te lezen. Wat voor de grootvader een twee jaar durend exotisch uitstapje werd, werd voor de kleinzoon een even lange tocht door de hel’
P.S. In het Nederlands Zouavenmuseum te Oudenbosch in Noord-Brabant zijn de inschrijvingspapieren en een bidprentje met foto van Martinus Schabbing aanwezig.
Noten
1.De Tijd, 24-10-1867, geciteerd in Bosman, pagina 73; 2. Zaal, pagina 69; 3. correspondentie mw. J.M.A.Gommers-Bastiaenen (Nederlands Zouavenmuseum Oudenbosch); 4 Inschrijvingspapieren van Martinus Franciscus Schabbing, het “feuille d’enrôlement”” ; 5. Bosman, pagina 32; 6. Dagboek van W.Kuiper, geciteerd in Bosman, pagina 38; 8. Brief van zouaaf De Veuling, Velletri 19-3-1866 in Bosman; 9. Bosman, pagina 35; 10. Zaal, pagina 60; correspondentie Gommers; 12. De Tijd, 18-11-167, geciteerd in Bosman, pagina 75; 13. correspondentie Gommers.
Literatuur: – Th.Bosman. Ter eere Gods, tot heil van Paus en Kerk, onuitgegeven doctoraalscriptie Utrecht, 1979; – W.Zaal, De vuist van de Paus. Amsterdam, 1980.
Archivaris drs.C.R. (Kees) Schabbing schreef een genealogisch boek ‘De familie Schabbing 1360-2009. Van oost naar west en weer terug’. Haarlem, 2007. Integraal op het internet opgenomen. Op bovenstaande foto zien we Martinus Franciscus Schabbing (geb. 1836 in Bennebroek en 1909 overleden te Heemstede) met zijn echtgenote Anna Elizabeth van der Veldt, voor hun huis aan de Molenwerf in Heemstede.
Bidprentje mgr.I.M..P.A.Wils
Oud-pauselijke zoeaven die de strijd in Mentana of omgeving daarvan in 1867 overleefden en in Haarlem zijn overleden betreffen o.a. A.Hanse (ov.1913), Nicolaas Eeken (1927), J.P.Moet (1934), Hendrik Oss (1936), V.d.Leer (1938) en J.van der Bunt (1926)
Jubilea
* Opgericht in 1885 herdacht de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging het Spaarne dit jaar het 125 jarig bestaan.
* In 2011 zal het eeuwfeest van de voetbalvereniging RCH worden gevierd. Gesticht met als naam HFC Achilles, spoedig gewijzigd in Racing Club Haarlem, en na verhuizing sinds 1932: Racing Club Heemstede geheten.
* 2011 zal het ook honderd jaar geleden zijn dat de Vrijwillige Brandweer Heemstede in het leven is geroepen.
Hans Krol (Heemstede)
Bijlage: Elf zouaven uit Bennebroek, Overveen en Vogelenzang streden voor de paus – door Gert Jan van Setten (Ons Bloemendaal, nummer 2, jaargang 43, zomer 2019, p. 8-11)