Tags
DE FAMILIE MARCELIS/MARSELIS IN RELATIE TOT HEEMSTEDE (+ ELSWOUT IN OVERVEEN, BLOEMENDAAL)
De grafkelder in het koor van de kerk
In de 17e en 18e eeuw zijn het vooral tot rijkdom gekomen Amsterdamse kooplieden, bankiers en magistraten geweest, die zich een zomerverblijf aan de duinrand konden permitteren. Genoemd kunnen worden telgen uit de regentenfamilies Trip, De Neufville, Geelvinck, Clifford, Hope, Van Lennep, Van de Poll, (van) Marcelis (1) en anderen. Door huwelijken is een onderlinge verwantschap ontstaan tussen de chefs van de belangrijkste patricische handelshuizen. Essentieel voor de ontwikkeling van Heemstede is ambachtsheer Adriaan Pauw geweest. In de ruim 30 jaar van zijn bestuur verviervoudigde het inwonertal. Hij was ook de bouwheer van een Calvinistische kerk op de plaats van de in 1573 verwoeste katholieke kapel. De voorbereidingen hiertoe, zoals de inzameling van fondsen, is in 1622 begonnen. In dat jaar bepaalde de ambachtsheer dat het koor ofwel het achterste deel van het godshuis alleen voor eigen gebruik zou blijven, plus “sijne erven ende nakomelingen, sonder dat iemant enig gestoelte, begravinge of andere pretensien aldaer souden mogen hebben (…)” (2). Zoals in die tijd gebruikelijk kon een graf binnen het kerkgebouw (buiten het koor/grafkelder) worden gekocht, hetgeen voor weinigen was weggelegd. Rond de nieuw te bouwen kerk is in 1625 een kerkhof aangelegd. In 1660 is daar vanuit hofstede “het Lam” het stoffelijk overschot van de kunstschilderes Judith Leyster ter aarde besteld. In totaal zijn slechts zeven grafzerken binnen de kerk bekend, waaronder één van Leonard Marcelis (3).
In het Heerlijkheidsarchief van de gemeente Heemstede bevindt zich een lijst van de lijken in de grafkelder, bijgezet van 1636 (moet zijn 1638) tot 1776 (4). Voorts een “Geslachtslijst der descendenten van Adriaan Pauw en Anna van Ruytenburgh en van allen die, ingevolge de overeenkomst tusschen de erfgenamen van 26 Sept. 1653, gerechtigd zijn om in de grafkelder begraven te worden” (5).
Op 21 februari 1653 is Adriaan Pauw aan een beroerte in ’s-Gravenhage overleden. In de hofstad had op 28 februari een officiële uitvaartdienst plaats, waarna het stoffelijk overschot naar het Slot te Heemstede is overgebracht. Op 1 maart is Adriaan Pauw in besloten kring “in presentie van zyn kinderen” in de kelder onder het koor begraven. Nadien is op kosten van de erfgenamen een marmeren graftombe vervaardigd, vermoedelijk door Pieter de Keyser (6), zeker niet door Rombout Verhulst zoals abusievelijk vermeld op een ANWB-monumentenbordje. Na hem hebben nog enige tientallen nakomelingen in deze grafkelder hun laatste rustplaats gevonden, zodat ook in dit verband met recht kan worden gesproken van een “voorvaderlijke heerlijkheid”. Overigens zijn al vóór Adriaan Pauw 4 overleden familieleden in de ondergrondse en afgesloten kelder bijgezet, te weten zijn zoon Pieter Pauw (ov.1638), schoonzoon Diederik Huygens, heer van Opvoort (ov.1646), echtgenote Anna van Ruytenburgh (ov.1648) en zoon Reinier Pauw (ov.1652), in leven baljuw en dijkgraaf van Amstelland.
Na zijn dood zijn nóg twee zonen van Adriaan Pauw hier begraven, namelijk Michiel (ov.1658) en Gerard Pauw (ov.1676) (7). Tot 1747 hebben alle acht opeenvolgende ambachtsheren in de grafkelder hun laatste rustplaats gevonden. In 1762 is een plattegrond van de grafkelder vervaardigd. Op 13 juni 1773 werd George Clifford, heer van Hogersmilde, als laatste van in totaal 49 personen in het koor begraven. In totaal 16 personen met de familienaam Pauw of Pauw geboren Hoeufft, 12 van het geslacht Marcelis, 6 Huygens en 15 andere familieleden – 26 van het mannelijk en 23 van het vrouwelijk geslacht. Het relatief grote aantal telgen Marcelis kan worden verklaard uit het feit dat Frans van Marcelis (1643-1705) was gehuwd met Adriana Pauw, vrouwe van Hogersmilde (1652-1713), een kleindochter van voornoemde ridder Adriaan Pauw. Uit hun huwelijk sproten 9 kinderen van wie er zeven in de Heemsteedse grafkelder hun aardse rustplaats vonden. Dat gold niet voor Michiel van Marcelis (1684-1723), die overigens over een woning op de Glip (Prinsen Zandvaart) beschikte en Isabella Adriana van Marcelis (1675-1751), tenzij een vergissing is gemaakt met de datum en naam aangegeven in voornoemd overzicht (zie noot 5).
Het geslacht Marcelis
In het geslachtswapen I en IV (in rood) een geharnaste man met helm en in de rechterhand een lans, II en III (in blauw) twee schuingekruiste zilveren kanonslopen met een gouden kroon. De zo’n 2000 kilo wegende royale wapensteen is in 1988 op initiatief van mevrouw Schouwenburg herplaatst tegen de zuid-west muur van het poortgebouw, evenals het oorspronkelijke hoofdgebouw vermoedelijk ontworpen door Jacob van Campen.
De familie Marcelis, die zich na verheffing in de Deense adelstand Van Marcelis mocht noemen, heeft vanuit Amsterdam fortuin gemaakt in de handel, aanvankelijk vooral in het produceren en exporteren van wapens. Gabriël Marcelis (1609-1673), geboren te Hamburg, stamde vermoedelijk uit de Zuidelijke Nederlanden en vestigde zich in Amsterdam als diplomatiek agent van de Koning van Denemarken.

Olieverfschilderij in het Deens Frederiksborg Slot/museum met portret van Gabriel Marcelis (1609-1673) door P.Nason, 1669
Het wapen van Gabriël van Marcelis in de westgevel van het poortgebouw van Elswout. Gevierendeeld I en IV een in rood geharnast krijgsman, houdende in de rechterhand een zilveren toernooi-lans, met de linkerhand rustend op een ovaal schild. II en III in blauw twee zilveren kanonslopen schuin gekruist, overtopt door gouden kroon. Over deze kwartieren een zilveren hartschild, beladen met rood vierkant huis, het dak blauw en de ramen zwart.
Zijn vader Gabriël Marcelis (sr.) was commissaris en resident van de koning van Denemarken en overleed op 20 juli 1643 in de Duitse havenstad. Zoals Zweden door Trip en vooral Louis de Geer van wapens werd voorzien, verschafte Gabriël Marcelis de Deense koning Christiaan IV schepen, manschappen en vooral krijgsbehoeften. IJzer en geschut waren afkomstig uit de mijnen en ijzergieterijen tussen Serpichow en Toela, niet ver van Moskou, waar een broer Pieter Marcelis (1602-1672) was gevestigd. Deze stond in hoog aanzien bij tsaar Alex Michaël Romanow.

Portret van koning Christiaan IV (1577-1648) die evenals zijn opvolger Frederik III veel te danken had aan Gabriel Marcelis. Schilderij uit 1614 van de Nederlands-Deense kunstenaar Pieter Isaacsz.
Tot welstand gekomen is Gabriël in 1654 door overdracht van Carl Jansz. du Moulin eigenaar geworden van het landgoed Elswout in Overveen. Een lusthof van grote allure, zoals ook blijkt op schilderijen van Jan Wouwerman, G.A.Berckheyde en Jan van der Heiden, evenals uit reisverslagen en koninklijke bezoekers (8). Gabriel Marcelis en vervolgens zijn zoon Jan beheerden de zanderij van Elswout. Het afgegraven duinzand vervoerde men via vaarten naar o.a. Amsterdam. Bij de Brouwerskolk in de Houtvaart werden de kleine zandschuiten overgeladen in grotere schepen. De vaartmeesters van de zandvaarten in Heemstede, de Glip en Bennebroek kwamen blijkens het manuscript van Dolleman omstreeks 1695 in conflict met Jan van Marcelis. Dankzij bemiddeling van schout en schepenen werd een voor iedereen aanvaardbare oplossing gevonden.
Vanwege zijn bezittingen in Denemarken gaf Gabriel Marcelis zichzelf de titel Heer van Callenberg (Kallundborg) en op 7 september 1665 ontving hij van koning Frederik III voor zichzelf en zijn erfgenamen een adelsdiploma. Verscheidene nazaten uit dit geslacht verlegden hun actieradius naar Denemarken, waar men over grote grondgebieden beschikte. Andere leden van de familie dreven handel op Frankrijk, Italië en de Levant en importeerden graan en West-Indische suiker en koffie. De Amsterdamse historicus Johan Wagenaar merkte op dat de familie een bijzondere neiging tot minder “faire” handelszaken aan de dag heeft gelegd, waarbij gewin vóór ethiek ging, hetgeen voor meer kooplieden uit de Gouden Eeuw van toepassing is geweest. Zo schuwde men niet tijdens de Tachtigjarige Oorlog munitie en wapens aan de vijand te leveren. De Franse staatsman de Richelieu beklaagde zich via zijn gezant bij prins Frederik Hendrik dat Marcelis de Spanjaarden van munitie voorzag. Eén zoon Celio Marcelis kreeg als bijnaam “lorrendraaier”, volgens het zeventiende eeuwse spraakgebruik een koopman, die op volgens de wet ongeoorloofde wijze handel drijft (9). Een ander familielid, Levanthandelaar Jan Marcelis (1700-1776) kocht in 1757 voor ƒ 19.000,- ’t Huis te Vogelenzang, dat door een gelijknamige zoon (1731-1792) is afgerond tot een buitengewoon fraaie hofstede en werd uitgebreid tot de nabijgelegen lusthof Teijlingerbosch. Tengevolge van zijn huwelijk met Catharina Yda Loot is hij vanaf 1754 tot zijn overlijden Heer van Zandvoort geweest. Eén dochter: Anna Margareta Marcelis was gehuwd met Jonas Witsen, eigenaar van Boekenrode en de Koekoek op de grens van Heemstede, Berkenrode en Bloemendaal (Aerdenhout/Vogelenzang). Thans volgt een beknopt chronologisch overzicht van de leden van het geslacht Marcelis, die in de Oude Kerk van Heemstede zijn begraven (10).
Leonard Marcelis, eigenaar van “Duin en Vaart”
Ligging van de hofstede Duyn en Vaart omstreeks 1720; in 1743 opgegaan in het noordelijker gelegen Berkenrode.

Grafzerk Leonard Marcelis in Oude Kerk (uit: G.van Arkel en A.W.Weisman, Noord-Hollandsche Oudheden beschreven en afgebeeld. Amsterdam, Ten Brink en De Vries, 1895, pagina 83 Kennemerland)
Op een zerk in de Hervormde kerk staat vermeld: “Leonard Marcelis is gestorven den 5. October Ao.1667”. Leonard ofwel Leendert Marcelis, zoon van Gabriel Marcelis (sr.) uit Hamburg was een broer van voornoemde Gabriel (geb.1609), Pieter en Celio Marcelis, allemaal werkzaam in de ijzer- en wapenhandel. Hij huwde met Aletta van der Camere uit Haarlem. Vanwege zijn bezittingen noemde hij zich heer van Drieholm en Lund.

De Haarlemse bierbrouwer Andries Mattheuszoon Stilte op een portret door J.C.Verspronck, circa 1640 (Columbus Museum of Art, USA)
Op 10 juli 1662 kocht Leonard een naamloze hofstede, later “Duin en Vaart” genoemd en gelegen aan de Jan Lottenlaan, nabij Berkenrode ter hoogte van de huidige Geleerdenwijk. In de transportakte (11) is bij verkoop door o.a. Willem Stilte sprake van een “een welgelegen woninge, voorsien met een schoon nieuw wel doortimmert huijs, met een wel beplante bogaert, mantelinge, paardestal, wagenhuijs en woonhuijs voor den stalknegt, mitsgaders een extra ordinaire schoone vijver met een partij weijlandt en beijde laenen, daervan den enen genaempt is Jan Lotten laen, sijnde te samen groot 6 morgen 263 roeden, alle gelegen nevens den anderen binnen de heerlijckheijt van Heemstede, behalve het weijlant en de Lottenlaen, leggende hetselve in de heerlijckheijt van Berckenrode; belent ten noorden de weledele heere van Berckenrode, die over de Lottenlaen met sijn landen een notweg heeft na de Heerewegh, en suijden de voorkinderen van Andries Stilte, en ten westen de treckvaert tusschen Haerlem en Leijden, ten oosten de voorseijde kinderen van Andries Stilte en de Heemsteder Heerewegh enz. voor de somma van ƒ 20.000,-.” Lang heeft hij overigens niet van zijn buiten kunnen genieten, omdat hij ongeveer vijf jaar na de verwerving overleed. In een specificatie van graven is sprake van de nummers 59 en 60: erfgenamen Marcelis: lengte in Rijnlandse maat 6 voet en 10 duin; breedte: 2 voet en 4 duim. Op 10 februari 1670 overleed Gabrielle Marcelis, een kind van Frans Marcelis en Adriana Pauw. Laatstgenoemde was een kleindochter van Adriaan Pauw, reden waarom de al 18 dagen na haar geboorte overleden (oudste) dochter van voornoemd echtpaar in de voorvaderlijke kerk is begraven. Tien jaar later, op 27 september 1680, stierf Adriana Marcelis, geboren te Amsterdam op 21 februari van hetzelfde jaar als (zesde) kind van Frans Marcelis en Adriana Pauw. 18 juli 1687 overleed Catharina Marcelis, als zuigeling na op 22 mei te zijn geboren. Zij was het negende kind van voornoemd echtpaar en is ook in de Pauw-grafkelder bijgezet.

Uit het heerlijkheidsarchief Heemstede, Van Doorninck, inventarisnummer 385. Enkele namen: Mr. de la Court, eigenaar van Oud-Berckenroede, Catharina Straetmans van de hofstede Groenendaal, Van Marcelis van Duin en Vaart, dr. Herman van Friessen van Zuiderhout en Reinier Brand van de buitenplaats Overmeer. Gerrit Cornelis van Bourgondien stamde uit een blekersfamilie. Willem Thomans werkte van 1683 tot na 1698 als schoolmeester en koster. De in Helmond geboren Cornelis Hendrik van Rijp was van 1735 tot zijn overlijden 24 december 1742 predikant van de Kerk. Cornelis Dirks Schoolwijk en Jan Cl. van Kempen woonden beiden dichtbij de kerk.
Frans (François) Marcelis, echtgenote van Adriana Pauw + zoon

Francois van Marselis (1643-1705). Portret door iemand uit de omgeving van Peter Nason (TKD-Iconografisch Bureau)
Frans zag als derde kind van Gabriël Marcelis in 1643 het levenslicht. Ook hij was actief in de ijzerhandel en noemde zich (ten onrechte) heer van Callenberg in Denemarken. Op 2 april 1669 trouwde hij met Adriana Pauw, geboren 21-11-1652 te ’s-Gravenhage, dochter van Michiel Pauw en kleindochter van ridder Adriaan Pauw. Uit deze verbintenis zijn 9 kinderen gesproten. In het jaar van hun huwelijk is het paar via aankoop voor ƒ 20.000,- bezitter geworden van de hofstede Duin en Vaart dankzij aankoop van de weduwe van Leonard Marcelis. Op een lijst van lidmaten der Hervormde Kerk uit 25 maart 1684 staan zowel “De Heer van Callenburg met sijn vrouw” evenals een onbekende Pieternelle Marcelis vermeld (12). Het jaar daarop, 28 februari 1685, is huis en land om onbekende redenen voor een aanzienlijk lagere prijs van ƒ 13.700,- getransporteerd aan de Amsterdamse koopman Rogier van Waert en vestigde men zich weer in Amsterdam. Frans Marcelis beschikte overigens over meer gronden in zowel Heemstede als Bennebroek. In 1683 gaf hij een stuk land aan de Prinsen Zandvaart in erfpacht aan Cornelisz. Jacobsz. Hasevelt, meestertimmerman te Heemstede. Eerder had hij in 1679/1680 575 roeden land, reeds afgegraven tot een nieuwe vijver met singel, afgestoken van een stuk land, genaamd de Hoge Croft, gesitueerd achter het Huis te Bennebroek (Duijnwijck), verkocht aan zijn familielid Adriaan Pauw, Heer van Bennebroek (13). Al op 12 augustus 1669 had eerder een grondruil tussen beiden plaatsgevonden. Na op 27 april 1705 te zijn overleden is Frans Marcelis één dag later in Heemstede begraven. Zijn weduwe heeft nog korte tijd gewoond in de zuidelijke of rechterhelft van het grote Trippenhuis in de hoofdstad (14). Op 17 april 1713 is Adriana Pauw, erfvrouwe van Hogersmilde bij haar echtgenoot in de Heemsteedse grafkelder bijgezet. [In Adelsboek 1900 staat onder genealogie PAUW het volgende vermeld: ‘Jkvr. Adriana Pauw, geboren te ‘s-Gravenhage 21 november 1652, vrouwe van Hoogersmilde, (na doode van haar broeder Adriaan), overleden 17 april 1713 en te Heemstede begraven 21 april d.a.v. huwde te Amsterdam in de Nieuwe Kerk 2 april 1669 Frans van Marselis, geboren aldaar 27 juni 1643, Deensch edelman, heer van Callenberg in Denemarken, overleden te Amsterdam 27 maart 1705 en 1 april d.a.v. te Heemstede begraven, zoon van Gabriël, Deensch edelman en Isabella van der Straten. Uit hun huwelijk sproten negen kinderen’].

Adriana Pauw, (1652-1713) echtgenote van Francois van Marselis (omg.Peter Nason). foto (Iconografisch Burau)
Op 24 juli 1728 is Frans (Francois) Marcelis, heer van Callenberg en Hogersmilde in Heemstede begraven. Hij was de derde zoon van eerder genoemd echtpaar, geboren op 27 april 1674. In leven hoofdingeland van de Heer Hugowaard en gehuwd met Anthonia Muyssart (op 2 juni 1762 in Heemstede begraven), uit welke echtverbintenis één dochter sproot: Adriana Margareta van Marcelis (zie 1763). Op 30 december 1706 verkocht hij als gevolmachtigde van zijn moeder Adriana Pauw (weduwe van Frans Marcelis) een warmoestuin in Bennebroek aan Jacob van de Capelle uit Amsterdam, eigenaar van hofstedes ‘Middendorp’, ‘Swartsenburg’ en ‘De Uitvlugt’ in Bennebroek.
Andere telgen
1 Mei 1735 is Anna Maria Marcelis ter aarde besteld. Zij was het tweede kind van Frans Marcelis en Adriana Pauw. Geboren in 1672 was zij de vierde echtgenote van Hendrik Tersmitten, geboren te La Rochelle.
7 Juli 1735 staat Adriana Maria Marcelis genoteerd. In de genealogie Marselis staat vermeld dat zij 06-1734, 20 jaar is overledenen begraven in de grafkelder te Heemstede.

Naamschildje van doodskist Adriana van Marcelis (1735) , dochter van Michel van Marcelis , in grafkelder Pauw Oude Kerk Heemstede
15 Mei 1749 stierf Adriana Marcelis, weduwe van Maarten Pauw. Geboren in 1683 als zevende kind van meermaals voornoemd echtpaar. Zij huwde in 1720 met Marten Pauw (1678-1724), een familielid in een zijtak van de Delftse linie van Pauw. [In Adelsachief 1900 staat onder genealogie PAUW vermeld: ‘Mr. Maarten Pauw, geboren te ‘s-Gravenhage 24 april 1678 trouwde voor de derde maal te Amsterdam in de Walenkerk 13 september 1720 jonkvr. Adriana van Marselis, geboren te Amsterdam 27 mei 1682, overleden aldaar 15 mei 1749 en begraven in het graf der familie Pauw te Heemstede, dochter vanvan Frans van Marselis, heer van Callenberg, Deensch edelman en jonkvrouw Adriana Pauw van Hoogersmide.’ ].

Het echtpaar Herman en Margreet Geluk kwam er via googlen achter dat blijkens het kasboek van het Aalmoezeniershuis in Amsterdam de nazaten van voornoemde Adriana Maria Marcelis twee maanden na haar overlijden 15 juli 1735 10 (gulden) ‘boete’ als gift betaalden om begraven te worden in de Oude Kerk te Heemstede

Naamschildje van doodskist Adriana van Marcelis (1749) in grafkelder Pauw Oude Kerk Heemstede. Daaronder van Antonia Clifford, geboren 20 april 1746 en overleden op 10 december 1753

Bericht van Jan van Marcelis en Henry Clifford dat het lijk van Vrouwe Adriana van Marcelis, weduwe Pauw in de familiegrafkelder kan worden bijgezet. Amsterdam, 16 mei 1749 (Stadsarchief Amsterdam)
Adriana Marcelis beschikte met Catherina van Bronkhorst, ook geparenteerd met de familie Pauw, over de duinen tegenover de Hartekamp nabij het Haarlemmermeer. George Clifford verkreeg toestemming op deze plaats een koepel te bouwen, nadat deze eigenaar van de Hartekamp de grond in erfpacht had ontvangen. Omdat mr. Clifford het in de praktijk niet zo nauw nam met de overeengekomen afspraken werd hij door de dames aangeklaagd bij de Hoge Raad van Holland. Na hun beider dood heeft Clifford de gronden alsnog aangekocht (15). Tijdens hun leven zijn ook stukken duin en afgegraven gronden nabij de Binnenduinen en Prinsen Zandvaart in erfpacht gegeven aan o.a. Dirk van Lennep (‘Meer en Berg’) en bleker Cornelis van Goor. Omstreeks 1735 verkocht Adriana Marcelis het goed Oosterwijk nabij Beverwijk, dat sinds 1606 in bezit was van de familie Pauw.
Op jonge leeftijd in Heemstede woonachtig was Reinier Marcelis, op 13 oktober 1758 te Heemstede begraven. Geboren in 1718 als derde kind van Michiel Marcelis huwde hij met Agatha van der Sprong. Deze Michiel Marcelis (1684-1723) was kapitein ter zee en beschikte met zijn echtgenote Hillegonde Christina van Kuijck over een huis in Heemstede, ten zuiden van de hofstede “Leeuwenberg” (in 1730 bij “Meer en Berg” gevoegd). Hij is in Heemstede begraven, echter niet in de familie-grafkelder.
Ten slotte noemen we Adriana Margaretha Marcelis, overleden op 1 november 1763, dochter van Frans Marcelis en Adriana Pauw en als zodanig erfvrouwe van Hogersmilde. Zij trouwde in 1742 met Henry Clifford (1711-1787).
Naamplaatje van Adriana Margaretha van Marselis (geb.11 mei 1923, ov. 1 november 1763)

Portret van Henry Clifford (was gehuwd met Adriana Margaretha van Marselis), door Jean Humbert, gedateerd 1763. (TKD, Iconografisch bureau – portret in particuliere collectie)
Naamplaatje van doodskist Henry Clifford (geb. 27 juni 1711, ov. 24 oktober 1787)
Laatstgenoemde telg uit een bekend bankiersgeslacht zou volgens de genealogie Clifford (16) evenals zijn echtgenote ook in Heemstede zijn begraven. Deze naam komt echter niet voor op de Heemsteedse lijst van begravenen, die in de grafkelder zijn bijgezet (17). Dit in tegenstelling tot George Clifford, zoon van Henry, die op 13 juni 1776 als laatste is bijgezet in de grafkelder te Heemstede.

Bovendeel van overlijdensbericht van 1 november 1763 door Henry Clifford betreffende Adriana Margaretha van Marselis (Marcelis)
Jan Diderik Pauw geboren Hoeufft, in 1792 overleden en in de Pauw-grafkelder bijgezet. Portret door Mattheus Verheyden. (RKS, iconografisch Bureau)
Tijdens een ingrijpende verbouwing van de Oude Kerk in 1938 is de grafkelder geopend. Ten slotte bij de verbouwing in 2015. ZIE mijn bijdrage: GRAFKELDER PAUW.
De Heerlijkheid Zandvoort was van 1722 tot 1763 in bezit van de familie Loot. Na het overlijden van de weduwe van Paulus Loot van zijn dochter Catharina Ida Loot, die in 1757 was gehuwd met Jan Marselis. Tijdvak 1757-1792. Bij de dood van Jan van Marselis kwam de Heerlijkheid aan zijn dochter, getrouwd met Pieter Cornelis Hartsinck. N.B. In 1776 erfde Jan van Marselis jr. van zijn vader de hofstede Huis te Vogelenzang.

Foto van de ‘Herenbank’ in de Hervormde Kerk te Zandvoort met 22 wapenschilden, waaronder van Jan van Marselis (gehuwd met Catharina Ida Loot), Jan van Marselis (gehuwd met Maria Rijnbrandina Agnes Buteaux), Johanna Henriette van Marselis, Maria Petronella van Marselis (gehuwd met Jan Hartsinck).
Toegang tot kapel met grafkelder van de Heren van Zandvoort in de Herv. Kerk te Zandvoort, 1842, Rijksmuseum Amsterdam
Nazaten van Marcelis/Marselis leven in verschillende plaatsen in ons land mogelijk ook in Heemstede. Verder vooral in Denemarken en de Verenigde Staten.
Een verre nazaat uit dit roemruchte geslacht van wapenhandelaars, Suzanne Marcelis uit Nijmegen, deed op 8 februari van dit jaar een oproep in de Volkskrant aan de landen die Irak willen ontwapenen om zelf een eind te maken met het leveren van wapens. “Maak een einde aan de wapenhandel, voorkom een oorlog en red honderdduizenden onschuldige levens!”.
Een tweeduizend kilo zware uitgehouwen wapensteen uit de 17e eeuw met het familiewapen van Marcelis, jarenlang verscholen achter een aanbouw van het poortgebouw van Elswout, is in 1989 dankzij Staatsbosbeheer tegen de zuid-west muur aangebracht als een blijvende herinnering in deze regio aan dit geslacht.
Hans Krol (Heemstede)
BIJLAGE
Telgen uit het geslacht Marcelis begraven in Oude Kerk Heemstede
+ = van hen is via een notitie in het Heerlijkheidsarchief bekend dat een wapenbord in de kerk heeft gehangen.
1662 Leonard Marcelis (in grafzerk)
1670 Gabriëlla Marcelis
1680 Adriana Marcelis
1687 Catharina Marcelis
1705 Frans (Francois) Marcelis +
1721 Isabella Adriana Marcelis +
1723 Gabriël Marcelis + CORRECTIE: Gabriël van Marselis is 10-1-1678 geboren in Amsterdam en overleden op 24-71708 te Haarlem. Hier moet door een predikant of koster dan wel een latere archiefbeheerder een vergissing zijn gemaakt met zijn broer Michiel van Marselis, geboren 5-12-1684 als zoon van Frans van Marselis en Adriana Alphonsa Pauw, woonachtig op de Glip in Heemstede. Hij zou dan op 14-7-1723 zijn begraven in de Oude Kerk te Heemstede (wat overigens niet geheel overeenkomt met zijn vermelde sterfdatum van 16-7-1623 te Amsterdam). Zijn echtgenote Hillegonda Christina van Kuyck is in 1758 overleden maar niet in de grafkelder begraven in tegenstelling tot de kinderen Adriana Maria van Marselis (1734 OF 1735?)en Reinier van Marselis (1758)
1728 Frans (Francois)Marcelis +
Francois van Marcelis (16745-1728), heer van Hoogersmilde (RKD, iconografisch bureau)
1735 Anna Maria Marcelis +
1735 Adriana Maria Marcelis +
1749 Adriana Marcelis + [was dochter van Francois ofwel Frans Marcelis, heer van Callenberg en Deens edelman, in 1720 gehuwd met mr. Maarten Pauw, welk huwelijk kinderloos is gebleven]
1758 Reinier Marcelis
1763 Adriana Margaretha Marcelis +
Voorts Anthonia Muyssart (+), weduwe van Frans Marcelis, in 1762
Portret door Arnold Boonen van Anthonia Muyssart (gehuwd met Frans van Marselis) op 38-jarige leeftijd (RKD, iconografisch bureau)
Genealogische literatuur
P.van Eeghen. De geslachten Marcelis en Marcelis alias Vijfhuijzen. In: Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie. 1963, pp. 45-62.
Elias, J.E. De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, 2 delen. Heruitgave Haarlem, 1903-1905.
Vorsterman van Oyen, A.A. en Joh.D.G.van Epen. Genealogie van Marselis. In: Algemeen Nederlandsch Familieblad, Xde jaargang, nr.7 en 8, p. 185-186 en 213-218 + bijlage.
Door Annette Sweerts uit Amsterdam is een (fragmentarische) Engelstalige genealogie MARSELIS op het internet geplaatst: http://siec.winnem.com/nmarselis.htm
Noten
(1) De namen (Van) Marcelis, Marchelis en Marselis worden in de archieven en literatuur door elkaar gebruikt. Voor de uniformiteit schrijven we hier voornamelijk Marcelis.
(2) W. Dolleman e.a.: ‘Verhaal van al hetgeen merkwaardig is voorgevallen in en omtrent de Heerlijkheid van Heemstede (…). Manuscript, pagina 90.
(3) Vermeld in ‘Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland’, beschreven door mr.P.C.Bloys van Treslong en mr.J.Belonje. Deel III. Utrecht, 1929, pagina 267.
(4) Deze lijst is gepubliceerd in de gedenkuitgave: ‘De Hervormde Kerk te Heemstede 1622 1625-1975 1977’. Heemstede, 1977, pagina 29.
(5) Zie: P.N.van Doorninck. Inventaris van het archief van de HeerlijkHeid Heemstede. Haarlem, 1911. Inventarisnummer 389
(6) Zie: F.T.Scholten. Grafmonument. In: Nieuwsbrief VOHB, nummer 44, mei 1985, p. 27-31.
(7) Van de overige kinderen is de oudste zoon Nicolaas begraven in Beverwijk, dochter Anna Cornelia in Den Haag en jongste zoon Adriaan in Bennebroek.
(8) Zie o.a. ‘Elswout’. In: Jaarboek Haerlem 1933; ‘De zanderij van Elswout’ In: Jaarboek Haerlem 1953 en J.M.van Poelje: Gabriel Marselis, schuldeiser van koningen. In: Spiegel Historiael, februari 1975, p. 100-105. In 1660 ontving de wapenmagnaat Maria Stuart en haar tienjarige zoon, de latere koning-stadhouder Willem III; drie jaar later kwam prins Christiaan van Denemarken op bezoek.
(9) Zie een uitvoerig artikel van dr.M.G.de Boer. ‘Een Amsterdamsche “lorrendraaijer” Celio Marselis’. In: 38ste jaarboek van het Genootschap Amstelodamum. 1941, p. 37- 66.
(10) Zie ook mijn artikel: De Heemsteders en hun laatste rustplaats tot 1829; deel 2. In: HeerlijkHeden, 26e jaargang, nr. 105, augustus 2000, pagina’s 164-173.
(11) A.van Damme. De buitenplaatsen te Heemstede, Berkenrode en Bennebroek 1628-1811. Haarlem, 1903, p. 107-108.
(12) Zie: E.Sneller. Van achter de Blaeuwen Engel: Hervormd Heemstede in de zeven-tiende eeuw. 1987, pagina 131.
(13 ) Archieven van Bennebroek. Deel 2. Haarlem, 1989, inventarisnummer 536.
(14 ) Zie: I.H.van Eeghen. De familie Trip en het Trippenhuis. In: Het Trippenhuis te Amsterdam, 1983, pagina 82.
(15 ) Zie: Het landgoed de Hartekamp in Heemstede. VOHB, 1982, p. 18-21.
(16) L.J.A.Braakenburg. Het geslacht Clifford. Overdruk uit het Maandblad de “Nederlandsche Leeuw”, z.j., pagina 15. Zie ook: Algemeen Nederlandsch Familie- blad, X, p.215. Daarin is ook sprake van een wapenbord met de kwartieren Clifford, Van Schuylenburg, Bouwens, Pels.
(17) In tegenstelling tot Antonia Clifford en George Clifford, kinderen van Henry Clifford.
Fragmentgenealogie van Marcelis/Marselis O.K. = begraven in Oude Kerk Heemstede
1. Gabriël Marcelis ( – 1643) x Anna l’Hermite
2. Peter Marcelis —- Gabriël Marcelis (1609-1673)—Leon(h)ard Marcelis (1611-1667), eigenaar van hofstede Duin en Vaart. O.K.
3. Voorgaande Gabriël Marcelis was gehuwd met Isabeau van der Straten. Uit dit huwelijk zijn geboren: – Gabriëlle (1670) O.K. – Adriana 1680 O.K., Gabriël (geb. 1678) O.K., Anna Maria (1672-1775) O.K. –Frans Marcelis (1643-1705), O.K.,gehuwd met Adriana Pauw, vrouwe van Hogersmilde en kleindochter van Adriaan Pauw O.K.
4. Frans van Marcelis (1674-1728) O.K. x Anthonia Muyssart (1762 overleden) O.K. (1)
5. Adriana Margaretha Marcelis (1723-1763) O.K., gehuwd met Henry Clifford (1711-1784) O.K.
(1) Ook begraven in Oude Kerk broers en zuster: Adriana Marcelis (1683-1747), (gehuwd met Maarten Pauw) O.K., Catharina Marcelis 1687 O.K. MichIel Marcelis (1684-1723) O.K.
Zie ook: De grafkelder van Adriaan Pauw; door Anja Kroon. In: HeerlijkHeden, nummer 166, p. 18-21.
In 1938 zijn restanten van botten in twee nieuwe kisten samengebracht in de Pauw-grafkelder van de Oude Kerk te Heemstede
Plaquette, augustus 1932 Ondertekend door mr. R.Ridder Pauw van Wieldrecht met de mededeling dat de aanwezige stoffelijke resten in twee kisten zijn samengebracht
N.B. VOOR EEN UITVOERIGE STAMBOOM MARSELIS wordt verwezen naar:
http://www.marselis.nl/ftree1590.htm

Niet woonachtig geweest in Heemstede, maar eigenaar van Huis te Vogelenzang was Jan Marcelis (1731-1791) Tekening door Jacobus Stellingwerf, 1726 (Bibliotheek Rotterdam)

Nieuwe feiten over de bouwheer Carl Jansz. Du Moulin, de bouwheer van Elswout. (Ons Bloemendaal, nummer 4, jaargang 36, winter 2012, pagina 28)

November 2014 verscheen een nieuw boek over ‘Elswout; van buitenplaats tot wandelbos’, geschreven door Huub Schous en uitgegeven door Loutje in Haarlem.
Andries Schoemaker. De ingang van Marcelis’ hofstede. anno 1729 (Koninklijke Bibliotheek)
![In de Domkerk van Aarhuis bevindt zich deze epitaaf van Thomas Quellinus voor het graf van Constantin Marselis (1647-1699) [Marselis-kapel] (foto Jürgen Howaldt)](https://ilibrariana.files.wordpress.com/2012/01/marselis1.png?w=504)
In de Domkerk van Aarhuis bevindt zich deze epitaaf van Thomas Quellinus voor het graf van Constantin Marselis (1647-1699) [Marselis-kapel] (foto Jürgen Howaldt)

Gezicht op de Marselis-kapel in de Dom van Aarhus. Constantin Marselis, in 1647 geboren te Amsterdam als zoon van Gabriël Marselis, overleed in Denemarken in 1699 (foto: julia&kelt)

Slot Marselisborg ligt in de omgeving van Aarhuis en werd door Gabriel Marcelis als betaling voor zijn wapenleveranties van de Deense koning ontvangen.

De koninklijke familie van Denemarken op Slot Marselisborg, 16 april 2003, bij gelegenheid van de 60ste verjaardag van koningin Margarethe
MARCELIS EN ELSWOUT (OVERVEEN)
Omstreeks 1633 is begonnen met de bouw van Elswout onder de uit Vlaanderen afkomstige Lutherse koopman Carl Jansz. Molijn (du Moulin) (1587/1588-na 1667), die voornamelijk handel dreef op Moscovië De hofstede Elswout met zijn bijbehorende gronden zijn in in 1654 aangekocht door Gabriël Marcelis (1609-1673). Na 1805 is het verbouwd en vergroot onder de toen nieuwe eigenaar Willem Borski. Vervolgens in 1882 grotendeels afgebroken en onder architectuur van Constantijn Muijsken is een nieuw huis gebouwd + oranjerie en model-boerderij. Uit: Pier Hoekstra: Bloemendaal, proeve van een streekgeschiedenis. 1947, blz.124-126: “Over de in de Gouden Eeuw meest beroemde buitenplaats in ons zandig gebied moeten we nog spreken: de Molijns- of Marcelis-hofstede alias Elswout. Ook [Constantijn] Huijgens was hier, in 1669, op zijn tocht van Den Haag naar Haarlem; hij schrijft:
‘Hier kruyste ick het spoor, en raeckte in ’t hooghe Sand
‘Daer Heer Marcelis goud uyt koper heeft geplant,


Elswout met jachtscène door Gerrit Adriaenszoon Berckheyde, circa 1670 nadat in 1654 de hofstede aanzienlijk was uitgebreid (Frans Hals Museum)

Tijdens het interbellum behoorde de firma Katz en Dieren naast Goudstikker en Houthakker tot de belangrijkste kunsthandels van oude kunt (schilderijen) in ons land. Katz verkocht een groot aantal schilderijen tijdens WOII aan Miedl (voor Göring) en Posse (ten behoeve van het op te richten Hitler museum in Linz). De nazaten Katz claimden na de bevrijding 189 kunstwerken. Op enkele na (zoals een Ferdinandf Bol en een Jan Steen) zijn deze door de Restitutiecommissie afgewezen, o.a. omdat hiervoor rele prijzen waren betaald. Het bete”kende dat vier oude meesters in het Frans Hals Museum konden blijven. daarronde een werk van Gerrit Berckheyde: gezicht op het landgoed Elswout, circa 1670. Zie artikel; ‘De zaak Katz’, door Karel Schampers, in: Halszaken, nummer 36/2013, p.9-12.

Aquarel van een gezicht op Haarlem vanuit Elswout; door Gerard van Nymegen (1735-1808). Vermoedelijk is ‘view Haarlem’ (o.a. Artnet) onjuist en is hier sprake van huize Nijenburg (Heiloo) en de kerk van Alkmaar. Zie reacties van Jan-Willem van Velzen, evenals meer recent van architectuurhistorica Inger Groeneveld
Deze beschrijving, die getuigt van de opmerkingsgave van de vreemdeling, geeft ons een idee van het statige klassicisme, waarin Elswout was opgetrokken en de barokstijl van de omgevende tuin, ook van de lust tot weelde en verzamelen, die de rijke kooplieden en regenten ging beheersen; de schilderijen van Jan Wouwerman, Berkheyde en J.van der Heiden maken het beeld van deze buitenplaats voor ons oog nog meer concreet. Ook in de volgende eeuwen zal het een voorbeeld blijven voor de stijl der opeenvolgende generaties. Onder de zoon van Gabriel Marcelis, Joan Marcelis, in de laatste dertig jaar der eeuw ging het goed echter door verwaarlozing sterk achteruit.”
Elswout vanuit een drone gefotografeerd door Harm Botman

Zowel in Nederland als Denemarken leeft de naam Marcelis voort. In ons land via o.a. dankzij een Marcelisvaartpad in Haarlem; in Hoogerheide en ‘s-Gravenhage-Scheveningen met een Marcelisstraat [in den Haag ook een Marcelisplein]. Bekend in Denemarken is het luxueuze hotel (Helnan) Marselis in Aarhus. Op deze oude ansicht een afbeelding van de receptie

Marselis in Aarhus, column van Bert Lever, in: Genaealogie, jaargang 16, nummer 3, september 2010, pagina 87

Is het mogelijk om de bronnen van dit artikel te noemen? Zo ben ik benieuwd naar de titel en vindplaats van de publicatie waaruit de beschrijving van de hand van Knorr von Rosenroth van Elswout is geciteerd.
In antwoord: Knorr von Rosenthal, Christ. Aus dem ‘Itenerarium’ des – von Prof.dr. Fuchs, met inleiding en hollandsche vertaling van den latijnschen tekst door Joh. C.Breen. Dit boek is aanwezig in o.a. de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Gedeelten zijn vertaald en afgedrukt in Amstelodamum XIV (1916) en Jaarboek Vereeniging Haerlem, 1916-1917. Wat de Duitse auteur-reiziger schreef over Elswout is opgenomen in de dissertatie van Pier Hoekstra: Bloemendaal, proeve ener streekgeschiedenis, 1947. Hiervan zal ik een scan maken en doormailen.
Gaat het bij de aquarel van een gezicht op Haarlem vanuit Elswout; door Gerard van Nymegen (1735-1808) niet om de Grote Kerk / St. Laurenskerk van Alkmaar? Het torentje is namelijk vrij laag, in verhouding tot de rest van het gebouw. Het huis op de aquarel lijkt verdacht veel op dat van buitenplaats Nijenburg en niet op het huis Elswout (vgl. bv. raampartijen). Het torentje tussen Grote Kerk en Nijenburg in zou dan het torentje van het Waaggebouw moeten zijn. Mijns inziens dus een gezicht op Alkmaar vanuit Nijenburg.


Zie voor vergelijking van de kerken ook:
Let hierbij op het niet doorlopen van het grote raam in de westgevel bij de Grote Kerk van Haarlem, terwijl dat wel bij de Grote Kerk van Alkmaar het geval is (en zoals te zien in de aquarel).
Herstel: bij Alkmaar gaat het natuurlijk om de zuidgevel, maar wel gezien vanuit Nijenburg. Het gaat erom dat vanuit het landgoed gezien het raam van de Grote Kerk van Haarlem niet overeenstemt met het beeld van de aquarel terwijl dit beeld wel past bij de situatie zoals beschreven voor Alkmaar.
Beste beiden,
Mijns inziens is hier bij de aquarel door Gerard van Nijmegen wel degelijk sprake van een (knullig) aanzicht op Elswout vanuit het westen ziende naar het oosten (met Haarlem in de achtergrond).
Wellicht is Van Nijmegen niet het grootste tekentalent, maar topografisch gesproken is er geen misverstand mogelijk, ondanks dat inderdaad het aantal traveeen (ramen) incorrect is weergegeven. Voor het overige is het gewoon kloppend.
Rechts van het oude Elswout zijn (een beetje aan de grote kant, maar toch) de twee zeventiende-eeuwse paviljoentjes van het voorplein afgebeeld, hier nu zonder ommuring van het voorhof. Achter de bomen het later door Willem Borski I gesloopte binnenste poortgebouw
Een bijzonder en waardevolle 18de-eeuws gezicht op Elswout, want ik ken geen afbeeldingen waarin de paviljoentjes nog overeind staan op het moment dat de muren van het voorhof wel al verdwenen zijn!
Laten we alsjeblieft dergelijke waardevolle historische topografische bronnen a.u.b. op waarde schatten. Twijfel zaaien (Van Velzen…) wanneer daar geen aanleiding toe is, schept enkel verwarring.
Met vriendelijke groet,
Inger Groeneveld
architectuurhistorica
‘Aspire auction’ en ‘artnet’ spreken van ‘View Haarlem, circa 1800’ , maar ik twijfel nu ook of die beschrijving juist is en acht de toeschrijving van Alkmaar en Nijenburg in Heiloo zeer wel mogelijk. Ik zal proberen dit nog verder uit te zoeken. Met dank voor toelichting, Hans Krol
Beste Hans Krol, Veel dank voor het altijd weer het publiceren van veel feitelijkheden over Heemstede en omstreken.
Bij dit artikel zijn echter een paar correcties nodig
Ik vroeg me af of je wel op de hoogte bent van mijn artikel over Elswout in het Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (2012) De hier gepresenteerde informatie over Car(e)l du Moulin en het vroegste Elswout is gebaseerd op een broodje aap-verhaal. Mijn artikel over het vroegste Elswout van Carl du Moulin kunt u geheel lezen via http://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/96/731
Daarnaast betreffen de portretten van Barthelomeus van de Helst uit 1655 NIET Gabriel Marselis en Maria van Arckel, maar volgens de nieuwste identificatie door Pieter Biesboer, oud-conservator van het Frans Hals Museum, betreft het bewoners van het Huis te Manpad, namelijk Hendrik Zegersz. van der Kamp en Hester du Pire
N.B. deze indentificatie is ook overgenomen door het RKD.
zie:https://rkd.nl/nl/explore/images/244738
Met vriendelijke groet, Inger Groeneveld, architectuurhistorica
Gaarne met dank voor heden verwerkte correcties en aanvullingen.
.
O.k., met dank! In het onderschrift bij de afbeelding verwijs ik naar deze reactie
In het artikel wordt vermeld, dat het wapensteen van marcelis is verplaatst naar de zuidwestgevel van het poortgebouw op initiatief van mevrouw Schouwenburg. Dat is historisch aantoonbaar onjuist. In 1988 was ik namens Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor het beheer van het landgoed Elswout. De wapensteen was aangebracht in de andere flank van het poortgebouw en aan het zicht onttrokken door de aanbouw van de dienstwoning. De steen is primair op mijn initiatief gefinancierd door Staatsbosbeheer verplaatst naar de huidige lokatie. Nadien heb ik ik nog geprobeerd om de discussie te openen om de bekende kleuren die in een vroeg stadium waarschijnlijk op de wapensteen hebben gezeten weer aan te brengen. Deze discussie heeft niet plaatsgevonden omdat mevrouw De Jong -Schouwenburg deze discussie in een vroegtijdig stadium heeft gesmoord.
Jurrie de Vos.