Couvert Nationale Bloemententoonstelling Haarlem 1910 (Ruud van der Molen)
FLORA HAARLEMMERHOUT 1910
Minister A.S.Talma (midden) bezoekt de bloemententoonstelling in Haarlem in 1910 geflankeerd door rechts mr.J.G.Patijn, commissaris van de Koningin in Zuid-Holland en links J. Korthals Altes, lid van Provinciale Staten in de provincie Noord-Holland
LITERATUUR , KAARTEN EN ILLUSTRATIES GROENENDAAL en FLORA’S in o.a. collectie Heemstede (zie ook o.a. bibliotheekcatalogus Noord-Hollands Archief)
LITERATUUR – L.H.Albers. Landgoederen van Zuid-Kennemerland. Amsterdam, 1984. – G.Baeyens en J. Mourik. Lezen in het duin; nagenieten van de Gouden Eeuw. Zeist, KNNV Uitgeverij, 2012. – Beheersplan wandelbos Groenendaal: gemeente Heemstede, periode 1982-1992. 1981.
– Ch. Bertram. Noord-Holland’s Arcadia. 2005. – Bettink, G.J. De eerste stoommachine in Nederland. In: De Natuur, 15-9-1913, blz. 257-258. – G.J.Bettink. Van een schilder en zijn buiten. Jaarboek Haerlem 1937, blz. 92-98 [Betreft Dirck Bleecker als eigenaar van huis De Driesprong]. – G.Bleeker. Het wandelbos ‘Groenendaal’ te Heemstede. In: Nederlands boschbouwkundig tijdschrift. 13, 1940, p.309.
– R.H.A.van Bruggen (samenst.). Inventaris van het archief van de gemeente Heemstede 1930-1990. Gemeente Heemstede, 1997. Nummers 875 tot 899: stukken betreffen de aankoop van Meer en Berg (1931-1949), Oranjerie (1952-1953) en het wandelbos Groenendaal (1929-1990). – Marcel Bulte en Wim Post. Bloeiende bedrijvigheid. Haarlem, De Vrieseborch, 2002 [o.a. bloemententoostellingen 1910, 1925, 1935, 1953]. – P.J.Bussen (samenst.) Inventaris van het archief van de gemeente Heemstede (1915) 1920-1929 (1936). Gemeente Heemstede, 1997, Wandelbos Groenendaal, nummers 480-487. [In Noord-Hollands Archief]
VOORSTEL TOT AANKOOP WANDELBOS (RAADSNOTULEN HEEMSTEDE 27 MAART 1913)
– Cultuurhistorische wandelroutes. Wandelbos Groenendaal en de Algemene Begraafplaats. Gemeente Heemstede, 2007 – W.A.Evelein. Op verkenning door Groenendaal. Gemeente Heemstede, 1978 (brochure)
– Feestgids van de feesten op 17 Juli 1913 te Heemstede naar aanleiding van de openstelling van het Wandelbosch Groenendaal en van de herdenking van Neerlands Onafhankelijkheid.
– Groenendaal. Uitgave van de Vereniging Vrienden Wandelbos Groenendaal/Het Bosblad. 1990/1993 (tijdschrift).
– J.W.Groesbeek. Heemstede in de historie. 1972. + Geschiedenis van Groenendaal, zie: Ven van Tongeren, Groenendaal. – Rob Hinse. Het molentje van Groenendaal en de molens van Heemstede. 2007.
– Jos Kluiters en Frits van Daalen. Zuid-Kennemerland natuurlijk; vijfduizend jaar mens en natuur tussen duinen en polders. Haarlem. Schuyt & Co., 1988. – A.J.Kramer n.m.v. A.Overmeer. Bennebroek-Heemstede-Vogelenzang; honderd jaar in de bollen. 1987. [o.a. over Flora’s 1925-1935-1953].
– Hans Krol. Eerste in Nederland gebouwde stoommachine vuurde twee eeuwen geleden in Groenendaal. In: de Heemsteedse Courant bam 6 augustis 1981. [+ 2 artikelen over stoomwerktuigen en stoomvervoer in Heemstede: de Heemsteder, 13 augustus 1981 en 30 september 1981]. – Hans Krol. Geschiedenis van het buitengoed Bosbeek in Heemstede en van het adellijk geslacht Van Merlen. 1987. – Hans Krol. J.Ph. d’Orville en het landgoed Groenendaal. In Nieuwsbrief VOHB, 1987. – Anja Kroon. De Flora’s In Heemstede. In: HeerlijkHeden, nummer 112, april 2002. – Landgoederen en groene gebieden; visie per deel gebied. Uitgave van SAB in opdracht van de gemeente Heemstede, 2005.
– L.van Leeuwen Jr. Flora’s lentefeest in Kennemerland: een overzicht van de bloemenweelde die te zien is op de tentoonstelling “Flora”. Amsterdam, Meulenhoff 1935. – Zr. Petra Meyens. Wetenswaardigheden van Groenendaal en Bosbeek [z.j.]. – Officieele catalogus der internationale voorjaarsbloemententoonstelling Heemstede: 13 maart tot 21 mei 1925. 1925. – Officieele catalogus internationale bloemententoonstelling Flora 1935. Heemstede. 1935. – Officiële catalogus Internationale bloemententoonstelling Flora 1953: 14 maart – 14 mei, te Heemstede bij Haarlem in het wandelbos Groenendaal. – Cees Peper. Drie generaties Willemse/Prins in Groenendaal. In: HeerlijkHeden, nummer 122, 2004, p. 228-233. – Cees Peper. Restaurant landgoed Groenendaal 90 jaar. In: HeerlijkHeden, nummer 133, 2007, p. 141-144. – Plannen voor het wandelbos Groenendaal. Heemstede, 1980 (rapport).
– Een reis naar de Flora, internationale bloemententoonstelling. Heemstede 15 maart – 19 mei 1935. Uitgave ter herdenking van het 75-jarig bestaan der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, 1935.
Over de architect John Thomas Hitchcock schrijft A.J.van der Aa in zijn Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8 (1867) het volgende : ‘Hitchcock (Johan Thomas) werd in 1812 te Amsterdam geboren, vertrok reeds op jeugdige leeftijd naar Engeland, bleef 8 jaren te Londen, waar hij bouwkundig onderwijs van den architect P.Hardwich verkreeg. Na gedurende twee jaren Groot-Brittanje, van waar hij in 1841, na een verblijf van vijf jaren, naar Java op reis ging om aldaar zijn bouwkundige talenten te benuttigen. Zijne loopbaan was slechts kort, daar hij den 11 Maart 1845 , in den ouderdom van 33 jaren in Indië overleed. Gedurende zijn verblijf in Nederland bragt hij een aantal werken tot stand, zoals het huis van den heer Cassee bij de Velperpoort te Arnhem, de buitenverblijven van de heeren Insinger bij Haarlem, Boekhorst, Rothuis en Rutgers van Rozenburg bij Soestdijk, van F.A.van Hall bij Velzen ,een belvedere op het buitenverblijf van de heer (H.P.) Hope te Heemstede, de koepel van de heer Stoop op den Amersfoortschen weg, de sociëteit de Vriendschap te Amsterdam en andere gebouwen’ [Zie: Immerzeel, Leven en werken der Hollandschen en Kunst.schilders, deel II, p.40; Kramm, Deel IV, p.693}
Citaat uit één van de talrijke 19de eeuwse toeristische gidsen: ‘Wegwijzer in Haarlem en Omstreken’, 1848,: ‘(..) Thans begeeft ge u naar het zeer nabijgelegen landgoed van de Heer Hope, Groenendaal en Bosbeek genaamd, en verzocht den tuinman het straks genoemde Belvedère te mogen beklimmen. Hij zal u langs bevallige paden en wateren leiden, en u dn zien, hoe de Kunst hier de Natuur is te gemoet gekomen; hoe hier alles te zamen liep, om, van deze heuvelachtige grond, een der fraaiste plekjes van Nederland te maken. Meer opgetogen zult ge staan, wanneer ge u op het hoogste gedeelte van het Belvedère bevindt. Wanneer ge daar ten westen tet oog op Zandvoort slaat, het verder naar Haarlem wendt en vervolgens naar Amsterdam; wanneer je zuidwaarts Leyden, Hooglandsche Kerk, voorts Rijsburg, Noordwijk en ten laatste de zee ontdekt (…)’.
– Kees Schaepman. De strijd tussen hond en hooglanders in Heemstede. In: Vrij Nederland, jrg. 55, nr. 38, 1994, blz. 28-30 [Over de pennenstrijd die gevoerd is tussen hondenbezitters en voorstanders van runderen en pony’s in het Groeendaalse bos] – J.B.Schepers. Het Heemsteedse wandelbos. In: Buiten, 19 april 1913. – Jan P.Strijbos. Flora en fauna in het wandelbos ‘Groenendaal’ Zie: Ben van Tongeren, Groenendaal. – Stadspark en wandelbos. Speciaal nummer van Wonen-TA/BK, 9/10, 1977. [Verschenen n.a.v. tentoonstelling door het Frans Halsmuseum in de Vleeshal te Haarlem van 28 mei tot 4 september 1977]. G.D.Swanenburg de Veije. Paddestoelennieuws uit Groenendaal. In: De Levende Natuur, jaargang XXVII, afl. 1, mei 1922, p. 2-23. – Ben van Tongeren (samenst.). Groenendaal. VOHB, 1978.
VERDEROP IN DIT BLOG VERVOLG VAN OUDE EN NIEUWE BELVEDERE
Situatieschets van Groenendaal e.o. met wegen, buiten, huizen, boerderijen in de 17e eeuw, vervaardigd door mr.J.W.Groesbeek. Buitentje ’t Lam was vanaf 1648 eigendom van de kunstschilder Jan Miense Molenaer en zijn echtgenote Judith Leyster is daar in 1660 overleden. De kunstenaars Gerrit Bleeker (1593-1656) en Dirk Bleeker (1622-1672) hebben veel ellende gehad om hun buitenhuis De Driesprong.
– Vijftig jaar van oud naar nieuw 1947-1997 Heemstede en Bennebroek. Heemstede, VOHB, 1997 – Groenendaal/kinderboerderij ’t Molentje: 1947, 1948, 1951, 1953, 1965, 1979, 1984, 1990, 1992. – H.A.Visscher. Kastelen en buitens van Zuid Kennemerland. Aflevering F 7a van de serie Natuur en Landschap, 2000. – Jeronimo de Vries. Groenendaal en Boschbeek (in juli 1913 opengesteld).In: Eigen Haard, 25 oktober 1913, blz. 675-680. – Het wandelbos Groenendaal te Heemstede: renovatie van een historisch rekreatiebos. 1985. – Wandelen in Groenendaal. Heemsteedse Milieuraad, 1984. – Wandelroutes door wandelbos Groenendaal. 2 edities. Circa 2000. N.B. – Het Belvèdere op Bosbeek en Groenendaal. 13 juli 1839. Kopie van bezoekersregister tot 15 maart 1913.
KAARTEN/PLATTEGRONDEN incl. Meer en Berg [N.H.Archief] – Situatiekaart van de duingronden ‘wildernissen’ van Meer en Berg en Groenendaal, vòòr 1731. – ‘Geometrische tekening der wildernissen, gelegen onder Heemstede in erfpacht genomen door de Heer Mattheus de Neufville van de Heer Dirk van Lennep Anno 1733, door Christiaan Gebhard. – Kopie van kaartje door Christiaan Gebhard, 1733, nagetekend door J.A.van Lennep, 1793 [met lijst van eigenaren en aankopen van 1696 tot 1816]. – Kopie van kaart Groenendaal, circa 1760-1765. – Plattegrond ‘Wandelbosch Groenendaal’ en Bosbeek. L.J.Roborgh, 1913. LANEN IN EN ROND WANDELBOS GROENENDAAL: Torenlaan, Platanenlaan, Adriënnelaan [Pottenlaan], Kastanjelaan (nabij Herenweg), Dwarslaantje, Sparrrenlaan, Beukenlaan, Doodweg, Vrijheidsdreef, Burgemeester van Lennepweg (vervolg van Molenlaan), Bosbeeklaan WATEREN: Van Merlenvaart, Lelievijver, Waterdel (ofwel Rhododendronvijver), Zochervijver, Kop en Schotel, Lindenkom, Paardenwed, vijver hertenkamp, Slingerwater in Egelse bos OPSTALLEN, NATUURMONUMENTEN E.D.: Vrijheidsbeeld/monument voor de gevallenen, restaurant landgoed Groenendaal, dienstwoningen, toegangspoorten, Dennenberg, Heksenhuisje (Schuilhut), heuvel van vm. Belvédère, weide (krocht grasland), speeltuin, kiosk, kinderboerderij, volière en bezoekerscentrum, hertenkamp. molentje, tennisbanen, vm. tolpoort van de Leidsevaart, parkeerterrein, Amazoneheuvel, vm. Konijnenberg [= de Uitkijk], Hoefijzer, Engelse bos, Marotheuvels, Ruïne van fonteinhuis, houten gebouw scoutinggroep (restant van Flora 1953).
OBJECTEN VAN GROENENDAAL DIE ALS RIJKSMONUMENT ZIJN GEREGISTREERD: – tuin- en parkaanleg (Glipper Dreef 209), – koetshuis (Groenendaal 3) – tuinmanswoning (Groenendaal 4) – Moestuinmuur (Glipper Dreef 209) – Haarlems tolhek (1) – Portiershuis naast het toegangshek met burchten (Herenweg 20) – Hek met burchttorens vanaf de Herenweg aan de Sparrenlaan – Groenendaals molentje.
(1) Het Leidse tolhek is gerestaureerd en staat nog op de oorspronkelijke plaats aan de Haarlemmertrekvaart [in Haarlem e.o. met Leidsevaart aangeduid] in de gemeente Oegstgeest.
ILLUSTRATIES De 5 attracties van Groenendaal zijn (behalve de tennisbanen): 1) wandelbos, 2 speeltuin, 3 kinderboerderij en natuur- en milieucentrum (ecodroom), 4) hertenkamp, 5) restaurant. Deze zullen via afbeeldingen ter sprake komen naast o.a. (verdwenen) cultuurhistorische elementen (zoals belvédère, schelpen-nis, walvisbank, koepel, tolpoort van de Leidsevaart e.d.) evenals een aantal evenementen die in Groenendaal hebben plaatsgevonden met als hoogtepunten de internationale FLORA-bloemententoonstellingen van 1925, 1935 en 1953.
===========VERVOLG UITZICHTTOREN/Belvedere======
De uitzichttoren Belvédère in het wandelbos Groenendaal was in de jaren zestig van de 20ste eeuw niet meer in gebruik. Een lonende exploitatie bleek niet meer mogelijk. De daling van de belangstelling was wel begrijpelijk. In de nabijheid van de toren stonden hoge bomen, die het uitzicht belemmerden. Na de sluiting verslechterde de toestand en raakte de uitkijktoren in verval. Een restauratie zou tussen de ƒ 60.000,- en ƒ 100.000,- kosten. Door de hoge bomen naast de Belvédère zou deze ook nog verhoogd moeten worden. Voor dit laatste voelde de gemeente niet. Een verhoging door het aanbrengen van een tussenverdieping zou nog eens ƒ 30.500,- extra kosten. Een dergelijke kostbare investering voor de restauratie achtte het college van burgemeester en wethouders niet verantwoord. De gemeenteraad besloot daarom de Belvédère in 1965 af te laten breken. Enkel de heer H.J.Verkouw van de PvdA heeft in de raad nog een poging ondernomen de uitzichttoren te behouden, maar gelet op de hoge kosten van herstel en exploitatie was daar geen meerderheid voor te vinden.
De Belvedère hier nog in volle glorie op een ansichtkaart uit circa 1915
Nota Bene: zie ook artikel ‘Kroonjuweel Belvedère’, in: Groenendaal van buitenplaats tot Wandelbos. Historische Vereniging Heemstede Bennebroek, 2013, p. 178-179.
Op basis van een schenking van een half miljoen euro door de familie Bids [de heer G.H.Bids en zijn (inmiddels overleden) zuster H.G.Bids] bestemd voor de herbouw van een nieuwe Belvedère, heeft de gemeente Heemstede aan zes ontwerpbureaus opdracht gegeven voor een ontwerp uitgaande van o.a. baksteen en een vergelijkbare hoogte met de oude uitkijktoren van circa 14 meter, op een bestaande heuvel van ongeveer 10,25 meter, een ontwerp te vervaardigen. Deze zijn via het internet en op panelen in het raadhuis zichtbaar. Inwoners uit Heemstede kunnen vervolgens tot 5 december 2019 hun voorkeur uitspreken voor het hun meest aansprekend ontwerp. Onderstaand een afbeelding van de zes ontwerpen en daaraan gegeven naam:
Commentaar: UITKIJKTOREN OF KUNSTWERK?
Zoals meermaals herhaald blijf ik bij mijn mening dat de geplande hoogte van 14 meter te laag is om -zoals in het verleden bij de oude belvedère – een allround overzicht van 360 graden te verkrijgen. Intussen zijn de bomen van Groenendaal hoger gegroeid en zullen deze ten dele getopt moeten worden of zeld gekapt voor enige gewenste zichtlijnen. Wat de hoogte betreft zou de Heemsteedse Watertoren met ruim 40 meter sowieso meer geschikt zijn al als uitzichtoren aan te wenden. Men moet er voorts niet aan denken dat jongeren in de toekomst op het dak klimmen om een allround panorama-overzicht te verkrijgen. Op 7 oktober 2021 beklom een 13-jarige jongen uit Apeldoorn de aldaar aanwezige uitkijkkoren wat al te overmoedig en overleefde hij de val naar beneden niet.
Het is mijns inziens jammer dat uiteindelijk door zowel door de gulle schenker als de gemeente is besloten ten aanzien van de materiaalsoort te kiezen voor cortenstaal. Weliswaar goedkoop. maar foeilelijk, en zeker niet passend in in het historisch waardepatroon van cultuurbos Groenenendaal. (Disclaimer. Wat nu als lelijk wordt ervaren hoeft dat over pakweg een halve eeuw niet te zijn).
Goedkeuring bestemmingsplan Belvedere door gemeenteraad (Heemsteder, 26 april 2022)
Op 19 mei 2022 is in de hal van het raadhuis een maquette van de te bouwen belvedère onthuld. Een armzalig frutseltje dat die benaming niet verdient.
Schrijven van Oscar Boeder namens fractie CDA aan wethouder mw.A. van der Have
========
Op donderdag 8 december 2022 deed mw. Albertine Verwey, buurman van wijlen de heer Gerrit Bids, die zij vier jaar als mantelzorger bijstond, in het raadhuis van Heemstede een hartstochelijke oproep aan het gemeentebestuur om de wens van de heer Bids en diens zuster te honoreren en de Belvedere te herbouwen.
Aan het einde van de Adriënnelaan, een van de fraaie lanen in Groenendaal, was nog tot na de Tweede Wereldoorlog een schelpenhuisje te vinden. Feitelijk een nis met een hardstenen beeld daarin. Soms sprak men ook van een schelpengrot, ofschoon op het het helaas verdwenen bouwwerkje niets grotsachtigs van toepassing was. De nis was van binnen voorzien van talrijke grote schelpen en in de nis stond op een voetstuk een beeld. Een stemmig hekje sloot dit alles af, vervaardigd om beschadiging te voorkomen. Volgens de overlevering was het tuinbeeld gewijd aan Adriënne ofwel op z’n Nederlands Adriana. Men zou, gelet ook op haar dracht, kunnen denken aan een mythologische figuur uit de klassieke oudheid, maar in de godenleer is deze naam onbekend en zeker geen met een voorliefde voor schelpen. Men zou kunnen denken aan Venus die haar prille kindsheid in een schelp sleet – denk aan het fraaie schilderij van Botticelli – of Galathes de zeenymf, die met de dolfijntjes voor haar schelpenkaros zo speels voor Sicilië dobberde. Het blijft echter gissen. Adriënne als onbekende in de antieke literatuur, maar zeker niet bij degenen die voor de afbraak Groenendaal bezochten. Voor zover bekend telt ons land nog vier enigszins vergelijkbare schelpenhuisjes, in Nijmegen (bij villa Brakkenstein), Leek (Nienoord), Slot Zeist en kasteel Rosendael bij Arnhem (de Bedriegertjes met schelpengalerij en fonteintjes). D.J. van der Ven schreef in zijn verhaal ‘Schelpenpracht’ (Op de Hoogte, 1917″: “Ik herinner me de marmeren zeenimf met het watermonster aan het eind van de prachtige Adriënnelaan in het Heemsteedsche wandelpark Groenendaal en de sage fluistert aan mijn oor, dat al de in kalk gedrukte zoetwatermosselen en oesterschelpen, afkomstig uit den goeden tijd, toen de heeren van Groenendaal in één week kans zagen al die weekdieren tot slachtoffers te maken van hun lucullische neigingen.”
[In de Oprechte Haarlemsche Courant van 1 april 1742 stond een advertentie: “Word bekend gemaakt dat er een zeer fraaye Partij HOORENTJES, zeer bequaam tot fyn Grot-Werk, en eenige Schulpen te bekomen zyn (…)” Aangeboden door Jacob l’Admiral Junior in de Kalverstraat, die nog berichtte dat de schelpen en ‘hoorentjes’ (slakkenhuisjes) op zijn zolder lagen, waarmee vermoedelijk is bedoeld pakhuis boven de particuliere woning ingericht. De kunst om met schelpen interieurs en/of exterieurs te versieren is ten tijde van de Renaissance in Italië geboren en kwam later in Frankrijk tot bloei met o.a. de befaamde ‘Grotte d’Apollon’ van koning Lodewijk XIV in Versailles]. ==================================================
Aankoop van Groenendaal in 1913 Een van de belangrijkste gemeenteraadsbesluiten van de vorige eeuw was de aankoop van de buitenplaats Bosbeek-Groenendaal. Burgemeester jhr.mr.D.E.van Lennep onderhandelde hierover met de Erven Van Merlen, i.z. met jhr.mr.M.C. van Merlen, zoon van J.B. van Merlen. Op 15 maart 1913 verscheen een uitvoerig gemotiveerd voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van het wandelbos Groenendaal, herenhuis Bosbeek, stalling, koetshuis, tuinmanswoning, Belvédère etc. en bovendien diverse wei- en teellanden, verschillende stroken langs openbare wegen, de vaart van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder tot de Zandvaart met stroken daarlangs. Verder enige verspreide percelen, welke voor de gemeente van belang konden zijn. Alles met een gezamenlijk oppervlak van ongeveer 86 hectare. Ter motivering van dit voorstel werd onder meer het navolgende door B. en W. daarin vermeld: “De gemeente Heemstede mag terecht op veel natuurschoon bogen, vooral door de nog bestaande buitenplaatsen. Voor het publiek zijn die plaatsen in den regel niet toegankelijk. Dit heeft zich tevreden te stellen met den buitenkant daarvan te beschouwen en zich op de openbare wegen te houden. Behalve in den Haarlemmerhout is er er geen wandeling in een bosch. Openstelling van het Bosch en van het voormalige ‘Groenendaal’, welken naam wij weder aan het bosch zouden willen geven voor het publiek, zou niet alleen voor de ingezetenen van Heemstede een groot voorrecht zijn, maar het zou de aantrekkelijkheid van onze gemeente in niet geringe mate verhoogen.” Uit het jaarverslag van de gemeente Heemstede over 1913 lezen we o.a. dat dit bos, gegroeid op het binnenduin, in vroeger tijden bekend als ‘de Heemsteedse Wildernisse’, is een stuk natuur zo mooi, dat er weinig plekken in ons vaderland zijn, die hiermee vergeleken kunnen worden. Schijnbaar verwaarloosd, wat methode van onderhoud betreft, onderscheidt het zich van de meeste wandelparken door zijn wildheid van ongerepte natuur. Streven van de gemeente is het karakter van wild natuurbos zoveel mogelijk te behouden, opdat men zich aldaar wandelende geheel ‘buiten’ blijft gevoelen. Vervolgens worden in het voorstel de vele voordelen nader uiteengezet. Behandeling van het voorlopig koopcontract had plaats in de raadsvergadering van 27 maart 1913. Zonder belangrijke discussie werd besloten om Burgemeester en Wethouders te machtigen om Bosbeek-Groenendaal voor een som van ƒ 318.000,- aan te kopen uit de nalatenschap van Vrouwe C.A.Visser van Hazerswoude, Douairière Jhr. J.B.van Merlen en genoemd in het op 15 maart 1913 tussen hen en de Erven van Merlen (1) gesloten voorlopig koopcontract. Ten overstaan van notaris Mr.C.J.Boerlage, kantoorhoudend in de Meerlhorst, van Merlenlaan 2, werd de akte van koop gepasseerd op 13 juni 1913. Vervolgens is in de gemeenteraadsvergadering van 8 mei een verordening vastgesteld op “het gebruik en beheer van ‘Groenendaal'”. In de daarop volgende raadsvergadering van 12 juni werd besloten machtiging te verlenen aan B.en W. tot het aangaan van een geldlening tot een bedrag van ƒ 350.000,- voor genoemde aankoop. Bovendien werd besloten een krediet te verlenen van ten hoogste ƒ 800,- om Groenendaal open te stellen ter viering van Koninginnedag, tevens ter herdenking van het eeuwfeest van Nederlands onafhankelijkheid onder Oranje. Op 17 juli 1913 had de officiële en feestelijke opening plaats van het wandelbos Groenendaal in aanwezigheid van talrijke genodigden. Door de burgemeester werd bij die gelegenheid een toespraak in dichtmaat gehouden, waarvan de laatste woorden luiden: Heemstêe bloei nu, Heemstêe groei nu, ieder werke daartoe mêe, Worde mij de kracht gegeven Met U naar dien bloei te streven! Dit is Heemsteders mijn bêe.” Eveneens werd een rede gehouden door de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. mr. Van Leeuwen, en door de heer dr.M.Colenbrander, welke vereniging op zich had genomen de feestelijkheiden bij de opening voor te bereiden. ’s Avonds is ter afsluiting van het feest een vuurwerk afgestoken. Al vrij snel na de openstelling is Groenendaal ontdekt door talrijke volwassenen als kinderen. Voor toezicht en onderhoud zijn in eerste instantie drie bos- en plantsoenwerkers aangesteld. De voormalige stal en koetshuis zijn ingericht voor Ververschingshuis. Als kastelein is J.Scholten aangesteld, terwijl de heer A.L.Roozen, exploitant van hotel Roozen in de Haarlemmerhout belangeloos als adviseur voor de gemeente optrad. Ook de Belvédère werd tegen een entreeprijs van 10 cent per persoon voor het puliek ter bezichtiging opengesteld. Sinds de opening bezochten tot 1 januari 1914: 19.559 personen de uitzichttoren, die bij helder weer vergezichten geeft over de verre omgeving. Sinds de opening bedroegen de inkomsten van Groenendaal in totaal bijna 7.000 gulden. De meeste inkomsten werden gegenereerd uit het bezoek aan de Belvédère namelijk 1955,90 gulden, gevolgd door het verhuren van landerijen ƒ 1916,10 en de winst uit consumpties ad ƒ 1006,26 De verkoop van wandelkaartjes bracht ƒ 134,90 op en van prentbriefkaarten van Groenendaal ƒ 407,62. Stalling van fietsen leverde ƒ 318,70 op en het gebruik van de openbare toiletten ƒ 137,20. (1) De erfgenamen van vrouwe C.A.Visser van Hazerswoude, Douairière jhr. J.B. van Merlen, waren jhr. mr. Bernard Cornelis van Merlen te De Bildt, mr. George Conrad Everwijn Lange (dijkgraaf van de Haarlemmermeerpolder), jonkvrouwe Adriana van Merlen, echtgenote van mr. George Conrad Everwijn Lange, jonkvrouwe Margaretha Diederica van Merlen, echtgenote van Jacob Fontein (chef Guepin en Van der Vlugt in Haarlem), jonkheer Jean Baptist van Merlen, electro-technisch ingenieur, Cothen (Duitsland). In de akte van verkoop werden enige erfdienstbaarheden opgenomen, nodig voor verschillende niet-verkochte gronden. Als bijzonderheid kan nog worden vermeld dat de verkopers het uitsluitend recht tot begraven in de bestaande grafkelder, gelegen in perceel B, 1279, behielden, waarbij de gemeente Heemstede geen rechten mocht heffen. Bovendien mocht deze grafkelder niet bij de Algemene Begraafplaats worden getrokken.
Naast voornamelijk lof over de aankoop van Groenendaal door de gemeente was er ook enige kritiek. De vaste ingezonden-stukken-schrijver uit die tijd, de heer Roostee, liet via de pers weten dat het schande was van de gemeente om “tonnen gouds” over de balk te smijten voor een stuk wildernis, spoedig te ontdekken door de vagabonderende jeugd uit Haarlem en mogelijk zelfs Amsterdam en Leiden. De heer Roostee meende dat zeker niet de echte Heemsteder, eeder ongedierte uit Indië en Afrika zich hier thuis zou voelen. De afdeling Heemstede der Algemeene Vereeniging van Bloembollencultuur richtte zich met een adres aan de raad om een groot deel van de grond voor bloembollenteelt te bestemmen. Gelukkig waren er ook enthousiaste reacties, maar de gemeenteraad kon pas overtuigd worden dankzij de toezegging dat “natuurlijk behoudens onvoorziene omstandigheden, de aankoop niet behoeft te leidentot belastingverhoging.” De totale kosten bedroegen het voor die tijd kapitale bedrag van ƒ 350.000,-. De schuld per inwoner, in 1906 nog slechts ƒ 3.65, steeg van ƒ 69,- in 1913 tot ƒ 125,- één jaar later. Teneinde het verwaarloosde bos geschikt te maken voor het publiek moest veel grondwerk verricht worden. In 1914 ving het Steuncomité aan met werkzaamheden tot het aanleggen en verbeteren van paden etc, welke reeds het jaar daarop zijn voltooid. Verschillende mulle zandpaden zijn overdekt met een laag zwaardere grond, o.a. de Adriënnelaan en de beide opgangen naar de Belvédère. De middenweg van de Vrijheidslaan met aansluitende Molenlaan zijn voltooid, zodat een goede rijweg ontstond vanaf de Van Merlenlaan naar het Verversingshuis en tevens aansluiting werd verkregen met de Sparrenlaan en Bosbeeklaan. De sloten langs de Van Merlenlaan en de Oostzijde van de Herenweg zijn gedempt en op de daardoor ontstane strook is een wandelweg aangelegd. De kosten van een en ander bedroegen voor de gemeente ƒ 5564,50.
In de raadsvergadering van 17 november 1915 werd op advies van de plantsoenencommissie besloten tot het rooien van een deel eikenhakhout ten westen van de Dennenweg en het aldaar planten van jonge dennen, waartussen eiken. Eerder was bij raadsbesluit van 25 februari besloten het herenhuis ‘Bosbeek’ te verkopen aan de heer jhr.Ch.F. van de Poll te Haarlem met omliggende tuin en bos, ter grootte van ongeveer 5.91 hectare, voor de som van ƒ 58.000,-. Het was hierdoor nodig een nieuwe Bosbeeklaan in noordoostelijke richting aan te leggen, terwijl de bestaande Bosbeeklaan de oprijlaan bleef van het herenhuis. Vooralsnog werd besloten de exploitatie van het het Ververschingshuis in eigen beheer te houden en van de uitzichttoren in eigen beheer te nemen. De Belvédère is in 1914 bezocht door 11.486 personen en in 1915 door 14.184 mensen. In 1915 is het oude hertenhuis gesloopt; de hooiberg werd verrold tot nabij het Ververschingshuis en deed na enige opknapping dienst als muziektent. De verschillende ontvangsten van Groenendaal bedroegen buiten de verkoop van ‘Bosbeek’ ƒ 7.714,52. Op een in 1915 gerooid gedeelte eiken hakhout ten westen van de Dennenberg is in het jaar daarop een beplanting jonge dennen aangebracht. Op advies van de Plantsoenen-commissie is in de raadsvergadering van 7 december 1916 besloten een gedeelte eiken hakhout ten zuiden en ten noorden van de Spaarenlaan te rooien om daardoor gelegenheid te hebben tot aanplanting van een rij sparren achter de bestaande bomen. In 1916/1917 is het Ververschingshuis verbouwd en zijn restaurant en belvédère verpacht. ====================================================
De autobusdienst ‘Groenendaal’ 1914-1915
Nog een openluchtspel in Groenendaal: de Christusspeler uit 1937 van pater Jac. Schreurs
===================================================== Na 1914 werd het verversingshuis in het voormalig koetshuis, de stal en dienstwoning van Bosbeek/Groenendaal door de gemeente verpacht aan de families Uitendaal en Verdonschot. Anno 2012 leidt intussen de vierde generatie Uitendaal het restaurant van landgoed Groenendaal. Onderstaande foto dateert uit 1920 en is bij de achter-uitgang van het verversingshuis gemaakt. We zien hier van links naar rechts: Arie Verdonschot, de gezusters Truus en Bets Stijnman (werkten in het restaurant). Achter hen Kees Verdonschot, dan een kok, de kelners Frans van den Berg en Gerard Schultz en toenmalig chef de cuisine Lou Campfens. Knielend: Stien Verdonschot, die de kiosk in Groenendaal beheerde. Zittend: Jan Uitendaal en Gerrit Verdonschot, zonen van de twee exploitanten, die in 1920 nog als hulpjes dienst deden. [Informatie van Arie Kramer]
1= mw. M.Mijnssen, 2 = Dr. Van Moerkerken, 3= Annie de Meester, 4= Annie Alberdingk Thijm, 5= Annie Salomons, 6= mw. Visser, 7= mw. Ina Boudier-Bakker, 8= mw. Alberdingk Thijm, 9= Johan de Meester, 10= mw.A.de Haas, 11= K.J.L.Alberdingk Thijm (Lodewijk van Deyssel), 12= Isr. Querido, 13= Van der Moer, 14= mw. Ary Prins, 15= Jac van Looy, 16= Gerard van Huizen, 17= mw. Herman Robbers, 18= Frans Bastiaanse, 19= me. Robbers, 20= Dr. Boutens, 21= mw.Reddingius-van Harlingen, 22= Ary Prins, 23= J.Reddingius, 24= G.F.Haspels, 25= Frans Mijnssen, 26= mw. Kooy-van Zeggelen, 27= A.Th.de Meester, 28= mw.Top van Rijn-Naeff, 29= Frits van Raalte30=Herman Robbers, 31= mw. Bastiaanse, 32= Henri van Wermeskerken, 33= Dirk Coster, 34= Gerard van Eckeren (Esser), 35= Johan Borgman, 36= Kooy, 37= Visser, 38= Ekker, 39= A.Roland Holst, 40= mw. van Moerkerken, 41= Mr. de Beaufort.
Op de foto zien we zittend Henriëtte Maria van Engeland, gespeeld door freule A.Teding van Berkhout en naast haar Anna van Ruytenburg, 2e echtgenote van Adriaan Pauw, uitgebeeld door mevrouw Beels van Heemstede. Staande van links naar rechts: Gerard Pauw = jonkheer J.P.Teding van Berkhout; hofdame Abercromby = freule van Riensdijk; Adriana Jonckheyns = mej. J. (Valken-)Meinesz.; Adriaan Pauw jr. = jonkheer G. van Lennep; freule van Dohnia = mevrouw Teding van Berkhout-van Lennep; Adriaan Pauw als heer van Heemstede = H.C.Beels van Heemstede; Johan van de Kerckhove = jonkheer P. van Lennep; Lady Stanhope = freule Teixeira de Mattos; hofdame Madame Lillies = mej. M.Aberson; Sir Alexander Hume = de heer Labouchère; Anna Cornelia Pauw =-mw. E.Dorhout Mees; Jan Adriaansz. Leeghwater = M.C.Colenbrander; Monsieur Hopton = J. Waller; freule van Brederode = mevrouw Quarles van Ufford-Dolleman; Michiel Pauw = B.F. Enschedé; schout Hendrik de Goyer = B.W.Colenbrander. Het meisje vooraan rechts met bloemen in de hand stelt de dochter voor van Reynier Pauw en Adriaan Jonkheyns = de toen achtjarige Caroline Beels
===================================================================== Enkele afbeeldingen uit de Katholieke Illustratie (1920-1927)
Het jaarverslag van de gemeente Heemstede over 1916 vermeldt dat in het wandelbos Groenendaal het politietoezicht – in 1913 gestart met 3 functionarissen – nu wordt uitgeoefend door 7 plantsoenwachters in dienst van de gemeente Heemstede. ‘Groenendaal’ werd vooral in de maand augustus druk bezocht, maar in verhouding tot het aantal bezoekers zijn slechts een luttel aantal overtredingen gekonstateerd. Daar het bos veel bezoekers trekt uit Amsterdam en ook nog verder gelegen plaatsen, die vroegtijdig Heemstede verlaten, leverde de sluiting met hekken ’s avonds geen moeilijkheden op.
Aan de Flora 1925 namen de volgende kwekers uit Heemstede deel: – J.C.van der Eijken; Jan Roes; Gebr. N. en J.Roozen; Q.van den Berg en Zonen; fa. M.J.Braam; B.C.Alkemade; Joh.Rosenkrantz & Zn.; P.Nelis en Zn; A.Voorderhake. Uit Bennebroek: W.van Lierop en Zoon.
Het archief van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur bevindt zich in het Noord-Hollands Archief, toegang 525. In 1918 is besloten de Flora-tentoonstelling op het terrein van Groenendaal in Heemstede te houden. 13 januari 1919 zegde de gemeente Heemstede zich bereid tot steun en alle medewerking en is de heer D.F. Tersteeg benoemd als tuinarchitect.
Na de expositie van 1925 zou hij ook de Flora 1935 gevraagd zijn, maar is uiteindelijk gekozen voor plaatsgenoot en lid van het uitvoerend comité H.J.Voors ten aanzien ontwerpen en aanleggen van de tuin en als architect voor de gebouwen: J.C.Brand uit Aerdenhout. Beide ontwerpers zijn in 1933 met de voorbereidingen aangevangen. Ook voor de Flora van 1953 (in 1950 begonnen) is gekozen voor tuinarchitect H.J. Voors uit Heemstede, die tevens algemeen secretaris-penningmeester van de organisatie was, de ‘Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur’, opgericht 1 juli 1860, destijds gevestigd te Haarlem.
DE FLORA VAN 1925
In de pers onvermeld gebleven zijn de relletjes die bij het bezoek van koningin Wilhelmina plaatsvonden door anti-monarchisten zoals socialisten en anarchisten. De heer P.J.E.van den Berg uit Santpoort, geboren op 16 november 1912 te Heemstede als zoon van een onderwijzer (hoofd Voorweg-Mulo), heeft hier tot 1940 gewoond, o.a. in de Raadhuisstraat 29 naast het toenmalig postkantoor, later politiebureau, heeft vanuit zijn herinnering het volgende bericht: ‘Koningin Wilhelmina moest langs een omweg de expositie ingeloodst worden. Er werden enige relschoppers opgepakt. Mijn moeder schoof de schuifluiken dicht uit angst voor de ramen en er dromden meer dan 100 relschoppers voor de hoofdingang van het politiebureau. Inspecteur Kemper werd gewaarschuwd, een driftige kerel. Hij stelde zich binnen even op de hoogte, ging alleen naar buiten, greep wie hij voor zich had en sloeg ze met de koppen tegen elkaar. Zo veegde hij de Haarlemmers weg. Een machtig gezicht! Kemper hield wel van die huzarenstukjes, wat hem overigens niet bij iedereen geliefd maakte.’
Op 1 mei 1925 stond in de meeste landelijke en regionale kranten het volgende bericht over de ordeverstoring te Heemstede tijdens een koninklijk bezoek: “De Haarlemsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak van de beide mannen, die gearresteerd werden tijdens het bezoek van de Koningin aan de bloemententoonstelling in Heemstede. De eerste stond terecht wegens onnodig opdringen en het zich niet verwijderen in de hem aangegeven richting. Van het eerste werd hij ontslagen van rechtsvervolging, voor het tweede werd hij veroordeeld tot ƒ 10,00 boete subs. 10 dagen. De tweede beklaagde die geroepen had ‘honger’ en daardoor de orde had verstoord werd ontslagen rechtsvervolging.”
Speld van FLORA 1925 gedeeltelijk van een gouden legering vervaardigd en de bloem als het ware in een wit emaille bedje gelegen. Aan de achterzijde is een platte rond knop aangebracht zodat het in een knoopsgat kan worden bevestigd (aanwinst Ruud van der Molen)
Zenith-vaasje Flora Heemstede 1925 (Ruud van der Molen)
TEKST MARSCH: ‘Bloemen bloeien, bloemen geuren, in Heemsteedsch Groenendaal, Welk een pracht en welk een kleuren, biedt ons tentoonstelling Internationaal. Bloemen, rijk aan kleur en schoonheid, vol van kunst en liefdegloed, Vindt U daar in verscheidenheid door het ijverig kweekersbloed. – Welkom allen, die haar minnen, En eer brengen aan haar pracht, Welk een schoonheid der zinnen, Aan ons aller bloem gebracht; – Welkom allen van heinde en verre, In ons Heemsteedsch bloemfestijn. Moge deze bloemenweelde, Voor allen zegen zijn. ‘
Henk van der Eijk schrijft op zijn blog ‘Historical gardens’: ‘De walvisbank die ooit in de tuin van Groenendaal stond, was een van de bekendste uit kaakbeenderen van walvissen opgebouwde tuinornamenten. Als datering wordt het begin van de 19de eeuw aangehouden, op het moment dat Adrian Elias Hope eigenaar was van zoel Bosbeek als Groenendaal. In de late jaren 1780 zien we aanwijzingen voor een hechte band tussen de moeder van Adrian Elias Hope, de uit Rotterdam afkomstige Philippina Adriana van der Hoeven, en de eveneens in Rotterdam gevestigde familie Groeninx van Zoelen. Die laatsten kopen tussen twee bezoeken aan Bosbeek in, 6 walviskaakbeenderen. Hier wordt de vraag gesteld of die beenderen misschien voor Bosbeek bedoeld waren.
Dagblad ‘Het Vaderland’ publiceerde op 6 juli 1926 over een vacantie-kinderfeest naar Heemstede en Bloemendaal: “Op 12, 13 en 14 juli wordt het vacantiefeest voor de kinderen van de lagere school alhier [= Den Haag] gevierd in het Groenendaalsche Bosch te Heemstede of in de omgeving van Bloemendaal. De groepen die naar Heemstede gaan, worden met den trein vervoerd naar Woestduin, van waar zij na een kwartier wandelen in het Groenendaalsche Bosch komen. In de omgeving worden wandelingen gemaakt naar de Waterdel en de Walvischbank (…)”.
EEN WILD-WEST VOORVAL IN GOENENDAAL IN 1911Uit een politieverslag citeren we het volgende voorval: ‘Tot 1911 bestond de gehele Heemsteedse politie uit slechts 3 veldwachters, die het in het rustige dorpje, dat Heemstede toen nog was, in de regel wel afgekund zullen hebben. In dat jaar echter werd de bevolking opgeschrikt door een schietpartij die ontstond toen een rijwieldief zich in Groenendaal uit de voeten wilde maken. Bij een achtervolging, waaraan niet alleen de politie, maar ook plantsoenwachters en burgers deelnamen, werden verschillende mensen gewond. In het gemeenteverslag over 1911 lezen we daarover het volgende: ‘Wegens buitengewone plichtsbetrachting bij de arrestatie van een rijwieldief, die op zijn vervolgers schoot, werd aan 2 veldwachters een beloning gegeven van ieder ƒ 10,- en aan 1 veldwachter ƒ 2,50. In de worsteling met de dief in Groenendaal werden twee burgers gewond, namelijk W.Kollerie en de tuinbaas M.Bloemendaal; die personen zijn voor rekening van de gemeente verpleegd en alle verder kosten zijn aan hen vergoed, terwijl hun kordaat optreden iederƒ 25,- werd gegeven. Aan 7 personen die het bos doorzochten, waar de dief zich verborg, en die ook kans liepen door revolverschoten getroffen te worden, werd ieder ƒ 10,- toegekend. Dit Wild-West achtige voorval gaf de stoot tot een reorganisatie va de politie. In plaats van drie veldwachters kwamen een inspecteur en zes agenten, onder wie de heren Silvis en Mulder.’
FLORA 1935 IN GROENENDAAL HEEMSTEDE
Aan de Flora 1935 namen de volgende kwekers uit Heemstede deel:
– G.H.Hageman en Zonen; Jan Roes, ; firma Braam & Zn.; Gebr.N. en J.Roozen; Jac B.Roozen; Q. van den Berg en Zn.; P.Kramer.
Uit Bennebroek: W.F.van Waveren; E.Th.Schilpzand
Tien jaar na de Flora van 1925 was Groenendaal nogmaals het decor van een kleurrijk bloemenfestijn. De Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur bestond 75 jaar. Reden om op grootse wijze uit te pakken met een scala aan tulpen, hyacinthen en andere bolk-, knol- en wortelgewassen ter demonstratie van het Hollandse vakmanschap van de kwekers. Het terrein met twee weilanden was bijna dubbel zo groot in vergelijking met 1925. We zien op onderstaande foto van KLM Aerocarto vanuit de lucht het tentoonstellingsterrein van de Flora in 1935 die bezocht werd door ongeveer 610.000 mensen, waaronder ook veel buitenlanders. Rechts zien we de Vrijheidsdreef, de Van Merlenlaan en de Groenendaalkade. Naar boven loopt de Heemsteedse Dreef met de Dreefschool en rechts daarvan liggen de ten dele nog maagdelijke gronden van de Componistenwijk. Links ligt op de glooiende duingrond van de oude strandwal villawijk het Grotstuk. Het grote landhuis rechts achter het witte tentoonstellingsgebouw is sinds decennia een gerenommeerd notarishuis, thans met notaris Huisman, gevestigd. In het gebied tussen de Van Merlenlaan en de Kerklaan lagen de bloembollenvelden van Roozen, Nelis en Van der Eijken. In dit gebied is de Provinciënwijk gerealiseerd en meer links de Verzetsheldenwijk.
Bovenste rij v.l.n.r.: Redeker, Prins, Rienstra, Van Leeuwen, Möhlman, Van Zwol, Goedhart, Loogman, Pelder, Visscher. Middelste rij: De Oude, Gordijn, Boesveld, Salomons, Wels, Gerrits, Van Zutphen, Dam, Rip, Hildebrand, Breembroek, Aan de Kerk. Onderste rij: De Gier, Keur, Bos, V.d.Berg, Kroeze, Schimmel, Van Emmerik, Te Marvelde, inspecteur Berentsen, burgemeester Van Doorn, Dobbe, Steijsel, Van Pel, Vroon, Stoop, Garrels, Van Croonenburg en Keur.
Op de foto uit 1969 zijn de volgende politieagenten te zien. Achterste rij staande van links naar rechts de heren Elberse, Salomons, Boeters, Van den Berg, Kovacsek, Gerrits, Brouwer, Visscher, Breembroek, Rienstra, Loogman, Fonkert, Van Laarhoven, Polak, Boerrigter, Prins, Redeker, Van Wouw, Boesveld, Van Leeuwen, Rip en Van Zwol. Zittend v.l.n.r.: de heren Gordijn, Schuilenburg, Van Croonenburg, [Hildebrand?], Last, Dobbe, burgemeester mr.A.G.A. ridder van Rappard, vertrekkend korpschef A.Berentsen, Brouwer, Stoop, Pelder, Steijsel en Van der Krogt. ==================================BEVRIJDINGSMONUMENT===================
Aankoop restant buitenplaats Meer en Berg en uitbreiding van Groenendaal. Vlak na de Tweede Wereldoorlog is door de N.V.Huizen- en Grondexploitatiemaatschappij ‘Amsterdam-Heemstede’ het landgoed ‘Meer en Berg’ te koop aangeboden. Het landgoed, voor een groot deel bebost, was omringd door bollenterreinen en andere tuinderijen. Overal stonden mooie oude bomen, veel hakhout en nog een vrij jonge aanplant van fijnsparren. Als natuurmonument vond men het zeker de moeite waard. De vraagprijs was ƒ 800.000,-. Het gemeentebestuur vond het bezit van dit ruim 42 hectare grote stuk terrein belangrijk en nam daarover contact op met het provincebestuur. Tot schrik van het gemeentebestuur verkocht genoemde maatschappij begin 1946 het herenhuis met vijftien hectare grond aan de Sint Hippolytusstichting te Delft, die hier het zusterhuis Mariënheuvel vestigde. Voor de resterende grond en bospercelen vroegen de eigenaren ƒ 525.000,-. Hoewel de gemeente dit bedag aan de hoge kant vond, ging de gemeenteraad op 18 augustus 1948 overstag en gaf het college van Burgemeester en Wethouders toestemming de resterende ruim 27 hectare grond te kopen en op 1 december 1948 in eigendom te aanvaarden. Tevens nam de gemeente Heemstede zich voor om verplichtingen ten aanzien van de op het buitengoed wonende tuinbaas A.Hendriks over te nemen en hem voor 35 gulden per week met vrij wonen en vrij gebruik van licht en water in dienst te nemen. Dit laatste op het moment dat de akte van overdracht zou worden gepasseerd. Verder hadden ambtenaren becijferd dat ƒ 15.000,- nodig was om aan het wandelbos ‘Groenendaal’ grenzende terrein toegankelijk te maken voor het publiek. Niet alleen moest over 128 meter een nieuwe afscheiding komen en een nieuw inrijhek aan de Herenweg worden geplaatst, ook aan de ter plaatse gelegen bunkers moest iets gedaan worden, de overblijfselen van twee tennisbanen opgeruimd, een oud huisje en een gedeelte van een tuinmuur gesloopt, het kale binnenduin worden hersteld en beplant en nog enkele andere voorzieningen getroffen om een goede verbinding met ‘Groenendaal’ te krijgen. Voor de verwaarloosde en door de Duitsers vernielde oranjerie – zij hadden het gebouw gebruikt als paardenstal en de muren als schietschijf – had men nog geen oplossing gevonden. Al met al duurde het tot 29 april 1949 tot het wandelbos ‘Meer en Berg’ was samengevoegd met het wandelbos ‘Groenendaal’ – in de volksmond tot ‘Groot-Groenendaal’ gedoopt – en voor het publiek werd geopend. Het klassieke gebouw de Oranjerie, daterend uit 1732 met ornamentering van Daniël Marot, is helaas in 1953, toen de prioriteiten elders lagen, afgebroken.
KINDERBOERDERIJ EN HERTENKAMP ‘T MOLENTJE GROENENDAAL
De eerste kinderboerderij in Noord-Holland bevindt zich in Artis, vanouds ook kinder-dierentuin genoemd, maar vermoedelijk drukst bezochte is die in het wandelbos Groenendaal. Al ten tijde van Van Merlen was een deel van het park bij Bosbeek gereserveerd voor damherten. Na aankoop door de gemeente in 1913 is een weiland aan de rand van het bos vrij gemaakt voor herten, spoedig aangevuld met o.a. door particulieren aangeboden geiten. Een jaar voor de Flora van 1925 werd het ‘Molenweitje’ opnieuw ingericht als hertenkamp met het molenonderstel als hertenstal. Er kwamen konijnenhokken etc. Toen is in 1950 op initiatief van de heer Walet, hoofd van de afdeling bos- en plantsoenendienst, besloten een kinderboerderij te beginnen, omdat er bij kinderen behoefte was behalve de dieren te zien deze ook aan te raken. Bijna onopvallend werd de nieuwe kinderboerderij en het dierenpark in het wandelbos ‘Groenendaal’ op zaterdag 4 juni 1951 voor de jeugdige bewoners van Heemstede en hun ouders (en grootouders) opengesteld. Volgens een bericht in de krant waren slechts enkele plaatselijke autoriteiten hierbij aanwezig. De ontmoeting met gevederde en ongevederde vrienden was aandoenlijk. De ontvankelijke wijze van reageren trof menig volwassene. De Heemsteedse Courant van 8 juni 1951 schreef hierover onder andere: “(…) een jeugdige schone, van drie turven hoog, stond bij het hek en keek vanuit de verte met van verlangen schitterende ogen naar al die aantrekkelijke kinderen, die zo dicht in de nabijheid en toch voor haar zo onbereikbaar waren. Blijkbaar had zij in deze materialistische wereld reeds de slechtste ervaringen opgedaan, want op de vraag waarom zij ook niet eens een kijkje kwam nemen, antwoordde zij verwonderd: ‘Hoef je hier dan niet te betalen?’ Op de ontkennende bevestiging snelde zij direct met een kreet van verrukking naar binnen en was even later reeds de grootste vrienden met Isidoor, de bok.” De eerste steen voor de kinderboerderij was in april 1951 gelegd door Willem van Rappard, zoontje van de burgemeester die later in de voetsporen van zijn vader zou volgen. Met een troffel, waaraan een lint in de Heemsteedse kleuren, metselde hij met volle overgave de eerste steen en mocht als dank de troffel mee naar huis nemen. Daarna hebben verscheidene leden van het gemeentepersoneel aan het project gewerkt, wethouder Van Lent, van beroep ook vakman-schilder nam het verfwerk voor zijn rekening, hetgeen de geraamde kosten terugbracht van ƒ 4.500,- naar 1.800 gulden. De kinderboerderij was meteen een groot succes en de eerste tijd telde men al gemiddeld 150.000 tot 200.000 bezoekers per jaar. Uitbreiding had plaats meer een duiventil aangeboden door de plaatselijke pluimveeverenging, een caviahuis en een fazanterie. Vanwege belangstelling voor exotische dieren liepen er op een gegeven moment lama’s, kangoeroe’s, flamingo’s, ibissen en antilopen rond. Bij de introductie van een kinderboerderij te Leeuwarden in 1957 werd Heemstede als voorbeeld genomen. Toen gemeentebestuurder E.J. van Lent in 1962 afscheid nam noemde hij de kinderboerderij het glanspunt in zijn wethouderschap. Citaat uit het Haarlems Dagblad van 27 augustus 1962: “Ik wilde Groenendaal aantrekkelijk maken voor de jeugd, deze liefde voor de natuur bijbrengen. Ik herinnerde hoe mijn eigen kinderen gek waren op de kinderboerderij in Artis. Dat kon toch ook hier? Het werd een succes, het eerste jaar, dat was 1951, kwamen er 150.000 bezoekers.”
Henk van Iperen bij het hek van Groenendaal, ingang Glipperdreef. Was werkzaam bij de plantsoenendienst en wandelbos Groenendaal, evenals later Maarten van Iperen (1906-1975), vanaf 1931 in dienst van de gemeente, en vanaf 1945 opzichter in Groenendaal
Beheerders van de kinderboerderij, geassisteerd door ook vrijwilligers, die hun hart hadden verpand aan de dierenschaar waren in de loop van de tijd Maarten van Iperen, de heer H.Walet, Jan van Poecke, John Fidom en tegenwoordig Ingrid Schenk.
De kinderboerderij bevat ook een volière en daarmee zowel gevederde als ongevederde vrienden. Uit laatstgenoemde categorie hebben de bok Isidoor en ezels Clint en Moos bekendheid gekregen. Ezel Clint [vernoemd naar Clint Eastwood] zou in 1992 als bagagedrager voor twee wandelaars (Wilbert Luksenburg en Steenstra) een voettocht naar Sevilla te ondernemen. Echter in Dordrecht verstapte Clint zich om met een achterbeenblesure snel terug te kunnen keren naar het Groenendaalse bos. Psychologen meenden dat het dier heimwee had en nooit iets zou doen waarin hij geen zin heeft.
Vervolgens werd ezel Moos meegenomen. Die liep mee tot de Frans-Spaanse grens. Daar mocht het dier wel passeren, maar teugkeer naar Frankrijk was uitgesloten, vanwege de uitgebroken paardenpest op het Iberisch schiereiland zodat de terugkeer werd ondernomen.
In 1957 bestond de levende have uit o.m. 4 lama’s, 3 ezels, het varken Corrie, Kamoeroen-geiten, schapen en lammeren, pauwen, krielkippen etc. en de volière behalve veel kanaries ook twee rood-blauw gekleurde Ara-papegaaien. In dat jaar ontving beheerder H.Walet vier edelherten. Op 20 juni 1957 is in het hertenkamp een kraanvogel geboren, een zeldzame gebeurtenis in Nederland. Omstreeks half mei was het eerste ei gelegd, enkle dagen later door een tweede gevolgd. 33 dagen na het leggen van het eerste ei werd dit aangepikt en 20 juni is het jong geboren, later gevolgd door een tweede. Het Indische kraanvogelpaar bevond zich sinds 1954 in Heemstede en dit was het eerste broedsel. In 1979 zijn wederom kraanvogels van het type Saris – afkomstig van het Eindhovense vogelpark Animali in de kinderboerderij/dierentuin opgenomen. In 1985 telde de dierentuin dertig diersoorten, waaronder een nieuw Walibi-paardje en twee Australische kangoeroes, welke laatstgenoemde diersoort nochtans geen onverdeeld succes bleek. In 1994 is naast een beheerder een dienverzorgster aangesteld en twee jaar later een hooiberg gerealiseerd, tevens onderdak biedend aan de knaagdieren. Verder is de vrijwilligersruimte uitgebreid. Jaarlijks vinden allerlei activiteiten plaats, zoals kaasmakers, schapenscheren, knuffeldagen, dierkeuringen en viering van werelddierendag. In de loop van de tijd is de kinderboerderij meermaals het slachtoffer geweest van inbraken, diefstallen en brandstichting. Een absoluut dieptepunt was 2010 toen de bijenstal van kinderboerderij ’t Molentje het doelwit was van vandalisme. Eind januari werd door twee meisjes van 16 en 18 jaar uit omliggende gemeenten brand gesticht in de hooischuur boven de bijenkasten. De stal ging in vlammen op en naar schatting 80.000 bijen werden levend verbrand. Dankzij optreden van de Heemsteedse brandweer kon varken Pien nog net op tijd gered worden, maar bijenimker Pim Lemmers zag zijn levenswerk letterlijk in rook opgaan, maar de hartverwarmende en opbeurende acties van een groot aantal mensen hebben hen er doorheen gesleept, zo zei hij tegenover het Haarlems Dagblad van 18 augusts 2010.
Opening Flora 1953 door koningin Juliana, rechts van haar burgemeester ridder van Rappard
===
Wandbordje van FLORA 1953 Holland
Achterzijde van wandborje FLORA 1953 387 Delfts Blauw Vervaardigd in Schoonhoven
Tegeltje van Flora 1953
Tegel Flora 1953
–Reclamekaart Flora 1953 Heemstede van juwelier-horloger Siebel
suikerzakjes café-restaurant Flora 1953 Heemstede
In 1953 namen de volgde bollenkwekerijen en tuinbedrijven te Heemstede deel als inzenders vollegrondstentoonstelling en warenhuizen: Fa. Q.van den Berg en Zn., firma Braam en Zn., fa. Joh. Captein, fa. John Dix & Zn., Van Dort’s Tuinaanleg, fa. H.J.Drayer, Carl. R.van Empelen, fa. Jac.J.van der Eycken, N.V.Floricultura, fa. G.H.Hageman en Zn., N.V.P.Nelis & Zn., fa. W.L.van Roon, Jacs. B.Roozen Niczn.
Uit Bennebroek namen deel: fa. John van Grieken, B.P.Heemskerk, P.H.M.Höcker, Kper’s Tuinaanleg
———————————————————————————————-
HAARLEM NAAST BLOEMEN- OOK LICHTSTAD TIJDENS FLORA 1953
FLORA LICHTSTAD HAARLEM Met het afschieten van een lichtbom gaf burgemeester mr.P.O.F.M.Cremers op 13 maart 1953 het signaal van de officiële opening van Haarlem Flora Lichtstad. Een feest met licht als symbool voor de nieuwe tijd. Het was ook een manifestatie om Haarlem als bloemenstad te profileren en het toerisme te bevorderen. Net als in 1935 haakte organisatie aan bij de gelijktijdig gehouden bloemententoonstelling Flora in Heemstede. Overal stond Haarlem in de schijnwerpers: de historische gebouwen in het centrum, de schouwburg, het paviljoen in de Hout en de Bavo aan de Leidsevaart. Ook diverse hofjes en musea waren geïllumineerd. Slingers van kleine lampjes hingen langs de grachten en gasflambouwen beschenen het Helios-monument op het Houtplein. Met een installatie van 260 schijnwerpers en een overvloedige elektrische verlichting in de stad toonde het Gemeentelijk Elektrisch Bedrijf (GEB) op meesterlijke wijze haar kunnen.
Omstreeks 1970 is het dagelijks afsluiten en openen van de hekken naar het wandelbos afgeschaft. De reden hiervan was dat de bostoezichthouders opgingen in het Heemsteedse politiekorps en de politie in het vervolg bij toerbeurt dienst in Groenendaal had. Mogelijk had niemand zin oom ’s morgens vroeg uit de veren te komen om de hekken te openen en werd ook de noodzaak niet meer ingezien omdat in het verleden ’s nachts weinig of niets onregelmatigs plaatsvond.
Onder: de weilanden van Groenendaal tussen Vrijheidsdreef en het Grotstuk
=====Herstel van wieken en molen van Groenendaal======== Zaterdag 16 juni 1990 was een bijzondere dag voor het welbekende molentje, een historische icoon van monumentaal Heemstede, want vanaf die dag konden de wieken weer draaien. Hiermee ging een wens van velen in vervulling. Dankzij de inzet van de Stichting Zuid-Kennemerland die zich inzet voor het behoud van molens in de regio zijn de wieken uit de starre houding verlost. Met recht sprak wethouder mevrouw drs. J.Beets-Hehewerth van een historisch moment. Enkele jaren later, in 1997 is de molen als geheel grondig gerestaureerd. Molenaar is Rob Hinse uit Bennebroek.
Wie de raadsnotulen van de gemeente Heemstede naleest ofwel de lokale/regionale kranten bemerkt dat talrijke malen klachten over het loslopen van honden in Groenendaal aan de orde is geweest. Als voorbeeld de vraag van een raadslid de dato 25 april 1929: ‘De heer Breed merkt op, dat hem verschillende klachten bereikt hebben over het loslopen van honden in Groenendaal. Spreker vraagt, of daar iets tegen te doen is. De voorzitter antwoordt hierop, dat wanneer die honden daadwekelijk gevaarlijk zijn, daartegen zeker iets te doen is. De heer Breed zegt, dat het hem bekend is, dat de honden op mensen toerennen, zonder evenwel kwaad te doen. Dit kan echter een zodanige schrik te weeg brengen, dat het gevaarlijk is te noemen. De voorzitter antwoordt hierop vervolgens, dat hij de zaak wil onderzoeken en zo nodig de eigenaars der betrokken honden zal doen waarschuwen.’DE STRIJD TUSSEN HONDENLIEFHEBBERS EN DE KOMST VAN HOOGLANDERS IN 1994
In de inleiding schrijft journalist Kees Schaepman in V.N.: “Al wekenlang beheerst het Groenendaalse Bos de voorpagina’s van de Heemsteedse couranten. De lezersrubriek wordt overstroomd met reacties. Want wie aan de hond komt, komt aan het baasje zelf. Geruchten, roddel en achterklap vormen de munitie in de slag om het bos. De hondenbezitters willen geen runderen en pony’s in het laatste stukje ongerepte Randstad. Maar de voorstanders van ecoparken willen die koeien en paarden juist graag. Welke beesten moeten er nu uit? De strijd om het Groenendaalse Bos lijkt zichzelf ontstegen. In Heemstede is een kleine oorlog uitgebroken. Wethouder Loes de Zwart (CDA), die milieu in haar portefeuille heeft, wil in het Groenendaalse Bos IJslandse pony’s en Schotse hooglandrunderen laten grazen. Daar zijn de vele, vele honden-eigenaren van Nederlands keurigste gemeente tegen in opstand gekomen. ‘Over de pony’s wordt nog niet eens zoveel rumoer gemaakt, de hondenmensen zijn vooral bang voor de hooglanders’ zegt milieu- en parkwachter Willem Wevers, ‘ze zien hun lieve Fikkie al aan de horens hangen.’ Dat is niet de enige angst. Het kan dat ook een hond zich misdraagt. Wat zijn dan de gevolgen? Straks gaat een slecht opgevoede Amsterdamse bastaard achter de hooglanders aan. Moeten dan, als represaille, de Heemsteedse spaniëls en teckels voortaan ook aan de lijn? Of, nog erger: misschien mogen honden over een tijdje het bos helemaal niet meer in. ‘Het lijkt D-day wel’, schreef redacteur Fred Belt begin deze maand in ‘Het weekblad van Heemstede.’ ‘Op 5 september worden er een paar overbehaarde koeien losgelaten in het Hondenbos. Half Heemstede in rep en roer,’ Vijftienhonderd handtekeningen werden er tegen de grazers ingezameld. Onder de adhesiebestuigingen staan veel spontane reacties. ‘Levensgevaarlijk’ zijn die Schotse koeien! Het is allemaal het werk van ‘milieu-fanatici’, meent M.F.van E. te H. ‘Hoe kan een gemeente dit zijn bewoners aandoen’, vraagt de heer W. te H. ‘Zijn runderen dan belangrijker dan mensen?’ (Namen en adressen bij de redactie bekend.) (…)”.
Het Heksenhuisje van Groenendaal (foto Ellen Toledo, 2015)
========================================================================= Weerstand tegen een glinsterend botsculptuur aan de Herfstlaan (2002-2004) Op het gazon van de Herfstlaan nabij het molentje van Groenendaal is in 2002 een kunstwerk geplaatst van de in 1957 te manchester geboren beeldhouwer Adam Colton. Deze kunstenaar laat zich inspireren door botten en schedels. Zijn motto is ‘Back to the Bone’ . Het ƒ 65.000,- kosten object is ondanks protesten vanuit de omgeving geplaatst doch viel al snel ten prooi aan vandalisme. Voorbijgangers ontdekten dat het kunstwerk van de sokkel was gerukt en in het water van de Van Merlenvaart gegooid. De Heemsteedse brandweer heeft het aluminium kunstobject met behulp van een lier op het droge getrokken en vervolgens afgevoerd naar een veilige plaats. Bij inspectie bleek het kunstwerk op verschillende plaatsen beschadigd. De gemeente deed aangifte van vernieling bij de politie Kennemerland. Door de kunstenaar is het werk hersteld, maar terugplaatsing bleek geen optie, waarna door het college van Burgemeester en Wethouders is besloten het kunstwerk af te staan aan het Kröller-Müller museum in Otterloo waarheen het in augustus 2004 is verhuisd.
========================================================================= Ververschingshuis resp. Restaurant Landgoed Groenendaal
Na 1913 werd het voormalige koetshuis van Bosbeek-Groenendaal verbouwd tot café-restaurant. Aanvankelijk nam de gemeente exploitatie in eigen beheer, maar men kwam tot de conclusie dat verpachting aan particulieren voorkeur verdiende. In de gemeenteraadsvergadering van 3 augustus 1916 is daarom besloten over te gaan tot publiek verpachten van het Ververschingshuis. Na een inschrijving volgde op 5 oktober 1916 gunning aan de heer A.Verdonschot te Heemstede voor zijn inschrijvingssom van ƒ 3.800 per jaar. Eerder was een onderhandse aanbesteding gebouden voor de verbouw van het Verversingshuis, welk werk is opgedragen aan aannemer C.Turkenburg uit Heemstede betreffende metsel-, timmer-, stucadoors- en loodgieterswerk voor de som van ƒ 11.185,-, terwijl het schilderwerk werd opgedragen aan P.H. van den Bosch voor een bedrag van ƒ 1.125,-. Ingaande 1 januari 1937 is het college van B.en W. door de raad gemachtigd het Ververschingshuis en de Belvédère voor 5 achtereenvolgende jaren te verhuren voor 3.000 gulden per jaar. Minder dus dan 20 jaar daarvoor. Ingaande 1962 is de pachtsom verhoogd naar 19.000 gulden en in 1966 naar ƒ 24.000,-, inhoudende de exploitatie van het restaurant, de kinderspeelplaats ten noorden van de gemeentelijke tennisbanen en de belvédère alsmede een nabij de speelplaats staande kiosk. In de winter van 1917 is het restaurant, gezamenlijk geëxploteerd door de families Verdonschot en Uitendaal [Arie en Kees Verdonschot + Joop Uitendaal] heropend. In 1942 volgden als uitbaters Jan en Joop Uitendaal en in 1972 de derde generatie: Jan en Hein Uitendaal Senior. 96 jaar na de opening floreert het etablissement nog altijd, vandaag de dag geleid door de vierde generatie Hein Uitendaal Hein Junior.
Vier generaties Uitendaal. In 1917 begonnen de gebroeders Arie en Kees Verdonschot met Joop Uitendaal met de exploitatie van het Ververschingshuis. De speeltuin kwam er later bij. De familie Verdonschot trok zich terug waarna Jan en Joop Uitendaal de zaak hebben voortgezet. In 1972 volgden de kleinzonen Jan Uitendaal (34) en Hein Uitendaal (32). In 1985 hebben zij de taken verdeeld. Jan exploiteerde het pannenkoekenhuis De Konijnenberg (1) en de speeltuin, terwijl Hein het restaurant voor zijn rekening nam. Sinds 2006/2010 geleid door de vierde generatie Uitendaal, namelijk Hein junior, nadat in 2005 het restaurant helemaal was gemoderniseerd. (1) Sinds 1976 behorend tot het familiebedrijf, aanvankelijk gerund door broer Frans Uitendaal. Met ingang van 1991 is de speeltuin Groenendaal aan een ander onderverhuurd. Het restaurant is gevestigd in het voormalige koetshuis en de koetsierswoningen. De heer en mevrouw Van Merlen hadden elk een eigen stal met paarden en gerij en eigen koetsier tot hun beschikking. Bij het Ververschingshuis is een open warande aangebouwd. In 1965 kwam de huidige serre gereed in plaats van de warande + de buffetzaal (Verweyzaal), afgerond met renovatie van de Van Lennepzaal, vernoemd naar burgemeester jhr. D.E. van Lennep ten tijde van wiens bestuur in 1913 Bosbeek-Groenendaal is gekocht door de gemeente.
Lithografie Restaurant Groenendaal Heemstede; door Litho Remo bv, Haarlem (uit: Kopperboekje, kvg, district Haarlem, 1985)
—————————————————————————————————————-
FLORA 1910 IN DE HAARLEMMERHOUT
Journalist Arie Kramer schreef hierover in de Heemsteedse Koerier van 9 mei 1990: ‘(…)Behage’s Belvedère is een waar meesterstuk. Men ziet de bezoekers om de voet van de toren op het terras, zittend op hun klapstoeltje, terwijl de kelner met het gevulde dienblad komt aanlopen. Door de vensters blikt men op de wenteltrap die naar boven leidt. Op de trans enkele uit klei vervaardigde en beschilderde figuurtjes, die met verrekijkers de omgeving verkennen. De toren werd opgebouwd uit 2000 satéstokjes en verder werd gebruik gemaakt in houtjes uit Chinese kalenders, capsules en stukjes plastic voor het vervaardigen van de vensters. Boven op de toren prijkt de vlag met het bouwjaar 1804 en beneden het bord waarop het wapen van Hope staat afgebeeld en hierop de openingstijden: 9 – 12 en 1.30 – 5 uur.’
Het nieuwe plan voorziet onder meer in het maken van meer open plekken in het bos, dus kappen van bomen om op de grond mooi groen te krijgen, het herstellen van enkele vijvers zoals de rododendronvijver evenals van historische zichtlijnen, de voortwoekerende esdoorns en Amerikaanse vogelkers aanpakken, de Belvedèreheuvel voorzien van een nieuwe top. Ook wordt een plan gemaakt voor het vervangen van een aantal bomenlanen, waaronder de Torenlaan.
Wandelbos Groenendaal; door Bart Jonker – schilderij van Vera Bruggeman. Uit: Ode aan Heemstede, 2015.
Expositie van Fotoclub De Luifel van 9 december 2015 tot 29 januari 2016 in Raadhuis Heemsteder als eerbetoon aan markante beukenlaan aan de Torenlaan in Groenendaal Heemstede, die na de Vrijheidsdreef zal worden gekapt.
5 gedachten over “Groenendaal Heemstede: literatuur, kaarten en circa 1000 illustraties + Flora’s (Haarlem 1910), 1925/1935/1953 incl. Haarlemmerhout 1910 / Belvedère”
G. Siezengagezegd:
Bijzonder mooie verzameling van oude beelden. Verassend veel materiaal van de Floratentoonstellingen! Heb een dik uur genoten van deze wandeling door memorylane….
Nanne Gaikhorst berichtte: ‘Anton Gaikhorst was mijn vader en Bram Gaikhorst was zijn broer ofwel mijn oom. Ik kan ze niet herkennen op foto (van Christelijke School Achterweg tijdens uitstapje naar Groenendaal). Er was nog een broer Klaas Gaikhorst. Alledrie uit een gezin woonden op de hoek van de Drieherenlaan, het schildersbedrijf van mijn opa en oma En jawel er is een nieuwe Bram Gaikhorst, namelijk mijn kleinzoon, nu ongeveer 10 maanden oud. Groeten van Nanne Gaikhorst’.
Leuk om toch iets te zien van de Flora in 1910. In deze tentoonstelling heeft J. van der Wall Perne een schilderij met zonnebloemen gemaakt. Daar heeft hij een penning voor gekregen en zijn bekendheid. Die zonnebloemen doen niet onder voor van Gogh.
G. Siezenga gezegd:
Bijzonder mooie verzameling van oude beelden. Verassend veel materiaal van de Floratentoonstellingen! Heb een dik uur genoten van deze wandeling door memorylane….
Pingback: Groenendaal, van buitenplaats tot wandelbos. | Tuinhistorisch Genootschap Cascade
Hans Krol gezegd:
Nanne Gaikhorst berichtte: ‘Anton Gaikhorst was mijn vader en Bram Gaikhorst was zijn broer ofwel mijn oom. Ik kan ze niet herkennen op foto (van Christelijke School Achterweg tijdens uitstapje naar Groenendaal). Er was nog een broer Klaas Gaikhorst. Alledrie uit een gezin woonden op de hoek van de Drieherenlaan, het schildersbedrijf van mijn opa en oma En jawel er is een nieuwe Bram Gaikhorst, namelijk mijn kleinzoon, nu ongeveer 10 maanden oud. Groeten van Nanne Gaikhorst’.
Pingback: Herbouw Belvedère van Groenendaal (Heemstede) mogelijk na schenking | Tuinhistorisch Genootschap Cascade
gea gezegd:
Leuk om toch iets te zien van de Flora in 1910. In deze tentoonstelling heeft J. van der Wall Perne een schilderij met zonnebloemen gemaakt. Daar heeft hij een penning voor gekregen en zijn bekendheid. Die zonnebloemen doen niet onder voor van Gogh.