Twee dagen achtereen de Haarlemse stadsbibliotheek positief voorpaginanieuws n het Haarlems Dagbla
Lofdicht op boeken van de Stadsbibliotheek Haarlem door George Moormann
In 1596 is het geboortejaar van de Libry ofwel stadsbibliotheek van Haarlem en in de begintijd is voornamelijk het bezit van (opgeheven) kloosterboekerijen naar de toen nieuwe bibliotheek gegaan. In 1625 volgde de volledige boekencollectie van de Commanderij van St. Jan. Het oudste bezit dat na meer dan vier eeuwen resteert is intussen door dr. Gerard Jaspers onderzocht en in 2 boekwerken samengevat: 1) De zestiende eeuw in de stadsbibliotheek Haarlem. 1997, 2) De blokboeken en incubabelen in Haarlems Libry. 1998.
In de loop van de eeuwen zijn talrijke gedichten aan de bibliotheek gewijd. Het oudste is van kronikeur Samuel Amzing die in zijn boek over Haarlem het volgende schreef:
“En sulk geneygd gemoed ter konst van onse Heren
Kan ook seer duydelijck en overvloedig leren
Ons Stedes Libarij, en rijke Boeken-kas,
Die daeglijkx meerder word door merkelijk gewas,
En dat op haer meer acht en opsicht sij genomen
En dat daer meer en meer de nutste boeken komen
En datze rijcklijk sij van alles opgetast
So word op haer van twee gedurig wel gepast.”
[Die eerste opzichters van de bibliotheek waren Henricus Geesteranus en Nikolaes van Krabbenmorsch].
Na het Haarlems Beleg vervielen in 1577 de Haarlemse kloosters met hun bezit aan de stad. Daarmee ontving Haarlem een omvangrijke collectie boeken uit de kloosterbibliotheken. Toen is besloten de oude librije van het predikherenklooster, achter het stadhuis, in te richten tot stadsbibliotheek, gesticht in 1596. In 1708 verhuisde de bibliotheek naar de zolder van het Prinsenhof.
In 1946, bij het 350-jarig bestaan van de bibliotheek verwoorddde Guda Ratelband haar herinneringen aan de leeszaal, het jaar daarop gepubliceerd in een gedenkgeschrift. Nog ouder dan de 317 jaar jonge bibliotheek is het gebouw van de Stadsdoelen ofwel Kloverniersdoelen aan de Gasthuisstraat, naar welke locatie de bibliotheek vanuit het Prinsenhof, tussen stadhuis en stedelijk gymnasium, 37 jaar geleden verhuisde.
Exlibris van de stadsbibliotheek Haarlem dat midden 19de eeuw in gebruik was.
Adriaen van der Willigen geportretteerd door Wybrand Hendriks (uit: Tilburg, stad met een levend verleden, 2001)
Adriaan van der Willigen as in Haarlem lid van het Democritisch gezelschap DEMOCRIET. Onderstaand een tekening en beschrijving uit: De verborgen wereld van Democriet; een kolderiek en dichtlievend genootschap te Haarlem 178901869. Redactie: Bert Sliggers. Schuyt & Co, 1995.
intermezzo: VINCENTIUSBIBLIOTHEKEN IN HAARLEM
‘Tijdens de crisistijd is het liefdewerk van de bibliotheken der St.Vincentiusvereniging in de taal van die dagen “de geestelijke spijskokerij” genoemd. De getallen zijn bescheidener dan haar stoffelijke zuster. Ter verontschuldiging wordt aangegeven dat de geestelijke maag veel spoediger aan overlading lijdt en dat men, waar het geestelijk voedsel betreft, niet tellen moet, maar wegen. Toch ging er in 1938 ruim 75.000 keer een boek uit de rekken (…). Na de Tweede Wereldoorlog is geprobeerd de bestaande activiteiten weer op de rails te krijgen. De bibliotheken die in de oorlog zwaar hadden geleden door papiergebrek en het door de bezetter verbieden van bepaalde boeken, werden weer opgetuigd. Maar ook deed hier de nieuwe tijd voelen, want eind jaren vijftig kwam de klad in het aantal uitgeleende boeken. De komst van televisie, meer aandacht voor sport en spel, de barsten in de verzuiling waardoor openbare bibliotheken in antrekkingskracht wonnen, zijn als oorzaken te noemen. De 6000 boeken van de Vincentius hadden hun aantrekkingkracht verloren. In 1975 ging de eerste bibiotheek dicht, in 1978 volgden drie andere en in 1980 is ook de bibliotheek aan de Nieuwe Groenmarkt gesloten. Na het opheffen van de bibliotheken hebben de boeken nog jaren in de kelder van het restaurant gelegen en vervolgen nog enige tijd gediend als “ankleding” van de eetzaal teneinde deze een warme en huiselijke uitstraling te even’.
Affiche van de St. Vincentiusbibliotheken uit 1934
================
Op 19 maart 1896 overleed de bibliothecaris mr.A.J.Enschede en op 27 mei 1896 werd de amanuensis J.W.Enschedé tot zijn opvolger benoemd. De functie van adjunct-bibliothecaris werd vervallen verklaard en Gonnet werd benoemd tot gemeentearchivaris. Naast Enschede zou E.C.van Son, als amanuenis, werkzaam zijn op de bibliotheek. Deze vertrok reeds in 1898 maar werd in 1899 opgevolgd door W.P.J.Overmeer. In 1899 is er naast een nieuwe amanuensis in de persoon van W.P.J.Overmeer, ook een klerk: F.H.Benraadt benoemd. Op 1 juni 1902 trad J.W.Enschedé af als stadsbibliothecaris, opgevolgd door J.D.Rutgers van der Loeff. Reden van zijn plotse vertrek was een nieuwe bepaling van de gemeente Haarlem dat een ambtenaar verlicht was binnen de eigen gemeente wonen, waaraan hij niet kon voldoen vanwege zijn eerdere verhuizing naar de Zijlweg in Overveen. De werkelijke reden was feitelijk dat de heer Enschede “leed aan heftige driftbuien, naar zijn zeggen veroorzaakt door zonlicht, waardoor hij met ettelijke bibliotheekbezoekers op de vuist gegaan was.” J.E.Enschedé verhuisde naar Amsterdam waar hij van 1904 tot zijn overlijden woonde in het huis Herengracht 68. O.a. van 1921 tot 1924 werkte hij als conservator bij de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. Vele jaren heeft hij gewerkt aan een kaartsysteem op de namen van uitgevers/drukkers en daarbinnen chronologisch. Bij zijn dood bezat hij 48 dozen met fiches. Dit zogeheten ‘apparaat Enschedé’ is in 1933 gekocht door de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels en bevindt zich tegenwoordig bij Bijzondere Collecties van de UB.
Uit een rede van Godfried Bomans ter opening van de Muzikale Soiree in de Haarlemse vleeshal, zaterdag 23 september 1950; ‘Over het ontstaan, de wording en de verdere geschiedenis der Haarlemse Vleeshal is, naar mij gebleken is, minder geschreven dat bij zulk een eminent gebouw veerwacht mag worden. Door de vriendelijkheid van den heer De Wit, directeur onzer Stadsbibliotheek en van de Directie der Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, ben ik het een en ander te weten gekomen, dat U niet weet. Ook de beroemde bibliotheek van het British Museum en de Parijse Sorbonne heb ik aangeschreven, doch zij wisten over dit onderwerp niets te vermelden, wat mij tegenvalt. Ik deel U de wetenschap, die ik aldus vergaarde. met enige aarzeling, ja, tegenzin, mede. Want tot op dit ogenblik mocht ik mij beschouwen als de enige in Haarlem, die het fijne van de Vleeshal afwist; als ik nu dadelijk die kennis aan U hebt medegedeeld, zink ik weer terug in de onbeduidendheid van voorheen (…)’.
Portret van C(ees) van Dijk (1925-2019), directeur Stadsbibliotheek van 1959-1985 (tekening door Pieter Wetselaar, uit: Werk van Pieter Wetselaar’ door R.E.O.Ekkart, Walburg Pers, 1988, p. 69)
Overlijdensbericht Cornelis (Cees) van Dijk, overleden 11 juli 2019
Rechts achter het inlichtingenbureau zien we de heer A.P.J. Overmeer, bibliothecaris-amanuensis van de stadsbibliotheek. Hij deed veel onderzoek en publiceerde tientallen uitgaven over de geschiedenis van Haarlem. De foto dateert uit 1921 (NHA)
Formeel is de in 1596 gestichte stadslibrije pas in 1922 een openbare leeszaal en bibliotheek geworden. Drs. Wim Cerutti schrijft daarover in zijn voorlopige uitgave ‘Van kloosterlibrije tot stadsbibliotheek‘het volgende:
DE ROOMS-KATHOLIEKE OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK IN HAARLEM (1921-1974)
In de jaren 20 tot 60/70 van de vorige eeuw hebben naast algemene openbare bibliotheken bestaan, enkele protestantse en veel katholieke openbare bibliotheken. De eerste katholieke bibliotheek is in Rotterdam gesticht in 1911, in 1913 o.a. gevolgd door Tilburg e.a.
Portret van dr.J.J.Vandervelden, directeur van de r.k.bibliotheek Haarlem
====
MATHÉ VAN DER WEIDEN sierkunstenaar
Jan van der Weiden, getrouwd met Margaretha Maas, was een Heemsteedse bleker aan de Bleekersvaart. Uit het huwelijk zijn drie kinderen geboren Leo (1888), Mathé (1890) en Alijda (1890)
Bericht in de Opregte Haarlemsche Courant van 16-1-1834), waaruit blijkt dat in dat jaar de kleerbleekerij van wijlen Johannes Niesten en Arie van der Weiden door Jan van der Weiden Az. (1792-1867) is voortgezet. Tot ver in de 20ste eeuw heeft nog een wassserij Van der Weiden in Heemstede bestaan, het laatst onder de naam ”t Raadhuis’ in de Raadhuisstraat. Over de Heemsteedse familie van der Weiden 1755-2014 publiceerden Jacques, Rogier en Ton van der Weiden met Jan Jan Hein Beelen twee uitvoerige artikelen in het blad HeerlijkHeden van de Historische Vereniging Heemstede Bennebroek, nummer 160, voorjaar 2014, p.3-12 en nummer 161 zomer 2014, p.30-40.
Zoon Leo Janszoon van der Weiden heeft in 1858 het huis aan de Heeren Zandvaart verlaten en zich in Haarlem gevestigd, waar hij een winkel, later grossierderij in kruidenierswaren begon op het adres Zijlstraat 42. Na de winkel te hebben verkocht richtte hij zich op de groothandel onder de firmanaam J.N.van der Weiden & Zn., grossier en leverde hij aan de meeste Haarlemse kruideniers.
Advertentie van L.van der Weiden uit de Nieuwe Haarlemsche Courant van 12-10-1879.
De zoon Mathé koos na de lagere school voor een kunstnijverheidsopleiding aan de school voor Kunstnijverheid aan de Dreef (van 1904-1909) met als leermeesters Chris Lebeau, architect Herman Walenkamp, kunstnijveraar Bert Nienhuis en tekenaard Fred Grabijn en Gerard Kerkhof. Om als tekenleraar te kunnen werken behaalde hij in 1915 via een staatsexamen de akte M: hand en decoratief tekenen, in 1919 gevolgd met de akte Ma: hand- en rechtlijnig tekenen. Mathé van Weiden is in 1922 in het huwelijk getreden met Gerarda J.H.van Roosendaal (*1897) uit welke echtverbintenis 6 kinderen zijn geboren onder wie dr. Johannes van der Weiden, woonachtig in Heemstede, die in 2021 een monografie wijdde aan het artistieke werk van zijn vader.
In 1955 ging Mathé van der Weiden als tekenleraar met pensioen en bij zijn overlijden in 1963 schreef rector pater Kuipers een in memoriam in het schoolblad Tolle Lege.
Aan Mathé van der Weiden wijdde oud-rector Vlaar de volgende woorden: Voor mijnheer van der Weiden moeten wij vandaag eigenlijk een edeler metal dan zilver uitvinden, want hij werkte reeds voor de school toen het Lyceum nog in het stadium van de praehistorie verkeerde. In zijn kwaliteit van tekenleraar verzorgde hij met piëteit en kunstzinnigheid de eerste boekenlijst van het schooljaar 1922-1923, het Triniteitssymbool, dat het adrespapier van het Lyceum siert, is een maaksel van zijn hand. Sinds 1925 werkt hij met grote toewijding aan de aesthetische vorming van de Lyceisten door liefde voor de kunst en voor het schone bij hen aan te kweken, waarbij de zelfwerkzaamheid een grote rol speelt. Mijnheer van der Weiden, gaarne sluit ik mij aan bij de welverdiende hulde, die U gebracht wordt op Uw zilveren leraarsfeest’.
Achteromslag boek
====
Vervolg r.k. openbare leeszaal en bibliotheek Haarlem (1921-1974) en Jos Vandervelden
Overlijdensadvertentie van de in Bloemendaal woonachtige Jos Vandervelden (Trouw, 19-1-1966)
Per 1 september 1948 is mevrouw M.K.Th.Boeren-Versteegh (* 19130 benoemd als directrice. Na vijf jaar nam zij in 1953 afscheid en is mej. C.M.J.C.Vinkenburg (1907-1997) als opvolgster aangesteld. In Na samenwerking met de stadsbibliotheek vindt in 1974 een fusie plaats en komt een einde aan de r.k.bibliotheek
Intermezzo: ELLEN RUSSE, echtgenote van bibliothecaris Jos Vandervelden
Maarten Brock, werkzaam bij het Noord-Hollands Archief, publiceerde in Haerlem Jaarboek 2002. 2003, p.171-183, een artikel over de geschiedenis van de r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Haarlem (1921-1974). Over de eerste directeur Jos Vandervelden noteerde hij: ‘De Vlaming Jos Vandervelden 91884-1966) zwaait de scepter over de R.K. Openbare Leeszaal en bibliotheek in Haarlem. Hij is geboren in Gent en heeft tevoren als volontair in de r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek van Delft gewerkt. Vandervelden studeerde letteren, wijsbegeerte en rechten aan de universiteit van Gent, schreef enkele toneelstukken in het Frans en was privésecretaris van de schrijver Maurice Maeterlinck (die in 1913 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg en wiens werk in 1914 op de “Index librorum prohibitorum” werd geplaatst). Bij het uitbreken van de eerste Wereldoorlog neemt Vandervelden de wijk naar Nederland. Hij wordt letterkundig medewerker van het Haags toneelgezelschap “De Haghespelers” en trouwt met L.G.Vijgh (1889-1942), die onder het pseudoniem Ellen Russe optreedt als voordrachtkunstenares en toneelspeelster. Na het uiteenvallen van “De Haghespelers” wordt Vandervelden secretaris van het Nationaal Hanze Bureau, onderwijl schrijft hij nog enkele toneelstukken. In 1938 verschijnt van de hand van Vandervelden een levensbeschrijving van Sint Bavo, de heilige die Gent en Haarlem met elkaar verbindt. Vandervelden is een erudiet man, misschien wel te erudiet voor zijn functie; in 1939 promoveert hij in Leiden tot doctor in de rechten op een proefschrift getiteld “Staat en recht bij Vondel’. Uit eigen bezit schenkt hij vele wetenschappelijke werken aan de bibliotheek. Hij heeft een opvliegend karakter. De latere directrice juffrouw Vinkenberg beschrijft hem als een man met “geniale in- en uitvallen’. Vanderveldens echtgenote Ellen Russe geeft regelmatig lezingen in de bibliotheek. In de jaren dertig schrijft zij enkele romans. Daarnaast vertaalt ze werken van Engelse en Italiaanse auteurs. Vandervelden en zijn vrouw richten in 1936 in Haarlem de vereniging ‘Dante Alighieri’ op ter bevordering van de kennis van de Italiaanse cultuur (1) en hijzelf als voorzitter optrad. Deze vereniging was ook gevestigd in de r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek en beschikte daar over een eigen boekverzameling’.
Ellen Russe in haar toneelrol als Pieternel in het toneelstuk ‘Petrus en Pauwels’ van den Joost van den Vondel, uitgevoerd onder leiding van dr. Jos Vandervelden (Valkenburg, 1917, Openluchttheater)
(Haarlemsche Courant, 11-9-1942)
Ellen Russe Overleden (Haarlemsche Courant, 12-9-1942)
Ellen Russe begraven (De Tijd, 12-9-1942)
===
Vervolg r.k. openbare leeszaal en bibliotheek Haarlem
R.K.bibliotheek in Haarlem-Noord. Met links achter de tafel de latere adjunct-directrice van de stadsbibliotheek mej. Lia Donkers
Godfried Bomans als bibliotheekbestuurder; een anecdote
Bomans’ speelzucht. Een anecdote door oud-bestuurder drs. Herman van Run
======================
OPMERKEL:IJK IS HET DAT DE BIBLIOTHEEK AAN HET DOELENPLEIN, gebouwd tussen 1972 en 1974 onder architectuur van B,Bijviet en G.H.M.Holt (met 11 andere gebouwen) bij een inventarisatie uitgevoerd in opdracht van de gemeente Haarlem is genomineerd voor been monumentenstatus (Haarlems Dagblad, 4 september 2020)
De Rooms-Katholieke Openbare Leeszaal en Bibliotheek Haarlem (1921-1974)
Iniatiefnemer van de bibliotheek, apothekerH.J.M.Bartels
Entree van de r.k.openbare leeszaal en bibliotheek aan de Nieuwe Gracht Haarlem
Tekening in de Nieuwe Haarlemsche Courant, 20 februari 1922 door Jaap Koopman
Bestuur vander.k.o.l.b.Haarlem in1929. Zittendvan links naar rechts: H.J.M.Bartels,G.H.Weustink,mej.F.A.M.Peeters en censor pastoor L.J.Boogmans. Staand v.l.n.r.:J.W.B.Beijk, dr.H.J.M.Janzen, mr.dr.F.A.Bijvoet en directeur Josvandervelden
reclamekaart voor de bibliotheek, vervaardigd door de conciërge A.van derVloot
Prentje bij gelegenheid van 25-jarigjubileum in 1946
Achteromslag van Haerlem Jaarboek 2002.2003.Bij artikel van Maarten Brock. Boven uitleenbalie,onder leeszaal der r.k.openbare leeszaal en bibliotheek Haarlem.
Kijkje in de jeugdbibliotheek van de r.k.o.l.b.Haarlem
(Mej. C.Vinkenburg als spreekster in 1958 (Haerlem Jaarboek 2002. 2003, pagina 167)
Filiaal aan de Muideslotweg in Haarlem-Noord. Links achter de tafel mej. Lia Donkers, de latere adjunct-directrice van de Stadsbibliotheek
Bibliotheekfiliaal Huis te Zaanen1930-1990
Op 31 december 1023 verkocht de heer Bredius zijn gronden aan de gemeente Schoten. Het huis te Zaanen onder voorwaarde, dat het gebouw een nuttig doel zou krijgen. In 1927 is Schoten door de gemeente Haarlem geannexeerd en kwamen huis en gronden aan de stad. In 1926 overleed Hendrik Jan Hessels, geboren in Haarlem in 1836, als arts opgeleid die een functie verwierf als bibliothecaris bij de universiteit van Cambridge en overleed in Bloemendaal. Enkele van zijn wetenschappelijke publicaties hebben betrekking op zijn overtuiging dat in Haarlem de boekdrukkunst werd uitgevonden. Zijn laatste werk verscheen in Londen in 1887: ‘Haarlem; The Birthplace of Printing, not Mentz’, tevens in een Nederlandse editie met als titel: ‘Haarle, de geboorteplaats der boekdrukkunst’. Na zijn overlijden liet hij een legaat van 150.000 gulden na aan zijn geboortestad met de bepaling, dat 9/10 van de rente moest worden besteed als bijdrage in de kosten van de Stadsbibliotheek- en Leeszaal. Uiteindelijk besloot de gemeenteraad om het Huis te Zaanen gereed te maken voor de inrichting van een filiaal van de stadsbibliotheek
Over ‘Zaanen, beter bekend als ‘Huis te Zaanen’ zijn in de loop van tijd diverse publicaties verschenen, o.a. een hoofdstuk in: ‘Zeven Heerlijkheden, uit de geschiedenis van Oud-Schoten’ Den Haag, Kruseman, 1966, p.44-53; Tony Lindijer: ‘Schoten, van boerendorp tot Haarlem-Noord periode 1900-1927‘ Haarlem, De Vriedeborch, 2005, p. 32-34 etc.
Enkele foto’s van vroegere openbare bibliotheek in Huis te Zaanen uit het Noord-Hollands Archief
==============
Lotte Sluyser, directrice bibliotheek Zuid-Kennemerland van 2009-2014
Roxane van Acker, directrice bibliotheek Zuid-Kennemerland sinds maart 2015 (foto Bibliotheekblad)
Gewijd aan boeken en de bibliotheek in het Doelenplein is een nieuw vers van George Moormann, eerste stadsdichter van Haarlem, in HRLM, Haarlems stadsglossy, 2012, nummer 20:
Haarlem in druk. (George Moormann – Kristien Hemmerechts) Uit: HRLM stadsglossy, nummer 72, februari-maart 2021, pagina 60
Vervolg van HAARLEM IN DRUK (George Moormann – Kristien Hemmerechts) nummer 72, 2021, pagina 61
CORONACRISIS 2020 DEUR BIBLIOTHEEK OP EEN KIER OPEN; dienstverlening komt na 20 mei weer voorzichtig op gang (Haarlems Dagblad, 4 mei 2020)
6,5 miljoen euro voor de Haarlemse bibliotheken (Haarlems Dagblad, 3 september 2020)
In De Volkskrant van zaterdag 29 mei is een reportage van 3 pagina’s opgenomen gewijd aan de openstelling van de bibliotheken in ons land en hoe deze instellingen de lockdown zijn doorgekomen. Geschreven door journalist Stan Putman, zoon van een bibliothecaris. en met illustraties van Deborah van der Schaaf. Onderstaand een selectievan het artikel
Anno 2024 omvat de stichting (openbare) bibliotheek Zuid-Kennemerland de volgende vestigingen: Haarlem Centrum (= centrale)en de volgende filialen: Haarlem-Noord, Haarlem-Schalkwijk, Bloemendaal, Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Zandvoort
2 gedachten over “Geschiedenis Stadsbibliotheek Haarlem (1596-+ R.K.openbare bibliotheek Haarlem(1921/1976) Vincentius bibliotheken / Mathé van der Weiden (1890 -1963)/ Huis Te Zaanen”
Eduard Albrachtgezegd:
“Inzegening van het nieuwe gebouw van de katholieke provinciale Bibliotheekcentrale in Haarlem, Stoofsteeg 1 op 3 oktober 1964 door bisschop mgr. Huibers.”
De bijgevoegde foto toont bisschop T.H.J. Zwartkruis.
Eduard Albracht gezegd:
“Inzegening van het nieuwe gebouw van de katholieke provinciale Bibliotheekcentrale in Haarlem, Stoofsteeg 1 op 3 oktober 1964 door bisschop mgr. Huibers.”
De bijgevoegde foto toont bisschop T.H.J. Zwartkruis.
Hans Krol gezegd:
Klopt. De opening werd inderdaad verricht door de deken (latere bisschop) Zwartkruis. Thans gecorrigeerd