Tags
Arnold Bomans, Astrid Hammond, Ben Swagerman, Berkenrode, Godfried Bomans Genootschap, Johan Willem Friso, mevrouw van Waveren Zonnelaan, Moerdijk, Pierre Valkering, Remco van der Gugten, Spaarnestad fotoarchief, Wervik
In herinnering aan Jan (Arnold) Bomans 30 mei 1915 -7 november 2000
Jan Arnold Bomans kwam ter wereld op 30 mei 1915 in de Spaarnestad. De eerste tien levensjaren woonde de familie in het statige pand Parklaan 12. In 1925 verhuisde het gezin naar de villa ‘Boshof aan de Kleine Houtweg (welk huis later moest wijken voor de Mariastichting) en in 1932 naar het aristocratische pand Berkenrode aan de Herenweg in Heemstede.
Na de lagere school van de Rooms-katholieke Schoolvereniging aan de Cruquiusstraat te hebben gevolgd bezocht hij evenals zijn twee jaar oudere broer Godfried het gymnasium van het R.K. Triniteitslyceum in Overveen.
Beiden waren redacteur van de schoolkrant Tolle lege (= Neem, lees!). Met zijn vier broers en enkele vriendjes, waaronder de latere journalist en ‘mannetjesmaker’ Ben Korsten, richtte hij de Duinclub op, met een eigen orgaan Groenwit geheten. Het aanvankelijke doel fietstochtjes in de omgeving te maken breidde zich allengs uit tot kampeerexcursies door het gehele land. In 1937 haalden de broers Jan en Godfried een grap uit bij gelegenheid van de wereldjamboree in Vogelenzang. Van deze gebeurtenis bestaan twee versies die overigens in wezen niet eens zo heel veel van elkaar verschillen.
Pas veel later werd ontdekt dat deze practical joke twintig jaar eerder in 1917 vergelijkbaar is beschreven door de auteur F. de Sinclair in diens boek De kroonprins van Dziboeti. Lang voordat Godfried zijn reportages vanuit Rome schreef woonde Jan een jaar met de journalist Felix Rutten op kamers in de Romeinse stad. Na diverse studies was zijn eerste baan volontair in het raadhuis van Bennebroek. Later kreeg hij een werkkring als documentalist bij uitgeverij Spaarnestad. Jan Bomans werkte tot 1981 als hoofd van het omvangrijke fotoarchief der Verenigde Nederlandse Uitgeverijen, voorheen uitgeverij en drukkerij De Spaarnestad. Hij ontwikkelde een uniek opbergsysteem dat in zijn logische opbouw en eenvoud door iedere leek kon worden toegepast. Het Codec-systeem was op foto’s toegepast gebaseerd op de in bibliotheek algemeen gebruikte Universele Decimale Classificatie (UDC). Hij noemde zich fotothecaris als hoofd van de fototheek en was actief lid van de afdeling Noord-Holland boven het IJ van de Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen (NVB).
Eén van zijn karakteristieke uitspraken was na zijn pensionering: ‘ik begrijp niet dat ik naast alle bezigheden het werk er al die jaren bij heb kunnen doen.” Jan Bomans had namelijk vele interesses: politiek, de verkeersproblematiek, Zoeaven, Frankrijk, geschiedenis, heiligenlevens etc. De aandacht voor politiek had hij van geen vreemde. Zijn vader tekende op een gegeven moment in een Haarlems receptieboek met het onderschrift: ‘lid van de raad, Staten en Kamer’. De praktische politiek van de zoon bleef nochtans beperkt tot één raadsperiode (1966-1970) in zijn woonplaats Heemstede als lid van De Boerenpartij, welke in die periode ook nog leidde tot een splitsing in de Noodraad. 1966 Heemsteeds raadslid uit de Boerenpartij gezet. Het Heemsteedse raadslid J.A.Bomans is in oktober 1966 door het hoofdbestuur uit de Boerenpartij geroyeerd. Bomans was toegetreden tot de zogenaamde Noodraad van de Boerenpartij, die democratisering binnen de partij wilde realiseren. Die Noodraad zegde het vertrouwen in het hoofdbestuur van de Boerenpartij op toen hun acties gefrustreerd werden. Alle acht leden van de Noodraad, waaronder J.A.Bomans werden uit de partij gezet. De partij was echter nog geen rechtspersoonlijkheid: er ontbraken koninklijk goedgekeurde statuten. Door het ontbreken van statuten kon het royement niet als rechtsgeldig worden beschouwd. De leden van de Noodraad zegden nu zelf hun lidmaatschap van de partij op. De Boerenpartij was een nieuwe partij die in 1959 voor het eerst meedeed aan landelijke verkiezingen. Ook in de steden ondervond zij enige populariteit. Men zag de partij als een instituut dat opkwam voor de belangen van de kleine man tegen de bureaucratie. Ook Jan Bomans voelde zich aanvankelijk tot de nieuwe partij aangetrokken en was tot de Boerenpartij toegetreden. Na zijn royement bleef hij lid van de gemeenteraad van Heemstede tot de nieuwe verkiezingen van 1970.
In 1982 stond hij kandidaat voor het Parlement op de lijst van de Rooms Katholieke Partij Nederland en weer later van de splinterpartij s.o.s. wiens voornaamste beginselen waren dat wetten nooit overtreden mogen worden en levensrechten nimmer geschonden. Zijn leven bestond voor een belangrijk deel uit oppositie voeren tegen overheersende meningen en overmachtige partijen. J.A. Bomans publiceerde behalve artikelen in kranten en tijdschriften bij elkaar vele honderden ingezonden brieven. Met de pen reageren was voor hem een manier om ergernis van zich af te schrijven, maar evenzeer was hij bij het onderwerp betrokken wanneer het om verkeersslachtoffers ging. Wonend in huize ‘Elba’ aan de Herenweg nabij een verkeersknooppunt verleende hij menigmaal eerste hulp.
Voortdurend trok hij richting Rijkswaterstaat en andere overheden ten strijde tegen obstakels als betonnen banden, paaltjes en ander naar zijn mening onnodig straatmeubilair, die de verkeersveiligheid bedreigden en welke bovendien het stadsbeeld ontsierden. Hij fungeerde enige tijd als hoofdredacteur van het tijdschrift De belastingbetaler, officieel orgaan van de Stichting Comité Vermindering Belastingdruk. Waar het om ingezonden brieven gaat hoort hij thuis in het rijtje van F.C. Dominicus (1884-1976) en Henriëtte Boas (1911-2001, bijgenaam ‘koningin van de ingezonden brief’). Groot was zijn teleurstelling toen het Haarlems Dagblad hem op dit punt een publicatieverbod oplegde. De krant die nota bene door zijn grootvader Jan Michel Bomans in 1883 is opgericht. Toen hij eerder een bezoek aflegde in het kantoor van de toenmalige hoofdredacteur zag hij in diens kamer het (naamloze) portret hangen van de oprichter, zijn grootvader dus, en op zijn verzoek mocht hij dat mee naar huis nemen.
Zijn leven lang was Jan Bomans gefascineerd door frappante toevalligheden. Wat dat betreft geloofde hij heilig in een voorzienigheid. Van de vaderlandse geschiedenis hadden met name het Oranjehuis en de Tweede Wereldoorlog zijn bijzondere belangstelling. Over paviljoen Welgelegen in de Haarlemmerhout, koning Lodewijk Napoleon en andere aristocratische bezoekers verscheen in 1996 van zijn hand een rijk geïllustreerd boek De villa Borghese in het hart van Holland. En dan was hij nog de broer van Godfried, hetgeen tot drie boekuitgaven leidde en het erelidmaatschap van het Godfried Bomans Genootschap. Op een vraag: “Bent u (toevallig) de broer van…” repliceerde hij steevast met de woorden: “Neen, Godfried was een broer van mij.”
De laatste foto van Jan Arnold Bomans in gezelschap van zijn echtgenote, enige zoon Arnold én zijn broer Godfried is gemaakt op 12 september 1971 in het Belgische Wervik in West-Vlaanderen bij de onthulling van een monument gewijd aan prins Willem George Frederik, aanvoerder der Nederlandse troepen toen 175 jaar geleden en door toedoen van Jan Bomans opgericht. Prins Frederik was de jongste zoon van stadhouder prins Willem V en een broer van koning Willem 1.
Het bronzen monument In Wervik kwam tot stand op initiatief van Jan Bomans die uit particuliere en overheidsfondsen 20.000 gulden bijeenbracht. Het ontwerp werd vervaardigd door de Heemsteedse/Haarlemse beeldbouwer Remco van der Gugten (geboren in 1942). Uiteindelijk is gekozen voor een medaillon vervaardigd door de beeldhouwer Wille, Verbon.
— Remco van der Gugten —
======================
Vervolg Jan Arnold Bomans
Uit dagboek van Michel van der Plas 14 september 1971: “’s Avonds bij Jan de Wolf in Heemstede. Daar komen opeens Arnold en Jan Bomans binnenvallen. We krijgen het onvermijdelijk lang en diepgaand over Godfried. Er gebeurt nu eenmaal te veel met hem. Het liegen. Daar heeft hij uitgebreid over geschreven, in de stukken over zijn en hun vader. Het is een ziekte, zeggen zij. Ze waren er allang mee vertrouwd; het deedcpas pijn toen het dierbare van hun herinnering raakte: hun eigen vader en moeder. Het werd een fictieve voorstelling. Die mag weliswaar een bijdrage betekenen voor de literatuur of wat daarvoor doorgaat, maar het snijdt in het hart. Ik kan er niet meer over opschrijven; het maakte al bedroefd. Jan Bomans heeft zelf een waanzinnig verhaal. In Wervik is eindelijk het monument onthuld kunnen worden, ter ere van prins Frederik Hendrik, maar de plechtigheid, afgelopen zondag, werd een uiterst verwarde toestand door het onvoorziene feit feit dat Belgen en Fransen op een brug even verderop een geheel andere veldslag herdachten dan het Nederlandse gezelschap”.
In 1995 was hij bij de onthulling van een gedenkteken bij de Moerdijkbruggen als blijvende herinnering aan de in de meidagen van 1940 omgekomen Nederlandse oorlogsvliegers.
Nog in het jaar 2000 onthulde hij een maquette ter nagedachtenis van prins Johan Willem Friso, die op 14 juli 1711 bij de Moerdijk verdronk.
Zijn laatste levensjaren verbleef hij eerst in de Janskliniek, daarna in het verpleeghuis Zuiderhout nadat hij eind 1996 tijdens een diner door een herseninfarct was getroffen. Ondanks alle door hem gewaardeerde hulp was het om in zijn woorden te spreken ‘behelpen’. Soms flikkerde zijn geest op met een typisch Bomansiaanse opmerking als: “Gelukkig ben ik pas getroffen tijdens het dessert.” Enkele weken na het verscheiden van Rex Bomans kwam voor hem op 7 november van het jaar 2000 het einde.
Van zijn broers en zus overleefde enkel Wally hem als Zuster Borromée in het klooster in het Zuidlimburgse Rykholt. Nadat hij zelf tijdens zijn leven een meer dan gemiddeld aantal bezoeken aan begraafplaatsen had gebracht is zijn stoffelijk overschot op het Heemsteedse parochiekerkhof Berkenrode aan de aarde toevertrouwd. Om met zijn eigen favoriete uitspraak te eindigen: “De aarde telt een bewoner minder, maar de hemel één meer.” HANS KROL In De Tijd van 6 januari 1978 schreef A.L.Boom (schuilnaam van Kees Fens) in een column ‘Vaders en zonen’ o.a. het volgende: ‘Over de zonen wordt wel geschreven, maar wie peilt het leed van de broers van beroemde mannen? jaren geleden werd ik in Vlaanderen eens voorgesteld aan een grijze man. Hij stelde zich aan mij voor: “Ik ben de broer van Emiel van Hemeldonck.’ Die werd toen in katholieke Vlaamse kringen een groot schrijver geacht, door de linksen werd hij genegeerd en die linksen hadden gelijk. Ik zag meteen een tragisch leven voor me: die oude heer, altijd de tweede man geweest, hij kon niet van die mooie romans schrijven, altijd werd hem gevraagd of hij de broer was van. En dat kon hij niet ontkennen. Tot dat ogenblik kwam dat hij van ellende zijn glorie maakte. Hij zette zichzelf aan de kant en begon een nieuw leven als broer van. Is de schrijver dood? En leeft de man nog”? Zou hij nu zeggen: ik was de broer van Emiel van Hemeldonck, zaliger gedachtenis? Er loopt in de noordelijke Nederlanden ook een broer rond. Altijd minder dan een schaduw geweest. Hij had een achternaam, maar die behoorde in feite slechts aan die beroemde broer. Hij had een naam die een begrip was, erger is nauwelijks denkbaar. De beroemde broer is overleden, en de man heeft zijn naam teruggekregen. Ik heb zelden iemand zo zien opleven na een sterfgeval. De broer is nog wel zeer beroemd, maar die kan niets meer zeggen. En in de ogen van de fans leeft de overledene een beetje in zijn broer door. De man is iets geworden: zoon van dezelfde vader die ook een geniaal kind verwekte, hij is nu de overlevende uit een voortijd. Daar komt hij op me af, schudt me de hand, noemt terloops zijn voornaam, maar nadrukkelijk en met stemverheffing zijn achternaam. Ik kijk verrast, heel even en per ongeluk. Het ontgaat hem niet. Hij is gelukkig, die knecht die directeur is geworden van een lege N.V.’
Jan Arnold Bomans op 21 januari 1979 in de uitspanning Kraantje Lek in Overveen gefotografeerd door Pierre Valkering
Multatuli bijeenkomst bij boekhandel Blokker in Heemstede. V.l.n.r. Paul van ’t Veer, Clemens Hoevenaars en Jan Bomans (broer van Godfried. Uit: 50 jaar boekhandel Blokker, 2005
Kleurendruk van drukkerij en uitgeverij De Spaarnestad in Haarlem, alwaar Jan Bomans het rijke fotoarchief beheerde
Nota Bene. Zie ook: 1937 een practical joke van Jan en Godfried Bomans tijdens wereld-jamboree.
Wethouder Cees Sprangers van Heemstede overhandigt 6 april 1977 het eerste exemplaar van Jan Bomans’ ‘Godfried achteraf bekeken’ aan dr.Edward Brongersma in de Heemsteedse bibliotheek
Journalist en Bomansiaan Cees van den Berg in ‘Bomans waar zijn uw supporters? over een bijeenkomst van het Godfried Bomans Genootschap in restaurant De Geleerde Man te Bennebroek In: Algemeen Dagblad, 1 juni 1982 met foto’s van Gerard van Bree
Verrassende trilogie van Jan Bomans, door Hans Krol, uit Godfried, nummer 2, september 1997 (1)
Vervolg trilogie Jan Bomans (2): De Villa Borghese
Slot van: Verrassende trilogie van Jan Bomans (3)
Vooromslag van boek: de Villa Borghese in het hart van Holland; door Jan Bomans
De broers Arnold, Godfried en Rex op de 50ste verjaardag van Jan Bomans in 1965
Vrolijkheid tijdens de opening van de Bomanszaal en doop van een statige rode tulp vernoemd naar Godfried Bomans in restaurant de Geleerde Man te Bennebroek. Op de foto van links nar rechts: Michel van der Plas, Mia Bomans-Snelder, restaurateur Arie Siliakus, Jan Bomans en kweker Frans Roozen (Haarlems Dagblad, 28 april 1977).
Fred Oster Jan Bomans in AVRO’s nachtdienst
Jan Bomans was een liefhebber van boeken, foto’s en archieven. Hier is hij thuis bezig achter zijn bureau in de werkkamer van huize Elba (foto Pierre Valkering)
Jan Bomans legt bloemen op de sterfdag op het graf van zijn broer Godfried
Bijlage 1: Een anecdote uit: het levensverhaal van Wim van Es, opgetekend door John Linse. De Arbeiderspers, 1995
‘Er lopen in ons land twee sporthelden rond die getooid zijn met dezelfde bijnaam: ijzeren Rinus (Michels) en ijzeren Willem, voormalig wielrenner Wim van Est (* 1923). De legende neemt een aanvang in 1951, het jaar dat hij als eerste Nederlander de gele trui over z’n schouders trekt, om twee dagen later definitief in de collectieve herinnering te worden bijgezet: vanwege zijn spectaculaire val van enkele tientallen meters in een ravijn tijdens de afdaling van de Aubique. Op dat moment had hij een voorsprong van 23 minuten op de latere winnaar Koblet. Zijn Pontiac-horloge deed ’t nog (voor dit aanbod komt hebben we al de nodige anekdotes gelezen over deze mannetjesputter uit het Brabantse Fijnaart). Voor menig succesvolle wielercarrière gold destijds dat je arm, katholiek en van boerenafkomst moest zijn. Als tweede uit een gezin van zestien (!) kinderen voldoet Van Est geheel aan dit beeld. Een calculerende burger avant-la-lettre voor het smokkelen van vijfhonderd kilo tabak verdween hij – net zes maanden getrouwd – voor een half jaar in de Bredase Koepel. Tijdens WOII zette Van Est als onderduiker een illegale groene-zeepziederij op en allerhande handeltjes waar veel zwart geld mee werd verdiend. Zijn indrukwekkende palmares is het resultaat van talent, doorzettingsvermogen en handelsgeest. Er wordt ook flink geslikt en geflikt, met vermelding van nam en toenaam. En in 1964, op 42-jarige leeftijd, stopt hij. Om een snackbar te beginnen, die na een inbraak weer wordt verkocht. Jan (de broer van Godfried) Bomans doet hem het idee aan de hand om bosgrond te verkopen vanwege de humus. De zaken lopen gesmeerd totdat de FIOD langskomt: hij moet 1,2 miljoen ophoesten. Kortom, een bewogen leven’ (Nieuwe Revu, 12-19 juli 1995)
Bijlage 2: In februari 1970 schreef de student Pierre Valkering uit Beemster (de latere pastoor van de Vredes- en Obrechtkerk in De Pijp te Amsterdam – overigens begin 2017 vertrokken na jarenlange onenigheden met de bisschop) een werkstuk, getiteld ‘Godfried en God’, waarin hij heeft gepoogd Bomans’ religieuze beweegredenen en de gevolgen daarvan voor zijn werk enigszins te structureren. De scriptie is aanwezig in de bibliotheek van de Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief, locatie Kleine Houtweg Haarlem. Daaruit hoofdstuk 11: een interview met de broer Jan Bomans: ‘Zondag 21 januari 1979 maakte ik kennis met de heer Jan Bomans, de broer van Godfried. Ik had gevraagd hem te mogen interview over het onderwerp van mijn scriptie “Godfried en God”. Jan Bomans heeft twee boeken over zijn broer samengesteld, te weten “In de stoel van Godfried” en “Godfried achteraf bekeken”. Meneer Bomans bleek een innemende persoon te zijn die bovendien aan een enkel woord genoeg om meteen van wal te steken wat de rol van de interviewer natuurlijk aanzienlijk vergemakkelijkte. We begonnen met de door mij voorgestelde en zo genoemde “Bomans sightseeing tour”. Allereerst was daar “Berkenrode”, het enorme huis waar de kindertjes Bomans opgroeiden. Het was nu een soort leeratelier en de kamer waar Godfried : Pieter Bas”en de Sprookjes schreef was gedegradeerd tot opslagruimte. Dit huis was inderdaad een zo imponerende figuur als vader Bomans geweest moet zijn waardig. Het had echt wat je noemt “stijl”
We vervolgden onze rit, of beter gezegd glijtocht want de straten waren overal opgevroren,door de stad aan wier inwoners door Godfried zulke hoogstaande en specifieke eigenschappen werden toegeschreven. Zo kwamen wij in de Zonnelaan bij het huis waar Godfried na zijn huwelijk zijn intrede deed. Het maakt deel uit van een soort hofje met vier poorten, huizen rond een gemeenschappelijke tuin, dat nu op de monumentenlijst staat. Het werd gebouwd door de socialistische architect J.B.van Loghem die er ongetwijfeld zijn principes en ideeën in verwezenlijkte maar die niet voor een degelijke fundering zorgde wat door de huidige bewoners intens wordt betreurd. Voor nummer 17 was een bejaarde daar juist het ijs van de ruiten van haar DAF aan het afschrapen. Meneer Bomans stapte meteen op haar af en ze bleek mevrouw Van Waveren, de vroegere buurvrouw van Godfried te zijn. Ze vroeg of we binnen wilden komen omdat zij nog wat herinneringen aan Godfried in haar bezit had. Dit bleken de eerste druk van “Pa Pinkelman”, een ansichtkaart uit Rome met het opschrift: “Vergeet de was niet binnen te halen want het gaat regenen. Hier niet”, en een brief die ging over het omhakken van een boom die de tuin van mevrouw van Waveren, beschaduwde. Godfried was hier van de ene kant op tegen omdat de nieuwe eigenaar het huis met de boom erbij gezien had, maar wilde het van de andere kant toch wel doen omdat hij wist dat het de nieuwe eigenaar niet uitmaakte. Ook deze brief liet duidelijk zijn schrijfkunst zien. Voor hem maakte het niet uit of zijn publiek hel Nederland of slechts een enkele persoon was. Mevrouw van Waveren vertelde een anekdote die ik hier ik optekenen om deze voor het nageslacht te behouden hoewel ik niet de pretentie heb dat deze scriptie door meer dan tien personen gelezen zal worden. Godfried zelf komt er overigens niet in voor. De oude mevrouw Bomans, Godfrieds moeder dus, kwam eens een keer bij mevrouw van Waveren binnenlopen, ging zitten en begon uitgebreid tegen haar te praten. Na een half uur vroeg ze: “Waar blijft Pietsie (de vrouw van Godfried) toch?” Het huis van mevrouw van Waveren leek namelijk erg op dat van haar buren, ook wat de inrichting betrof. Mevrouw van Waveren was ook kunstzinnig aangelegd. Mevrouw van Waveren had gedacht dat ze bij Pietsie op bezoek was. Ze stond dan ook meteen op en ging een huis verder. Hoewel slechts weinig om het lijf hebbend, is deze “petite histoire” toch tekenend voor het feit hoe onwennig mensen die dat niet gewend waren stonden tegenover seriebouw. Zeker als zij uit het aan villa’s zo rijke Heemstede kwamen.
Toen ik tijdens de rit naar het kerkhof de opvallende afwezigheid van “gewone” huizen in Bloemendaal tegenover de heer Bomans opmerkte zei deze dat in zijn jeugd het gerucht hardnekkig de ronde deed dat Bloemendaal meer belasting opdracht dan de gehele provincie Drenthe. Zo stond ik dan voor het graf van Godfried. Zijn steen is slechts eenvoudig. Dit heeft hij met velen andere”groten” gemeen. “Goede wijn behoeft geen krans”. Rondom hem liggen vrienden, zoals zijn wiskundeleraar van het Triniteitslyceum, dr. Fuss, recht tegenover hem. Het was een mooi kerkhof, met veel mooie bomen. Op het graf lagen twee verse bloemstukken die bevroren waren. Na een aantal pogingen lukte het meneer Bomans toch de kaarsen te laten branden. “Ze zijn er ten slotte voor”
In de uitspanning “Kraantje Lek’ in de duinen bij Overveen werden altijd de bijeenkomsten van “The Dutch branch of the Dickens society” gehouden. Alles ademt er de sfeer van weleer. In de koffiekamer had ik, bij kaarslicht, het gesprek met meneer Bomans. Om ongeveer zes uur vertrokken we weer nadat een in het zwart gestoken ober (inclusief strik) de ontmoeting vereeuwigd had. Bij meneer Bomans thuis, waar ik aansluitend was uitgenodigd om te dineren, maakte ik kennis met zijn achterban, met zijn vrouw en zoon Arnold, Tijdens het eten ontpopte de heer Bomans zich als een actief participant in de gemeentelijke politiek. Samen met nog iemand anders vormt hij het comité “Heemstede waakzaam!”. De naam is zo gekozen met het oog op krantenpublicaties: men denkt te maken te hebben met een belangengroep van enige omvang! Ik werd weer op de trein gezet nadat meneer Bomans nog even mijn exemplaar van “Godfried achteraf bekeken” getekend had en liet de stad die door Godfried zo bejubeld was in snel tempo achter mij.”, aldus een jonge Pierre Valkering die Jan Bomans over zijn broer interviewde over de religiositeit van Godfried. (Scriptie’Godfried en God’is aanwezig in Heemstede-collectie van het Boord-Hollands Archief, locatie Kleine Houtweg, nummer 6348).
t===================================================== Op 27 juni overleed op 93-jarige leeftijd Maria Christina Wilhelma ‘Mia’ Bomans-Snelder, diëtiste, culinair publiciste van formaat en weduwe van Jan Bomans. Zij was de laatste nog levende telg uit een gezin van negen kinderen. Haar man Jan Arnold Bomans heeft zij bij de Spaarnestad leren kennen. Uit dit huwelijk is één zoon Arnold geboren. Geëmancipeerd als zij al vroeg was hield zij als diëtiste/publiciste haar meisjesnaam aan. Woonachtig op huize Elba aan de Herenweg was voor hem de werkkamer boven en voor haar de keuken bij uitstek hèt domein. De uitvaartdienst onder leiding van pastor Visser had plaats op 2 juli in de parochiekerk van de H.Bavo in Heemstede. Aansluitend is Mia Bomans begraven bij haar echtgenoot op de begraafplaats Berkenrode. Bij de ter aarde bestelling droeg dichteres Erzsébet Hatvari een grafdicht voor: ‘Over de plons in het water’ uit haar in eigen beheer uitgegeven bundel ‘Op de riffen’ uit 1994.
Mia Snelder publiceerde over culinaire aangelegenheden voor Albert Heijn, uitgeverij de Spaarnestad (Libelle) en in dagblad de Telegraaf en had enige tijd ook een radiorubriek met recepten. Zij heeft voorts een twintigtal boekpublicaties op haar naam staan, waarvan onderstaand een overzicht van voornamelijk in de Koninklijke Bibliotheek aanwezige werken. In het Lectuur repertorium onder redactie van Joris Baers worden de praktische kookboeken van Mia Snelder aanbevolen voor vrouwen.
– Sneller koken: 333 recepten voor de kleine keuken en het simpele gasstel, variaties voor iedere dag, combinaties voor de gehele week, vrije tijd en het ganse jaar. Utrecht, het Spectrum, 1957. – Kalorieënwijzer. Den Haag, Van Goor, 1976. – Kalorieënwijzer: met omrekening in joules. Amsterdam, Elsevier, 1980.
– Kalorieënwijzer. Baarn, Tirion, 1992 – Sneller koken: menu-kookboek. Utrecht, Prisma-boeken, 1961. – Sneller koken. Utrecht, het Spectrum, 1973, 1978 etc. Laatste uitgave 2011.
– Dagelijks weten wat te eten: een menu voor elke dag. ‘s-Gravenhage. Bzztôh, 1991. – Menukookboek: snel en efficiënt koken in de Hollandse traditie. Utrecht, het Spectrum, 1989. – 50 culinaire avonturen met visconserven. Amsterdam, Albert Heijn, Meijer Pers, 1978.
– 50 culinaire avonturen met bijzondere groenten. Amsterdam, Albert Heijn, Meijer Pers, 1977.
– 50 culinaire avonturen uit Duitsland. Albert Heijn, Meijer Pers, 1976.
– 50 culinaire avonturen met kip & kalkoen. Albert Heijn, Meijer Pers, 1977/1978. – Rondom de aardappel: 200 internationale gerechten. Amsterdam, Ideeboek, 1976. – Dagelijks weten wat te eten; de recepten uit de Telegraaf. 1991.
– Sana-set de nieuwe manier van koken! Amsterdam, Sano n.v. 1964 – Libelle keuken ABC: een handig keuken-woordenboek. Haarlem, Spaarnestad, 1979. – Leesrapport van Irwin Maxwell Stillman The Doctor’s quick weight loss diet; voor het weekblad Libelle en aantekeningen hiervoor door Mia Bomans-Snelder. Heemstede, 1969. – Word slank en blijf gezond: met dieetvoorschriften en menu’s door H.Pollack; Mia Snelder. Utrecht, Het Spectrum, 1964. – Da’s goeie soep. Door Ursel Norman, Derek Norman en Mia Snelder. Luitingh-Sijthoff, 1979. – Het internationale kookboek; door Mia Snelder, Marianne Piepenstock, Maria Horváth. Utrecht, Het Spectrum, 1966.
Van 1981 tot 1993 zijn bijna 2.500 menu’s van de dag, gepubliceerd in De Telegraaf door Mia Snelder te vinden op de virtuele site: ‘Historische kranten’ van de koninklijke bibliotheek. NOTA BENE Postuum kwam nog een boekje uit van de wonderpan-recepten die Mia Snelder in de jaren vijftig voor de Libelle schreef: Bakken zonder over. 40 recepten voor de wonderpan’. Zie: http://www.dewonderpan.nl/
Jaap Smolenaars gezegd:
—Foto genomen bij de opening van een Godfried Bomans-tentoonstelling in 1974 in de gemeentelijke openbare bibliotheek van Heemstede. Jan Bomans tweede van links. Achter een vitrine in geanimeerd gesprek van links naar rechts: dr. Edward Brongersma, Simon Carmiggelt en Michel van der Pas
Ik neem aan dat dat moet zijn tweede van RECHTS?
Hans Krol gezegd:
Inderdaad, heden gewijzigd.
Leo Barjesteh van Waalwijk van Doorn gezegd:
Tal van mooie en waardevolle herinneringen aan Jan bij de totstandkoming van het boek De Villa Borghese en het monument voor Johan Willem Friso aan de Moerdijk komen boven bij het lezen van de tekst op deze site. Dank!
Bert Rebergen gezegd:
Mooie herinneringen aan Jan Bomans! Toen ik het Godfried Bomans Genootschap voor het eerst bezocht en ik door treinvertragingen te laat bij Brinkmann aankwam, zorgde het erelid er hoogstpersoonlijk voor dat ik in de propvolle zaal een plekje kreeg : Maak eens plaats voor deze jongeman! Ik was toen als twintigjarige een broekie tussen alle andere leden.
Ook vergeet ik nimmer de anekdote die hij me vertelde bij het graf van de onbekende soldaat in Bloemendaal, vlakbij het graf van Godfried Bomans. Volgens Jan zou deze onbekende bevrijder niet gesneuveld zijn in de strijd met de bezetter, maar na de Bevrijding in aangeschoten toestand zijn overgestoken en zijn aangereden, met de dood tot gevolg.
Anoniem gezegd: