Tags

,

HOFSTEDE DE DRIESPRONG ALS BEZIT VAN DE KUNSTSCHILDERS GERRIT CLAESZ. BLE(E)KER (1593-1656) EN DIRK BLE(E)KER (1622-1679)

In de zeventiende eeuw, vanwege voorspoed in handel en cultuur aangeduid als de Gouden Eeuw, treffen we een concentratie aan van kunstenaars in steden als Leiden, Amsterdam, Delft en Haarlem. Dat sommigen voor kortere of langere tijd in naburige gemeenten woonachtig waren is in dit verband niet verwonderlijk. De befaamde zeeschilder Ludolf Bakhuysen, geboren te Emden in 1634 en in 1708 overleden in Amsterdam, had omstreeks 1650 zijn atelier in de Hout. Een weinig bekend gegeven is verder dat kunstschilder en graveur Romein de Hooghe van de Heemsteedse bestuurder Barend Duyst, in 1695 zijnde “bedlegerig en ijlhoofdig” een erf aan de Dorpsweg wist te ontfutselen, dat hij door verhuur vooral als beleggingsobject heeft gebruikt. Na het overlijden van zowel Duyst als De Hooghe wist de zoon van eerstgenoemde dit perceel in Heemstede van Maria Lantman (weduwe van Romein de Hooghe) via een rechterlijk bevel in 1716 wederom in familiebezit te krijgen. De twee bekendste kunstenaars, sinds 1648 in Heemstede gevestigd, waren zonder twijfel Jan Miense Molenaer en Judith Leyster, die een buitentje ‘Het Lam’ in Groenendaal nabij het Pauwenbos bewoonden. Thans volgt het verhaal van Gerrit Bleeker, wiens ouders eerst in Haarlem daarna in Heemstede waren gehuisvest. Aldus bekend met deze plaats kocht hij in 1653 – drie jaar voor zijn dood – een kleine hofstede bij de Driesprong, die na zijn overlijden overging aan zijn twee dochters en zoon Dirk. Laatstgenoemde was evenals zijn vader een verdienstelijk en in zijn tijd gewaardeerd “constrijk schilder” die echter in 1666 na veel financieel geharrewar gedwongen afstand moest doen van de Heemsteedse buitenplaats, welke intussen nog was uitgebreid doch in waarde gedaald

Tekening van de Driesprong uit 1775 (NHA)
Situatieschets Groenendaal en omgeving (J.W,.Groesbeek)
Situatieschets Groenendaal en omgeving (J.W.Groesbeek)

Stamboom Ble(e)ker
De naam van Bleeker is op vele manieren gespeld als Bleker, Blieker, Bleyker, Bleekers etc. In volgende eeuwen is de naam van Gerrit Claeszoon Bleeker verbasterd tot Jan Casper dan wel J.G. of verward met zijn broer Jan Claeszoon en kon door kunsthistorici nog slechts dankzij de ondertekening “jonge Bleker f.” worden vastgesteld dat Dirk Bleker vermoedelijk een zoon was van Gerrit Claeszoon Bleeker. Uit de archivalische gegevens met betrekking tot het Heemsteedse buiten is thans geen sprake meer van een vermoeden maar van zekerheid. Genealogisch is het volgende bekend. Gerrit (Claeszoon) Bleker was een kleinzoon van Willem en zoon van Claes (Willemszoon) Bleeker. Deze laatste telg komt voor op een lijst van lidmaten der Gereformeerde Kerk in Heemstede uit de jaren 1624/1625 onder ’t Kraaijenest of daaromtrent. In de jaren 1637 en 1638 komt hij voor als schepen in het plaatselijk bestuur van Heemstede. Claes Bleeker had een dochter die huwde met Floris Aelbertsz van Belegh, een Haarlemse pompenmaker en waarschijnlijk vòòr 1656 is gestorven. Voorts twee zonen: Gerrit, de kunstschilder, in 1656 overleden, en Jan in 1664 in de Grote Kerk van Haarlem begraven. Uit het huwelijk met Anna Emsinck zijn 3 dochters geboren evenals één zoon; Dirk geheten, die zich in het voetspoor van zijn vader ontwikkelde tot een redelijk goed figuratief kunstschilder. Hij werd geboren te Haarlem in 1622 en stierf in ’s-Gravenhage op vijftigjarige leeftijd. Dankzij vererving was hij gedurende één decennium (1656-1666) eigenaar van hofstede ‘De Driesprong’ in Heemstede, welk buiten hem evenwel meer ongeluk dan voordelen heeft gebracht.

Tekening van de wildernisse in Heemstede
Tekening van de wildernisse in Heemstede

Fragmentgenealogie Bleeker:
1. Willem Bleeker
2. Claes Willemszoon Bleeker [in Heemstede genoemd 1624/1625 en 1637/1638]
3. Gerrit Claeszoon Bleeker (circa 1593-1646), broer van Jan  en Claeszoon II (1664 overleden) + een zuster Adriana, die was gehuwd met Floris Aelbertsz.van Belegh.
4. Dirk Bleeker (1622-1672) en 2 zusters: Maria Bleeker en Catharina Bleeker

Hoe sou ik Blieker ook en Ruisdael hier versaken – Die goed in landschap sijn en beeldekens daer by – En diergelijk gemael tot landschap-schilderij (…)” Samuel Ampzing (1628). The Schrevelius (1648) vermeldt hem enkel onder de goede landschapschilders met als naam ‘Gerrit Bleijker”.

Landschap door Gerrit Bleker
Landschap met reizigers en ruiters door Gerrit Bleker
Gerrit Claeszoon Bleker: Bileam tegengehouden door de engel (Museum Boymans, Rotterdam)
Gerrit Claeszoon Bleker: profeet Bileam tegengehouden door de engel (Museum Boymans, Rotterdam)
Saulus op reis naar Damascus met blindheid geslagen door Gerrit Claeszoon Bleker (Museum Boymans)
Saulus op reis naar Damascus met blindheid geslagen door Gerrit Claeszoon Bleker (Museum Boymans)
Gerrit Claesz. Bleeker: gravure van Abraham en de engel

 

Gerrit Bleker: rustpunt onder een boom
Gerrit Bleker: rustpunt onder een boom
Gerrtit Bleker, 1639, een rivierlandschap met een herder die zijn vee over een brug drijft nabij een fort. In 2009 voor 6.250 Engelse pond geveild bij Christie's in Londen.
Gerrit Bleker, 1639, een rivierlandschap met een herder die zijn vee over een brug drijft nabij een fort. In 2009 voor 6.250 Engelse pond geveild bij Christie’s in Londen.
Italianiserend landschap door Gerrit Bleker (Universiteit van Bolgna)
Italianiserend landschap door Gerrit Bleker (Universiteit van Bolgna)

Gerrit Claeszoon Ble(e)ker: schilder en graveur
Gerrit Claeszoon Bleeker (geboren in 1593 of eind 1592) geldt als een voortreffelijk schilder, tekenaar en etser van landschappen en dieren, vooral vee. Zijn grote doeken bevatten vooral Bijbelse taferelen. Als graveur tonen zijn historiewerken invloed van Nicolaas Moeyaert en gedurende zijn jonge jaren schilderde hij een aantal landschappen met ruiters in de trant van J.Asselijn en E.van de Velde. Aanvankelijk werkte hij voornamelijk in Haarlem, later ook in Amsterdam, evenals zijn zoon Dirk tien jaar nadien. Hij stond ook onder invloed van de jonge Rembrandt van Rijn. Het eerst bekende doek dat is gedateerd betreft: ‘Aanbidding der koningen’(1625), vroeger aanwezig in het Bisschoppelijk Museum Haarlem, tegenwoordig in Antwerpen te vinden.

Gerrit Bleker: Aanbidding van Maria en het kind door de koningen. Paneel op eikenhout (Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen)
Gerrit Bleker: Aanbidding van Maria en het kind door de koningen. Paneel op eikenhout (Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen)

Uit 1627 dateert het schilderij: ‘de jacht op herten in de duinen’, dat zich in het Frans Hals Museum bevindt en waarvan wordt aangenomen dat de afgebeelde figuren zijn van de hand van Willem Corneliszoon Duyster. Uit 1628 stamt een landschap met plunderende soldaten, thans in een museum te Dublin. In datzelfde jaar roemde de Haarlemse predikant en dichtende historicus Samuel Ampzing hem als schilder van landschappen met stoffage, tegelijk met Salomon van Ruysdael. Cavaleriegevechten zijn door meervoudig geschilderd.

Gerrit Bleker: de slag van Ebenezer (1640), in: museum voor schone kunsten te Budapest
Gerrit Bleker: de slag bij Ebenezer (1640), (de Filistijnen verslaan de Israëlieten en veroveren de ark van het verbond, cf. bijbelboek Samuel) in: het Museum voor Schone Kunsten te Budapest
Gerrit Claeszoon Bleker: stijdgewoel te paard. 1629 (Koller Auktionen Zürich, 2019)
Gerrit Claeszoon Bleeker (1593-1656) Paardengevecht, 1632 (Christie’s maart 2020)
De ontmoeting van Jacob en Laban
De ontmoeting van Jacob en Laban
Philippus doopt een Moor. Paneel van Gerrit Bleker uit circa 1640. (In Christelijk Museum van Esztergom in Hongarije)
Philippus doopt een Moor. Paneel van Gerrit Bleker uit circa 1640. (In Christelijk Museum van Esztergom in Hongarije)
De ontmoeting van Jacob en Esau. Schilderij van Gerrit Claeszoon Bleker in Shipley Art Gallery, Gateshead, Engeland (foto Bridgman Art Library)
De ontmoeting van Jacob en Esau. Schilderij van Gerrit Claeszoon Bleker in Shipley Art Gallery, Gateshead, Engeland (foto Bridgeman Art Library)

De Haarlemse kunstschilders waren sedert 1514 verenigd in het Sint Lucasgilde, dat in 1634 behalve Gerrit Bleeker nog 56 ‘constrijke schilders’, 6 etsers, 7 glasschrijvers en 6 beeldhouwers telde, plus nog 99 leden met kunstzinnige ambachten als koperslager of goudsmid. Op 4 september 1640 staat in de archieven van dit gilde opgetekend: “Vragen aan meester Gerrit Bleeker, schilder, het inschrijvingsgeld van de twee leerjongens en nauwkeurig de namen van deze discipelen op te schrijven en of zijn burgers [van Haarlem] zijn.” Oktober 1640 blijkt dat het om drie leerlingen gaat, voor wie Bleeker 12 stuivers per persoon heeft betaald (en voor de knecht van elk 1 stuiver). Hun namen luiden: Pieter Adelaer van Amsterdam, Paulus van der Goes en David Decker van Amsterdam, welke in tegenstelling tot hun leermeester in de kunst niet tot grote hoogte zijn gekomen. Uit een acte van notaris Steyn van 28 mei uit datzelfde jaar blijkt dat Bleeker als getuige optreedt en op 24 januari 1643 wordt hij met onder andere de schilder Heda als commissaris van het Sint Lucasgilde genoemd.

Gerrit Bleker: schilderij van een cavaleriegevecht
Gerrit Bleker: schilderij van een cavaleriegevecht tussen Turken en Romeinen (Italianen)
Gerrit Bleker: boslandschap met soldaten en een kerktoren op de achtergrond
Gerrit Bleker: boslandschap met soldaten en een kerktoren op de achtergrond. Op 1 december 2009 voor 70.350 Euro geveild bij Sotheby’s
Gerrit Bleker (J.van der Waals. Prenten in  de Gouden eeuw). 2006)
Gravure door Gerrit Claeszoon Bleker
Gravure door Gerrit Claesz. Bleker. Hoeders van vee op weg

Invloed van Rembrandt
Omstreeks 1618 is Gerrit Bleker in het huwelijk getreden met een verder onbekende Anna Emsinck, met wie hij vier kinderen kreeg onder wie Catharina, Dirk, en Maria (getrouwd met de kunstschilder Jacob Willemsz. Kool. Ofschoon in dezelfde tijd en in Haarlem woonachtig wordt Gerrit Bleeker niet in relatie tot Fans Hals vermeld. Daarentegen richtte hij het oog op Rembrandts’ Leidse jeugdperiode, met de beweeglijke, ietwat ‘wilde’ stijl van vòòr 1631. Het werk van Gerrit Bleeker en trouwens alle figuurschilders in Haarlem, zoals Pieter de Grebber en Willem de Poorter – met uitzondering van Frans Hals – wordt in de schaduw gesteld van de onbetwiste geniale grootmeester die Rembrandt was. Diens invloed op navolger Bleeker blijkt duidelijk uit twee schilderijen in museum Boymans-van Beuningen. Namelijk de Bijbelse voorstellingen: ‘Saulus op weg naar Damascus met blindheid geslagen’ en ‘De profeet Bileam en de ezelin tegengehouden door de engel.’ In het laatste geval is zelfs het onderwerp aan Rembrandt ontleend, die immers in 1626 hetzelfde motief schilderde, genomen uit het vierde boek van Mozes, het Bijbelboek Numeri. Overigens lag aan Rembrandts compositie waarschijnlijk een paneel van Pieter Lastman uit 1622 ten grondslag en baseerde Lastman zijn doek op een 16e eeuwse tekening van Dirck Vellert. Vergeleken met Rembrandts’ voorbeeld bracht Bleeker het niet verder dan tot een middelmatige variant. Een doek: ‘Het gezin van Jacob Dirckz. De Roy’ uit 1641 is eigendom van museum Amstelkring en lange tijd ten onrechte aan Albert Cuyp toegeschreven.

Museum De Amstelkring met midden boven het gezin van Jacob Dircksz. de Roy door Gerrit Claeszoon Bleker
Museum De Amstelkring met midden boven schilderij met het gezin van Jacob Dircksz. de Roy door Gerrit Claeszoon Bleker
Familieportret door Gerrit Claesz. Bleker, voorstellende: Jacob Dirrcksz de Roy met zijn echtgenote Marrietje Bonte en hun beide zonen Jan en Dirk. De vader was regent van het Rooms-Katholiek armbestuur in Amsterdam. Het schilderij is gedateerd 1641 en bezit van museum Amstelkring
Familieportret door Gerrit Claesz. Bleker, voorstellende: Jacob Dircksz de Roy met zijn echtgenote Marrietje Bonte en hun beide zonen Jan en Dirk. De vader was regent van het Rooms-Katholiek armbestuur in Amsterdam. Het schilderij is gedateerd 1641 en bezit van museum Amstelkring

Het schilderij ‘Offerstrijd te Lystra: Sint Paulus en Barnabas’ bevindt zich in de vroegere Koninklijke verzamelingen van de hertog van Brunswijk, Ander werk is te vinden in onder meer Leeuwarden, Boedapest en Wenen, doch een verantwoord overzicht van Bleekers’ werk ontbreekt nog altijd, terwijl de informatie in bekende naslawerken als van Bénézit gebrekkig en ten dele onjuist en achterhaald is.

Schilderij: aanbidding van de koningen door Gerrit Bleker
Schilderij: ‘aanbidding van de drie koningen uit het Oosten’ door Gerrit Bleker (privécollectie)

Gerrit Claeszoon Bleeker graveerde tussen 1638 en 1643 ook minstens 14 etsen – Bartsch beschrijft er 12 en Hollstein 13 in hun catalogi – die zeldzaam en zeer gewild zijn. Vooral historische landschappen met Bijbelse stoffage, waarin de realistische weergave van dieren opvalt, welke ook in zijn schilderijen een voorname plaats innemen.

Diogenes met lantaren G.C.Bleker f.1637 (Pools Nationaal Bezit: Galerie Lazienski)
Diogenes met een lantaarn op zoek naar eerlijke mensen. G.C.Bleker f.1637 (Pools Nationaal Bezit: Paleis Lazienski, Warschau)
Gerrit Claesz. Bleker. Het melkmeisje,1643 (Museum Boymans van Beuningen)

De Driesprong

Kaartje van de Driesprong en omgeving door J. W.G.van Doorn, uit: Heemstede in de 19e eeuw, de Driespong en Westerrmeer. In: Oud-Heemstede-Bennebroek, nummer 88, 1996, p. 83-91
Kaartje van de Driesprong en omgeving door J. W.G.van Doorn, uit: Heemstede in de 19e eeuw, de Driesprong en Westermeer. In: Oud-Heemstede-Bennebroek, nummer 88, 1996, p. 83-91

Aan de westzijde van de Berglaan in Heemstede lagen in het midden van de 17e eeuw drie huizen, gescheiden door een omheining van Groenendaal. ‘Het Lam’ werd in 1648 aangekocht door de kunstschilder Jan Miense Molenaer. Een nabijgelegen huis ‘De Drie Corenaren’ was eigendom van een Haarlemse bierbrouwer en is in 1704 door J. d’Orville van Groenendaal aangekocht. Ten noorden hiervan bezat de Amsterdamse koopman en drogist Pieter van de Venne sinds 1651 een hofstede die vroeger had toebehoord aan de Heemsteedse predikant Petrus Reepmaker. Dit buiten was gelegen nabij de samenkomst van drie wegen: de Berglaan, Voorweg en Binnen- of Achterweg en om die reden door hem ‘de Driesprongh’ genoemd. 4 februari 1653 kocht de tot enige welstand gekomen Bleeker het buitentje van Pieter van de Venne (neef van de Amsterdamse kunsschilder Bartholomeus van der Helst) ter grootte van 600 roeden (ruim 8.100 vierkante meter) , met boomgaard en beplanting met bossen en heesters en een “weldoortimmert” huis met stalling, gelegen ten westen van de Berchlaan, ter hoogte van de huidige algemene begraafplaats aan de Herfstlaan nabij Groenendaal. Omdat Bleeker het verschuldigd bedrag dat ƒ 4.250,- niet contant kon betalen moest hij een custing ofwel hypotheek sluiten voor de totale aankoopsom. Tijdens de schepenzitting in het rechthuis te Heemstede, gevestigd in het Slot, werd overeengekomen dat Bleeker het eerste deel per 1 mei 1653 zal betalen, het tweede part in november van dat jaar en het restant uiterlijk mei 1654. De overdrachts- en hypotheekakte zijn getekend door koper, verkoper, en schout Hendrick de Goyer, die werd geflankeerd door de schepenen Dirk Florisz. Backer en Jacob Jansen Vosseman. De inkomsten van de kunstenaar moeten zodanig geweest zijn dat hij zijn schuld conform de gestelde termijnen kon voldoen. De problemen begonnen pas voor zijn kinderen die het bezit uitbreidden zonder over voldoende geldmiddelen te beschikken, uiteindelijk leidende tot het faillissement van zoon Dirk, die evenals zijn vader kunstschilder was en redelijk goed verdiende maar vermoedelijk op te grote voet leefde. Gerrit Bleeker is begin februari 1656 vermoedelijk in de Driesprong overleden en de uitnodiging voor de begrafenis is bewaard gebleven. Daaruit blijkt dat en voor de uitvaartplechtigheid in de Grote Kerk vertrok vanuit het huis op de hoek van de Grote Houtstraat en de Paardensteeg. Acht jaar later is zijn broer Claes in hetzelfde graf ter aarde besteld, waarbij de koste 24 florijnen bedroegen. Gerrit Bleeker zou spoedig in de vergetelheid raken en in de literatuur verward worden met zijn broer, die naar gebleken is géén kunstschilder was. Zoals zovelen pas in de vorige eeuw ‘herontdekt’, maar geen goede monografie ontbreekt nog altijd. Zijn weduwe Anna Bleker komt nog voor in de schepenrollen van Heemstede van 21 juni en 20 december 1656 omdat zij bepaalde levensmiddelen net had betaald. Zij is begraven in het graf van haar man op 18 mei 1657 [Grote Kerk middentransept, nummer 110, de kosten bedroegen 12 gulden]. Zijn broer Jan Claeszoon Bleker volgden in hetzelfde graf op 30 augustus 1664 [de kosten waren toen 24 gulden].

Bijlage: tekst van bewaard gebleven begrafenisbriefje: “Teghens Dinsdagh den Achtsten Februarij 1656 naer den middagh te twee uyren precys, werdt U.E. ter begraeffingh ghebeden [= genodigd] van Meester Gerrit Blieker, schilder, swagher van Floris Aelbertsz. van Belegh, Pompemaker op den hoeck van de paerdensteegh in de Grooe Houtstraet, alwaer het lijck sal uytgedraghen werden: als vriendt in Huys te komen met de langhe mantel.”

Jachtscene in de duinen door Gerrit Claeszoon Bleker
Hertenjacht in de duinen door Gerrit Claeszoon Bleker (en Willem Corneliszoon Duyster) Frans Hals Museum Haarlem
Beschrijving van het schilderij: Duinlandschap met hertenjacht, circa 1628, door Gerrit Claeszoon Bleker, 1595-1656, in: Het Frans Hals Museum Haarlem (Ludion gids)

Dirk Bleker (1622- na juli 1679)
Dirk Bleeker is vermoedelijk in Haarlem geboren, toen zijn grootvader in Heemstede woonachtig was. Hij verbleef achtereenvolgens in Haarlem, Amsterdam (circa 1649-1662), Haarlem (1662-1669), Heemstede (in de zomermaanden 1656-1666) en Den Haag (vanaf 1670) waar hij op een nog niet achterhaalde datum, vermoedeijk in 1679 is overleden. Van 1656-1666 was hij, na de dood van zijn vader, eigenaar van hofstede ‘De Driesprong’ nabij Groenendaal, waar hij vertoefde samen met zijn zusters Maria en Catharina. Bijna buurman van zijn kunstbroeder Jan Miense Molenaer en tot 1660 van Judith Leyster zou de hofstede hem naast geluk ook veel ellende bezorgen en moest hij hiervan ten gevolge van financiële problemen noodgedwongen afstand doen.

31 september 1665 is bij een notaris in Beverwijk een akte gepasseerd, waarin ‘mr.Dirck Bleecker ende mr. Jacobus Coolen konstrijcke schilders tot Haarlem’ worden genoemd. [J.J.de Gelder, Bartholomeus van der Helst’. Rotterdam, Brusse, 1921, pagina 27.

Dirk Bleker: de roof van Europa
Dirk Bleker: de ontvoering ofwel roof van Europa, 1643 (Gemäldegalerie Alte Meister in Kassel)

Door Maria Stuart bewonderd en Vondel geprezen
Dirk Bleeker bleek, evenals zijn vader, een getalenteerd kunstschilder en heeft waarschijnlijk behalve van zijn vader les gekregen van Haarlemmer Pieter de Grebber. Hij signeerde soms met ‘jonge Bleker f’, waaruit is geconcludeerd dat hij een zoon was van Gerrit Claeszoon Bleeker, wat ook trouwens blijkt uit zijn bezit in Heemstede, een door kunsthistorici veelal veronachtzaamd gegeven. Op 29 juni 1652 verkreeg hij het poorter(burger)recht van Amsterdam, waar hij toen al enige tijd woonde en schilderde portretten en historische, bijbelse en mythologische taferelen, de in zijn tijd gewaardeerd weden. Zo vervaardigde Dirk Bleeker een portret van de dichter Simon Ingels en een fraai portret van een jongeman met afhangende haren (1657), tegenwoordig in Braunschweig, dat invloed van Rembrandt verraadt. Uit 1653 dateert een familietafereel van Gillis van Kuffeler (1596-1658) met echtgenote en kinderen, dat zich mogelijk nog altijd in familiebezit bevindt. Het portret van een onbekende man in het museum te Keulen dat lange tijd ten onrechte aan Carel Fabritius is toegeschreven, is vrijwel zeker van Dirk Bleeker. Uit 1643 stamt het doek ‘Ontvoering van Europa’, dat via omwegen terecht kwam in de Königliche Galerie van Kassel. In die tijd stond hij ingeschreven bij het Sint Lucasgilde in Haarlem. In Amsterdam schilderde hij omstreeks 1650 een naakte Venus voor prins Willem II van Oranje (niet voor Frederik Hendrik, in 1648 overleden, zoals soms abusievelijk vermeld). In het ordonnantieboek van het Huis van Oranje kan men dienaangaande lezen: “betaalt aan Dirck Bleecker, schilder tot Amsterdam, voor een aan S.H. gelevert stuck, verbeeldende een naeckte Venus 1700 gulden.’ Joost van den Vondel schrijft dat prinses Maria Stuart haar waardering uitsprak over dit doek en maakte in een 6-regelig vers op ‘Bleekers Triomferende Venus’. Ook de letterkundige  mr. Simon Ingels (van Ingen) – van wie Dirk Bleker een portret vervaardigde dat helaas verloren ging – inspireerde het tot een vers dat als volgt aanvangt:

“Anchises, Paris en Adoon,

Mij hebben naakt gezien en schoon,

Maar gij en zaagt mij nimmer naakt,

Hoe hebt gij mij zo schoon gemaakt.”  [Uit S.J. van Ingen, Getrouwe Herderin, landspel en gedichten. 1658.

De naakten van Bleeker spraken Vondel kennelijk zeer aan. Opmerkelijk is immers dat de prins der dichters nog een tweede vers wijdde aan een doek van Bleeker, namelijk op het werk Danae, welk 16-regelig gedicht werd opgedragen aan de Heer van Lodewijk Halteren van Jaersveld, baljuw van Kennemerland en beginnend met de regel: “Dees naeckte kan een Godt bekoren.” Van het schilderij ‘De boetvaardige Maria Magdalena’ in het Rijksmuseum van Amsterdam kon de volgende herkomst worden vastgesteld. Het is getekend en gesigneerd: ‘D.Bleker 1651’ en stelt Maria Magdalena bij een rots voor. Zij houdt een kruis in de rechterhand waar ze boetvaardig naar kijkt, terwijl haar linkerarm op een rotssteen rust, de hand gestrekt. Geschilderd op een linnen doek van 112 bij 83 centimeter.

'Maria Magdalena' van Dirk Bleker (1651). Hiervoor heeft de hoer Maria la Motte model gestaan (Rijksmuseum Amsterdam). Over dit doe schreef S.A.C.Dudok van Heel een artikel 'Het "gewoonlick mode" van de schilder Dirk Bleker', in: Bulletin van het Rijksmsueum 29 (1981), p. 214-220.
‘De boetvaardige Maria Magdalena’ van Dirk Bleker (1651 of 1652). Hiervoor heeft de hoer Maria la Motte model gestaan (Rijksmuseum Amsterdam). Over dit doek schreef S.A.C.Dudok van Heel een artikel ‘Het “gewoonlick model” van de schilder Dirk Bleker’, in: Bulletin van het Rijksmuseum 29 (1981), p. 214-220.
Dirck Bleker (J.van der Waals. Prenten in de Gouden Eeuw. 2006)

Dit werk is voor een openbare verkoping op 14 augustus 1776 tentoongesteld in het huis Kroonensteyn onder Zoeterwoude, maar bij gebrek aan belangstelling teruggetrokken. Bijna een eeuw later, in de maand januari van 1869, is het alsnog in Haarlem verkocht en in buitenlandse handen overgegaan, om na 14 jaar in ons land terg te keren. Het Rijksmuseum kon het aankopen op de auctie van 30-31 oktober 1883 uit de boedel van graaf Rasponi in Ravenna. De jonge Bleeker maakte vòòr 1650 nog een doek met een afbeelding van Maria Magdalena, dat vermoedelijk in 1886 in Keulen werd verkocht, nota bene als een schilderij van Ludovico Caracci.

Dirk Bleker: moeder met kind
Dirk Bleker: moeder met kind
Dirk Bleker: een allegorische voorstelling van Mozes en Aäron en een paus.
Dirk Bleker: een allegorische voorstelling van Mozes en Aäron en een paus.
Dirk Bleker: Tobias neemt afscheid van zijn familie
Dirk Bleker: Tobias neemt afscheid van zijn familie

In het Nationaal Museum van Hongarije te Boedapest bevindt zich het werk: ‘Genezing van de vader van Tobias’ en 85 jaar geleden is in Londen het doek ‘Mozes scheidt de wateren’ geveild voor slechts 6 pound, 16 shilling en 6 pence. Dankzij de levering van een goed betaald schilderij aan het hof van Prins Willem II was Dirk Bleeker een gevierd schilder geworden die men soms in Amsterdam raadpleegde als een soort arbiter bij de koop en verkoop van schilderijen. Op 23 mei 1650 raakte Bleeker in de hoofdstad gewond aan de rechterzijde van zijn hoofd, waarvoor hij drie dagen later “met een snijdend instrument” is behandeld. In hetzelfde jaar lezen we in de archieven (protocol notaris Van Nieuwland) over moeilijkheden rond een schilderijtje van de architect-kunstschilder Bartholomeus van Bassen, met perspectief vervaardigd en een voorstelling van Palamedes. Tijdens het gokken had Pieter van de Venne verloren en aan stadgenoot Frederik de Veer bedoeld doek toegezegd. Het schilderij was echter eerder door Van de Venne – die drie jaar later zijn buiten in Heemstede aan Dirk Bleekers’ vader zou verkopen – verkocht aan Dirk. Toen deze niet thuis was liet De Veer het hem beloofde doek ophalen en gaf de dienstmeid aan Dirk Bleeker het in goed vertrouwen mee . De rechter moest er aan te pas komen om zin onrechtmatig verloren bezit wederom te verkrijgen.
In april 1650 getuigde Dirk Beeker bij een twist ten overstaan van een notaris naar aanleiding van een “stuck schildery van den Ouden Oprechten Den Uyl die al omtrent thien jaren is doot geweest.” Afgesproken wordt dat Doncker het doek van Bleekers’ ‘Maria Magdalena’ alsnog zal leveren, mits zekere Huybert Verdonck het schilderij van Den Uyl (1) afstaat, benevens 175 gulden. Kort voor zijn verhuizing naar Den Haag is nog sprake van een schuld van Dirk Bleeker over door hem geleend geld en van het getuige zijn bij een ordinaire ruzie in een herberg waarbij het gaat om een valse beschuldiging verband houdende met de leverantie van kolen. Hij is na juli 1679 in Den Haag overleden.

(1) Jan Janszoon Uyl ofwel den Uyl, geboren in 1595 en overleden in 1639 of een jaar later in Amsterdam, was een begaafd stillevenschilder, van wie o.a. Rubens werken bezat.

Dirk Bleeker: kustplaats met kerktoren
Dirk Bleeker: kustplaats met kerktoren

De Driesprong

De Driesprong. Tekeninh van Hedrik Tavenier uit 1775 (Noord-Hollands Archief)
De Driesprong. Tekening van Hendrik Tavenier uit 1775 (Noord-Hollands Archief)
Nog een tekening door Hendrik Tavenier van de Driesprong, 1775 (NHA)

Na het overlijden van zijn vader, in 1656, is Dirk Bleeker met zijn beide ongehuwde zusters eigenaar geworden van een hofstede nabij Groenendaal in Heemstede, die ze ‘De Driesprong’ dopen. Twee jaar later breidden ze hun Heemsteeds bezit uit met een stuk land ter grootte van ongeveer 850 roeden (ongeveer 11,5 hectare), ten noordwesten van de Wildernisse en grenzende aan de Driesprong. De Haarlemse verkoper Lucas Pauluszoon Resau rekende ƒ 1.200,- en verder was het perceel nog voor ƒ 600,- belast. Het benodigde geld moest worden geleend waarvoor jaarlijks 150 gulden rente diende te worden betaald aan Nicolaas van Maersse ten behoeve van Marijcke en Adriana van Overacker te Haarlem. Woning en grondgebied zijn in onderpand gegeven. De afbetaling vlotte niet en de schulden namen toe. Op 4 juni 1660 verscheen Dirk Bleeker met een volmacht van zijn zusters voor schout en schepenen van Heemstede. Hij blijkt dan ƒ 1.000,- schuldig te zijn aan IJsbrand Dobbius, die hij in vijf termijnen zal voldoen van 1661 tot 1665 zonder rente te hoeven betalen. Bleeker heeft van zijn schulden kennelijk weinig of niets afgelost en is ten slotte als uitvoerder van de herenschepenvonnissen der stad Haarlem in staat van faillissement gesteld. Gerechtsbode van Heemstede Crijn Teunisz. leidde de gerechtelijke executie. Op 12 februari/4 maart 1666 verkochten de curators het bezit in aanwezigheid van schout en schepenen. Eigenaar van De Driesprong werd nu Mattheus Schatter, brouwer en magistraat (oud-schepen) in Haarlem die gaarne meedeed met de andere patriciërs van zijn tijd en voor maar  3.760 gulden hoogste bieder was. De aankoopsom bedroeg zelfs minder dan Gerrit Bleeker 13 jaar eerder voor een aanzienlijk geringer stuk grond had betaald. Van Mattheus vererfde de hofstede op Anna Schatter, getrouwd met Johan Christoffel Pretorius. Op 30 december 1709 is het gebied in bezit gekomen van Johan d’Orville, eigenaar van Groenendaal. Diens zoon J.Ph. d’Orville voegde omstreeks 1742 het terrein bij Groenendaal. Hendrik Tavenier (1734-1807) maakte in 1774 een tekening van het huis.
Dirk Bleeker is in 1670 vanuit Amsterdam naar de hofstad verhuisd en aldaar na twee jaar is gestorven. Het zal dan tot de 20ste eeuw duren alvorens een herwaardering van zijn werk plaatsvindt. Opgemerkt kan nog worden dat ook kunstschilder Jan Miense Molenaer moeite had de hypotheek op zijn hofstede ‘het Lam’ af te lossen en achteraf bleek dat hij feitelijk teveel had betaald. Immers, zijn erfgenamen ontvingen 3 juli 1670 weinig meer dan de helft van de koopsom die in 1648 nog ƒ 8.200,- had bedragen.

Bijlage: faillietverklaring van Dirk Bleker en zijn 2 zussen en daarop gevolgde gerechtelijke verkoop: “Naar alle behoorl(ijke) publicatiën, proclamatiën enz. voor ons [= Schout en schepenen van Heemstede] gecomen en gecompareerd is Crijn Teunisz., gerechtsbode deser heerlicheyt, als gedirigeerd hebbende d’executie van de heren Schepenvonnissen der Stadt Haarlem bij lettris requisitoir alhier toegezonden in dato den 19 december 1665 tot laste van Dirk Bleecker, Maria en Catharina Bleecker gecondemneert [= veroordeeld] en de bekende bij comp(arant) in dier q(ualiteit) mitsgaders uyt crachte van de nader appointe(mente) executoriael van den Gerechte alhier in dato 13 Februari 1666, ter presentie van ons schout en schepenen hierboven genoemt, tot deze vercopinge gerecht(igd) ten profijtte van den voorn. Dirck, Maria en Catharina Bleecker gemeene crediteuren en schuldeysschers ofte dengene, die in materie van preferentie of concurrentie bevonden sullen werden, best daertoe gerechticht te sijn ingevolge van ’t veylcedulle, vercogt, gecedeert [= afgestaan] en getransporteert [= overgedragen] te hebben aan Mattheüs Schatter, hofstede Driesprong.”

Bronnen en literatuur
– G.J. Bettink. Van een schilder en zijn buiten. In: Haerlem jaarboek 1937. 1938, blz. 92-98.
– H.Gerson. Enkele weinig bekende schilderijen in het museum Amstelkring. In: Oud-Holland, 1950, blz. 79-83.
– S.J.Gudlaugsson. Landschappen van Gerrit Claesz Bleeker en Jan Looten tot ‘Hercules Seghers’ vervalst. In: Oud-Holland, 68, 1953, blz. 182-184.
– Figuurschilders, in Katholieke Illustratie, 1955, blz. 2234 en Balaäms’ ezel, in: Katholieke Illustratie, 1955, blz. 2311.

– Documentatiemap Bleker, in: Heemstede collectie van het Noord-Hollands Archief, doos 161.

– Painting in Haarlem. The collection othe Frans Hals Museum. Ghent, Ludion, 2006: I. van Thiel-Stroman, Biographies of the 15th-17th century: Gerrit Claesz. Bleker, p. 109-110.
Hans Krol

Gerrit Claesz. Bleker . Jezus en de overspelige Samaritaanse vrouw
Lucas de Clercq met 3 kinderen en Adriaentgen Keysers met haar voorzoon Ja Jansz. Snaets. Toegeschreven aan Gerrit Bleker, circa 1645 (Afb. Stichting Familierchied De Clercq)
Lucas de Clercq met 3 kinderen en Adriaentgen Keysers met haar voorzoon Jan Jansz. Snaets. Toegeschreven aan Gerrit Bleker, circa 1645 (Afb. Stichting Familierchief De Clercq)

Bijlage: etsen van Gerrit Claeszoon Ble(e)ker (F.W.H.Hollstein, catalogus van gravures en houtsneden 1450-1700)

– De engel belooft Abraham van zoon (1638)

Gerrit Bleker: ets van de engel die aan Abrham een zoon belooft (1638)
Gerrit Bleker: ets van de engel die aan Abraham een zoon belooft (1638)

– Jacob kust Rachel bij de bron

Gerrit Bleker: Jacob kust Rachel (ets 42,5 x 53,7 cm.)
Gerrit Bleker: Jacob kust Rachel (ets 42,5 x 53,7 cm.)
Jacob spreekt tot Rachel bij de bron. 1638
De vondst van Moses door een dochter van de farao

– de opstanding van Lazarus (1643)

De opstanding van Lazarus (ets uit 1643 in New York Public Library)
De opstanding van Lazarus door Gerrit Bleker (ets uit 1643 in New York Public Library)

– De Lystriërs willen offers brengen aan Paulus en Paulus en Barnabas (1638) [gegraveerd naar een schilderij van Cornelis van Poellenburg

Paulus en Barnabas te Lystra; ets van Gerrit Bleker, 1638, Rijksmuseum
Paulus en Barnabas te Lystra; ets van Gerrit Bleker, 1638, Rijksmuseum
Paulus en Barnabas in Lystra. (Herzog Anton Ulrich Museum Braunschweig)
Paulus en Barnabas in Lystra. Schilderij van Gerrit Bleker (Herzog Anton Ulrich Museum Braunschweig)
Fluitende herder bij zijn koeien. 1638
Gerrit Bleker: kudde bij een beek (1638) Rijksmuseum Amsterdam
Gerrit Bleker: kudde bij een beek (1638) Rijksmuseum Amsterdam

– de melkster ofwel het melkmeisje (1643)

Gerrit Bleker: melkmeisje (1643)
Gerrit Bleker: melkmeisje (1643)

– de vierwielige kar (1643)

Een uitgespannen wagen met paard en twee ruiters + een eend voor een herberg (Fitzwilliam Museum; Noord-Hollands Archief)
Gerrit Bleker: een uitgespannen wagen met paard en twee ruiters + een eend voor een herberg, 1643 (Fitzwilliam Museum; Noord-Hollands Archief)

– de tweewielige kar (1643)

Boerin in een paardenkar met lopende man; ets door Gerrit Bleker (Rijksmuseum)
Boerin in een paardenkar met lopende man; ets door Gerrit Bleker uit 1643 (Rijksmuseum)

– paard en wagen (1643)

Gerrit Bleker: paard en wagen met 2 personen. 1643 (Fitzwilliam Museum)
Gerrit Bleker: paard en wagen met 2 personen. 1643 (Fitzwilliam Museum)

– landschap met vee

De voorttrekkende kudde vee; door Gerrit Bleker (Rijksmuseum)
De voorttrekkende kudde vee; door Gerrit Bleker (Rijksmuseum)

– de berg Calvaria (gekruisigde Christus) [gegraveerd naar Cornelis van Poellenburg]
– de verdeling der kudden tussen Jacob en Laban [gegraveerd naar C. van Poellenburg]

Bijlage 1. Lofdicht van Joost van den Vondel op het schilderij van Danae door Dirk Bleker. Danea is in de Griekse mythologie de dochter van Euridyce en Akrisios, koningin van Argos. Zij is over het algemeen naakt voorgesteld, o.a. ook door Rembrandt.

Uit: de werken van J.van den Vondel, uitgegeven door mr. J.van Lennep, herzien en bijgewerkt door J.H.W.Unger. Deel 1648-1651. Leiden, A.W.Sijthoff.
Uit: de werken van J.van den Vondel, uitgegeven door mr. J.van Lennep, herzien en bijgewerkt door J.H.W.Unger. Deel 1648-1651. Leiden, A.W.Sijthoff.

Bijlage 2 Lofdicht van Joost van den Vondel op het schilderij ‘Triomferende Venus’ van Dirk Bleker, geschilderd voor prins Willem II.

Uit: de werken van J.van den Vondel. In deel 1657-1660 opgenomen.
Uit: de werken van J.van den Vondel. In deel 1657-1660 opgenomen.

=====

Schilderij van lezende moedee met baby aan de borst, door Pieter de Grebber (circa 1600-1652/1653). Haarlemse schilder uit de Gouden Eeuw (eigendom Frans Hals Museum)
Toelichting bij schilderij De Grebber op tentoonstelling 2022 in Museum Haarlem