XYLOTHEKEN IN BINNEN- EN BUITENLAND
Onder xylotheken [xylon is Grieks voor hout en thèke (bewaar)plaats] verstaan we een houtverzameling (houtmonsterverzameling) van verschillende boomsoorten. Te vergelijken met herbaria voor planten, waarvan al in de Middeleeuwen collecties zijn aangelegd. Het gaat om van schors gesneden kistjes met bijzondere inhoud. In gesloten vorm lijken de kistjes op boeken, vandaar dat ook gesproken wordt van boomboeken. Eind 18e eeuw, bij een hernieuwde interesse voor de natuur, is dit soort boombibliotheken vooral in Duitsland – daar destijds aangeduid met ‘Holz-Cabinet’ (1) – in zwang geraakt in de periode van 1778 tot omstreeks 1815. Verzamelingen van houtachtige gewassen bijeengebracht in een kistje dat de vorm van een boek heeft, met andere woorden een houten boekband. De afmetingen zijn veelal 21,5 x 17,5 x 4,5 centimeter. Het doosje of kistje is gemaakt van de betreffende houtsoort en beplakt met schors en takjes voorzien van nummer en staat. Wanneer men het ‘boek’ openslaat vinden we veelal op de linkerzijde een beschrijving van de soort en aan de rechterzijde zijn allerlei onderdelen van de soort ondergebracht zoals een kiemplant, wortel, blad, bloem, vrucht en zaad, het hout in lengte en dwarsdoorsnede, een blokje houtskool. Omstreeks 1800 een populair studieobject voor sommige hogescholen en universiteiten, en voor kapitaalkrachtige, vaak adellijke, personen een statussymbool.
(1) In de ‘Deutsche Encyclopädie’ van 1790 worden de particuliere houtcollecties genoemd van Johann Heinrich Linck (1670), een apotheker in Leipzig met uiteindelijk 810 boomsoorten, de Nederlandse apotheker-verzamelaar Albertus Seba in Amsterdam (1710), van Hitzell in Koblenz en van een verzameling bijeengebracht door Christian Clodius in Zwickau (1729) ten behoeve van het curiositeitenkabinet van keurvorst August II van Polen in Dresden. Het ging daarbij slechts zeer ten dele over xylotheken in de vorm van boekbanden.
In Nederland zijn nog drie historische xylotheken te vinden, vervaardigd door de (gepensioneerde) Duitse plantkundige en bosbouwer Alexander Schlümbach (1772-1835). Als ‘uitvinder’ van het fenomeen xylotheek wordt Carl Schildbach (1730-1816) beschouwd, die vanaf 1778 aan een gigantische collectie in Kassel werkte, welke uiteindelijk 546 delen omvatte. De meest volledige xylotheek in Nederland is afkomstig van de hogeschool van Franeker. Universiteitsstad Franeker kreeg deze verzameling in 1809 geschonken van koning Lodewijk Napoleon, die regent was van de Friese onderwijsinstelling.
Lodewijk Napoleon verliet in 1810 ons land, maar toch is de xylotheek in uiteindelijk drie porties per postkoets vanuit Neurenberg in Frankeker aangekomen, ondanks het feit dat intussen was besloten de universiteit te sluiten. De zendingen zijn gearriveerd op 24 mei 1809, april 1810 en 11 juli 1811, maar een nog beloofde nazending is niet meer ontvangen. De beschrijvingen van de boomsoorten zijn in het Gotisch-Duits. De boombibliotheek bleef aanvankelijk vanwege de voorgenomen sluiting in kratten opgeslagen. Na de definitieve sluiting van de universiteit in 1811 is de xylotheek van 1844 tot 1902 in Leeuwarden bewaard door het Friesch Genootschap, en deze kreeg vervolgens een plaats in de oudheidkamer van het Franker stadhuis. Uiteindelijk is de xylotheek in 1941 terecht gekomen in het Coopmanshûs, tegenwoordig museum Martena geheten. De houten boeken zijn opgesteld in een geacclimatiseerde glazen vitrine. De collectie omvat 158 banden en is in 1997-1998 gerestaureerd. In 1980 verscheen een catalogus en in 1997 is een speciaal boekje over de xylotheek uitgegeven. Verder zijn drie delen terecht gekomen in het universiteitsmuseum van Groningen.
Lodewijk Napoleon bood ook de universiteiten van Harderwijk en Leiden een xylotheek aan. Die van Leiden met 147 delen is in bruikleen gegeven aan kasteel Groeneveld in Baarn, waar zich bovendien een moderne Delftse xylotheek (1) bevindt. Vier boomboeken zijn opgenomen in de collectie van Museum Boerhaave in Leiden.
De xylotheek van Schlümbach (circa 1790) is tijdens de normale openinguren van kasteel Groeneveld te bezoeken.
De boombibliotheek van de in 1811 gesloten hogeschool in Harderwijk met 146 delen, is oorspronkelijk in 2 zendingen aangekomen in 1809 en 1811. Na sluiting van de hogeschool bleef de xylotheek tot 1840 in Harderwijk om toen te verhuizen naar de zolder van het stadhuis in Deventer samen met het befaamde herbarium van de botanist professor Herman de Gorter, bij wie Linnaeus was gepromoveerd. Na enkele omzwervingen, heeft de collectie in 1955 als bruikleen een plaats gekregen in Natuurmuseum (Twentse Welle) te Enschede. In 1997 is deze verzameling schoongemaakt en hersteld door de firma Enkzicht, atelier voor meubel- en houtrestauratie in Barchem, ook verantwoordelijk voor de collectie in Baarn.
In het Veluws Museum van Oudheden te Harderwijk is één exemplaar van de Harderwijkse Schlümbachxylotheek bewaard. Dit deel, nummer 199 van de ‘Zwegwachholder’(Juniperus nana), werd in 1968 in bruikleen afgestaan. Een vierde collectie van een andere maker heeft zich bevonden in hogeschoolstad Wageningen, maar die is helaas tijdens de Tweede Wereldoorlog toen Wageningen in de vuurlinie lag verloren gegaan. Volgens dr.H.J.Venema was deze xylotheek weliswaar van Duitse origine, maar zeker niet van Vom Schlümbach. De collectie was in het landbouwmuseum van Wageningen terecht gekomen via de heer H.M.J.F.Thijs, die begin 20e eeuw o.a. leraar is geweest aan de Land-, Tuin- en Bosbouwschool te Breda.
(1) Op 9 november 2006 verscheen bij de Althaea Pers uitgave nummer 94: ‘De Delftse Xylotheek’. Over deze Delftse Xylotheek schreef marginaal drukker Jos Swiers op de site van Cultureel Brabant CuBra o.a. het volgende: ‘We vertrekken uit Den Haag met de toezegging dat we de echte Xylotheek in Delft zullen gaan bekijken. Daar gaat wel even wat tijd overheen. Het is 8 november 2007 als Ed Schilders en ik de weg naar Delft nemen om dit ongelooflijke huzarenstuk in ogenschouw te gaan nemen. We worden ten huize van Ben Lemmers ontvangen door hem en Edith Vasbinder van de Bomenwerkgroep van de KNVH afdeling regio Delft. Ben is meubelmaker en houtbewerker aan de TU van Delft en is de eigenlijke maker van de kast en de houten boeken. Edith is een van degenen die mee geholpen hebben met het verzamelen van de inhoud van de 50 houten boeken. Op de slaapkamer van Ben Lemmers staat de xylotheek. De van restanten hout gemaakte kast is gevuld met 5 rijen van elk tien houten boeken. Dit alles met een akelige precisie gemaakt. Ben heeft goed gekeken naar de oude xylotheken van Schümbach en heeft de zwakke punten verbeterd in zijn versie. Mits goed verzorgd kan deze xylotheek eeuwen mee. Het is werkelijk een staaltje meesterschap waarvoor in de eenentwintigste eeuw het geduld, de tijd en het doorzettingsvermogen ontbreekt. Behalve bij Ben Lemmers. Niet te vergeten met welk een inzet Ton Ruijs, Yvon Ruijs, Folkert Semplonius, Philip Tetteroo, Edith Vasbinder en ook Ben Lemmers gezocht hebben.’ Moderne xylotheken zijn recent eveneens vervaardigd in België, Duitsland en Italië.
Duitsland als bakermat van xylotheken
Omstreeks 1815 is de interesse voor ‘Holzbibliotheken’ vrij abrupt gestopt zowel als statussymbool voor de adel alsook ten behoeve van universiteiten, te beschouwen als wetenschappelijk compendium. Een aantal ‘boeken’ ging verloren, maar toch is in verhouding veel bewaard gebleven en in de laatste decennia gerestaureerd. Bettina Vaupel schreef in een artikel over ‘Der Wald im Kasten’ betreffende de xylotheek van Carl von Hinterlang in kasteel Guttenberg: ‘Heute sind diese originellen Naturalienkabinette in Buchform, die Naturbetrachtung und Zeitgeschichte gleichermassen überliefern, von unschätzbarem Wert.’ (In: Monumente; Magazin für Denkmalkultur in Deutschland. Nr. 5, 2011, p. 16-18). Buiten Nederland bevinden zich de meeste xylotheken in het land van herkomst Duitsland, meer dan 20 in musea of universitaire collecties. Als zodanig zijn onder meer bekend de Hohenheimer, Ebersberger, Guttenberger en Regensburger ‘Holzbibliotheken’. In 2012 was op de Documenta van Kassel een ‘Holzbibliothek’ van Carl Schildbach (1) te zien in het Ottoneum, het natuurhistorisch museum te Kassel. Deze omvat 530 houten kistjes van 44 boomsoorten en is tussen 1771 en 1799 tot stand gekomen. Tsarina Catharina II toonde belangstelling voor deze collectie die nochtans in Duitsland bleef. Bij gelegenheid van de Documenta heeft kunstenaar Mark Dion (1961) enkele nieuwe exemplaren toegevoegd zoals een ‘Holzbuch’ uit Kaapstad (Cinnamomum Camphorum) en een uit Kassel (Quercus Robur).
In Alnarp (Zweden) bestaat een boombibliotheek met 217 delen die Alexander Schlümbach tussen 1805 en 1810 in Neurenberg maakte in samenwerking met Johann Goller. De universiteit van Alnarp ontving de collectie in 1952 van hovenier Per August Sandgren die de boomboeken in de jaren twintig in Duitsland had kunnen aankopen. Van Alexander Schlümbach worden 9 collecties bewaard in Duitsland, Hongarije, Nederland en Zweden. In dit verband dienen nog enkele Duitsers te worden vermeld. Te weten Carl Aloys von Hinterlang en Candid Huber. De door eerstgenoemde vervaardigde xylotheken bevinden zich in de burcht Guttenberg (93 banden), in Hassmersheim-Neckarmühlbach, niet ver van Heilbronn (met 63 banden), sterrenwacht in klooster Kremsmünster (Oostenrijk) en de Strahov-kloosterbibliotheek in Praag (68 banden in 1 boekenkast samengebracht en waaraan door Von Hinterlang van 1804 tot 1825 werd gewerkt).
Van beroep was Von Hinterlang eigenlijk professor in de natuurkunde, botanie en hogere boswetenschap in Linz. Tot zijn illustere klanten behoorden koning Willem II van Pruisen en keizer Franz 1 van Oostenrijk voor diens ‘Naturalienkabinett’.
Candid(us) (Mathias) Huber was een Benedictijner monnik van het klooster Niederaltaich in Beieren. Hij werd vicaris van Ebersberg en vervaardigde een aanzienlijke houtbibliotheek, door hem ‘Buch der Natur’ genoemd. In het museum ‘Wald und Umwelt’ in geboorteplaats Ebersberg zijn bewaard gebleven werken van Huber tentoongesteld. Voorts zijn 132 werken van Huber te zien in de kloosterbibliotheek van Lilienfeld in Oostenrijk. Tevens worden nog ruim 100 door Huber vervaardigde delen bewaard in een museum te Regensburg en een vergelijkbaar aantal in de Universiteit van Passau. Verder 93 ‘boeken’ in het Kunstmuseum, Naturwissenschaftliche Sammlungen, te Winterthur, circa 150 in museum Thurgau (Frauenfeld, Zwitserland) alsmede een aantal in het Instituut voor Houtonderzoek aan de Universiteit München en in het Stads- en Streekmuseum te Landshut.
Ten slotte nog eens 141 banden in de benedictijner kloosterbibliotheek van het Duitse Neresheim. Hieruit blijkt de enorme productiviteit van pater Huber. Ten slotte mag de naam van Johann Bartholomäus Bellermann (1756-1833) uit Erfurt niet ontbreken. In 1788 bood hij via abonnement een houtkabinet aan in massieve boekvormen. Uit archiefonderzoek blijkt dat hij uiteindelijk 110 afnemers had. Voor zover bekend resteren hedentendage twee (volledige) collecties van Bellerman: 1) in het Thüringer Landesmuseum te Rudolstadt en 2) het ‘Institut für Holzförschung’, Universiteit München. Een deel is te vinden in het Kunsthistorisch Museum te Görlitz, welke instelling tevens over een oudere xylotheek beschikt van Christian Clodius, die omstreeks 1730 een ‘boombibliotheek’ opbouwde voor de kuurvorst van Dresden.
Oostenrijk
Mede dankzij de nog bestaande kloosters in Oostenrijk bevinden zich in dat land een tiental xylotheken in o.a. Graz (werk van Von Hinterlang e.a.), Lilienfeld, Schlierbach, Lambach (70 delen van Von Hinterlang en een collectie van Franz Josef Preisch uit 1783), en Stift Admont (alwaar overigens 90 banden uit de jaren 1801-1807 bij de brand van 1865 verloren gingen. De belangrijkste verzameling van Oostenrijkse boomsoorten (circa 1.500 stuks) bevindt zich tegenwoordig in het Museum für das förstliche Versuchswesen te Wenen.
Overige landen
In Zwitserland bevindt zich een xylotheek in het Kunstmuseum te Winterthur en een in museum Frauenfeld met werk van Candid Huber.
In Hongarije zijn 76 banden bijeengebracht in een museum te Budapest. In Polen 110 banden van de Pool Kozlowski in het bisdommuseum van Sanomierz en 17 banden, vermoedelijk van Von Hinterlang, in het Bos-museum in Goluchów.
In Tsjechië 68 banden van Von Hinterlang in Strahov, Praag; circa 80 banden van Von Hinterlang oorspronkelijk uit Zlatá Koruna in een museum-bibliotheek in Hlubokó nad Vltavou en een kleiner aantal van dezelfde maker in het klooster van de Augustijnen te Brünn. In Slowenië bevat Ridodoslovni Muzej Slovenije in Ljubljana in totaal 108 banden.
In Italië vinden we in de ‘Scuola Grande di San Rocco’ in Venetië een boombibliotheek van Francesco Pianta. Verder een kleine collectie van 56 banden in Vito di Cadore en liefst 550 stuks in het Museo Civica di Soria Naturale in Milaan. Verder dient de xylotheek van Florence genoemd te worden, tentoongesteld in het botanisch museum, inclusief voorbeelden uit Amerika, Azië en Afrika. Een moderne xylotheek van Raffaele Cormio bevindt zich in het Industrieel Museum van Milaan.
Zweden telt twee ‘Duitse’ verzamelingen van Schlümbach in Inarp (213 stuks) en 63 delen van Von Hinterlang in het Technisch Museum Stockholm. Nancy, Frankrijk, beschikt over zich een collectie in de Ecole Forestière. Na verspreiding in de vorige eeuw wordt sinds 2009 getracht de banden wederom bij elkaar te brengen. Tevens dient het houtmuseum in Revel (Haute-Garonne) te worden genoemd. Verder is een zeer grote xylotheek te zien in Dénia [xylotheek Manuel Soler met 3700 boomsoorten!] in Spanje. Verder zijn in Spanje 177 houtboeken’ door Imanol Artola bijeengebracht in Zegama.
Zowel kwalitatief als kwantitatief is van belang de historische collectie van de medicinale tuin Sint Petersburg, Rusland, na 1823 verrijkt met de xylotheek van de botanische tuinen in Sint Petersburg, met in totaal meer dan 1.000 banden. Ook in Moskou bevindt zich een aanzienlijke houtbibliotheek in hert museum voor bosbouw.
In de Verenigde Staten is een collectie van 76 banden aanwezig in een museum te Greenwich, Connecticut. In Zuid-Afrika is een houtbibliotheek in Grahamstown en in India stelt het bosmuseum in Dehradun 136 stuks ten toon. Van de Japanse xylotheken zijn collecties bijeengebracht in het tijdvak Ero (1826) en tijdvak Mejri (1878). Die van Ero is voor Nederland interessant omdat deze zich tegenwoordig bevindt in het Nationaal Herbarium van Nederland in Leiden, bestaande uit 45 stuks en afkomstig van het eiland Hokkaido De verzameling werd geschonken aan verzamelaar Philipp Franz von Siebold (1799-1866) tijdens diens verblijf in Edo in 1826 door de Japanse geograaf en onderzoeker Mogami Tokunai. Von Siebold gaf tijdens zijn terugkeer in Leiden de collectie cadeau aan Carl Ludwig Blume, toenmalig directeur van het Rijksherbarium. Van een in 1878 vervaardigde xylotheek in Japan is een deel terecht gekomen in de botanische tuinen van Tokio en zijn verder exemplaren verspreid over het botanisch museum Dahlem-Berlijn, de botanische tuinen in Kew, Engeland, en een particuliere verzamelaar in de USA.
Moderne collecties van boomsoorten zijn in de 20ste eeuw bijeengebracht De grootste collectie bevinden zich vandaag de dag in de botanische tuinen van Leiden, in Madison (Wisconsin, USA), Smithsonian (Washington), Universiteit van Pernambuco in Recife (Brazilië), Bogor (Indonesië), Clayton South (Australië), Kew (Groot-Brittannië) en het koninklijk museum van Afrika in Tervuren, België.
(1) Carl Schildbach (1730-1817) geldt als de grondlegger van xylotheken. Hij werd in de Duitse deelstaat Saksen geboren en trad als dierenoppasser in dienst van landgraaf Friedrich II. In 1773 werd hij benoemd als hoofd van de menagerie onder Wilhelm IX. Tijdgenoot Joachim Heinrich Campe schreef over hem: ‘Dieser mir merkwürdiger Mann hat weder Erziehung, noch gelehrte Kenntnisse von irgendeiner Art gehabt, und doch hat er sich in der Naturgeschichte und in der Naturlehre ganz durch eigenen Fleiss und ohne alle Hilfsmittel Kenntnisse und Geschicklichkeit zu erwerben gewusst, welche einem Gelehrten Ehre machen würde. Er ist dabei ein geborener Künstler, ohne soviel ich weiss – eine Kunst von andern gelernt oder berufmässig betrieben zu haben. Alles, was seine lebhafte Einbildungskraft ihm vormalt, das weiss er auch auf irgend eine Art künstlich darzustellen.’
Over historische xylotheken is de afgelopen decennia veel literatuur gepubliceerd, meestal als bijdragen in tijdschriftvorm. Een bibliografie is te vinden via de Franse Wikipedia onder het lemma ‘xylothèque’. Wat ons land betreft wordt verwezen naar de voortreffelijke Noord-Brabantse site van Ed Schilders e.a.: CuBra, en naar een digitale publicatie van Tjerk Miedema: ‘Langs Europa’s xylotheken’. Zie verder: ‘Holzbibliotheken, auch Xylotheken genannt’, door Bernd-Ingo Friedrich. Hans Krol
======================================================
ANNEX: HOUTEN KUNSTOBJECTEN IN BOEKVORM
===================
‘Hout: net zoveel waard als goud, Naturalis in Leiden heeft de grootste houtbibliotheek” , aldus luidt de kop van een artikel door Leonie Groen inet Haarlems Dagblad van zaterdag 21 januari 2017, gebaseerd op een interview met de Leidse houtanatoom Pieter Baas. Enkele citaten daaruit: ‘Hout is sinds mensenheugenis van waarde geweest. Er is volgens de Leidse houtanatoom Pieter Baas altijd al met hout gesleept. “De farao’s zaten op toontjes van Afrikaanse ebbenhout en gingen het graf in, als zij niet werden gemummificeerd, in een kist van cederhout uit Libanon of het Atlasgebergte.” In De Renaissance zijn mensen begonnen met het verzamelen van houtsoorten. Aanvankelijk vooral medicinale. Tegen zware misselijkheid bijvoorbeeld. Later werd alles verzameld. Een hele houtbibliotheek (ylotheek) hebben ze nu in Naturalis in Leiden. ’s Werelds grootste. Baas (72), die is opgegroeid in de Wieringermeer. heeft er tot zijn pensionering gewerkt. Hij is er nog dagelijks te vinden.
Herbariumdozen. 130.000 monsters liggen er opgeslagen in loodsen in Leiden en Zoeterwoude. De waarde is enorm, want het duurt eeuwen en het kost vele reizen en expedities om zo’n collectie te vergaren. Bovendien is een deel van de bomen en struiken, in de houtbibliotheek te vinden, al verdwenen. De houtbibliotheek is zo groot geworden door het samenvoegen van kleinere collecties van diverse instituten in het hele land. In een van de collecties zaten houtmonsters in boekvorm. ie konden, net als boeken bewaard worden in een boekenkast. ’s Werelds tweede grote houtbibliotheek te vinden in de Amerikaanse stad Madison in Wisconsin. Hier liggen 110.000 monsters. (…) Geld voor meer onderzoek naar de braakliggende helft van de bibliotheek verwacht Baas niet snel. Het geld dat er is gaat naar het effect van de klimaatverandering op onze kostbare bomen, de longen van onze aarde. Dat onderzoek heeft Baas’ volledige support.’
Annex: Boeken die nog bomen zijn; Chrstine Langerhorst en het houten bladerboek; door Kees Hendrikse (uit: Boekenpost, 8e jaargang, januari/februari 2000, pagina 37)
Jos Swiers gezegd:
Dag Hans,
Een kleine correctie over de passage rond de Delftse Xylotheek van De Althaea Pers. Die beschrijving op de site Cubra is niet van mijn hand, maar van de hand van Ed Schilders en Han van Meegeren.
Voor het overige geeft jouw overzicht mij heel veel leesplezier. Voor de uitgave over de Delftse Xylotheek heb ik indertijd ook veel documentatie over xylotheken gelezen en deels ook opgenomen in mijn uitgave. Het is een waar plezier om na ruim 5 jaar die informatie in deze vorm weer eens terug te zien.
Ik zal op mijn webpagina een link naar jouw blog opnemen.
Cymbella gezegd:
Hallo Hans,
Ik heb uw artikel met het hoogste interest gelezen als ik de voornaamste medewerker van het artikel “Xylothèque” op Wikipedia in het Frans ben. Ik zou echt prijs zetten als U de crediet van mijn foto van de xylotheek van Strahov, die U op WikimediaCommons hebt gevonden, zou melden, als gespecifieerd in de licencie.
Kunt U andere foto’s op Commons invoeren ? Zo kon ik ze gebruiken om mijn artikel te illustreren. Ik ben nog veel informatie betreffende oude xylotheken samengesteld, maar ik zou graag ten eertse een publicatie daarover schrijven en pas daarna op Wikipedia schrijven.
Als U contact met mij wil nemen, U mag een mail via wikipedia sturen.
Verontschuldig me voor de fouten in het Nederlands …
Beste groeten
Cymbella
Cymbella gezegd:
Bedankt vvor de krediet voor de foto van Strahov.
Mvg
Régine
Pingback: Xylotheken in Nederland (en het buitenland) | Tuinhistorisch Genootschap Cascade
Pingback: Merkwaardig (week 7) | www.weyerman.nl
Iris gezegd:
Prachtig artikel!
Nog een kleine aanvulling qua houten boeken:
http://irisarborescens.blogspot.nl/2009/12/wooden-library-from-sumatra.html
ir.ing. Henk L. Bakker gezegd:
Wie meer over hedendaagse Xylotheken wil weten of het er zelf een wil aanleggen, kan contact met mij opnemen: Ik bezit een van de grootste particuliere Xylotheken van Europa. Meer dan 15000 houtmonsters in ongeveer 6000 verschillende botanische soorten.
Siegmund Arnold gezegd:
Sehr geehrte Damen und Herren
mit großem Interesse habe ich den Artikel gelesen. Da ich Verwalter eines Museum mit einer noch unbekannter Xylothek bin, möchte ich hier den ersten Kontakt herstellen. Die Xylothek stammt aus dem Besitz der Herzöge von Sachsen Meiningen.Sie umfasst 193 Holzbände 10 x 5,6 cm in einem originalen Holzschrack aufgestellt.
Mit freundlichen Grüßen
Siegmund Arnold
Meininger Museen
Hans Krol gezegd:
Gutentag, Mit Dank! Vielleicht können Sie mir via scan ein Bild davon schicken? Meine email Adresse ist: jlpmkrol@hotmail.com Ihnen freundlich grüssend, Hans Krol