Tags
Anselm Kiefer, Arcimboldo, Ayold Brongers, Ayolt Brongers, bibliofagie, bibliotheek Harelbeke, Carl Spitzweg, Ed Scchilders, Harelbeke, Herman Brusselmans, Ivo Michiels, Jan Bib, Jan van Herreweghe, leesbeeldjes
August Hermann Knoop (1856-1919)) was een Duitse kunstschilder van portretten en genrestukken.
‘DE BOEKENWURM’ VAN CARL SPITZWEG Sinds een halve eeuw verzamel ik afbeeldingen van boeken, lezers, boekhandels en bibliotheken, in de vorm van gravures, foto’s, prentbriefkaarten, affiches, postzegels, kalenders, reproducties uit tijdschriften etc. Ongeveer 6.000 van de minstens 50.000 voorstellingen heb ik intussen op het internet geplaatst. Twee van mijn favoriete schilderijen zijn ‘de bibliothecaris’ van de Italiaanse kunstenaar Arcimboldo (1527-1593) en ‘der Bücherwurm’ van de Duitser Carl Spitzweg (1808-1885). In deze bijdrage ga ik in op laatstgenoemd doek dat omstreeks 1850 is vervaardigd en waarvan drie versies bestaan.
Slot Skokloster, Zweden, met bibliotheek waar zich het schilderij ‘de bibliothecaris’ van Arcimboldo bevindt.(Biblio, January 1998,m volume 3, number 1, page 11).
Levensloop Carl Spitzweg is op 2 februari 1808 als tweede van drie zonen uit een oud Münchens koopmansgeslacht geboren. Zijn vader Simon Spitzweg was een handelaar in welstand en tevens lid van het Beierse provinciebestuur. Hij was nuchter en verklaarde ooit: ‘Mijn drie kinderen moeten later een eerzaam beroep uitoefenen, de oudste als arts, de tweede (Carl) als apotheker en de jongste als doodgraver. Feitelijk is de oudste zoon in de voetsporen van zijn vader als handelaar getreden, maar overleed in 1929 op jonge leeftijd tijdens een handelsmissie naar Egypte en de jongste voltooide zijn studies in de medicijnen. Carl begon na voltooiing van de Latijnse school in 1825 aan een practicum bij de Koninklijke Beierse hofapotheek en op 24-jarige leeftijd sloot hij een 2-jarige farmaciestudie af aan de universiteit. Tijdens zijn studie was zijn tekentalent niet onopgemerkt gebleven. Na zijn examen maakte hij in 1832 een langdurige reis naar Italië. Een jaar later werd hij getroffen door een ernstige tyfusziekte en is Spitzweg voor een kuur naar Bad Sulz verbleven. Daar kwam hij terecht in een kring van kunstenaars. De in kunst geïnteresseerde kuuroorddirecteur dr. Zeuss evenals de daar aanwezige Hamburgse kunstenaar Christian Heinrich Hansonn onderkenden het talent van Carl Spitzweg en raadden hem aan zich verder te bekwamen. Zonder dralen gaf hij zijn zekere bestaan als apotheker op, mede dankzij de erfenis van zijn overleden vader, om zich aan de kunst te wijden, ook al was hij feitelijk te oud om nog een opleiding aan de kunstacademie te volgen. Als autodidact ging hij de in de Münchense Pinacotheek de daar aanwezig schilderijen van vooral 17e eeuwse Nederlandse en Vlaamse meesters na te tekenen. In zijn artistieke ontwikkeling legde hij zich aanvankelijk toe op het tekenen en illustreren voor satirische tijdschriften, beïnvloed door de cartoons van William Hogarth en de spotprenten van zijn tijdgenoot Honoré Daumier. In 1844 werd Spitzweg medewerker van het pas opgerichte blad ‘Fliegende Blätter’. Zijn nog vooral dilettantische periode van tekenen wordt begrensd tot omstreeks 1850 toen de kunstenaar schilderijen ging vervaardigen zoals ‘de arme dichter’ en ‘de boekenworm’. Van betekenis voor zijn ontwikkeling is de vriendschap met zijn kunstenaarsvriend Eduard Schleich geweest evenals een zomerverblijd in de schilderijengalerie van kasteel Pommersfelden, waar hij de gelegenheid de Hollandse en Franse schilderijen te kopiëren. Reizen volgden naar Venetië, Dalmatië, Parijs, Le Havre, Londen en België. Grote bewondering had hij voor de Fransman Eugène Delacroix, grondlegger van de Franse romantiek, en bezocht met dat doel het Louvre, Paleis Bourbon en de pronkzaal van de bibliotheek in Paleis Luxembourg. In Engeland liet hij zich inspireren door de landschapsschilders Constable en Turner. Op de terugreis via Oostende bezocht hij Brugge, de stad van Hans Memling, en verder Gent, Antwerpen, waar zijn interesse naar Rubens uitging, Mechelen, Brussel en Leuven. Vandaar ging het via Aken naar Düsseldorf waar hij enige tijd verbleef in de door Cornelius gestichte kunstacademie met als belangrijkste leraren de landschapsschilder Wilhelm Schirmer en historieschilder Karl Friedrich Lessing. Na terugkeer in Beieren heeft Spitzweg de laatste 34 jaar van zijn leven in zijn geboortestad München gewoond. In de zomermaanden verbleef hij bij voorkeur in het nabijgelegen Benediktbeuern. Van het Münchens kunstleven hield hij zich verre met uitzondering van zijn vrienden Moritz von Schwind en Eduard Grützner, laatstgenoemde vooral bekend geworden van zijn schilderijen van monniken, boeken en kloosters. In 1842 was Carl uit het ouderlijk huis vertrokken om een huurwoning te betrekken, in 1863 zou hij nogmaals verhuizen, thans naar een huurpand in de oude stad. Met het atelier op zolder. Hij bleef ongehuwd en kinderloos. Op 23 september 1995 vonden de kunstenaars Pecht en Grützer de toen 77-jarige Spitzweg dood in bed, als gevolg van een beroerte tijdens zijn slaap was overleden. Spitzweg werd begraven op het oude kerkhof, ten zuiden van München. In een necrologie schreef Hyazinth Holland aan het slot treffend: ‘Er hat zwei Kunststücke fertiggebracht, die niemand sonst leicht gelingen: berühmt zu werden, ohne Neid zu erregen, und mit 77 Jahren naiv und originell in Allem und Jedem zu bleiben, ohne es jemals sein zu wollen.’ Carl Spitzweg liet meer dan 1.500 schilderijen en aquarellen na, naast talrijke tekeningen en schetsboekjes. Volgens een schatting heeft hij tijdens zijn leven ongeveer 400 werken verkocht. Aanvankelijk weinig succesvol steeg het aantal verkopen na een uitstalling van 4 schilderijen op de Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs. Hij wordt gerekend tot de laatromantische periode, begonnen in de conventionele biedermeierstijl, zich geleidelijk evoluerend tot een stijl die vroeg impressionistisch kan worden genoemd. Het zijn vooral de kleinburgerlijke mensen die hij uitbeeldt met hun karakteristieke eigenschappen. Ook het idyllische en pittoreske van een stadje als Straubing inspireerden hem met een ironische kijk op de situatie. Bekende typeringen zijn o.a. de arme dichter, de cactusliefhebber, de postbode, de alchemist, de zondagsjager e.d. Na zijn dood nam de interesse alleen maar toe en tot op de dag vandaag hangen in talrijke Duitse woningen en soms ook openbare gebouwen reproducties van Spitzweg’ lichtvoetig werk. Carl Spitzweg was ook dichter maar zijn verzen hebben in tegenstelling van zijn schilderijen geen spoor van betekenis nagelaten De Boekenwurm
Naast ‘de arme poëet’ is ‘de boekenworm’ zonder twijfel zijn meest bekende doek geworden. Het is een typisch voorbeeld van anekdotische Biedermeierkunst. Dit werk kwam in 1850 tot stand korte tijd na het Europese revolutiejaar 1848. Ofschoon veel opstanden vaak van korte duur waren en soms teruggeschroefd, oefenden deze een invloed uit op de periode die volgde. Na de schok een tijdvak van stabiliteit die in de rust en eenzaamheid van een bibliotheek haar weerklank vond. Het te beschrijven schilderij van een oudere man op een stijlvol houten bibliotheektrapje en in zijn rechterhand een boek bekijkend, heette aanvankelijk ‘der Bibliothekar’ en is later gewijzigd in ‘der Bücherwurm’. Het zich thans in Scheinfurt bevindende doek is in 1852 onder de titel ‘de bibliothecaris’ in Wenen verkocht aan Ignaz Kuranda, een Oostenrijkse politicus en schrijver. Met nog een boek tussen zijn benen en een derde tussen zijn rechterarm houdt hij nog een vierde boek vast in zijn linkerarm. Er hangt bovendien nog een stofdoek losweg uit zijn broekzak. De man staat voor een barokke boekenkast die acht boekenplanken en bijgevolg negen horizontale nissen. Aan de top van de boekenkast is ‘Metaphysik’ vermeld. Deze plaquette duidt op een grote bibliotheek, links onderaan is nog een deel van een globe zichtbaar. Daarboven zijn frescoplafonds afgebeeld. De systematische ordening naar kennisgebieden wijst op een systematiek die in 1737 in de universiteitsbibliotheek van Göttingen was geïntroduceerd. De geschilderde boekenruggen doen denken aan vergelijkbare details op Hollandse doeken uit de 17e eeuw. De wat wereldvreemde boekenwurm, verdiept in zijn lectuur, leest geconcentreerd in een boek dat hij dicht bij zijn ogen houdt. De boekenwurm lijkt niet geïnteresseerd in de buitenwereld, maar gaat helemaal op in boekenkennis. Van het doek de Boekenworm zijn drie versies in omloop: 1) in het museum Georg Schäfer in Schweinfurt, 2) een schilderij aanwezig in een particuliere verzameling, 3) in bezit van de openbare bibliotheek in Milwaukee, Tennessee.
Ad 1. Het exemplaar van het museum in Schweinfurt, een stadje in Noord-Beieren, is geschilderd met olieverf en meet 49,5 bij 26,8 centimeter. Het is ingekaderd in een vergulde lijst. De familie Schäfer wist rijkdom te verwerven met het vervaardigen van kanonnen, later van kogellagers, een onmisbaar onderdeel in heel wat machinerie. De onderneming verschafte werk aan een paarduizend werknemers. Georg Schäfer (1896-1975) was geïnteresseerd in kunst en bouwde een collectie rond Carl Spitzweg op. Bij zijn overlijden liet hij zijn kunstverzameling na aan de stad Schweinfurt. Een jongere broer Otto Schäfer had meer belangstelling voor grafiek (vooral 20ste eeuw) en boekdrukkunst (15e tot 20e eeuw). Vanaf 1961 bovendien in eerste drukken van Duitse literatuur. In 1989 bracht hij alles onder in een stichting en richtte kleine tentoonstellingen in. In 1990/1991 is na een verbouwing alle materiaal ondergebracht in een apart museum, vandaag de dag de volgende collectieonderdelen, gewijd aan grafische kunst en boekkunst, omvattende: – geïllustreerde boeken; – Duitse literatuur; – hedendaagse grafiek; – verzameling Morell: antiek glas; – de Busch bibliotheek van de stad Schweinfurth; – de Reichsstädtische Bibliothek Schweinfurth; – Sakristeibibliothek. In 1996 schreef de Beierse stad een architectuurwedstrijd uit voor een nieuw museum. Als winnend ontwerp is gekozen voor de Berlijnse architect Volker Staab. In 2000 is het museum geopend, een kubusvormig gebouw met twee monumentale vrijstaande overdekte galerijen en veel marmer in travertijn, zoals op de buitenmuren aangebracht. Het museum beschikt over 2150 vierkante meter oppervlakte voor het houden van exposities. De kunstcollectie is opgebouwd rondom de verzameling van Georg Schäfer en bevat intussen ruim 160 schilderijen en 110 tekeningen van Carl Spitzweg. In 2008 is naar aanleiding van Spitzweg’s een grote overzichtstentoonstelling georganiseerd, tegelijk met het werk van Wilhelm Busch (1832-1908), een tekenaar, cartoonist en dichter die enige verwantschap vertoont. In dat jaar verschenen o.a. een bibliografie, kalenders, een speciale postzegel van de Duitse posterijen en een 10 euro-gedenkmunt. Jan van Herreweghe, bibliothecaris van Harelbeke (1) bezocht de expositie in Schweinfurt en schrijft daarover: ‘In augustus 2008 reed ik met mijn vrouw en dochter speciaal naar Schweinfurt om ‘der Bücherwurm’ van zeer nabij te bestuderen. Ondanks het feit dat ik reproducties van het schilderij al ettelijke malen in boeken en op internet had bekeken, is het toch altijd een bijzondere ervaring wanneer men het in zijn ware gedaante kan aanschouwen. DE grootte bijvoorbeeld. Van tevoren had ik mij (middels een op maat van het schilderij geknipt stuk karton) natuurlijk kunnen vergewissen van de grootte van het schilderij, maar dat had ik niet gedaan en dus was er enige verbazing toen ik ‘der Bücherwurm’ in werkelijkheid zag. Het meest opzienbarende is dan nog dat in die kleinheid zo’n onmetelijke wereld (van kennis) wordt opgeroepen. Met toenemende verwondering en bewondering heb ik het schilderij van alle kanten bekeken. Indien er een laddertje had gestaan, had ik het van bovenaf aanschouwd, al was het maar om mogelijks een glimp op te vangen van de inhoud van het boek dat de man aan het lezen/besturen is.’ Ten slotte: Schweinfurt telt thans twee musea: 1) Museum Georg Schäfer, Brückenstrasse 20, www.museumgeorgschaefer.de en) (tevens bibliotheek) Museum Otto Schäfer, Judithstrasse 16, www.museumottoschaefer.de Op de site van Zeno zijn 165 werken van Carl Spitzweg afgebeeld. Op de site Boekendingen is bovendien aandacht besteed aan Carl Spitzweg en in het bijzonder ‘de boekenwurm’, zoals op talrijke manieren ook door anderen voorgesteld. Dat deed verder Andrea Vermeiren in ‘over lezers, boeken, letters en cijfers’. Het schilderij ‘de Boekenwurm in veel gedaanten en materialen: van hout en tin, als beeldje, op boekenleggers – zelf bezit ik 15 verschillende bladwijzers uit 8 landen – , ex libris, briefpapier, kalenders, boekentassen, een op blouses geprinte afbeelding, als handwerkproduct, straatpainting etcetera.
Ad 2. Van de tweede versie is weinig meer te zeggen dan dat het pas in 1884 is geschilderd. Het bevindt zich in privébezit van een rijke Duitser. In deze versie is het trapladdertje helderder geschilderd is vergeleken met het meest donkere exemplaar in Scheinfurt. In zijn geheel valt meer licht binnen, doch dat licht is stoffig en zorgt voor een wazige boekenkast.
Ad 3 Over de derde versie van ‘de Boekenworm’ in de Verenigde Staten is mede vanwege de actualiteit wat meer te vertellen. Het kwam in 1851 gereed en is voor verkoop naar kunsthandelaar H.W.Schaus in New York gezonden. Het kwam in handen van een uit Duitsland geëmigreerde kunstverzamelaar René Schleinitz. Deze liet zijn collectie in 1972 na aan het Milwaukee Art Museum, op één werk na dat hij vanwege het thema schonk aan de Milwaukee Public Library, waar het een plaats kreeg in het Richard E. and Lucille Krug Rare Books Room. De afgelopen jaren is het doek uitgeleend voor aan Spitzweg gewijde tentoonstellingen in Milwaukee (Milwaukee Art Museum en het Grohmann museum), Schweinfurt en in Zwitserland. In april 2014 maakte de directie van de openbare bibliotheek bekend dat men het voor 400.000 dollar getaxeerde doek aan een museuminstelling wil overdragen. Sindsdien hebben onderhandelingen plaatsgehad met het in Milwaukee gevestigde Grohmann Museum en is op 29 mei provisioneel een voor beide partijen gunstige regeling getroffen. Het schilderij ‘The Bookworm’ zal een plaats krijgen in voornoemd museum, dat de bibliotheek een bedrag van 1 miljoen dollar zal doneren en leden van de bibliotheek op bepaalde tijden de mogelijkheid biedt het doek zonder entreekosten te bekijken. Het naar Eckhart G.Grohmann vernoemde museum telt meer dan 1.000 schilderijen en sculpturen uit de periode van ongeveer 1580 tot heden. De meeste doeken hebben een Duitse, Vlaamse en Hollandse oorsprong. Het museum met al 10 olieverfdoeken in bezit overweegt in de toekomst een speciale Carl Spitzweg galerie in te richten.
Ander werk van Spitzweg
De thema’s van Spitzweg zijn vooral anekdotische en dagelijkse taferelen, landschappen, en stadsgezichten. Algemeen bekend is het genrestuk ‘de arme dichter’ uit 1837 dat zich in de Neue Pinakothek in München bevindt. Het doek dat Spitzweg als enige voluit signeerde ondervond aanvankelijk veel kritiek op tentoonstellingen omdat het door kunstrecensenten als een spot op de dichtkunst werd aangeduid en men de humor niet inzag. De op bed liggende dichter, getooid met een slaapmuts en voorgesteld in een armzalige omgeving, wordt omgeven door een aantal boeken. Op de waslijn hangt een opengeslagen boek met de rug naar boven, naar mag worden aangenomen aangetast door het vocht. Boven zijn hoofd hangt een paraplu die de dichter kennelijk moet beschermen tegen water dat door het dak naar binnen druppelt. Toppunt van armetierigheid is dat hij tussen zijn duim en wijsvinger een vlo vasthoudt. Een repliek van Spitzweg uit 1839 bezit sinds 1908 de ‘Nationalgalerie’ in Berlijn. Dat doek, in 1976 al getaxeerd op 2,5 miljoen gulden, kwam 13 december van dat jaar prominent in het nieuws. Dat gebeurde nadat de in Amsterdam wonende Duitse schilder Uwe L (33) het schilderij van de wand nam en daar doodgemoedereerd mee naar buiten liep. Later bracht hij het terug naar de directeur en vertelde toen slechts ‘een demonstratieve daad’ te hebben willen stellen. 26 Januari 2012 is overigens nog een andere versie van ‘de arme dichter’ door Sotheby’s in New York geveild voor een bedrag van 542.500 dollar. Op een twintigtal andere schilderijen van Carl Spitzweg zoals ‘de cactusliefhebber’ uit 1850 zijn tevens boeken afgebeeld. O.a. op het uit 1855 daterende ‘Im Studierzimmer’, waarop een oude man in een boek is verdiep omgeven door boekenkasten. Dit werk is in 2009 in München geveild voor 65.880 euro. De grootste collectie werken van Spitzweg bevindt zich Schweinfurt, gevolgd door het museum in Milwaukee. Verder zijn doeken en tekeningen aanwezig in vooral Duitse musea in o.a. München en Berlijn.
Waardering in Duitsland, maar nauwelijks in ons land In ons land was het Anton Pieck die grote bewondering koesterde voor de romantische Biedermeier-kunstenaar Spitzweg. De bewondering voor Spitzweg’s Biedermeier stijl is in ons land tot een minimum beperkt gebleven. Voor kunstkenner Joost Zwagerman spreekt het motief van ‘de arme dichter aan’ : ‘Ik heb een zwak voor portretten voor lezende en schrijvende mannen en vrouwen – van de serene ‘Schrijvende vrouw in het geel’ van Vermeer tot de bedlegerige, ongetwijfeld ziekelijke ‘Arme dichter’ van Carl Spitzweg. Spitzwegs dichter is ongetwijfeld in de greep van zelfbeklag en hypochondrie maar hij schrijft wèl door!’. De ‘zoetelijke romantiek’ en ‘gemoedelijke taferelen’, kenmerkend voor de burgerlijke Biedermeiertijd hebben in ons land in tegenstelling tot Duitsland en Oostenrijk eigenlijk nooit tot de verbeelding gesproken, zeker niet bij kunstcritici met uitzondering wellicht van J.H.de Bois. Sytse Singelsma schreef in de Leeuwarder Courant van 30 september 2009: ‘Kampioen van het genre werd de Münchener Carl Spitzweg (1808-1885). Met niet nalatende ijver wist hij een oeuvre bijeen te penselen dat een weerspiegeling is van het knusse en gezellige Biedermeier-levensgevoel. De aankomst van de postkoets in een Zuid-Duits stadje, geleerden in hun knusse studeerkamer, meisjes in klederdracht, het zijn onderwerpen die hij talloze malen geschilderd heeft. Vaak weet hij zijn schilderijen een vleugje goedmoedige humor mee te geven. Daardoor komen ze nu oubollig over, maar in zijn eigen tijd werd Spitzweg bejubeld als een groot vernieuwend schilder. Na zijn dood raakte hij in vergetelheid, maar zoals zo vaak volgde een herontdekking. In de posterwinkels hangen platen van zijn gezellige werk nu naast die van Anton Pieck.’
Eind jaren dertig van de vorige eeuw heeft een persoon, aangeduid als ‘Toni’, 54 schilderijen van Spitzweg nauwkeurig nageschilderd op basis van kunstplaten en ansichtkaarten. Hij signeerde deze met ‘nach Spitzweg’. De werken kwamen in handen van fraudeurs die ‘nach’ weghaalden en deze voor origineel verkochten. Voor deze zwendel zijn twee oplichters door de rechtbank in Stuttgart veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf.
‘Ich als Dichter’ Behalve schilder en tekenaar was Carl Spitzweg ook romantisch dichter, ook al beschouwde hij zich op dit terrein voor een ruimer publiek dan zichzelf als mislukt. Een recente uitgave heet: ‘Und Abends tu ich dichten: Gedichte und Zeichnungen von Carl Spitzweg’. Daaruit het vers ‘Ik als dichter’ in een vertaling van Frans Boenders: ‘Omdat ik al de dag opoffer, zij ’t Uitsluitend voor eigen plezier, Dan wil ik minstens ’s avonds blij Jagen op nog wat extra vertier, Wil asjeblief je luimen milderen Laat alle grapjes even zwichten: Door de dag doe ik aan schilderen En ’s avonds zit ik fijn te dichten. Ik dicht ijverig iedere dag Niet zonder ‘m met verf te kleuren, Heel licht, zelfs al mag Dat menigeen ’t plezier verbeuren. Ik hoor bij ’t bent der rijmende poëten, Hecht aan die verzen geen gewicht, Mijn eregeld kan je gewoon vergeten: Ik ben toch al betaald? Ik dicht! ’t Dicht hoort bij ’t daag’lijks brood En ook al lukt het me niet op papier, Voorziet geen uitgever in mijn nood – In eigen beheer blijft het vast plezier.’ Literatuur – Der Bücherwurm, een schilderij van Carl Spitzweg. Tiende brief omtrent de bibliofilie, door Jan van Herreweghe, in ‘Het syndroom van Spitzweg; mijn leven als boekenwurm’. 2009. – Hans Feldbusch. Spitzweg. In serie: ‘Galerie der grossen Maler’. Eltville am Rhein, BechterMünz Verlag, 1989. – Jens Christian Jensen. ‘Carl Spitzweg: Gemälde und Zeichnungen im Museum Georg Schäfer. Schweinfurt, 2002. – Sepp Schulder. ‘Forgers, Dealers, Experts: Adventures in the twilight of Art Forgery’. London, Arthur Baker, 1960. – Carl Spitzweg. Und Abends tu ich dichten: Gedichte und Zeichnungen. München, Deutscher Taschenbuch Verlag, 2003. – Internet: Wikipedia en informatie van de Milwaukee Public Library. De grootste collectie literatuur over Carl Spitzweg bevindt zich in de Bayerische Staatsbibliothek te München, welke instelling ook archivalia uit de nalatenschap bezit. Hans Krol
De boekuitgave ‘Uit de schaduw’ bevat o.a. beknopte collectiebeschrijvingen van Laurens van Krevelen, Liesbeth Vos-De Graaff, Nol Sanders en Paulien Roos, George van Houten, Jaap Schipper, Els van Hulsteijn, Eddy Schuyer, Rob Aardse, Fred Bijsmans, Thera Folmer-Van Oven, Steven van Harn, Dorine van Heerdt tot Eversberg, Gerard Jaspers, Sybe Streekstra, Diny Winthagen, Meinard van Dunné, Kees van Grootheest, Pieter van Hooff, Jan de Jong, Simonne Kwant-Verbist, Henriëtte C.van Tuynenburg Muys-Lanzing, Jos van Waterschoot, Geert Jan Bierenga, Haye Bijlstra en Baukje Scheppink, Edwin Bloemsaat, Ayolt Brongers, Margarita Bruens-Mulder Dirks, Truusje Goedings, Frans Janssen, Steven de Joode, Herman Mulder, Adri Offenberg, Florence Pieters, Jan Schellekens, Ab van der Steur, Jan Storm van Leeuwen, Wolbert Vroom, Frits Booy, Piet Buijnsters en Leontine Buijnsters-Smets, Dick Coutinho, Willem Doornbos, Charles Dufour, Wim Gielen, Klaas Hoogendoorn, Jan Luiten, Bernard van Noordwijk en Hilchien van Noordwijk-Askes, Chiel Roos, Coen Schimmelpenninck-van Oije, Frederik Schreuder, Jan Spoelder, Geert van Daal, Cor Knops, Ton Koopman, Kenneth Boumann, Jos Schrooyen en Jacqeline Bruijnen, Paul Begheyn, Elly Cockx-Indesteege, Corinna van Schendel.
BIBLIOTHECARIS-BIBLIOFIEL JAN VAN HERREWEGHE UIT HET VLAAMSE HARELBEKE IN HET VOETSPOOR VAN SPITZWEG
(1) Bibliothecaris en bibliofiel Jan van Herreweghe uit Harelbeke is in 2008 gestart met een tiendelige cyclus Het menselijk tekort bij een teveel aan papier. (tevens zijn levenmotto). Intussen zijn de volgende delen verschenen:
Zot van boeken. Over boekengekte als levensdrang (2008)
Het syndroom van Spitzweg. Mijn leven als boekenwurm (2009)
Manieren van ordenen (2010)
Er zijn nooit te veel boeken, er zijn alleen te veel mensen. De lotgevallen van een bibliofiel (2011)
Buiten zinnen van leeswoede. De vrolijke avonturen van een boekenneuroot (2012)
Als de tafel wankelt, komt een boek het meest van pas. Citaten en gezegden over bibliofilie, bibliomanie, bibliotheken, bibliothecarissen, de boekdrukkunst, boeken, de boekhandel, lezen, literatuur, het schrift, schrijven en schrijvers (2013)
Recensie van ‘Als de tafel wankelt komt een boek het meest van pas’, in: Boekenpost, nummer 130, 2014)
Winkeldichters en steraanbieding. Herinneringen van een boekenfundamentalist (2014).
Boekanieren in Bibliopolis. Deugddoende bekentenissen van een boekenminnaar (deel 8, 2016)
In voorbereiding is deel 10: Aankomen in Boekzele. itinerarium van een bevlogen boekenziel.
Verder publiceerde hij onder meer: Harelbeke in de literatuur (2015)
Voorts zijn van Jan Herreweghe onder meer de volgende uitgaven in Nederlandse vertaling : Mexicaanse literatuur (1993), Chinese literatuur (1995), Tsjechische literatuur (1997), Turkse literatuur (1998), Hongaarse literatuur, 1999, Japanse literatuur, 2000, Poolse literatuur, 2001, Bulgaarse literatuur, 2002,
Portugese literatuur (2004); – Bibliografie van Ivo Michiels (1981); -Ik ben een zot in ’t diepst van mijn gedachten: een bundel sonnetten (1996).
BIBLIOFAGIE: EEN WERELDWIJD FENOMEEN
‘Het eten van boeken (papier) wordt al vanouds geassocieerd met een diep genot. Zo staat in de Bijbel “Openbaring 10” hoe Johannes van een engel een boek krijgt aangeboden met de woorden: “Eet het op. Het zal branden in je maag maar in je mond zo zoet zijn als honing”. Straf waarbij de auteur van een religieus of politiek verderfelijk geacht boek gedwongen wordt zijn eigen publicaties op te eten, hetgeen vaak de dood tot gevolg heeft. Dit soort praktijken, het gevolg van bibliolatrie, was gangbaar in de 19de eeuw, maar komt in tijden van oorlog of in perioden van gevangenschap toch nog sporadisch voor. Godsdienstige opvatting waarbij men de mening is toegedaan dat men bij het verorberen van religieuze boeken of geschriften…meteen ook de kennis van die teksten verwerft. Een mooi voorbeeld daarvan vind je terug in de roman “De bidsprinkhaan” van André Brink. Sinds 1999 hebben twee Amerikaanse bibliothecarissen (Judith A.Hoffberg en Béatrice Coron) 1 april uitgeroepen tot internationale boekeneetdag. 1 april is de geboortedag van de Franse gastronoom Jean-Anthelme Brillat-Savarin (1755-1826). De bedoeling is dat allerlei lekkers (patisserie, suikergoed, ouwels, leeswaren…) wordt bereid rond het thema boek en vervolgens met de bibliotheekbezoekers wordt opgegeten. Zie onder ondere: WIKIPEDIA (Eng.) BOOK EATABLE DAY.
Zie onder andere het essay over bibliofagie -“books to Chew on’- van journalist Blake Elskin dat op 26 maart 2006 in The New York Times “” verscheen. In 1866 publiceerde Octave Joseph Delepierre al een tekst over bibliofagie: “De la Bibliophagie”.
==============
=================================
10de deel (11de boek) in de boekencultus over boeken van bibliothecaris Jan van Herreweghe verschijnt 1 december 2018
Dat tiende deel is getiteld ‘ Aankomen in Boekzele. Itenarium van een bevlogen boekenziel’ wordt gepresenteerd in de Vlaamse bibliotheek Harelbeke. Het boek bevat 4 brieven en een verklarende woordenlijst. De eerste brief is een amalgaanbrief en bevat diverse boekverslagen. De tweede brief is getiteld ‘Cut!’ en bespreekt films waarin boeken, bibliothecarissen, boekhandelaars….een bijzondere rol vervullen. De derde brief is getiteld ‘Die Buchstaben van Anselm Kiefer’ en handelt over het boek als onderdeel van een kunstwerk. De lijst van kunstenaars die het boek in hun werk integreren is schier oneindig. Ik onderneem alvast een poging tot oplijsting. De vierde brief is getiteld ‘Boeken die als duiven uitvliegen en hun stempel zullen drukken op het gebeuren in de wereld’. In deze brief gaat het o.a. over de kopiist Johannes Trithemius, de uitvinder van de boekdrukkunst Johannes Gutenberg, het drukkersgeslacht Plantijn…kortom de grondleggers van de verspreiding van informatie. Het boek eindigt met ‘Biblio-‘, een verklarende woordenlijst van Bibliobesitas tot Péladomanie. ‘Aankomen in Boekzele; wordt uitgegeven in eigen beheer en kan besteld worden bij: VWZ De Gebeten Hond – Ludo Depuyt, Nijverheidsweg 8, 8530 Harelbeke, België.
BRUSSELMANS VIERT 75STE VOEK EN ZESTIGSTE VERJAARDAG IN HARELBELE
De Vlaamse krant Het Laatste Nieuws schreef 9 oktober 2017: ‘Harelbeke – Waarom wil schrijver Herman Brusselmans hoegenaamd zijn zestigste verjaardag vieren in Harelbeke? : Velen hebben het zich afgevraagd, maar het antwoord is eenvoudig. In Harelbele hebben ze de beste bibliothecaris van het land”. Zo vertrouwde Brusselmans het publiek toe dat in groten getale was afgezakt om de lezing die hij gaf voor zijn 60ste verjaardag en zijn 75ste boek bij te wonen. “De aandacht die ik voor deze week krijgt voor mijn zestigste verjaardag doet deugd. Het is voor mij de week van de dankbaarheid. En voor de gelegenheid las Brusselman zijn tekst “Lang leve de bib” voor, in zijn gekende, grofgebekte en autobiografische stijl. Het werd deels en lofzang voor bibliothecaris Jan van Herreweghe. “Nadat ik zijn eerste roman “Prachtige ogen” in 1984, trok ik mijn stoute schoenen aan en klopte op een zondag thuis aan bij Brusselmans. Ik beloofde hem dat ik hem zou uitnodigen in Harelbele. Twee jaar later is het mij gelukt. Ondanks de zwartgalligheid van Brusselmans, toch is er altijd een sprankeltje hoop naar de volgende dag, naar zijn nieuwe boek”, vertelde Van Herreweghe aan enkele honderden aanwezigen. Christian Ongenaert en Caroline Staelens uit Kuurne zijn al dertig jaar fan van Brusselman. “En sinds kort onze drie zonen ook”. De tentoonstelling rond Brusselmans loopt nog tot 31 oktober in de bibliotheek’ (XCR).
Nieuw boek van Jan van Herreweghe (Jan Bib) Uit: De krant van West-Vlaanderen, 7 januari 2022.
============================================
vervolg Spitzweg
A World of Books for Young and Old. The Library Store, Columbus, Ohio, USA
====
Highlights in the history of THE INVISIBLE BOOK. Elisabeth Tonnard 2013 New York Public Library
ENKELE VOORBEELDEN VAN VROUWEN ALS BIBLIOFIELEN
====
boekenoverboeken gezegd:
Bijzonder leuk stuk!!
Pingback: Merkwaardig (week 49) | www.weyerman.nl
Rob (@logischgezien) gezegd:
Ik heb een oude houtsnede van “de boekenwurm” te koop.
Bliepding@gmail.com
sandra hesseling gezegd:
volgens mij heb ik de Tinnen reliëf van ‘Der Bücherwurm’
die heb ik te koop staan op mp.
Hans Krol gezegd:
Klopt, inderdaad naar Spitzweg, zelf bezit ik daarvan 1 exemplaar. Mvg, Hans Krol
Sandra hesseling gezegd:
Hallo
Kunt u mij een geschatte waarde ervan geven aangezien ik het in de verkoop heb staan en geen idee heb hoeveel het waard is.
Ooit op een rommelmarkt gekocht.
Vriendelijke groet, sandra
Pingback: Merkwaardig (week 8) | www.weyerman.nl