Tags
. van Eden, Kader Abdolah, Kader Abdoloh, Koloniaal Museum Haarlem, Museum Kunstnijverheid Haarlem, Nasreddin, Willem Frederik van Eeden
Bezoek van sjah Nasreddin aan Nederland en Haarlem in 1889; hij was niet zo verzot op Frans Hals en verse haring
Op 20 juni 1889 bracht sjah Nasreddin van Perzië een bezoek aan Haarlem. Omdat het middagmaal in de Hout genoten werd is ook de toenmalige burgemeester van Heemstede, de heer J.Ph.Dólleman, zeer nadrukkelijk bij de voorbereidingen betrokken geweest. Op zijn reis door Europa heeft de Perzische vorst na een verblijf in Duitsland gedurende 6 dagen ons land bezocht en daarbij bezoeken gebracht aan Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Haarlem en even een zeetochtje vanuit IJmuiden. In Haarlem werd een druk programma in nog geen zes uur afgewerkt. Bij de intensieve voorbereidingen waren alle plaatselijke autoriteiten betrokken.
Uit Haarlem’s Dagblad van 6 juni 1989 met een bericht van 6 juni 1889.
Kadjaren-vorst
Sjah Nasreddin in vol ornaat
Sjah Nasreddin (1831-1896) regeerde Perzië (sedert 1935 Iran geheten) gedurende bijna een halve eeuw, van 1848 tot 1896. Hij stamde uit de van oorsprong Turkse stam der Kadjaren, welke dynastie van 1786 tot 1925 Perzië heeft geregeerd, toen de laatste Kadjarenvorst is afgezet en naar Europa uitweek, en sjah Reza uit het geslacht Pahlewi het bewind overnam. Nasreddin (letterlijke betekenis: steun des geloofs) was de eerste sjah die grote Europese reizen maakte, in 1873 (o.a. vanwege de Wereldtentoonstelling in Wenen), 1878 en voor de laatste maal in 1889 . Tijdens zijn bestuur is een op Europese leest geschoeide universiteit opgericht en kreeg het land een telegraafverbinding. Mede vanwege de kostbare buitenlandse reizen raakte het land in acute geldnoot, maar men trachtte dit te compenseren door het verlenen van concessies aan Europese ondernemers. Te gevolge hiervan braken al in 1890 onlusten uit vanwege de toegestane tabaksconcessie en op 1 mei 1896 is Nasredden tijdens het gebed in een moskee Teheran op laaghartige wijze vermoord door een jonge aanhanger van de fanatieke Babi-beweging. De dader werd gearresteerd en is opgehangen. Nareden is opgevolgd door zijn zoon Muzaffereddin, die instemde met een grondwet en de stichting van een nationale vergadering.De 7 Kadjaren-vorsten van Perzië tussen 1786 en 1925 waren achtereenvolgens: 1) Aga Mohammed Chan 1786-1797; 2) Fath Ali Sjah 1797-1834; 3) Mohmmed Sjah 1834-1848; 4) Nasreddin (ofwel Nasir alDon Sjah 1848-1896; 5) Moezaffer alDin Sjah 1896-1906; 6) Mohammed Ali Sjah 1906-1909; Sultan Ahmad Sjah 1909-1925. In 1926 trad Reza Sjah Pahlevi aan (tot 1941) uit de dynastie Pahlawi, opgevolgd door Mohammed Reza Pahlawi van 1941 tot 1979.
Nasreddin is met 27 vrouwen getrouwd geweest, met wie hij voor zover bekend 28 kinderen kreeg, 14 jongens en 14 meisjes. Zijn zoon Muzafferedin – op bovenstaande foto als sjah gefotografeerd – zou hem na de gewelddadige dood van de vader opvolgen, als vijfde sjah in zijn dynastie van de Kadjaren.
Audiëntie bij Z.M.de Sjah van Perzië in 1908, Mohammed Ali Sjah, kleinzoon van Nasreddin. Tijdschrift De Prins schreef bij bovenstaande foto: ‘Mohammed Ali Sjah Kadjar in zijne tegenwoordige woonplaats bij Teheran; dat deze Oostersche satraap zich niet zoo bijzonder veilig gevoelt in zijn verblijfplaats, mag wel afgeleid worden uit de omstandigheid, dat men hem niet kan naderen dan langs een omweg, die leidt om een breed en diep water, op onze foto duidelijk zichtbaar. De waarheid van het gerucht, dat hij degenen, die hem weerstreven, met het bassin laat kennis maken, is nog niet bevestigd.’
Met de boot naar IJmuiden
Nasreddin, sjah van Perzië, bij zijn aankomst aan het Weesperpoortstation op de avond van zondag 16 juni 1889. Zesde van links burgemeester Van Tienhoven
Van 16 tot 18 juni bezochten Nasredddin en zijn uitgebreide gevolg de hoofdstad en zijn bezoeken afgelegd aan het Koninklijk Paleis, het Rijksmuseum, het Volkspaleis ofwel ‘het Paleis voor Volksvlijt’, en dierentuin Artis. Verder een boottochtje naar Velsen nadat de heren Goedkoop hun passagiersschip ‘Ceres’ ter beschikking hadden gesteld. Bij aankomst te IJmuiden heeft de sjah in aanwezigheid van een aantal autoriteiten het déjeuner gebruikt op de sleepboot ‘Hercules’, die voor de gelegenheid met Perzische tapijten was behangen. Na een zeetochtje van 1 uur buiten de pier is het gezelschap naar Amsterdam teruggekeerd en heeft men nog een circusvoorstelling in Carré meegemaakt.
Bezoeken van de Sjah, o.a. aan Artis. DE tekening rechtsonder is kennelijk ingegeven door het persbericht, dat de Sjah bij zijn bezoek aan Artis er behagen in vond “de dieren een weinig te vertoorne” [Tekening door Joh. Braakensiek. Amsterdammer 23 juni 1889].
Frans Hals
Na alle aankondigingen waren de Haarlemmers op 20 juni 1889 in grote drommen naar het stationsplein gekomen om een glimp van de vorst uit het Oosten op te vangen. Om half elf stoomde de trein het station binnen, waar de sjah werd verwelkomd door commissaris des Konings, jonkheer mr.J.W.M.Schorer en burgemeester mr.E.A.Iordens. Nasreddin nam met de grootvizier en het gevolg plaats in de zes gereedstaande rijtuigen, terwijl de volksliederen klonken, gespeeld door het gemeentelijk muziekkorps onder leiding van kapelmeester C.W.P.Kriens. Een peloton huzaren in groot ornaat begeleidde de stoet richting stadhuis, waar de trappen waren belegd met Perzische tapijten en Haarlemse bloemen en planten de zalen versierden. Met trots toonde men in het Stedelijk Museum van Schilderijen en Oudheden – toenmaals nog op het Prinsenhof gevestigd – de kunstverzameling. De doeken van Frans Hals konden de vorst niet bekoren. Een journalist van de Oprechte Haarlemsche Courant noteerde: ‘Die reeksen van koppen spraken niet tot zijn gemoed’. Daarentegen was Nasreddin verrukt van het levensgrote portret voorstellende de reus Daniël Cajanus, die 2 meter en 64 centimeter mat, en de laatste jaren van zijn leven (1745-1749) in Haarlem woonde. Hij had het wel willen kopen, maar daar kon geen sprake van zijn. Nasreddin was ook onder de indruk van een schilderij, verbeeldende een tafereel van Zalacecus die zich het oog laat uitsteken. ‘C’est très bien fait’. Was zijn oordeel en de oosterse koning had gaarne de maker ontmoet, ware het niet dat Jan de Bray al bijna twee eeuwen eerder was overleden. Voor de tentoongestelde Costeriana had hij weinig oog, in tegenstelling tot sommige leden van de Perzische delegatie. In de Stadsbibliotheek waren boeken over Perzië uitgestald, zoals gezichten op Teheran uit de 17e eeuw ‘die een ogenblik bekeken werden.’
Bericht uit Haarlem’s Dagblad van 21 juni 1889 [H.D., 20-6-1989].
In de koetsen reed men over de Grote Markt naar de St. Bavokerk. Organist W.Ezerman bracht het Nederlandse en Perzische volkslied ten gehore, evenals het Halleluja van Händel.
Rijtoer en naar het Paviljoen
Vervolgens stond na de Grote Kerk, waar het praalgraf van Frederik Willem Conrad is bezocht, het Paviljoen op het programma, waar toen het Koloniaal Museum en het Museum van Kunstnijverheid waren gevestigd. Onderstaand enige foto’s van het voormalig Koloniaal Museum, in 1913 vanwege ruimtegebrek gesloten, dat een voorloper was van het Tropenmuseum (Koloniaal Instituut voor de Tropen) in Amsterdam; gevolgd door interieurs van het Museum van Kunstnijverheid
Kunstnijverheidsmuseum Haarlem
Museum voor Kunstnijverheid Haarlem
Tenoonstellingsruimte Kunstnijverheidsmuseum Haarlem
====
Tijdens een rijtoer met de Perzische gasten passeerde men de Spanjaardslaan, Wagenweg, Schouwtjeslaan, Pijlslaan en reed men via de Elswoutlan en Overveen naar de Haarlemmerhout.
Vanuit het Paviljoen wees men de sjah op het fraaie gezicht in de Hout. De koning vond het kennelijk prachtig, want een aanwezige reporter noteerde uit zijn mond: ‘joli, joli’(Tweemaal!).
Naar buitensociëteit Trou Moet Blijcken
Toen de conservators F.W.van Eeden en E.von Saher verzochten iets in het album te schrijven, beperkte Nasreddin zich – in de Franse taal – tot één museum en de datum van bezoek, de Mohammedaanse tijdrekening, volgens welke men in 1306 leefde. Hij schreef zijn handtekening in Perzisch schrift en een geletterde adjudant uit het gevolg schreef in Latijnse letters naam en titel.
Handtekening en onderschrift Nasreddin in museumreceptieboek geschreven
Intussen was het tijd geworden voor een déjeuner in de buitensociëteit ‘Trou Moet Blijcken’, die vanwege de aangebrachte vlaggen en decoratie een Oosterse indruk gaf.
De volgorde van het menu was als volgt:
Harengs nouveaux
Consommé Royal
Filets de Boeuf a la Jardinière
Côtelettes d’agneau en robe de chambre
Jennes Poulets rôtis
Compôte variée
Galantine d’anquille a la Tartare
Gâteaux Favard
Fruits
Dessert.
Alle autoriteiten van Haarlem zaten aan aan het banket. Burgemeester Iordens sprak in zijn beste Frans: ‘J’espère qur votre Majesté me permettre de lui rendre hommage en témoignant ma reconnaissance pour l ínsigne honneur que Votre Majesté à daigné rendre à la ville de Harlem.’ Aan de dis zat ook de heer J.Ph. Dólleman als eerste burger van Heemstede aan. Deze onderscheidde zich van anderen door de sjah in het Perzisch aan te spreken: ‘Welkom Sire, ik ben de burgemeester van Heemstede’, zou Dolleman gezegd hebben, waarop de sjah in zijn landstaal repliceerde en vroeg waar hij deze taal geleerd had. Er viel even een pijnlijke stilte, die echter snel werd doorbroken, want de achtige grootvorst gaf de burgemeester een bemoedigend schouderklopje.
Het menu bestond uit tien gangen te beginnen met verse Hollandse haring, welke lekkernij de smaakpapillen van de sjah niet konden bekoren. Daarentegen beviel hem de gebraden kip voortreffelijk en liet hij nog een extra boutje serveren door maître P.C.E.Jacobi van Grand Hotel Fünckler. Het ontging de disgenoten niet dat de sjah na vijf glazen champagne tot zich nam en naarmate de tijd verstreek in een drukke conversatie raakte met commissaris Schorer.
Deze laatste hield aan het dessert een korte tafelrede, gevolgd door enkele zinnen van burgemeester Iordens die de illustere vorst bijna de hemel in prees. Er werd een heildonk uitgebracht en de sjah betuigde aan het slot zijn volledige instemming met het gesprokene.
De adjudant-generaal van de vorst bracht nog uit persoonlijke interesse een bezoek aan de kwekerij van E.H.Krelage en zoon.
Bezoeken aan Rotterdam en Den Haag
Op 21 juni begaf Nasreddin zich per trein naar Rotterdam en ’s middags naar Den Haag waar de rijtoer eindigde bij het paleis Noordeinde voor een galadiner. Na afloop sloegen de Perzen een schitterend vuurwerk gade op het terras van het Kurhaus. Per trein uit de hofstad keerde de sjah te kwart voor twaalf in het Amstelhotel terug.
Afscheid
‘Het vertrek van Nasreddin viel op zaterdag 22 juni 1889. Op het Tulpplein vóór het Amstelhotel waren tegen twaalf uur á middags duizenden toegestroomd om de Sjah ten afscheid een groet te brengen. Onderwijl was de Sjah met de ministers en een aantal andere autoriteiten nog verenigd aan een afscheidsdéjeuner, waarbij wederzijds vriendelijke woorden werden gesproken. Kort na twaalven verscheen de Sjah en nam met generaal Verspyck, burgemeester Van Tienhoven en zijn grootvizier plaats in een open rijtuig. De trommels roffelden, de erewacht presenteerde het geweer, de officieren salueerden, de commando’s weerklonken, de muziek speelde, de cavalerie zette zich in beweging, en met het volle escorte van het paardenvolk, vóór, naast en achter de rijtuigen, reed de stoet naar het Centraal Station. Sedert het bezoek van de Czaar van Rusland in 1874 had men te Amsterdam niet zulk een fraaie stoet gezien. Bij aankomst op het station speelde de stafmuziek der schutterij volksliederen en toen was het moment van afscheid nemen aangebroken. De Sjah en zijn grootvizier drukten op het perron gekomen, de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders de hand en namen vervolgens plaat in de salonrijtuigen. On twee minuten voor half een zette de trein zich in beweging, op weg naar Antwerpen, het volgende doel Van Nasreddin op zijn rondreis door ons oude werelddeel.’
Sjah Nasreddin tijdens een Europese tour bij een concert in Royal Albert Hall te Londen
Iraanse postzegel met portret van sjah Nasreddin
Nasreddin verleende het grootkruis der Orde van de Leeuw en de Zon aan enkele ministers en aan jonkheer Schorer, als commissaris van Noord-Holland. Voor het burgerweeshuis in de hoofdstad schonk hij ƒ 1.000,- aan de burgemeester.
Commissaris des Konings jhr.mr.J.W.M.Schorer
Burgemeester Dolleman kon vol trots aan de wethouders en leden van de Burgersociëteit mededelen dat hij de keizer twee maal de hand had geschut.
J.Ph. Dolleman in zijn uitdossing als Jan van Duivenvoorde
P.S. De uit Iran gevluchte schrijver Kader Abdolah deed onderzoek naar zijn voorouders met verrassende resultaten
De Iraans-Nederlandse schrijver Kader Abdolah met zijn boek ‘De Koning’ uit 2011.
In 2011 publiceerde Kader Abdolah behalve ‘De kraai’ als boekenweekgeschenk een historische roman, getiteld ‘De Koning’. Voor dat laatste boek deed hij onderzoek in het archief van de Koninklijke Bibliotheek en vond hij tot zijn verrassing veel sporen van zijn voorvaderen. ‘Ik wist dat mijn betgrootovervader politicus was in het paleis van de sjah. Maar ik ontdekte dat er tot vijfhonderd jaar terug altijd wel iemand uit onze familie in de huizen van de koningen verbleef, meestal als kroniekschrijver, die de daden van de sjah te boek stelt. Mijn betovergrootvader begon als jonge chroniqueur. Later werd hij grootvizier. Hij was ook een talentvol dichter. In Iran zijn vele straten naar hem vernoemd. Hij werd, net als het personage in mijn boek, vermoord. Daarna is de hele familie gevlucht’. (De Volkskrant, 12 maart 2011). Kader Abdolah’s voorvader was grootvizier onder sjah Nasreddin en bracht in juni 1889 een bezoek aan Nederland.
‘Een harem in Bismarcks rijk. Boek over Sjah Nasreddin’s Europese reizen, bewerkt door dr. Hans Leicht. (1972). Amsterdam, de Arbeiderspers, 1972.
Bronnen:
Haarlem’s Dagblad, 1889
Heemstede-collectie, Noord-Hollands Archief
Heemstede Centraal, 21 juni 1989
Nasreddin een eeuw geleden in Haarlem en Heemstede (de Hout), Heemstede Centraal, 21 juli 1989.
Th.Schweiger. Een vorstelijk bezoeker uit Perzië in het jaar 1898. In: Ons Amsterdam, mei 1959, p.142-147.
Affiche gala-voorstelling Circus Oscar Carré ter gelegenheid van de Schach van Perzië (Atlas koninklijk Oudheidkundig Genootschap)
Aanvankelijk is het de bedoeling geweest dat sjah Nasreddin ons land incognito zou bezoeken, maar mede vanwege de aangegane handelsrelaties onder het bewind van de sjah is het een officieel bezoek geworden (en is ook Haarlem in het programma opgenomen (Haarlem’s Dagblad, 15 mei 1889)
Op zijn reis door Europa bezocht sjah Nasreddin van 11-14 mei Rusland. Mihaly Zichy vervaardigde bovenstaande aqurel van de receptie in het Winterpaleis te Sint Petersburg.
Groepsfoto van sjah Nasreddin en hofdignitarissen, gefotografeerd tijdens het nezoek aan Engeland in 1889
Zinspeling op de druk, die bij voortduring door Engeland en Rusland op Perzië werd uitgeoefend (Tekening van J.Holswilder in de Lantaarn, nummer 13, 1889, Atlas Koninklijk Oudheidkundig Genootschap)
Paneel van Nasreddin op de Perzische zonnetroon met om hem heen vijf van zijn kinderen – meest links Muzaffereddin die hem zou opvolgen – en 4 hofdignitarissen onder wie de eerste minister en vice-premier.
Sjah Nasteddin gezeten voor de Pauwentroon, bestaande uit bladgoud en bezet met 26.733 edelstenen. Dit is een kopie, tegenwoordig opgesteld in het Golastanpaleis te Teheran. De oorspronkelijk troon werd in 1739 veroverd op de Mogul-vorsten in India. Achter de stoel 2 beelden van pauwen, vandaar de naamgeving Pauwentroon.
Toen bekend werd dat de opvolger van Nasreddin in augusts 1900 een bezoek aan Nederland zou brengen vond de caricaturist Van Geldorp daarin aanleiding de Amsterdamse politie van de modernste vervoermiddelen voorzien, ten tonele te voeren. Sjah Muzaaffer kwam wel naar Nederland, echter bezocht hij de koning in Den Haag en kwam hij niet in Amsterdam (Amsterdamsche Courant, 29 juni 1900)
De graftombe van sjah Nasreddin in Iran
Rob Delvigne gezegd:
De sjah bezocht ook Zaandam (het Tsaar Peterhuisje). Het bezoek maakte veel indruk op de 8-jarige Jacob Israël de Haan, die daar in het huisje aan de sloot woonde. Hij verwerkte het in zijn ‘nerveuze vertelling’ Over een blauwe en een rode diamant (1908). De hoofdpersoon wil een muts met grote diamant, ‘zoals een vorst van Perzië een waterwitte diamant droeg op een zwarte en fijngekroesde muts, toen ik hem voor vele jaren intocht zag houden met rijtuigen en ruiters, hóóg langs de Dam te Zaandam’.
Hans Krol gezegd:
Ja dat klopt Rob.De burgemeesters van Velsen Zaandam waren in IJmuiden aanwezig toen daar op 19 juni 1889 vanuit Amsterdam de ‘Ceres’ aanmeerde. Na een tochtje op de Noordzee is de boot naar Zaandam opgestoomd om het Czaar Peterhuisje te bezoeken, waarna de sjah en zijn gevolg terugkeerden naar Amsterdam.
E Hundman gezegd:
Salam Europa kwam in 2016 uit.
Hans Krol gezegd:
O.k., informatie heb ik heden verbeterd.
Bas gezegd:
Ik bezit een ring van de sjah van Perzie .. volgens vertellingen is deze ring ooit geschonken aan bruggenbouwers in Perzie of in Nederland ?? weet iemand meer.. Mijn vader heeft deze ring van iemand gekocht in de jaren 50 of 60 ( weet ik niet precies) is zware gouden ring met zwarte ovale steen mooi geslepen..Kan iemand mij vertellen of de sjah en aan wie hij deze ring (en) geschonken heeft. Mvg Bas