Tags
biografie de rode dominee, karikturen, monografie door Gerard van Krieken, Talma grafmonument, Wolbers
ARITIUS SYBRANDUS TALMA (1864-1916), DOMINEE EN STAATSMAN. VOORTREKKER VAN DE CHRISTELIJKE ARBEIDERSBEWEGING EEN EEUW GELEDEN OVERLEDEN.
A.S. (Syb) Talma is 17 februari 1864 in Angeren, Gelderland, geboren en 12 juli 1916 te Haarlem overleden. Hij was de zoon van A.W.L.Talma, Nederlands Hervormd predikant in Angeren, Gelderland en met Friese wortels, want zijn vader en grootvader kwamen uit Dokkum. Na de middelbare school in Zutphen en Dordrecht en een academische studie theologie in Utrecht werd hij op 24-jarige leeftijd als predikant beroepen in Heinenoord (1888-1891), vervolgens in Vlissingen (1891-1895) en Arnhem (1895-1901).

De Nederlands-Hervormde Kerk in Heinenoord, in de Hoeksche Waard. De eerste gemeente waar Talma in 1868 werd beroepen. Hier kwam hij in aanraking met de schrijnende situatie van tal van plattelandsgezinnen. Hoe arm het was blijkt uit de woorden van Talma, in 1916 gepubliceerd in de eerste biografie van C.Smeenk en P. van Vliet jr.: ‘ Ik was een paar maanden dominee toen ik een ervaring had, die mij diep schokte. Overal in mijn gemeente was ’t gewoonte, dat de menschen groote, ronde brooden bakten. Op een keer, op huisbezoek uit, kom ik bij een vrouw, die bezig was brood te bakken en zag dat zij haar baksel veel smaller toebereidde. Ik vroeg zoo, hoe zij daar zoo toe kwam. En ’t antwoord was: och dominee, ik geef den kinderen altijd ’s morgens en ’s avonds twee boterhammen. ’s Zomers heb ik ook het gewone, breede brood. Maar ’s winters is er geen geld voor en dan bereid ik het langzamerhand wat smaller – om den kinderen toch maar hunne sneden brood te geven. Voelt ge, wat dat is, dat een moeder aan haar kinderen niet genoeg kan geven, dat ze hen bovendien bedriegt? Dat heeft mij ontzettend aangegrepen. Mijn dag was bedorven.’
Daarna volgde zijn politieke loopbaan en sloot hij zich aan bij de Antirevolutionaire Partij. Onder invloed van de Engelse christensocialist F.D.Maurice kreeg hij interesse voor de arbeidersbeweging.

Talma voelde zich als vakbondsman en politicus sterk geïnspireerd door de publicaties van Frederick Maurice, een Engelse christen-socialist
Binnen het Protestantse arbeidersverbond ‘Patrimonium’ bepleitte hij een moderne christelijke vakbeweging en stond hij aan de basis van het Christelijk Nationaal Vakverbond in 1909. Dankzij zijn charisma verwierf hij veel populariteit onder de protestants-christelijke arbeiders met als bijnaam ‘de Leeuw van Patrimonium’.
Talma in 1904 als Tweede Kamerlid studerend in zijn werkkamer (beeldbank universiteitsbibliotheek VU)
Van 1901 tot 1908 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van 1908 tot 1913 vernieuwde hij als geen ander voor hem de sociale wetgeving in het kabinet-Heemskerk. Uitgeblust, tegenwoordig zouden we spreken van een burn-out, trok hij zich terug uit de politiek en de laatste twee jaar van zijn leven was hij (wederom) predikant, nu in Bennebroek (2) . Erg veel heeft hij vanwege zijn zwakke gezondheid niet veel kunnen betekenen voor de Bennebroekse Hervormden, in ieder geval veel minder dan van zijn voorganger J.A.Gerth van Wijk (1892-1913 ) bekend is. Het is niet verwonderlijk dat in een nieuwe biografie ‘De Rode Dominee’ weinig ‘petite histoire’ in relatie tot Bennebroek is te vinden. Zijn grote betekenis ligt in de landelijke politiek als voortrekker in de Nederlandse arbeidersbeweging en grondlegger van de sociale wetgeving. Zo succesvol als zijn ministersjaren 1908-1913 waren, de Tweede Kamerverkiezingen van 1913 betekenden een grote nederlaag voor de ARP. Veel arbeiders, ontevreden over het op de lange baan schuiven van menige sociale wet, stemden nu SDAP en mensen uit de bovenlaag vonden de Anti Revolutionaire Partij juist veel te sociaal voor het werkvolk geworden. Talma, wiens gezondheid toch al te wensen overliet, besloot de politiek te verlaten om terug te keren naar zijn oude beroep. Toch kwam, zeker ook na zijn vroegtijdig overlijden op slechts 52-jarige leeftijd de algemene waardering . Niet voor niets zijn minstens 50 straten e.d. in ons land naar deze A.R.staatsman vernoemd, in deze regio in Hillegom, Bennebroek, Heemstede, Haarlem en Haarlemmerliede (3). Zijn beeltenis staat op een postzegel uit 1936 en in Tietjerksteradeel bevindt zich bij het gemeentehuis een standbeeld; in Bennebroek een plaquette op het kerkhof en in Haarlem een portretreliëf in de Talmastraat.
Ondanks minder spanning geen herstel in Bennebroekse jaren
Het was een vreugde voor Talma – en niet minder grote eer voor het kleine Bennebroek met van de 1266 inwoners slechts 488 personen van de Nederlands-Hervormde geloofsrichting dat de staatsman in ruste een standplaats kreeg als predikant in Bennebroek en hij vestigde zich in de pastorie aan de Schoolstraat. Van contacten met de ambachtsvrouw is weinig bekend, daarentegen was hij op goede voet met H.F.Waller en verbleef hij graag op de Gliphoeve in Heemstede (alwaar de hem bekende politcus N.G.Pierson, die was getrouwd met C.R.Waller, in 1909 is overleden. De intree had plaats op 19 juli 1914. (3). Citaat uit een necrologie van ‘Het Centrum’ van 15 juli 1916: ‘Deze man heeft veel gewerkt en onvermoeid ging hij naar de Bennebroeksche parochie waar hij rust probeerde te vinden in den stillen arbeid die niet minder dan de onstuimige politieke strijd de liefde bezat van zijn hart. Doch aldra ging het gerucht, dat ook de stille rust van Bennebroek hem geen herstel van krachten schonk. Men hoopte, men wenschte onzerzijds vooral vurig dat Talma weer in volle kracht zou kunnen geven aan de ontzettende worsteling onzer dagen. God de Here beschikte anders. (…)’Zo stierf hij midden in de Eerste Wereldoorlog. Hij werd begeleid door vele belangstellenden ter aarde besteld op de begraafplaats naast het historische kerkje aan de Binnenweg. Zijn grote Socialistische tegenvoeter, de Friese socialist heeft Talma in zijn gedenkschriften Talma gememoreerd als ‘de staatsman van rechts, dien ik met de meeste sympathie gedenk, een tragische figuur die door zijn eigen vrienden in de steek werd gelaten, die onder hun tegenwerking veel moet hebben geleden.’
Mede om de herinnering aan hem levendig te houden is in opdracht en op kosten van het Christelijk Nationaal Vakverbond in 1918 een monumentaal grafmonument vervaardigd naar een ontwerp van de beeldhouwer Dirk Wolbers. De beeltenis van Talma prijkt op een plaquette in het midden. De modellen van twee geknielde arbeiders, een jongere en een oudere, aan linker- en rechterzijde (4) die de beeldhouwer maakte voor de in brons gegoten beelden staan in steen op de gemetselde hekposten van het huis Bronsteeweg 3 in Heemstede. Het graf is tegenwoordig een rijksmonument en is in 1949 grondig gerestaureerd door de beeldhouwster mevrouw H.Meulman-Helmhold. Bij de voltooiing daarvan is in de kerk een herdenkingsdienst gehouden, bij welke gelegenheid dr.M.Ruppert, de latere vice-president Van de Raad van State een toespraak hield en Talma’s levensmotto benadrukte: ‘Voor het Volk om Christus’ wil’. Lange tijd zijn daar op Talma’s sterfdag bloemen gelegd, maar dat is intussen verleden tijd. Wèl is het zo, dat de vakvereniging zijn graf onderhoudt.
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd Talma op vrijwillige basis veldprediker en heeft hij gepreekt onder de soldaten van Nieuwerbrug aan de Rijn en in Haarlemmerliede. Toen begonnen zich al spoedig allerlei ziekteverschijnselen bij hem te openbaren.
Bennebroeker C.Bregman geeft in zijn biografietje voornamelijk algemene informatie en schreef verder moeilijk te verifiëren woorden: ‘Velen heeft hij met raad en daad ter zijde gestaan en zijn hulp was zeker niet beperkt tot zijn geloofsgenoten. (…) Dominee Talma was een vriend en raadgever van vele Bennebroekers van welk geloof of richting ook. Zijn portret had in vele woningen hier, een ereplaats gekregen.’ Bregman rept echter met geen woord over zijn slechte gezondheid. Vaststaat wèl, zoals ook beschreven door journaliste Bep Andreas in de serie ‘Gesprekken met inwoners’ dat Talma in Bennebroek cursussen heeft opgezet voor de Christelijke Werkmansbond [welke zich evenals Patrimonium ook bezig hield met woningbouw voor arbeiders].
In totaal is Talma gedurende 21 maanden predikant geweest te Bennebroek. Op 1 april 1916 ging hij met emeritaat en nog geen 3,5 maand later op 12 juli overleed hij aan hartproblemen, slechts 52 jaar oud geworden. Talma stierf in het Diaconessenhuis te Haarlem en dus niet in de pastorie van Bennebroek zoals in sommige encyclopedieën vermeld. Vanuit Haarlem naar de pastorie in Bennebroek overgebracht is het stoffelijk overschot onder grote belangstelling via de Bennebroekerweg naar de begraafplaats naast de Hervormde kerk overgebracht. Met de verhuizing van de Hazepaterslaan naar de Händellaan in Heemstede zijn om privacy redenen de oude patiëntendossiers vernietigd. Talma had 4 dochters en 2 zonen, die uit huis niet meer in Bennebroek hebben gewoond, maar daar wel op bezoek kwamen (5).
Noten
(1)Verder o.a. in Amsterdam, Utrecht, Oss, Maassluis, Zaandijk, Nijkerkerveen, Enschede, Dordrecht, Barendrecht, Nijmegen, Uithuizen, Frankeker, Tietjerksteradeel (Burgum), Wolvega, Harlingen, Uithoorn, Soest, Bussum, Breda, Ridderkerk, Zaandam en Arnhem. Verder zijn woningbouwverenigingen, scholen en zorginstellingen naar Talma vernoemd met in Leeuwarden de overkoepelende Talma Stichting en bij de Vrije Universiteit het wetenschappelijke Talma Instituut. De Talma-hoeve in Garderen fungeerde vroeger als CNV-vakantiepark.
(2) Overwerkt verbleef hij al in 1909 enige tijd in een buitenlands kuuroord en in 1912 nogmaals enkele maanden in Zwitserland.
Foto van de kerk in Bennebroek uit het persoonlijk archief van Talma (beeldbank universiteitsbibliotheek VU)
(3) In chronologische volgorde kan ten aanzien van zijn beroeping het volgende worden bericht. Nadat in 1913 de politieke rol van het kabinet Heemskerk en daarmee ook van Talma was uitgespeeld werd was hij een jaar ambteloos burger, maar preekte incidenteel in het land en had plannen uitvoerig over de Bergrede te schrijven. De kerkeraad van de Hervormde kerk van Bennebroek besloot in de vergadering van 12 mei 1914 unaniem als opvolger in de vacature J.A.Gerth van Wijk (die naar Haren was vertrokken vanwege diens benoeming tot directeur van een jongenstuchtschool) dominee P.van Voorst Vader uit Nederhemert te vragen, doch die bedankte voor de eer. op 21 januari 1914 werd in de pers openbaar gemaakt: ‘Oud-minister Talma wordt waarschijnlijk predikant te Bennebroek’. Pas enkele maanden later, volgde het bericht van zijn aanstaande beroeping, maar Talma liet weten de functie enkele weken in beraad te willen houden. Op 12 juli nam hij de beroeping aan en op 19 juli is hij in de kerk van Bennebroek bevestigd door dominee Voorhoeve, predikant te Vlissingen. Aanwezig namens de gemeente Bennebroek was burgemeester jhr.mr.L.A.van Schuylenburg en namens de Regering oud-minister van Oorlog de heer Colijn afgevaardigd.
In de Grote of St.Bavokerk te Haarlem hield Talma in juli 1914 een drukbezochte preek
Verder is Talma op 28 augustus door de regering tijdens de mobilisatie vanwege de uitgebroken wereldoorlog met 2 andere dominees benoemd tot veldprediker. 17 oktober 1914 ging hij vanuit Bennebroek naar Londen om daar op 18 en 25 oktober te preken in de Hollandse kerk. Vanuit Bennebroek gaf Talma in 1914 op verzoek van een synodale commissie van de Nederlands Hervormde Kerk een serie hoorcolleges aan theologiestudenten van de Rijksuniversiteit Leiden, waarin hij zijn visie gaf op het arbeidersvraagstuk en op het belang van een christelijke arbeidersbeweging. Hij wees erop zijn eigen wereldvreemdheid die hij zelf had ervaren als pas afgestudeerde theologiestudent destijds. Een bundeling van die collegeteksten verscheen in een brochure ‘De Arbeidersbeweging’. Februari 1915 nam Talma het initiatief om enkele belangstellende vrouwen uit de gemeente Bennebroek bij officieel kerkeraadsbesluit aan te stellen tot armenverzorgster naast de vanouds bestaande broeders diakenen.
In het blad ‘De Ploeger’ van maart 1915 werd opgeroepen Talma’s initiatief te volgen.
Op 11 april 1915 hield Talma een preek bij het huwelijk van zijn zoon Frans Talma met Jo de Lanoy in de Nederlands Hervormde Kerk te Bennebroek. De tekst daarvan is opgenomen onder ‘Egodocumenten van Talma’ in de biografie van De Hoop en Bornebroek. Bij het negende Provinciaal Noord-Hollands Zendingsfeest van 7 juli 1915 op het buitengoed Huis te Bennebroek hield dominee Talma de slotrede.
Bericht over Zendingsfeest Bennebroek, uit Zondagsbode Aerdenhout-Zandvoort, 4 juli 1915
27 augustus 1915 was hij vanwege zijn verslechterende gezondheid genoodzaakt de functie van veldprediker in algemene dienst neer te leggen. Op 20 oktober kon hij in Bennebroek bij de kerkdiensten weer voorgaan In april 1916 was zijn gezondheid zodanig dat de huisarts hem een absolute rust voorschreef. Hij ging voor herstel naar Egmond aan Zee, maar de hartproblemen hielde aan en een opname in het Haarlemse Diaconessenhuis volgde, waar hij 12 juli 1916 om 19.00 uur is overleden. Op zaterdag 15 juli had de begrafenis plaats en zondag 16 juli hield dominee JA.Gerth van Wijk, een studiegenoot van Talma, de gedachtenisrede voor de drukbezochte Nederlands Hervormde Gemeente te Bennebroek, waarin hij benadrukte dat Talma in zijn studentenjaren van een ‘benijdenswaardige veelzijdigheid’ getuigde.
(4)Links van het graf de jonge arbeider die uitdrukking geeft aan het geloof en het vertrouwen waarmede de Christelijk sociale actie na Talma’s verscheiden wordt voortgezet en de oude arbeider met zijn gesloten ogen rechts symboliseert de herinnering die voortleeft bij de arbeidende stand aan de Christelijk-sociale strijder Talma.
De kleimodel-beelden Bronsteeweg 3 in Heemstede
(5) in het Talma-graf zijn ook tevens echtgenote, Margaretha van Schaardenburg, en dochter Aleida begraven.
Literatuur
Het Talma-archief is opgenomen in het Documentatiecentrum Nederlands Protestantisme van de Vrije Universiteitsbibliotheek. Amsterdam.
J.J.Kalma Red.) stelde een bibliografie samen: Ds. A.S.Talma (1864-1916): voor het volk om Christus’ wil; bibliografie van en over hem. Leeuwarden, eigen beheer, 2 delen in 1 band (alfabetisch, chronologisch)

Boek over de geschiedenis van het Christelijk Nationaal Vakverbond van Piet Hazenbosch, die een bekende uitspraak van Talma als motto nam: ‘Voor het volk om Christus’ wil’.
Aan A.S.Talma zijn talrijke beknopte levensbeschrijvingen gewijd, o.a. op Wikipedia, ‘Parlement & Politiek’, ‘Beeldfiguren van het Christendom’; ‘1864-ds.A.S.Talma – 1916, in: Woord en Beeld, editie van 22 juli 1916, blz. 349-352; J.T.Minderaa: ‘Talma, Aritius Sybrandus, in: Biografisch Woordenboek van Nederland van Nederland, deel 1, 572; I.A.Diepenhorst: ‘Aritius Sybrandus Talma, in C.Bremmer (redactie) ‘Personen en momenten uit de geschiedenis van de Anti-Revolutionaire Partij’, 1980; P.F.Dillingh: Talma, Aritius Sybrandus, in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 4, 414.
Al in 1916 verscheen de eerste monografie van C.Smeenk en P.van Vliet Jr. ‘Een held in volle wapenrusting: A.S.Talma en zijn arbeid’. Rotterdam, Libertas, 232 p.
In 1941 verdedigde Jan Meindert Vellinga zijn dissertatie aan de Vrije Universiteit, Juridische Faculteit: ‘Talma’s sociale arbeid’. Hoorn, Edeca, 208 p.
In 1946 volgde een proefschrift bij de Katholieke Universiteit, Hogeschool voor Politieke en Sociale Wetenschappen, Leuven van T.de Ruiter: ‘Minister A.S.Talma: een historisch-ethische studie over de corporatieve gedachte in de christelijk-sociale politiek van Nederland’, 243 p.
J.W.Oudendag schreef in 1978 de scriptie: ‘De strijd om een Kamerzetel in 1901: Talma contra Troelstra in Tietjerkseradeel. Leeuwarden, eigen beheer, 50 pagina’s. In 1980 publiceerde Maarten Verkaik: ‘Hervormde Kerk van Bennebroek 300 jaar, in welke uitgave een overzicht staat van de 25 predikanten in Bennebroek vanaf 1659 tot 1980.
In 2010 kwam een eigentijdse biografie uit van Lammert de Hoop en Arno Bornebroek, getiteld: De rode dominee: A.S.Talma. Amsterdam, Boom, 331 p.
In 2013 kwam wederom een monografie uit, thans van Gerard van Krieken: ‘Syb Talma (1864-1916): een biografie. Hilversum, Verloren, 271 p. (Passage-reeks, nummer 42).
Al in 2011 is een uitvoerig artikel ‘De onbekende laatste jaren van minister en dominee Syb Talma’ in het tijdschrift HeerlijkHeden, nummer 150 gepubliceerd. Verkort gepubliceerd in het tijdschrift ‘Ons Bloemendaal’, zomernummer 2016. Nu hij in 2016 een eeuw geleden is gestorven verschenen artikelen in o.a. het Friesch Dagblad van 13 juli (zie bijlage 2) en het Haarlems Dagblad van 8 juli, in laatstgenoemde krant met de onjuiste kop ‘Eerbetoon aan vader van de AOW’. Dat is namelijk toch echt dr. Willem Drees (die de eretitel kreeg van ‘vadertje Drees’), terwijl de AOW-wet werd voorbereid ingediend door ir.J.G.Suurhoff, die feitelijk evenveel credit verdient.(*). Talma mag wèl als voorloper worden beschouwd (1), desnoods als ‘grootvader’ worden aangeduid of om in bijbelse begrippen te spreken ‘aartsvader’, maar beter was het geweest als kop ‘eerbetoon aan vader (of grondlegger) van de sociale wetgeving’ te gebruiken. Voor een algemeen ’staatspensioen’ zoals door Lloyd George in Groot-Brittannië had ingevoerd, voelde hij niets, omdat dat tot gemakzucht en inertie zou leiden met andere woorden alsof de arbeiders niet voor zichzelf konden zorgen, zoals Talma betoogde in zijn ’De vrijheid van den arbeidenden mens’. De A.S.Talma Stichting organiseert een symposium gewijd aan de sociale hervormer en bij het graf in Bennebroek wordt op zijn sterfdag een kleine herdenking gehouden.
(*) overigens is het wèl zo dat dankzij de door Talma ingediende wet vanaf 9 december 1913 ongeveer 100.000 zeventigjarige arbeiders een gratis ‘ouderdomsrente’ ontvingen, welke uitkering men aan het loket van het lokale postkantoor moest afhalen, inhoudende: twee gulden voor een alleenstaande of drie gulden per echtpaar.
(De Heemsteder, 6 juli 2016)
Herdenkingsbijeenkomst op 16 juli 2016 rond het graf van Talma. Links CNV-voorzitter Maurice Limmen, verder biograaf Gerard van Krieken en Richard Kruijswijk, wethouder van Bloemendaal. In het midden Marc de Bruijn, bestuurslid HVHB die een studie maakte van Talma’s jaren in Bennebroek, en uitleg geeft (foto van journaliste Marilou den Outer, Bennebroek)
Op 12 juli 2016 werd door het Christelijk Nationaal Vakverbond stil gestaan bij de 100ste sterfdag van aartsvader A.S.Talma. Op bovenstaande foto voorzitter Maurice Limmen van het CNV.(zie ook: bijlage 3: van Patrimonium naar Christelijk Nationaal Vakverbond en de rol van Talma daarin). In het CNV-kantoor te Utrecht is een zaal vernoemd naar Talma.
Invloed van Talma op andere politici
Voor talrijke protestants-Christelijke, maar ook Rooms-Katholieke politici in de 20ste eeuw is Talma een voorbeeld geweest of heeft hij hen op de een of andere wijze beïnvloed. Om slechts de belangrijkste namen te noemen: Hendrik Algra (1896-1982), prof.mr.dr.I.A.Diepenhorst (1916-2004), dr.M. Ruppert (1911-1992), het katholieke Kamerlid en vakbondsman A.J.Loerakker (1873-1950), de katholieke minister professor dr.G.Veldkamp (1921-1990), de r.k. minister van Arbeid in de periode 1918-1922 P.J.M.Aalberse. Verder de sociaaldemocratische premier Willem Drees (1886-1988) die vanaf 1917 als stenograaf van het Parlement de Talma-wetten op de voet had gevolgd en met een nieuwe stelselingreep voortbouwend op het fundament van zijn christelijk-sociale voorganger met J.G. (Ko) Suurhoff (1905-1967) als minister van Sociale Zaken in 1957 de nieuwe Algemene Ouderdomswet (AOW) invoerde.

Portret van dr. G.Veldkamp. In een necrologie, gepubliceerd in De Volkskrant van 19-1-1990 schreef politiek journalist Harry van Seumeren onder de kop ‘Veldkamp maakte sociale uitkering tot recht’: “Zijn grote voorbeeld was Aritius Sybrandus Talma (1864-1916), de antirevolutionaire politicus en minister die begin deze eeuw de grondslag legde voor de sociale zekerheid met het maken van de eerste ouderdoms-, invaliditeits- en ziektewetten. In de voetsporen van deze “vader van de sociale verzekering” wilde Veldkamp een modern stelsel van sociale zekerheid ontwerpen en voltooien.”
Ook voorman P.J.M.Aalberse van de Rooms Katholieke Staatspartij en tijdgenoot had veel bewondering voor zijn voorganger en voerde o.a. in 1919 als minister de Raden van Arbeid in.
(1) Professor dr.C.Gerretsen wijdde op 2 juni 1956 een voortreffelijke analyse aan zijn betekenis in De Telegraaf van 2 juni 1956 nadat de Algemene Ouderdomsverzekering zonder stemming in de Eerste Kamer was aangenomen, onder de titel: ‘Een nationale Oplossing; Talma als voorloper’. Citaat: ‘Talma’s gedachte, dat is de corporatieve gedachte. Het is met dit idee, dat hij jarenlang heeft geworsteld, en die de foelie vormt van zijn gehele wetgevende arbeid op sociaal gebied. Het is op de klip van het verzet tegen het corporatisme dat veel van zijn arbeid – de Bakkers- en Bakkersradenwet is er het beste voorbeeld van – is vastgelopen. Het is de verdienste van een minderbroeder, dr.T.de Ruiter geweest, in een merkwaardige, kort na de bevrijding in 1946 verschenen studie over minister A.S.Talma: een historisch-ethische studie over de corporatieve gedachte in de christelijk-sociale politie van Nederland’ op deze kern van Talma’s sociale denken te hebben gewezen. Het is geen wonder, dat het juist een katholiek heeft moeten zijn en dat het eerst na de Bevrijding is geweest dat het centrale van deze gedachte bij Talma is ontdekt, wat zelfs door zijn naaste medewerkers, zoals zijn eerste levensbeschrijver, Smeenk als zodanig niet is erkend (…) ‘Talma heeft het sociale vraagstuk vrijwel uitsluitend benaderd van de praktische kant. Niet als theoloog, maar als zielzorger: de sociaal-ethische zijde van het vraagstuk van het vraagstuk was niet wijsgerig, doch religieus getint. Wat hem inspireerde, was de nood der arbeiders en de begeerte, die nood te lenigen. Men heeft vaak besproken van de invloed van Stöcker. Talma heeft hem zeker gekend. Maar zonder twijfel is de Engelse invloed aanzienlijk groter geweest. En dan is, meen ik m,, behalve Maurice, die hij zelf noemt, Kingsley, de schrijver van Westward, die door zijn vriend Ulfers in een uitstekende bloemlezing was geïntroduceerd, reeds in zijn studententijd zijn voorbeeld geweest. Terwijl, onder de gebeurtenissen, de Londense havenstaking van 1889, over de betekenis waarvan ik in mijn artikel over Ernest Bevin (13 juni 1953) iets heb verteld en die hij heeft bijgewoond, voor hem van beslissende betekenis is geweest. Het is niet zinloos, dat Talma’s eerste ‘Praktisch meeleven’ in de sociale strijd met de Vlissingse werfarbeiders heeft plaatsgevonden. Het volk in de havens was zo anders dan in de industriecentra! Het genoemde inzicht voerde hem linea recta in de overtuiging, dat ingrijpen van de staat in de arbeidsovereenkomst niet slechts geoorloofd, maar onvermijdelijk is; de sociale verzekering is hem nooit iets anders dan een stuk loonregeling geweest. En door die overtuiging stond hij in het oog van de heersende mening reeds aanstonds in de reuk van het staatssocialisme. (…)’.

De tweede standplaats van Talma als predikant was Vlissingen. Daar bevond zich ook de grote scheepswerf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde. Later als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel mocht Talma het vracht- en passagierschip Frisia in 1909 te water laten (foto gemeentearchief Vlissingen)
BIJLAGE 1: wetten ingediend en aangenomen in de periode van het ministerschap van Talma (1908-1913)
–de Wet Opsporing van delfstoffen (1908), waarbij de Mijnwet van 1903 werd ingetrokken. De nieuwe wet bepaalde dat het opsporen van delfstoffen in Nederland gedurende 15 jaar van staatswege zou geschieden en dat het opsporen van steenkool en zouten door particulieren werd verboden. Voor het opsporen van andere delfstoffen was een vergunning noodzakelijk.
–Visserijwet (1908) (Staatsblad 311). Deze regelt de vaststelling van grenzen tussen binnen- en kustvisserij, de registratie van vissersboten, de keuring van gekraakte haring en de oprichting van een College voor de Visserijen en van een Visserijinspectie.
–Schepenwet (1909) (Staatsblad 219), regels bevattende over het voorkomen van ongevallen op Schepen. Voorts is een Raad voor de Scheepvaart ingesteld.
–Plantenziektenwet (1911), op grond waarvan de Plantenziektenkundige Dienst in het leven is geroepen.
–Steenhouwerswet (1911), waardoor het voor werkgevers in de steenindustrie verboden werd minderjarigen in dienst te nemen zonder een medische verklaring.
–Arbeidswet (1911) ter vervanging van de gelijknamige wet van 5 mei 1889 (gewijzigd bij wetten van 20 juli 1895, 31 december 1896, 21 oktober 1902, 28 april 1908, 1 juli 1909 en 7 oktober 1911), inhoudende bepalingen tot het tegengaan van overmatige en gevaarlijke arbeid van jeugdige personen en van vrouwen. De arbeidsduur voor vrouwen en jeugdigen werd beperkt tot 10 uur per dag en maximaal 58 uur per week. Nachtarbeid voor vrouwen werd verboden, evenals arbeid werk door gehuwde vrouwen op zaterdag na 13.00 uur.
-Vogelwet (1912), die bescherming bood aan alle in Europa in het wild levende vogels, met uitzondering van vogels die schadelijk zijn voor land- tuin- en bosbouw.
–Octrooiwet (1912 (Staatsblad, 313), samen met minister E.Regout tot stand gebracht en ingevoerd. Hiermede werd uitvindingen wederom wettelijk beschermd. In 1869 was de Octrooiwet buiten werking gesteld.
Octrooiraad, Willem Witsenplein 6, Den Haag. Bij de plaquette ter ere van A.S.Talma, 22-9-1934 met geheel links oud-minister T.J.Verschuur
–Radenwet (1913) (Staatsblad 204), waardoor de plaatselijke Raden van Arbeid zijn opgericht, die belast werden met de uitvoering van de sociale verzekeringswetten.
–Ziektewet (1913( (Staatsblad 204). Deze voerde een verplichte verzekering in voor werknemers in loondienst tegen ziekte en ziektebehandeling. Zelfstandigen konden zich vrijwillig aansluiten. De premies werden zowel door werkgevers als werknemers opgebracht. De Ziektewet zou overigens pas na zijn aftreden worden ingevoerd
– Invaliditeits- en ouderdomswet (1913) (Staatsblad 205). Deze wet was een grote stap voorwaarts in de sociale zekerheid en voerde een verzekering in tegen financiële gevolgen van invaliditeit ongeacht de oorzaak, ouderdom (70 jaar en ouder) en overlijden van arbeiders. De wet gold overigens alleen voor zogeheten ‘loontrekkers’ en de uitvoering geschiedde door de Rijksverzekeringsbank. Er kwam een verplichte verzekering via de Raden van Arbeid voor arbeiders in loondienst. De premiebetaling geschiedde door de werkgever door het plakken van rentezegels op een zogenaamde rentekaart. Er was geen waardevaste of welvaartsvaste uitkering. De wet kon niet meer in het kabinet-Heemskerk worden afgehandeld. De (herziene) wet heeft Talma niet meer meegemaakt na het voor de ARP dramatische verkiezingsresultaat. De wet trad pas op 3 december 1919 in werking die tevens een regeling inhield voor weduwen en wezen. Voorts kreeg men recht op een ouderdomsrente vanaf 65 jaar.
BIJLAGE 2: BIJ HET HONDERDSTE JAAR NA DE DOOD VAN TALMA
‘Het was gisteren honderd jaar geleden dat Aritius Sybrandus (Syb) Talma is overleden. Talma, de eerste architect van de Nederlandse verzorgingsstaat, had nauwe banden met Fiesland. Zijn vader, net als hijzelf predikant , was geboren op een herenboerderij bij Engwierum. Syb, de man, de man die de chistelijke vakbeweging volwassen maakte (‘de Leeuw van Patrimonium’) werd door Friezen in de Tweede kamer gekozen tijdens een geruchtmakende verkiezingsstrijd tegen de socialist Pieter Jelles Troelstra in diens thuisdistrict Tietjerksteradeel. Talma was de grote man achter de oprichting van de niet-kerkelijk gebonden CNV. Het borstbeeld van Talma is te zien in Burgum, en er zijn (verzorgings)instelllingen naar hem vernoemd. Ondanks zware tegenwerking, ook in zijn eigen partij de ARP (met name leider Abraham Kuyper) wist hij als minister allerlei wetten aangenomen te krijgen. Vaak met steun van socialisten en links liberalen. Wetten waarvan hij de invoering vaak niet meer heeft meegemaakt nadat hij op 12 juli 1918 aan hartproblemen overleed. Hij was toen al niet meer minister, maar weer predikant. Talma was de ontwerper van ziekte- en arbeidsongeschiktheidswetten die pas decennia later werden ingevoerd. Maar wat vooral in het oog springt is dat Talma verantwoordelijk was voor de eerste collectieve oudedagsvoorziening. De heugelijke gebeurtenis van de eerste uitkering aan (ex-)arbeiders vanaf zeventig jaar mocht hij nog meemaken. De latere sociaaldemocratische premier Willem Drees, degene die steevast de eer krijgt voor de ouderdomswet, was griffier van de Tweede Kamer toen Talma zijn gloedvolle pleidooien in het parlement hield. De Christelijk-sociale beweging is veel aan Talma verschuldigd. Hij voelde zich met zijn patriciërsafkomst en als hervormd predikant niet te beroerd om het verweesde christelijke proletariaat staande op de stamtafel van kroegen moed in te spreken en hen te overtuigen een christelijke keuze te maken. Hij zorgde er mede voor dat zij niet in het socialistische kamp terecht kwamen. Talma heeft in zijn leven veel tegenwerking ondervonden. Niet alleen door zijn partijgenoten maar ook in zijn familie. Dat hij voor de overwegend gereformeerde ARP – de partij van “de kleyne luyden”- had gekozen werd hem door zijn vader niet in dank afgenomen. Maar zijn onverzettelijkheid zorgde ervoor dat hij met tomeloze energie zijn werk voor de kleine man voortzette. Voor Talma waren de sociale wetten geen doel op zich. Hij zag ze als middel om mensen de mogelijkheid te geven mens te zijn. Een man is niet alleen een productiefactor of arbeider maar ook een vader, een mens die zich moet kunnen inzetten voor gezin, zorgtaken, kerk, school, vakbond of andere onderdelen van de samenleving. Iedereen moet kunnen participeren in de maatschappij was zijn stellige overtuiging. En de staat moet dat mogelijk maken en mensen niet achterlaten in armoede en ellende. Hoe actueel kan het leven van iemand zijn die honderd jaar geleden is overleden in een totaal andere samenleving.
Aritius Sybrandus Talma blijft een heldere inspiratiebron bij de huidige discussie over hoe we de samenleving willen en kunnen inrichten.’ (Friesch Dagblad, 13 juli 2016).
Eén van de grondleggers van het christelijk werkliedenverbond ‘Patrimonium’ (Vaderlijk Erfdeel) was Julien Wolbers (1819-1857), die van 1819 tot 1857 9n Heemstede woonachtig was. Wolbers stond weliswaar aan de basis maar was in 1876 te oud en zwak van gezondheid om een actief bestuurslidmaatschap te aanvaarden. Op 12 maart 1880 vond de officiële stichting plaats in Utrecht, bij welke gelegenheid men Julien Wolbers tot ere-voorzitter benoemde. Eerste voorzitter werd de Amsterdamse metselaar Klaas Kater, die in 1899 is opgevolgd door dominee Talma. ‘Patrimonium’ heeft een niet onbelangrijke rol in ons land gespeeld in de christelijk-sociale beweging. Door vrijwel heel Nederland zijn eigen gebouwen en plaatselijke afdelingen opgericht, die zich bezighielden met de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden, een goede oudedagsvoorziening en tegen drankmisbruik en prostitutie. Zo ontstonden verenigingen voor jongelingen, zondagsscholen, volkskoffiehuizen, uitleenbibliotheken en vooral woningbouwstichtingen, die alleen al in Amsterdam tussen 1910 en 1926 ongeveer 1.500 huizen liet bouwen. Op het hoogtepunt in 1933 telde men 207 afdelingen met circa 15.000 leden. Het weekblad van Wolbers ‘De Werkmansvriend’ was aanvankelijk officieel orgaan van ‘Patrimonium’.
BIJLAGE 3: VAN PATRIMONIUM NAAR C.N.V. EN DE ROL VAN A.S.TALMA DAARIN
‘In orthodox-protestantse kring werd aan het einde van de 19de eeuw gediscussieerd en geruzied over de wijze waarop arbeiders zich moesten organiseren. Stonden ze naast of tegenover de werkgevers? Patrimoniumvoorzitter Klaas Kater zag de ondernemer als een plek waar baas en knechten, als ze de bijbelse harmonie met elkaar konden verkeren. Zijn grote tegenstander was
Foto van Syb Talma genomen in de periode dat hij predikant te Vlissingen was nota bene een man Gods: de predikant A.S.Talma. In 1900 werd het bestuur van het Nederlandsch Werklieden-verbond ‘Patrimonium’ vervangen. Bij deze bestuurswisseling trad de 67-jarige Amsterdamse metselaar Klaas Kater, ooit de eerste vrijgestelde van deze vereniging van orthodox-protestantse werklieden, af als voorzitter. De belangrijkste man in het nieuwe bestuur werd ds. A.S.Talma. De bestuurswisseling, waaraan nogal wat ruzies waren voorafgegaan bracht een beslissende wijziging in het beleid met zich mee. Kater was sinds de oprichting van ‘Patrimonium’ in 1876 bij de vereniging betrokken geweest. Aanvankelijk had zij vooral werklieden op de Amsterdamse Kadijken en de oostelijke eilanden georganiseerd, buurten waarin Abraham Kuyper zijn grootste aanhang had. In 1886 was hier de Funenkerk gebouwd, het eerste gereformeerde kerkgebouw van de hoofdstad. Ook stond er de bierbrouwerij van W.Hovy, de steenrijke medestander van Kuyper. Klaas Kater werkte er als onderhoudsmetselaar. De patriarchale verhoudingen in het bedrijf van Hovy waren voor Kater en ‘Patrimonium’ de bevestiging van hun maatschappelijke analyse en het bewijs van de uitvoerbaarheid van hun remedie. De sociale kwestie was in hun ogen een gevolg van het ongebreideld egoïsme van ondernemers en arbeiders. Als beide groepen op hun eigen plaats hun plicht zouden doen, zou aan alle ellende vanzelf een einde komen. Tegen staatsingrijpen op sociaal gebied, waren Kater c.s. ten zeerste gekant. ‘Patrimonium’ was dus geen radicale beweging. Tot 1895 was het verbond gestaag gegroeid, tot het uiteindelijk zo’n 13.000 leden telde: de grootste organisatie van werklieden in Nederland. De vereniging, zo lijkt het, organiseerde vooral de meer geschoolde ambachtslieden. Daarnaast kende ze buitengewone leden als dominees, fabrikanten en burgemeesters, die het bestuur adviseerden en lezingen hielden.
Van links naar rechts: de Amsterdamse bierbrouwer W.Hovy (1840-1915), medestander van Kuyper en werkgever van Klaas Kater (midden) (1833-1916) die in 1900 werd gewipt uit het bestuur van ‘Patrimonium’. Klaas Kater verloor de strijd van Talma c.s., niet alleen in ‘Patrimonium’ maar ook in de ARP. Rechts de gereformeerde theoloog Herman Bavinck (1854-1921) die katers bondgenoot was in de strijd tegen Talma en diens ideeën. Beiden meenden dat de bijbel aanspoorde tot gehoorzaamheid, ook in de moderne arbeidsverhoudingen.

Bestuur van het Protestants-Christelijk werkliedenverbond Patrimonium omstreeks 1900. V.l.n.r zittend: J.Huizinga, P.van Vliet jr., K.A.Grondijs, D.Lautenbach, K.Kater, T.Dijkstra,. Staand: F.Noordhof, J.van der Molen,Tzn., A.S.TALMA, H.Ouborg, A.van Vliet. [J.Douwes jr. ontbreekt] (foto uit boek: ‘De rode dominee’).

Abraham Kuyper (1837-1905), oprichter van de ARP, was predikant, theoloog, staatsman, journalist en o.a. oprichter van de Vrije Universiteit. Kuyper liet Talma op een aantal cruciale momenten vallen. Zoals bij de indiening van de Bakkerswet waarbij Talma nachtarbeid wilde verbieden voor zowel kleine bakkers als industriële broodfabrikanten. Volgens Kuyper zou dat teveel staatsbemoeienis betekenen de ondernemersvrijheid beperken. Hij onthield zich daarom van stemming. Talma verloor, een trauma dat hij zou hebben ervaren “als het verlies van een kind”. ‘.
Kuyper houdt het midden Toch leidde het bestaan van het verbond tot spanningen binnen de ARP, de politieke organisatie van de orthodox-protestanten. Klaas Kater raakte verbitterd dat de partij bij het opstellen van de verkiezingslijsten geen plaats gunde aan leden van ‘Patrimonium’- waarbij hij niet in de laatste plaats aan zichzelf dacht. Aan het einde van de jaren tachtig vindt hij een middel om de ARP onder druk te zetten. In deze periode dring de Friese afdeling van ‘Patrimonium’ aan het opstellen van een sociaal programma. De agrarische crisis was vooral in Friesland bitter en bovendien was de provincie al gedurende de gehele 19de eeuw de organisatorische gangmaker van protestants Nederland geweest.In 1891 organiseerde Kuyper in Amsterdam een Christelijk-Sociaal Congres waaraan vertegenwoordigers van de gehele protestantse orthodoxie deelnamen: voor het eerst sinds de Doleantie ontmoetten gereformeerden en hervormden elkaar hier weer officieel. (…) Kater achterhaald Het eerste concrete gevolg van het congres was de oprichting van ‘Boaz’, een vereniging van christelijke werkgevers, die liever geen lid wilden worden van ‘Patrimonium’. Kater was hierover zeer teleurgesteld omdat de oprichting in tegenspraak was met zijn ideaal van harmonie tussen werkgevers en werknemers binnen één organisatie. Zijn idealen zouden nog verder worden aangepast. Talma kreeg binnen Patrimonium’ een steeds grotere invloed. Uit contacten met scheepswerfarbeiders in zijn standplaats Vlissingen had hij de conclusie getrokken, dat Katers voorstelling van een klein bedrijf, waarin baas en knechten persoonlijk met elkaar omgaan, tot het verleden behoorde. Hij legde daarom grote nadruk op de noodzaak dat de arbeiders zich apart organiseerde. Naast ‘Patrimonium’ dat vooral de beginselen moest hooghouden, zouden er naar zijn mening protestantse vakbonden moeten komen die met een zekere strijdbaarheid – en met de steun van eigen weerstandskassen – de belangen van de arbeiders zouden verdedigen in een conflict met Kater en de vooraanstaande theoloog Herman Bavinck, die beiden meenden dat de bijbelse oorsprong tot gehoorzaamheid ook betrekking had op de moderne arbeidsverhoudingen, ontwikkelde Talma een aantal ideeën die zijn sociaal streven rechtvaardigden. De arbeider, zo meende hij, is niet alléén arbeider, als was hij een soort slaaf. Hij is ook huisvader, burger, lidmaat van de kerk. En daarom mocht hij, ja moest hij zelfs streven naar arbeidsvoorwaarden die hem in staat zouden stellen deze plichten naar behoren te vervullen. Uit de discussies wordt duidelijk dat ook na het Christelijk-Sociaal Congres veel vooraanstaande orthodoxe protestanten de arbeider nog niet echt als een vrij mens beschouwden. Talma’s ideeën zouden echter in de praktijk de overhand krijgen. In navolging van de Duitse christelijke vakbeweging en van het NVV (1906) zou in 1909 het CNV worden opgericht’ [uit: Protestants-christelijke ideeën].
BIJLAGE 4: deelgenealogie TALMA
Grootvader: Aritius Sybrandus Talma, geboren in 1797 te Engwierum (Oostdongeradeel), overleden 1882 in Dokkum, is in 1829 gehuwd met Elisabeth Geertruit Charlotte von Eichstorff (1814-1895).
Portretfoto van predikant A.W.L.Talma, vader van Syb Talma (beeldbank V.U.)
Vader: Alydus Warmondus Lambertus Talma, geboren in 1835 te Dokkum, overleden in 1902 te ‘s-Gravenhage, is in 1859 gehuwd met Duijfje Hekelaar, overleden in 1915.
Familiefoto A.S.Talma, echtgenote en 4 kinderen (beeldbank universiteitsbibliotheek V.U.)
Uit dit huwelijk zijn 6 kinderen geboren, als tweede ARITIUS SYBRANDUS TALMA, geboren 17 februari 1864 te Angeren en overleden 12 juli 1916 in Haarlem, in 1859 getrouwd met Margaretha van Schaardenburg (geboren 1866 in Zwijndrecht, overleden 1922 in Utrecht. Uit dit huwelijk zijn 6 kinderen geboren: 1) Aleida Talma (1889-1952), 2) Johanna Talma (1890-1991), 3) Elisabeth Maria Talma (1892-1985), 4) Wilhelmina Talma (1894-1982), 5) Jan Talma (1898-1981), 6) Dirk Talma (1904-1975).
portretfoto uit 1913 van A.S.Talma en zijn echtgenote Margaretha van Schaardenburg (beeldbank universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit)
Bijlage 5: enkele herinneringen van Hillegommer A.M.Hulkenberg uit 1991
‘Op het kerkhof van de Hervormde Kerk zocht ik het graf van de altijd zo vriendelijke heer Imre Nagy, die in 1956 met vrouw, dochter, schoonzoon en twee kleinkinderen zijn geliefde Hongarije had moeten ontvluchten. Kort voor zijn dood in oktober 1960 had hij de wens geuit hier begraven te mogen worden. Die goede Imre, Aan de andere zijde der kerk is het graf van Ds. A.S.Talma, 1854-1916. Als we vroeger met Moeder hier wandelden vertelde ze al van de man die hier begraven lag en die zoveel voor de mensen had gedaan. Talma is namelijk minister van landbouw, handel en nijverheid geweest en heeft als zodanig tal van sociale wetten tot stand gebracht. “De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn” staat op de steen te lezen. De laatste jaren van zijn leven werd hij weer predikant, hier te Bennebroek. Aan weerszijden van het grafmonument knielen in brons twee figuren. Links een jonge arbeider mer de handen tot bidden gevouwen. De oudere man rechts ziet peinzend naar de grond. Als ik dit zo bekijk valt me ineens op hoezeer het aanzien der “werkende stand” de laatste tientallen jaren, vooral door krant en televisie, heeft geleden. Daar wordt men steeds weer geconfronteerd met stakende en protesterende arbeiders, die de handen tot vuisten gebald, allerlei kreten schreeuwen. De aanblik van dit monument, vervaardigd door D.Wolbers in 1949 de door H.Meulman te Helmond gerestaureerd, heeft mij goed gedaan. Als ik wegstap speelt het carillon, vervaardigd door de Firma A.H.van Bergen te Heiligerlee en in 1960 ingewijd, een ardig wijsje.’
ILLUSTRATIES: FOTO’S, KNIPSELS, KARIKATUURTEKENINGEN E.D.
A. PORTRETTEN
Dominee Talma in de pastorietuin te Vlissingen, 6 mei 1892 (beeldbank universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit)
Documentairefilm van een half uur in 2009 gemaakt onder regie van Henk Kleinbruinink, uitgezonden op Nederland 2 en Omroep Friesland. Vakbondsbestuurder Doekle Terpstra noemt Talma daarin ‘de Obama van Friesland vanwege zijn elan’. De titel is ontleend aan een psalm waar Talm een voorkeur voor had.
De laatste van Talma gemaakte foto (fotograaf J. de Haas Hillegom) (beeldbank Vrije Universiteit Amsterdam)
B. TALMA, de politcus en staatsman
Talma als Tweede Kamerlid studerend in zijn werkkamer in 1904 (beeldbank Vrije Universiteit)

Portret van A.TS.Talma en zijn gezin. Van links naar rechts: Aleida, Dirk, A.S.Talma, Wilhelmina, echtgenote Margoth Talma-van Schaardenburg, Jan, Johanna en Elisabeth. (foto uit boek ‘De rode dominee’).
Talma als Tweede Kamerlid tussen enkele mijnwerkers in Zuid-Limburg (beeldbank V.U.)
Zitting van de commissie der Spoorweg-enquête met derde van links Kamerlid A.S.Talma, 1904

Minister Talma bij de opening der Tilburgse tentoonstelling bij gelegenheid van het honderdjarig bestaan. (Katholieke Illustratie, 1909)

Minster Talma op de Middenstandstentoonstelling in het Paleis van Volksvlijt te Amsterdam. 1= Fred Stähle, 2= G.Muller, 3= minster Talma, 4=Meuwsen, 5=Katz.

Aankomst in 1910 van minister A.S.Talma, tweede van links, in salonboot te Wartena, Friesland. Op de rug de minister van Justitie E.R.H.Regout
Bezoek van ministers Regout en Talma aan Friesland (De Prins, 1910)
Koningin Wilhelmina bezoekt de landbouwtentoonstelling van de Gelderse Maatschappij voor Landbouw , met links minister A.S.Talma
Minister Talma in ceremonieel tenue op het Binnenweg bij de opening van de Staten Generaal in 1911. Links van hem minister E.R.M.Regout van Justitie

Het ministerie Heemskerk, 12 februari 1908 – 29 augustus 1913. Vooraan van links naar rechts: H.Colijn (Oorlog), mr.M.J.C.Kolkman (Financiën), vice-admoraal J. Wentholt (Marine). Daarachter v.l.n.r.: A.S.Talma (Landbouw, Nijverheid en Handel, mr.E.R.H.Regout (Justitie), jhr.mr.R.de Marees van Swinderen (Buitenlandse Zaken), mr.Th.Heemskerk (Minister-President en Binnenlands Zaken), mr.L.H.W.Regout (Waterstaat) en J.H.de Waal Malefijt (Koloniën)

Foto van de eerste ministerraad van het nieuwe kabinet op woensdag 12 februari 1908. Van links naar rechts de namen van de 8 ministers: A.S.Talma, minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, luitenant-generaal F.A.H.Sabron, minister van Oorlog, mr.M.J.C.M.Kolkman, minister van Financiën, vice-admiraal J.Wentholt, minister van Marine, mr.A.P.Nelissen, Minister van Justitie; jhr.mr.R.de Marees van Swinderen, minister van Buitenlandse Zaken, mr.Th.Heemskerk, minister van Binnenlandse Zaken, mr.J.G.S.Bevers, minister van Waterstaat. In de rechterbovenhoek A.W.F.Idenburg, minister van Koloniën, die op dat moment in het buitenland vertoefde.

De grote betoging der Katholieke Werklieden-organisaties voor de sociale wetgeving en minister Talma ter ere. Kijkje op het podium van het St.Jozefshuis te Utrecht In het midden mgr.G.W.Konings, voorts de Kamerleden mgr. Nolens, Koolen, Passtoors, Van Wijnbergen, de Wijckersloot, Bogaardt, van Vueren en Aalberse, en de leiders der R.K.Volksbonden en Werklieden-organisatie in Nederland De Katholieke Illustratie, 1911)

Minister Talma bezoekt de bloemententoonstelling in Boskoop. Uit: Leidsche Courant, 1911.
Minister van Handel, Nijverheid en Landbouw ds. A.S.Talma (midden met wit papier in de hand) opende in 1911 de tentoonstelling Moderne Kantoor Inrichting en Administratie in Amsterdam. Hier voor de stand van de firma De Haas Brandkasten uit Rotterdam
Onthulling van borstbeeldM.J.H.P.Thomassen, leraar an de Rijksveeartsenijschool 1881-1906 Utrecht in aanwezigheid van minister A.S.Talma, 29 september 1909
Bezoek aan de bloemententoonstelling FLORA in de Haarlemmerhout, 23-3-1910 in Haarlem. V.l.n.r.: de heer Korthals Altes, lid van Provinciale Staten in Noord-Holland, minister A.S.Talma en mr.J.G.Patijn, commissaris van de koningin in de provincie Zuid-Holland (NHA)

Nog een foto van de grote betoging der Katholieke Werklieden-organisaties voor de sociale wetgeving en minister Talma ter ere (Katholieke Illustratie, 1911)

Z.Exc. minister Talma opende een tentoonstelling ‘1913’ in Tilburg ter gelegenheid van het Onafhankelijkheidsjubileum georganiseerd in Tilburg en ‘s-Herogenbosch. Talma hield daarbij ‘een voortreffelijke, betekenisvolle rede’, aldus de Katholieke Illustratie (1913)

De feestelijke opening van de expositie ‘De Vrouw 1813-1913’te Amsterdam. Op de voorgrond van links naar rechts: mevrouw van Loon, mw. Roëll (echtgenote van de burgemeester), minister Talma. Iets hoger rechts: mr.dr.W.P.van Leeuwen, commissaris der Koningin in Noord-Holland; op de bovenste trede (achter bestuurslid mw.vn Loon en mw.Roëll: dr. Mia Boissevain, presidente van het bestuur, mw. van Leeuwen en burgemeester Roëll (De Prins, 10 mei 1913)
De plechtige begrafenis van de minister van Justitie mr.E.R.H.Regout te ‘s-Gravenhage. Boven de ministers van links naar rechts 1 Minister Colijn, II mr. Kolkman, III jhr.mr.de Marees van ASwinderen, IV mr.Th.Heemskerk, V A.S.TALMA, VI baron Sweerts de landas Wyborgh, commissaris der Koningin in Zuid-Holland. Onder de drie vertegenwoordigers van de Koninklijke Familie, jhr. Van Tets, jhr.mr.van de Poll en luitenant ter zee Beyl de Vroe. (De Prins, 1913)
Talma in gesprek met enkele heren bij de begrafenis van Regout in den Haag (beeldbank V.U. Amsterdam)
De woning van Talma en zijn gezin in de Haagse periode na 1901, Stadhouderslaan 19 (beeldbank universiteitsbibliotheek V.U.)
C. WAARDERING EN ENIGE HERINNERINGEN

Een hulde aan oud-minister Talma. Het lijkt wel dat hij in rooms-katholieke kring voor zijn onvermoeibare arbeid na zijn aftreden meer werd gewaardeerd dan door de protestants-christelijken. Op bovenstaande foto uit de Katholieke Illustratie van 1913 brent een deputatie uit Tilburg de oud-minister een hulde-adres. Van links naar rechts; de heren F.Brocken, secretaris, Th.de Vreeze, voorzitter en Piet Smit, voorzitter der Propagandaclub

Namens tal van katholieke verenigingen is aan oud-minister Talma te ‘s-Gravenhage, na een enthousist rede van het kamerlid mr.Jan van Best in een huldigingsvergadering te Tilburg gehouden, door een deputatie een schoon gekalligrafeerd oorkonde aangeboden, uitgevoerd door Joh. van der Linden (Katholieke Illustratie, 1913)

In 1936 door de PTT geëmitteerde zomerpostzgel met de beeltenis van Talma, ontworpen door de kunstenares E.Reitsma-Valença
Onthulling Talma-monument in Bergum, 193, door een dochter, mevrouw Wilhelmina de Groot-Talma (beeldbank universiteitsbibliotheek VU)

Beeld van A.S.Talma in Bergum (Tietjerksterdeel), in 1963 onthuld. Hij was kamerlid van dit district in de periode van 1910-1908 en had het bij de verkiezingen van 16 juni 1911 gewonnen van de Friese socialist Pieter Jelles Troelstra, die tijdelijk uit de Tweede Kamer verdween. Premier werd toen Abraham Kuyper. In 1913 besteedde Troelstra veel tijd aan de sociale wetgeving van minister Talma. Ondanks kritiek stemde de SDAP in met de wijzigingen van de oorspronkelijke arbeidswet 1885, die o.a. inhield een beperking van de werktijd voor vrouwen en kinderen.

‘Dubbelgangers’ Kleimodellen bij ingang Bronsteeweg 3 Heemstede. Uit: Jan Bouman. Het merckwaerdigste meyn bekent. Nieuwkoop, Heuff, 1974, pagina 22.
Talma Hof in Emmeleroord
Op 1 december 2015 is de beeldengroep ‘Betogende arbeiders’ ofwel ‘de strijd van Talma’ in Veenendaal na verplaatsing en herstel heronthuld door Michaëla en Sandra van Beek. Links zijn de levensjaren van A.S.Talma weergegeven en rechts de Bijbelspreuk: ‘Gij zult u naasten liefhebben als uzelf’
Geel lint on de Talma in Veenendaal
Juichende mensen voor de sculptuur, in 1964 in brons vervaardigd door beeldhouwer Marius van Beek, Patrimonium woonservice Veenendaal
D. TALMA EN BENNEBROEK (HEEMSTEDE/HAARLEM

De vroegere pastorie in Bennebroek in de Schoolstaat, hoek Meerweg. ’s Winters was her er vanwege hoge plafonds koud. Een bekende uitspraak is: ‘Talma heeft in het Parlement n den Haag gestreden en in de pastorie van Bennebroek geleden.’
Foto van ‘bij de pastorie in Bennebroek’ uit circa 1915 (beeldbank universiteitsbibliotheek V.U.)
Kinderen op de brug bij pastorie in de Schoollaan te Bennebroek.
Oude foto van de kansel in de kerk te Bennebroek

Predikantenbord in kerk Bennebroek met de naam van A.S.Talma, 1914-1916 (foto Jan Teengs)
Talma weer op de kansel. Spotprent van Albert Hahn, 1914 (IISG)

Het Diaconessenhuis aan de Hazepaterslaan in Haarlem op een ansichtkaart uit 1910. Hier werd Talma in 1913 verpleegd en stond hij onder de hoede van de voortreffelijke internisten dr.Kersbergen en dr. Nolen, die hem bevolen zelfs geen kranten te lezen, maar de medische wetenschap was nog niet zo ver dat men Talma’s problemen met hart en longen (benauwdheid) kon oplossen
(Bericht uit Nieuwsblad van het Noorden, 26-10-1918)
Aan het graf van Talma in Bennebroek (De Spiegel, 1916)
Eerste steenlegging door de weduwe Talma bij grafmonument voor haar man in Bennebroek (beeldbank Vrije Universiteit)
drukte bij de onthulling van het Talma-monument in Bennebroek

Kranslegging door CNV-bestuurders in 1930 op het graf van A.S.Talma in Bennebroek (foto uit boek: ‘De rode dominee’).
Het grafmonument voor Talma in Bennebroek. Hier zijn later ook zijn echtgenote Margaretha Talma-van Schaardenburg sinds 1922 en dochter Aleida sinds 1952 liggen begraven. Als inscriptie boven het medaillon met portret van Talma staat: ‘De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn’ , een citaat uit het Bijbelboek Spreuken 10:7.

De twee beelden als kleimodel in steen, door een toenmalige bewoner van de Bronsteeweg in Heemstede bij de entree van zijn huis geplaatst
(De Gooi- en Eemlander, 1 maart 1930)
Bij een jaarlijkse bloemlegging op Talma’s sterfdag in Bennebroek door het C.N.V. (beeldbank universiteitsbibliotheek V.U.)

In zijn Haagse tijd is Talma enkele malen opgenomen in het Diakonessenhuis van ‘s-Gravenhage. Na zijn ministerscap was hij een jaar ambteloos maar hield wel incidenteel preken. In 1914 verhuisde hij na zijn beroeping als predikant naar Bennebroek. Bovenstaande foto geeft een beeld van het Diaconessenhuis in de Hazepaterslaan te Haarlem op een prentbriefkaart uit 1910. Hier werd Talma in 1913 verpleegd en stond hij onder de hoede van de voortreffelijke internisten dr.Kersbergen en dr. Nolen, die hem absolute rust voorschreven, en hij zelfs geen kranten mocht lezen. De medische wetenschap was echter nog niet zover dat men zijn problemen met hart en longen (benauwdheid) kon oplossen.
Portrettekeningetje van A.S.Talma, door de oud-gemeentesecretaris van Bennebroek C.Bregman
Een vergissing in Bennebroek… Bericht uit de Leidse Courant van 28 oktober 1916
De gedenknaald nabij het Huis te Bennebroek tegenover het kerkhof met graf Talma, oorzaak van een misverstand

Een reliëf als een hommage aan ds.A.S. Talma, aangebracht aan een gevel in de Talmastraat te Haarlem, Gelegen in de in opdracht van de christelijke woningbouwvereniging ‘Patrimonium’ in 1921 gebouwde arbeiderswoningen, ontworpen door de Amsterdamse architecten T.J.Kuipers en A.U.Ingwersen. In Haerlem Jaarboek 1994 (uitg. in 1995) publiceerde Henri Spijkerman een artikel ‘De bouwfgeschiedenis van de Patrimoniumbuurt’, p. 154- 189
Patrimonium Haarlem. Uit: HRLM Stadsglossy,nummer72,2021,p gina26a
Vervolg Patrimonium Haarlem, HRLM stadslossy, 72, 2021, pagina 26.
Portret van mevrouw Margaretha-van Schaardenburg met wie Syb Talma op 2 september 1859 trouwde in Breukelen-Nijenrode. Zij is 25 augustus 1902 op 67-jarige leeftijd overleden en begraven bij haar echtgenoot in Bennebroek (beeldbank V.U.)
Overlijdensbericht mw.M.Talma-van Schaardenburg, De Maasbode van 11 maart 1922
Overlijdensadvertentie Aleida Talma, uit Algemeen Handelsblad van 19 augustus 1952. Zij is bij haar beide ouders in het graf op het kerkhof van Bennebroek begraven
E. KARIKATUURTEKENINGEN /POLITIEKE SPOTPRENTEN
Talma was een geliefd subject voor socialistische cartoontekenaars, zoals Albert Hahn (in De Notenkraker), Johan Braakensiek en L.J.Jordaan. Een groot aantal karikatuurtekeningen is te vinden op een site van de Koninklijke Bibliotheek: het geheugen van Nederland.
Uit: Zondagblad ’t Volk van 24 november 1904

Politieke spotprent van L.J.Jordaan, uit het Maandblad voor de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, 1911
‘Le Beau Talma’ door Louis Raemaekers, 1910 (Rijksmuseum Amsterdam)

Cartoon van Winter uit 1913 met de ministes Talma, Heemskerk, Kuyper, de Savornin Lohman (Atlas van Stolk)
‘De houten sabel’ Minister Talma: ‘Geef me de ruimte. Nou ga ik sociaal hervormen!’ Prent van Albert Hahn, 15 mei 1910 (IISG)
St van Jan Linse, verschenen in de Nederlandse Spectator, 1905, nr.7 (IISG)
‘Talma en zijn ezeltje’, spotprent van Albert Hahn, 1911 (IISG)
(Talma’s Ziekte-verzekering, 1910)
Spotprent op de voorstellen voor sociale wetgeving van minister Talma
‘Het misbaksel’. Links Talma n.a.v. Bakkerswet. Spotprent van Albert Hahn (IISG)
Onderschrift: Minister Talma: “WIJ HERVORMERS STAAN ALTIJD AAN VERGUIZING BLOOT” (cartoon van Jordaan uit 1910)

Het ontwerp van Talma voor een bakkerswet met verbod op nachtwerk vond geen genade in de Tweede Kamer en werd daarom verworpen. Tekening van Albert Hahn (in de Notenkraker van 25 mei 1912), die Talma als Caesar voorstelt met op de achtergrond Abraham Kuyper en met een mes in de hand en verder de Kamerleden H.Goeman Borgesius, H.L.Drucker, M.Tydeman, J.A.Loeff, H.A.van de Velde en A.F.de Savornin Lohman. (Prent in IISG, Amsterdam)
Albert Hahn, 1911, spotprent gedrukt op een prentbriefkaart gedrukt, 1911 (IISG)
Groepsportret van christelijke ministers ‘Voor God en Vaderland’, van links naar rechts Regout, Marees van Swinderen, TALMA, Heemskerk, Kolkman, Colijn en de Waal Malefijt. Prent van Frans Lazeroms, gepubliceerd in ‘Het katholieke Volk’, 1913
F. Begrafenis, in memoria, miscellanea
Bericht uit Fr Nieuwe Apeldoornsche Courant van 21 februari 1914.
Bericht over toestand A.S.Talma uit Algemeen Handelsblad van 8 juli 1916
Bericht betreffende overlijden van Talma aan hartproblemen, uit De Volkskrant van 17 augustus 1916
Bericht over begrafenis Talma uit: Nieuwsblad van het Noorden, 15-7-1916
Bericht over begrafenis van A.S.Talma, uit: Leidsch Dagblad van 15 juli 1916 (1)
Vervolg bericht Begrafenis A.S.Talma, uit Leidsch Dagblad, 15-7-1916
De Katholieke illustratie vroeg zich na het overlijden van de beide Regouts, Bos en nu Talma Gods hand de beduidende Nederlandse staatslieden op relatief jonge leeftijd voor de eeuwigheid riep
.
Vooromslag van publicatie(vijfde druk) A.S.Talma: De vrijheid van den arbeidenden stand’ . Een overzicht van publicaties A.S.Talma is opgenomen in het boek ‘De rode dominee’, p. 321-322. Aanwezig met knipsels en arbeidswet, in Archiefdoos 174 van Heemstede-collectie, Noord-Hollands Archief, locatie Kleine Houtweg.
|
Necrologie A.S.Talma, uit: In Woord en Beeld van 22 juli 1916 (1)
Vervolg necrologie (2)
Vervolg necrologie (3)
Slot necrologie (4)
Logo van de A.S.Talma Stichting in Feanwâlden
Doelstelling is het financieel ondersteunen van de Talma Stichting Zorginstellingen en de daarbij aangesloten stichtingen en instellingen en de in bedoelde instellingen wonende en verzorgde personen alsmede het in de bedoelde instellingen werkzame personeel, een en ander voor zover het reguliere budget hierin niet voorziet. Verder het initiëren en ondersteunen van projecten die gericht zijn op innovatie van de zorg.
Logo van Talma Institute, verbonden aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam
Het Talma Instituut bundelt de kennis van diverse VU-faculteiten op het terrein van werk, zorg en welzijn. Per zorggebied wordt bekeken welke onderzoekers het best een team kunnen vormen, of het nu gaat om economen, juristen, bestuurskundigen, organisatiedeskundigen of andere onderzoekers.
Oude ansichtkaart van vm. vakantieoord CNV, Talma-Hoeve, in Oud-Millingen, gemeente Barneveld
Lepeltjes van de Talma-Hoeve
Talma-hoeve Oud-Millingen (Catawiki)
Verpleegtehuis Talmahuis, Veenwouden (Catawiki)
Vooraanzicht van Talma verpleeghuis in Veenwouden
Bij het Talmahuis in Veenwouden staat een monument ter nagedachtenis van 5 tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen personen uit die plaats, in herinnering aan J.J.de Groot, D.Julius, Joh. Prins, J.Viersen en Tj. Talma (ov. 15 april 1045). Mw. Sylvia Binch-Talma bericht me dat laatstgenoemde betreft Tjalling Talma, geboren te Wouterswoude, op 24 juli 1907 en overleden te Noordbergum, ook in Friesland. Diens familie kwam oorspronkelijk uit de gemeenten Kollumerland en Dokkum.
T almahuis Groningen
foto van het Talmahuis in Groningen
Chr.Technische Talmaschool, Veenendaal (Catawiki)
Talmahuis Arnhem (Catawiki)
oude prentbriefkaart van Talma verzorgingshuis Apeldoorn
Zorgcentrum Talma Haven in Urk
ansichtkaart van Talmahuis in Balk, Gaasterland (Friesland)
Talma Hof in Emmeleroord
Vooromslag van gedenkboek ‘Talma Rustoorden 1928 1988; door L.Hazenberg-Smilde, uitgave van Talma Stichting, 1988. Een geschiedenis van 60 jaar bejaardenzorg in de geest van de naamgever
Vooromslag van boek ‘Zorg tot het einde; 75 jaar verzorgings- en verpleeghuizen in de Stichting Talma-zorginstellingen; door Helma Erkelens en Louwke Meinardi, 2005
In enige tientallen gemeenten in ons land zijn staten, lanen, pleinen, singels naar dominee Talma vernoemd, zoals op bovenstaande foto in Veghel.

Talmastraat, uit: Het Heemstede Boek, 2016 (Chris Hoefsmit, Fred Icke, Jurriaan Hoefsmit)
Historicus en biograaf Lammert de Hoop hield een lezing over ‘de rode dominee’ in streekarchief-openbare bibliotheek van Dokkum

Honderdste sterfdag Talma in Bennebroek herdacht. Uit: HeerlijkHeden, nummer 169 (2016), pagina 49.Op de onderste foto van links naar rechts: Maurice Limmen (voorzitter CNV), Gerard van Kkrieken (biograaf van Talma), Richard Kruiswijk (wethouder Bloemendaal) en Marc de Buijn van de Historische Vereniging Heemstede Bennebroek
===============================================================
Standbeeld ter nagedachtenis aan de grote Franse acteur Francois Joseph Talma (1763-1826) in Poix-du-Nord
================================================================
Vervolg: uitbreiding bijdrage Grenspalen in Heemstede en Bennebroek.
De enige grenssteen die in Heemstede de tand des tijds doorstond dateert uit 1651 (in Kennemeroord) welke oorspronkelijk de grens aangaf tussen de duinen van Heemstede en de landerijen van het Gasthuis in Haarlem. Gelukkig zijn wel verscheidene grenspalen tussen beide plaatsen en plaatselijke buitenplaatsen bewaard gebleven
Volgende afleveringen vier 18de/19de eeuwse kunstschilders uit Bennebroek en Heemstede, te weten J.J.VAN DER WERFF (1783-1848), CHRISTOFFEL FREDERIK FRANCK (1758-1818), PIETER BOUMAN (1764-1828) en ALBERT STEENBERGEN (1814-1900).
Zelfportret van Christoffel Frederick Franck (R.K.D., iconografisch bureau)
Leuk artikel Hans, Talma verdient terecht alle waardering. In 2011 verscheen mijn artikel over Talma, in HeerlijkHeden 150 de korte versie en op de website staat de lange versie (zie http://www.hv-hb.nl/topic-283), deze ook op de website van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme van de Vrije Universiteit Amster5dam. Daar in het artikel toen al het voornemen om een krans te leggen op het graf van Talma in 2016 en dat hebben we als HVHB dan ook georganiseerd, vandaar ook de aandacht in het Haarlems Dagblad. Foto’s ervan ook op onze website. Een nog kortere versie van het artikel verscheen in Ons Bloemendaal zomer 2016. Dit najaar 10 september (Open Monumentendag) is er ’s middags een Talma programma in de Oude kerk in Bennebroek. Groet Marc de Bruijn
Marc, met dank voor informatie zal ik een en ander aanvullen. Hans