Tags
Albert Meiners, Berentzen, Beverwijk, Casper Fagellaan, Cécile Dreesmann, de Mandersen, Haarlem, Haselünne, Hudson's Bay, J.Kuijt architect, Jan Kuijt, kledingmagazijn de Faam, magazijn De Zon, Meiners, museum Willem Dreesmann, Paul Rosenmöller, Rosenmöller, Schlatmann, Tombrock, V&D Arnhem, Van der Pigge, Vehmeyer, Vendex
De opkomst en ondergang van een familiebedrijf
DE GLORIEUZE BEGINJAREN VAN V & D HAARLEM EN DE TRIESTE FINALE VAN EEN LANDELIJK WARENHUISCONCERN
31 december 2015 ging Vroom en Dreesmann failliet, een warenhuisconcern met 62 winkels en exploitatie van ongeveer 250 La Place-restaurants. Dat betekende een banenverlies van meer dan 8.000 werknemers. De omzet in het najaar van met name textiel viel tegen, evenals het traditionele tweejaarlijkse prijzencircus in maart/april en september/oktober. Sun Capital, een private equity fonds gevestigd in Florida, sinds eind 2010 eigenaar van V&D, wilde in verband met de jarenlange verliesgevendheid geen geld meer steken in het warenhuisconcern en claimt zelf bij de curatoren een bedrag van 80 miljoen euro. De totale schuldenlast van V&D, aanvankelijk geraamd op 124 miljoen euro zou volgens de laatste gegevens volgens optimisten op 200 miljoen euro en volgens pessimisten op 360 miljoen euro kunnen uitkomen (1). In Haarlem heeft/had Vroom en Dreesmann 2 winkels, in de Grote Houtstraat/Verwulft en een filiaal in winkelcentrum Schalkwijk aan de Rivièradreef. Het monumentale hoofdgebouw zal na een interne verbouwing door het Canadese winkelconcern Hudson’s Bay in gebruik worden genomen – naar verwachting in het derde kwartaal van 2017.
Ongeveer 30 jaar geleden ontving ik van een vroegere inkoper damesstoffen voor V&D Noord-Holland, voornamelijk in het buitenland, de heer Henri Soullié uit Bennebroek (in 1995 overleden), een intussen zeldzaam geworden Herdenkingsuitgave ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Vroom & Dreesmann Haarlem, getiteld; ‘1896-1946 50 jaar V&D Haarlem’. In het 40 pagina’s tellende boekje met veel illustraties wordt het wel en wee van het Haarlemse winkelbedrijf gedurende de eerste halve eeuw uiteengezet.
Noot
(1)Volgens de Raad van Bestuur van Vroom en Dreesmann hebben de malaise in de retail en de ‘indian summer’ van 2015 voor dusdanig tegenvallende inkomsten gezorgd dat er meer snel geld bij moest om te kunnen overleven. Sun Capital zou op dat moment al 212 miljoen dollar in het warenhuisconcern hebben gestoken en weigerde nog meer geld in een volgens hen bodemloze put te gooien. Sinds 2010 maakte V&D verlies, de rode cijfers hielden aan met een totaal geschat verlies van circa 135 miljoen dollar. Het management hield rekening met een liquiditeitsprobleem op de korte termijn, maar op de lange termijn verwachtte men een kloppend verdienmodel. Die tijd is V&D niet gegeven en de kredietkraan van de banken werd gestopt. In 2015 kon naar schatting voor 35 miljoen euro geleverde goederen niet betaald worden. Het gevolg is bekend: surséance van betaling, gevolgd door een faillissement, een mislukte doorstart [de laatste CEO zei dat V&D als een paling uit zijn handen was geglipt], een opheffingsuitverkoop, definitieve sluiting van de warenhuizen op 14 februari 2016, ontslagaanvrage voor enige duizenden teleurgestelde vaak vele jaren bij het concern werkende personeelsleden en ten slotte vermoedelijk nog jarenlange werkzaamheden en verslagen van de bewindvoerders.
Eerder was het bedrijf in 1991 in grote financiële problemen gekomen omdat V&D tijdelijk niet aan betalingsverplichtingen kon voldoen en aan het personeel is gevraagd salaris in te leveren. Dat liep toen uiteindelijk nog goed af en vanaf 1997 werd het conglomeraat Vendex opgesplitst in kleinere onderdelen, waarvan het onderdeel Vroom & Dreesmann in 1999 is samengevoegd met Koninklijke Bijenkorf Beheer (KBB), waartoe ook de HEMA behoorde. De met V&D verbonden restaurantketen La Place, in 2010 ook verkocht aan Sun European Partners, is in 2016 voor zover niet inpandig bij V&D-vestigingen in januari 2016 overgenomen door supermarktketen Jumbo.
Het begin: Willem Vroom (V) en Anton Dreesmann (D); grondleggers van een familieimperium
De zakenlieden Anton C.R.Dreesmann (1854-1934) [die al in 1878 met geleend kapitaal van een familielid een zaak was begonnen in de Tweede Rozendwarsstraat 24 in de Jordaan, gevolgd door een tweede winkel in de Rozenstraat 143-145] en de Groninger Willem H.Vroom (1850-1925) (1) realiseerden een idee: een winkel beginnen waar men tegen lage en vaste prijzen inkopen kon doen. Tevens namen ze het besluit om partijen goederen bij fabrikanten in het buitenland te kopen. Dat leidde 1 mei 1887 tot de oprichting van Vroom & Dreesmann manufacturenzaak in de hoofdstad, in de Weesperstraat, aanvankelijk nog bijgenaamd ‘Magazijn De Zon’. De familiezaak bleek een succes, in 1892 telde men al vijf zaken in Amsterdam en in de daarop volgende jaren zijn filialen gesticht in heel Nederland, zoals Rotterdam (1892), Den Haag (1893), Nijmegen (1894), Haarlem (1896), Utrecht (1898)’s-Hertogenbosch (1899), Tilburg (1899) etc. De winst die in 1895 circa ƒ50.000,- bedroeg was 5 jaar later opgelopen tot ƒ 110.000,- en in 1917 gestegen tot ruim 23,5 miljoen gulden. In 1901 liet Anton Dreesmann een prachtige villa bouwen ‘Looverhof’ genoemd in Bussum. De groei van het winkelbestand nam verder toe. Alleen al in 1905 zijn dertien zaken opgericht, waar overal gelieerde familieleden de topfuncties innamen. [naast Amsterdam (A.Dreesmann/W.Vroom), Rotterdam (W.Vinke), Leeuwarden (G.Tombrock), Leiden (G.Berentzen), ’s-Gravenhage (D.Holt), Utrecht (R.Dreesmann), Breda (H.Witte), Haarlem (B.Rosenmöller,W.Vehmeijer), ’s-Hertogenbosch (L.Vehmeijer), Nijmegen (N.Dreesmann), Tilburg (J.Huer), Deventer (R.Muller), gevolgd in 1916 met als oprichters-directeuren; Alkmaar (F.Berentzen), Maastricht (R.Rosenmöller) en Zwolle (J.Vroom). Bij alle vermelde n.v.’s met Anton Dreesmann en Willem Vroom als medeoprichters en tot 1919 commissaris, nadien opgevolgd door W.J.R.Dreesmann en B.H.Vroom. Voor de oprichters gold in de praktijk als stelregel dat ‘de klant koning is’. Als uitvloeisel van de 19e eeuw heeft nog een aantal jaren begin 20ste eeuw het V&D-personeelsinternaat gefunctioneerd waarbij werknemers intern werden gehuisvest, voortkomend uit wensen van de directie een stabiel personeelsbestand te rekruteren en discipline bij te brengen. De plaatselijke oprichters-directeuren van de naamloze vennootschappen waren aandeelhouder, de andere aandelen waren in handen van de grondleggers Vroom en Dreesmann. Verwacht werd dat de directeuren dankzij hard werken zich volledig inzetten om van hun winkel een succes te maken. De familiebanden en een juridisch overkoepelende structuur moesten de eenheid van het concern garanderen (2). In 1912, toen van een bloeiende onderneming kon worden gesproken met filialen in 24 Nederlandse steden, opende V&D het eerste echte moderne warenhuis van ons land in de Kalverstraat. Voor die tijd een gigantisch pand dat bol stond van technische snufjes met meerdere liften, een lichthal en een telefooncentrale.
Noten
(1)Willem Vroom afkomstig uit een geslacht van welgestelde landbouwers is geboren in Veendam. Eenmaal verhuisd naar Amsterdam huurde hij met van een oom geleend geld in 1881 een winkelhuis op de hoek van de Leliegracht en Keizersgracht. Anton Dreesmann werd geboren in Haselünne (Nedersaksen) en is in 1871 naar Nederland geëmigreerd, naar verluidt om aan de straffe Pruisische dienstplicht te ontkomen. Opmerkelijk is dat met uitzondering van Vroom het merendeel van de 20 aanverwante families [verbonden aan het bedrijf als manager en veelal ook aandeelhouder] uit Haselüne afkomstig was. De vader van Anton Dreesmann werkte aanvankelijk als marskramer en kwam rond 1845 in de textielbranche bij zijn oom en tante Hegge-Dreesmann in een manufacturenzaak. Hij kreeg 10 kinderen, goed voor een uitgebreid netwerk van te creëren relaties zoals die later voortdurend opduiken bij de uitbreiding van de winkels. Zowel Vroom als Dreesmann waren goed rooms-katholiek opgevoed en in Amsterdam lid van een door de paters Jezuïeten geleide mannenvereniging. Thuis bij Dreesmann ontmoette Vroom daar een zuster van Anton met wie hij in 1883 in het huwelijk trad. Vier jaar later besloten de zwagers voortaan als ‘V & D’ zakelijk verder te gaan. Zij kochten daartoe een winkelpand aan in de Weesperstraat, dat vervolgens bekend zou komen te staan als de ‘Manufacturenhandel Vroom & Dreesmann’.
(2)Dat ging redelijk goed tot begin jaren 50 toen Vroom en Dreesmann een begin maakte met een sanering binnen de intussen elkaar concurrerende winkelbedrijven en is geleidelijk het aantal n.v’s gereduceerd. 1973 betekende een mijlpaal voor het bedrijf. De 23 plaatselijke naamloze vennootschappen zijn toen door Anton Dreesmann bij elkaar gebracht in een nieuwe structuur: Vroom en Dreesmann BV.
Haarlem: Magazijn ‘De Zon’; Bernhard Rosenmöller en Wilhelm Vehmeyer
Over het begin in Haarlem schreef A.C.R.Dreesmann (1854-1934) het volgende: ‘Een schoonzus van Willem Vroom en mij was gehuwd met H.Witte, die een vrij groot kapitaal had, waarvan hij echter een groot gedeelte in de zaak van Hollefeld, grossier in manufacturen verloren had. Daarna is Witte een manufacturenzaak begonnen op de Nieuwendijk, hoek Brugsteeg. Hoewel de zaak vrij goed ging, kon er toch geen voldoende omzet behaald worden om hun grote huishouden een behoorlijk bestaan te verschaffen. Het overgebleven vermogen ging dan ook van jaar tot jaar meer achteruit. Door bemiddeling van de heer Max van Gelder, thans fabrikant te Enschede, destijds werkzaam in de Firma Weyl, werd ons de zaak van Van Vriesland in Haarlem aangeboden. Wij vroegen toen aan onze zwager Witte of hij het compagnonschap met ons van deze zaak wilde aanvaarden. Na enige dagen beraad deelde hij echter mede dat hij hiertoe niet kon overgaan, en dat hij het beslist weigerde. Toen het door Witte zo beslist werd afgewezen, boden wij het eerst aan mijn zwager Rosenmöller uit Hamburg aan. Reeds eerder hadden wij hem beloofd zo spoedig mogelijk met hem in Holland te zullen beginnen, aangezien hun manufacturenzaak in Hamburg na de choleraepidemie reusachtig was achteruit gegaan. Hij heeft toen zijn gedeelte van de zaak aan zijn compagnon verkocht, en is naar Haarlem gekomen. Aangezien hij echter zelf, als Duitser, de zaak niet kon drijven, en hij bovendien reeds op leeftijd was, hebben wij Willem Vehmeyer, die bij ons chef was in de Rozenstraat, als tweede compagnon aangenomen. Willem Vehmeyer huwde later, (op 22 februari 1900) met de oudste dochter van B.Rosenmöller. De zaak van Van Vriesland moesten we overnemen met alle voorraden.(…)’.
Gerard Bernard Eduard Rosenmöller is in 1840 in het Duitse Bawinkel geboren. In 1895 vestigde hij zich in Hamburg waar hij een baan kreeg bij de firma Huster, destijds toonaangevend in de vrije Hanzestad vooral in dames- en herenstoffen. In 1878 trouwde hij met mej. W.E.M.Dreesmann uit Haselüne – bakermat van verscheidene koopmansgeslachten, o.a. van de familie Vehmeyer die vandaag de dag in dat plaatsje nog over een bedrijf in bouwmaterialen beschikt – uit welk huwelijk 7 kinderen zijn geboren. Via zijn echtgenote kwam Rosenmöller in contact met zijn zwager A.C.R.Dreesmann. Familiebanden en zakelijke intuïtie hebben tot gevolg gehad dat de Amsterdamse vennoten uitzagen naar de oprichting van een zaak in Haarlem (1). Die mogelijkheid deed zich voor in 1896 waar de firma van Vriesland van ‘De Zon’ het pand, inventaris en goederen in de Korte Veerstraat ter overname aanbood. Anton Dreesmann en Willem Vroom betaalden in het tweede halfjaar van 1896 in zes termijnen in totaal liefst ƒ 72.560,00 aan de firma Van Vriesland, voor die tijd een gigantisch bedrag. Op 11 juli 1896 werd de nieuwe zaak met 18 personeelsleden op de nummers 2-4 en het ertegenover liggende pand nummer 1-5 geopend onder de naam Magazijn ‘De Zon’. Tegenwoordig vestiging van een restaurant (brasserie en bar ‘Seymour’, voorheen ‘Componist’). De eerste dag bedroeg de opbrengst in de hoofdwinkel ƒ 532,- en in het tegenover liggende zaak ƒ 122,- . Een vernieuwing was uitbreiding van het assortiment met meubelen zoals ledikanten, matrassen, tapijten, wiegen e.d., later door andere filialen overgenomen. Oorspronkelijk was het de bedoeling het compagnonschap van Haarlem aan Henri Witte aan te bieden, een zwager van Anton en Willem, maar toen deze weigerde kwam Bernard Rosenmöller, gehuwd met de oudste zus van Anton, in beeld. Met voornoemde heren Dreesmann en Vroom als commissarissen kreeg Bernhard Rosenmöller als directeur de leiding van de Haarlemse vestiging met naast hem W.C. Vehmeyer als chef en bedrijfsleider (vervolgens mededirecteur). Wilhelm Carl Vehmeyer is als zoon van een steenfabrikant en houthandelaar op 12 juni 1870 in Haselüne geboren en huwde eenmaal in Nederland met een dochter van Rosenmöller. Zijn vader dreef handel met Nederland en de zoon verhuisde op 17-jarige leeftijd naar ons land – om in de manufacturenbranche bij zijn oom Herman Többen in Edam, afkomstig uit Haselüne, te worden opgeleid en vervolgens een betrekking te vinden bij de firma Peek en Cloppenburg. Een bijkomende reden om naar Nederland te verhuizen zou zijn geweest dat hij wilde voorkomen in de verplichte Pruisische militaire dienst te moeten treden. Na een ontmoeting met de heren Vroom en Dreesmann is hij als chef bij V&D in filiaal de Rozenstraat te Amsterdam aangesteld en vanwege zijn doortastend optreden vervolgens naar Haarlem overgeplaatst als rechterhand van Rosenmöller (intussen 55 en nog weinig bekend met de Nederlandse taal en gewoonten) teneinde voorbereidingen te treffen voor het nieuw te openen bedrijf in Haarlem. Op zaterdag 11 juli 1896 is de zaak in de Korte Veerstraat voor het publiek geopend. De heer Rosenmöller behartigde vanaf het begin het administratieve en financiële gedeelte, bijgestaan door commissaris W.Vroom. Vehmeyer nam voornamelijk de inkoop en organisatie van de verkoop voor zijn rekening, waarbij commissaris A.Dreesmann hem aanvankelijk ondersteunde. Er werd gewerkt volgens het principe ‘lage prijzen en contante betaling’, in tegenstelling tot Van Vriesland die op krediet had verkocht. Hondelink en Otto beschrijven in hun voortreffelijke monografie dat de ingevoerde centrale kassa met 1 kassière om verschillende reden geen succes was, zodat werd teruggekeerd naar de aloude geldlade in de toonbank. ‘Pas jaren later werd dit ouderwetse systeem bij de firma Vroom & Dreesmann vervangen door een verbeterd betalingssysteem met moderne kasregisters.’ Nadat Rosenmöller zijn zaken in Hamburg had afgehandeld kwam hij met zijn gezin naar Haarlem waar hij de bovenwoning van de winkel betrok om in 1903 te verhuizen naar een door V&D gekocht pand aan het Spaarne 72, terwijl de familie Vehmeyer in 1905 een woning betrok aan de Dreef. Op 22 februari 1900 is het huwelijk gesloten van zijn zakelijke partner Willem Vehmeyer met de oudste dochter Antonie Rosenmöller. In de oude vennootschap is de heer Vehmeyer na zijn huwelijk opgenomen. Deze is in 1905 ontbonden en omgezet in de ‘N.V. Haarlemse Manufacturenhandel van Vroom & Dreesmann’ met de heren Rosenmöller en Vehmeyer als directeuren en de oprichters A.C.R.Dreesmann en W.H.Vroom als commissarissen. Van belang bij de eerste ontwikkelingen in Haarlem is ook de heer Tombrock geweest, verwant aan Anton Dreesmann (die was namelijk getrouwd met Helena Tombrock uit Franeker, terwijl zijn compagnon Vroom huwde met een zuster van Helena, Cisca Tombrock) en vervolgens een functie kreeg als directeur van Vroom en Dreesmann in Leeuwarden. In het jaar 1905 zijn bij koninklijk besluit 10 familieleden uit de geslachten Dreesmann, Berentzen, Vehmeyer en Rosenmöller tot Nederlander genaturaliseerd. Het jaar daarop is Rudolf Rosenmöller, zoon van G.B.E.Rosenmöller en Anna W.M.Dreesmann benoemd tot eerste directeur van de Vroom en Dreesmann-vestiging in Maastricht.
Omstreeks 1925 zijn de zonen Willem J.R.Dreesmann (1885-1954) (2) en B.H.Vroom Wzn.(1884-1961) als commissaris in Haarlem aangetreden. Eerder is het winkelhuis van Magazijn De Zon in 1909 in opdracht van Vroom en Dreesmann verbouwd onder architectuur van P.Kleiweg Dijserinck. Een winkelpui van twee bouwlagen met een afgeschuinde hoektravee opgetrokken, vormgegeven met aan de Jugendstil ontleende elementen. Er kwam een centrale, terugliggende ingangspartij. De verlengde etalageruiten op de eerste twee bouwlagen boden door de ligging van het hoekpand een goed zicht op de uitgestalde waren. Bovendien is een verkoopkelder gerealiseerd. Intussen en nadien zijn diverse aangrenzende panden in de omgeving en aan het Spaarne aangekocht. Anegang – Korte Veerstraat – Kleine Houtstraat en Korte en Lange Veerstraat vormden destijds het hart van de winkelstand in de Spaarnestad. In 1914 bedroeg het personeelsbestand rond de 50 personen, zowel dames als heren. De openingstijden waren toen van 9 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds en op zaterdag sloot de zaak zelfs pas om 11 uur, maar door verschillende werkzaamheden werd het voor het personeel soms nog later. Tussen 1918 en 1923 werd in fasen de historische bebouwing aan de zuidzijde gesloopt en vervangen door een nieuw grootschalig winkelhuis naar een ontwerp van de Amsterdamse architect F.M.J.Caron. Dit grote pand kreeg na de realisering in 1934 van het gigantische winkelpand tussen de Grote Houtstraat/Gedempte Oude Gracht/Gierstraat de naam van het ‘kleine V&D’. Het Spaarne-winkelgebouw is in juli 1977 gesloopt. De directie zorgde goed voor het personeel en velen bleven dan ook 25, 40 of zelfs meer jaren in dienst van het winkelbedrijf.
Naar de Grote Houtstraat in 1911 en in 1934 een gloednieuw monumentaal pand nabij het Verwulft
Omstreeks 1910 kwam een nieuw winkelcentrum in opkomst in de Grote Houtstraat. V&D. speelde hierop in door beslag te leggen op het bestaande pand Grote Houtstraat 70, waar voordien de ijzerzaak van de firma Stolp was gehuisvest. Na een verbouwing verrees hier een modern winkelpand met ingangen aan de Grote Houtstraat en Gierstraat. De opening had plaats 16 september 1911.
Het publiek durfde aanvankelijk niet zo’n luxe winkel te betreden, waar binnen gratis een landkaart van Nederland werd uitgedeeld met in rode inkt alle plaatsen aangekruist met een V&D winkel. De eerste dag bedroeg de omzet slechts ƒ 199,- en de gratis landkaarten bedoeld als openingsstunt zijn toen maar op straat aan voorbijgangers uitgedeeld. Geleidelijk is de gang naar de nieuwe vestiging door het publiek gevonden. In 1925 kwam uitbreiding van V&D in de Grote Houtstraat aan de orde. Het ene plan volgde na het andere. Blijvende problemen bleven zich voordoen met kruidenier/drogisterij Van der Pigge, gevestigd in de Gierstraat in een 18e eeuws pand, die zich met succes tegen sloop verweerde, dat de geschiedenis is ingegaan als ‘Klein Duimpje tegenover de Reus’. Uiteindelijk heeft men besloten die winkel te handhaven en daaromheen het ‘winkelpaleis’ te bouwen naar een ontwerp van architect J.Kuyt, die naar aanleiding van een prijsvraag de opdracht kreeg en waaraan in drie etappes van 1930 tot 1934 is gewerkt. Voor de nieuwbouw zijn eerst 22 oude panden gesloopt. Een gigantisch bouwwerk kwam tot stand met in totaal negen etages, waarvan twee ondergronds. De hoofdconstructie van het warenhuis bestaat uit een betonskelet met een bekleding van geelkleurige baksteen afgewisseld met decoratieve elementen van mergel en baksteen. Het hoofdtrappenhuis was uitgevoerd in Franse steen geheten Napoleon marmer. Twee liften kregen liftkooien in mahoniehout en esdoornhout. De opening had plaats op 15 mei 1934 ‘als een meesterwerk van architectuur op winkelgebied’. Bij de opening waren alle directie van de V&D filialen in ons land aanwezig, evenals autoriteiten van de gemeente en het bisdom. Zo’n 300 bloemstukken zijn bezorgd en her en der in de 45 afdelingen neergezet. Vernieuwend was een goederenglijbaan naar het voorraadmagazijn in de kelder en de lunchroom op de hoogste verdieping met daktuin en uitzicht op het centrum van Haarlem bleek al direct een groot succes. Nieuw was verder in het assortiment een uitgebreide afdeling levensmiddelen. Op de vijfde afdeling was bovendien een kunstafdeling ingericht waar de Haarlemse kunstschilder zijn werk mocht tentoonstellen en verkopen. Opmerkelijk is dat de opening van een toch bijzonder bouwwerk van belang van groter belang dan Haarlem en omgeving in de pers nauwelijks aandacht kreeg. Jammer is dat de ramen van het pand op een gegeven moment zijn verduisterd. De directie van V&D Haarlem, altijd bedacht op expansie, vatte in 1934-1935 het plan op een filiaal te beginnen in één van de gemeenten in Midden-Kennemerland. Daartoe werd gekozen voor Beverwijk, waar na de openstelling begin 1938 – tot de oorlogsjaren – beschreven door L.G.Mostertman – een bloeiend winkelbedrijf tot stand kwam (3).
Ondanks zijn zwak gestel is oprichter Bernard Rosenmöller op 88-jarige leeftijd in 1928 overleden. De verhuizing naar het grote pand in de Grote Houtstraat in 1934 heeft hij dus niet meer beleefd, in tegenstelling tot Willem Vehmeyer die gedurende 2 jaar de zaak alleen leidde, totdat zijn zoon Bernard Vehmeyer door de vergadering van aandeelhouders tot mededirecteur is benoemd. W.C.Vehmeyer die als ‘de grote stuwende kracht’ van de Haarlemse vestiging werd gezien overleed op 29 april 1944 op 74-jarige leeftijd. De zoon Bernard was de laatste vier jaar vòòr zijn benoeming al in Haarlem werkzaam geweest als chef van de herenmode-afdeling en had voordien zijn opleiding genoten in Engeland en andere V&D zaken in Leeuwarden en Rotterdam. Op 1 februari 1943 is hij als mededirecteur in de n.v. opgenomen. De Tweede Wereldoorlog betekende stilstand en moesten alle plannen die in voorbereiding waren voor uitbreiding wachten op betere tijden. Toch kwam, in 1939 voorbereid door de fungerende directeuren vader en zoon Vehmeijer, ondanks de barre tijden in 1942 een pensioenfonds voor het personeel tot stand. Op 1 mei 1943 is V&D door de Duitse bezetter gedwongen de zaken in de Korte Veerstraat en Beverwijk te sluiten, enkel de winkel in de Grote Houtstraat mocht open blijven. Na Bernard Vehmeyer (in 1963 overleden) heeft Wim Vehmeyer, die als 3-jarige de officiële opening verrichtte van de nieuwe V & D vestiging in Beverwijk (4) als zoon en kleinzoon van beide directeuren, alsook op 3 april 1939 de eerste steen heeft gelegd van de Kuyt ontworpen villa Caspar Fagellaan 1 in Heemstede, eenmaal volwassen, in de directie van V&D opgenomen. Voornoemde villa heeft in de oorlog glasschade geleden toen er in de late avond van 11 mei 1941 enkele brisantbommen zijn ingeslagen nabij de kruising Adriaan Pauwlaan met de Caspar Fagellaan, waarbij 1 dode was te betreuren.
In 1954 is aan Willem Dreesmann, de gedoodverfde opvolger van zijn vader, de leiding gegeven van V&D in Haarlem. In 1971 kreeg hij echter de leiding van het V&D moederbedrijf Vendex. Enkele weken na zijn aantreden als algemeen directeur kwam Willem Dreesmann op 28 maart 1971 als gevolg van een hersenbloeding in de auto om het leven en moest zijn tien jaar jongere broer dr.Anton Dreesmann van de familie (lees grootaandeelhouders) die taak overnemen, ofschoon de Raad van commissarissen daarover verre van enthousiast was.
Directeur van de Vroom en Dreesmann vennootschappen Den Helder en Haarlem was verder de zoon van de eerste directeur in Haarlem en van Anna W.M.Dreesmann (1856-1929): Georg Engelbert Rosenmöller, op 23 april 1888 in Hamburg-Altona geboren en 21 juni 1976 te Bergen (N.H.) overleden. De volgende directeur werd zoon George R. Rosenmöller Hij is na de militaire dienst en een interne opleiding binnen het V&D-bedrijf in 1955 als directeur van de vestiging in Den Helder [in 1918 opgericht] te hebben gewerkt in 1963 tot directeur benoemd van V&D-Haarlem, woonachtig aan de Bronsteeweg in Heemstede. Hij vervulde die functie tot zijn vervroegde uittreding in 1986 als stafdirecteur van Vroom & Dreesmann Nederland B.V. Als waardering voor zijn bestuursactiviteiten op maatschappelijk, kerkelijk en cultureel terrein in Haarlem en omgeving ontving hij een Koninklijke onderscheiding. G.R.Rosenmöller was het laatste familielid binnen V&D. Met name zijn zoon Paul Rosenmöller had zoals bekend andere ambities als vakbondsbestuurder, stakingsleider en (GroenLinks-)politicus (4).
NOTEN
(1)Al in 1839 had de uit Westfalen afkomstige familie Schlatmann een winkel in Haarlem geopend, in de loop van de 19e eeuw uitgebreid tot een modeketen met zaken in Leiden, Schoonhoven, Dordrecht, Woerden en Rotterdam. Via huwelijken raakte de familie verwant met Dreesmann en Rosenmöller en is men gestopt dan wel gedeeltelijk opgegaan in het V&D concern opgegaan. [Catharina Bernardina Elisabeth Schlattmann (geboren in 1884 te Haarlem) trouwde met J.B.A.R.Rosenmöller. Hun zoon Rudolf Bernard (1881 geboren in Hamburg en in 1971 overleden te Maastricht) was oprichter en directeur van Vroom & Dreesmann in Maastricht]. Terug naar de datum 19 november 1906, de dag waarop het notariskantoor van mr.Van de Gracht te Amsterdam de akte tot oprichting van de naamloze vennootschap werd gepasseerd. ‘W.H.Vroom, koopman, wonende te Amsterdam, A.K.R.Dreesmann, koopman, wonende te Bussum, B.H.Vroom, koopman, wonende te Amsterdam, handelende bij deze ingevolge onderhandse akte van volmacht, den tweeden november deezes jaar te Rotterdam getekend, die na den lasthebber in tegenwoordigheid van mij notaris en de getuigen voor echt erkend en ten blijke lasthebber van de Heer J.B.A.R.Rosenmöller’.
Zie ook: de familie Schlatmann; geschiedenis van een Tjödengeslacht. Woerden, 1953 (NHA bibliotheek 43007982)
(2) Deze Willem Dreesmann verhuisde in 1919 met zijn gezin naar Johannes Vermeerstraat 2 in Amsterdam, waar hij naast zijn werkzaamheden veel van zijn vrije tijd wijdde aan het bijeenbrengen van een grote kunstcollectie in relatie tot Amsterdam en een Vondelboekerij van meer dan 2.500 boeken. De hele inventaris verhuisde tijdens de oorlogsjaren liefst vijf keer maar haalde vrijwel ongeschonden de bevrijding. In 1950 opende burgemeester A.J. d’Ailly in de Vermeerstraat een Dreesmann-museum, maar uiteindelijk is in maart 1960 de unieke verzameling in opdracht van de familie door veilinghuis Frederik Muller geveild.
De totale opbrengst van 706 nummers bedroeg 4.323.420 gulden. Gelukkig is dankzij het gemeentebestuur van Amsterdam veel in openbaar bezit gekomen, documenten en gravures aangeschaft door het Stadsarchief, Vondeliana door de UB en Amsterdamse voorwerpen voor het Amsterdams Historisch Museum.
Eén van de drie dochters van voornoemde Willem Dreesmann was de talentvolle Cécile, die het volgens ingewijden haar hele leven heeft dwarsgezeten dat zij als vrouw geen functie binnen het warenhuisconcern mocht vervullen. Zij heeft naam gemaakt als borduurkunstenares en publiceerde een aantal boeken over borduurkunst en merklappen. In 1988 verscheen bovendien haar boek ‘De Mandersens, roman rond een warenhuisdynastie’ [Mandersens is een anagram van Dreesmann]. De publicatie wekte binnen de familie enige beroering en was lange tijd niet te koop in de boekenafdelingen van de V&D warenhuizen.In 1989 verscheen van haar hand nog een vervolgdeel.
(3) Het Vroom en Dreesmann filiaal in Beverwijk kwam tot stand nadat hiervoor enkele panden aan de Breestraat en Koningstraat waren gesloopt, waarna de bouw in 1937 kon beginnen naar een ontwerp van de huisarchitect van het warenhuisbedrijf Jan Kuyt Wzn. en begin 1938 tot ingebruikneming kon worden overgegaan met een officiële opening door Wim Vehmeijer, zoon en kleinzoon van de beide directeuren. De afzonderlijke geschiedenis van deze winkel is tot 1946 beschreven in de gedenkuitgave ‘1896-1946 50 jaar V&D Haarlem’.
(4) Uit een gesprek met Jaap Sluis in het Haarlems Dagblad van 17 september 1988: ‘Heemsteeds jochie knokt in de havens: ‘Hij staat vaak in de publiciteit. Kranten, radio, tv, ze weten de weg naar FNV-bestuurder Paul Rosenmöller (32) uitstekend te vinden. De man die in de Rotterdamse haven stakingen en onderhandelingen leidde is ongewild een bekende Nederlander geworden. Helemaal nu hij, de in Heemstede opgegroeide zoon van een voormalig V&D-directeur, begin deze week te hoop liep tegen de negenhonderd ontslagen die de warenhuizen boven het hoofd hangen. We lunchen in een morsig koffiehuis in Rotterdam. Sommige klanten herkennen Rosenmöller en begluren hem heimelijk. Hij doet alsof hij het niet ziet. Later vertelt hij er een bloedhekel aan te hebben. Een opgewekte jongen. Groen jack, spijkerbroek en makkelijk overhemd. Hij praat graag en snel en houdt daarbij zijn handen geen moment stil. Geboren in Den Helder waar vader Rosenmöller directeur van een V&D filiaal was. Vroom, Dreesmann, Rosenmöller, Vehmeyer, het zijn families die het concern groot hebben gemaakt. Families wier leven vaak volledig in het teken van ‘de zaak’ stond. Zo ook bij de Rosenmöllers. In 1963 klimt vader omhoog op de V&D-ladder. Hij wordt directeur van de vestiging in Haarlem. En later van de regio Noord-Holland. Verhuizen van Den Helder naar Heemstede is onvermijdelijk. “Zoiets werd niet in de familie besproken. Je ging gewoon mee en verder geen gezeur. De loopbaan van de man was toen nog allesbepalend.”, zegt Paul Rosenmöller. In Heemstede gaat hij naar de Jacobaschool op de Lanckhorstlaan en daarna naar het katholieke Sancta Maria in Haarlem in Haarlem. De kerk en het geloof zijn niet aan hem besteed. Hij wordt misdienaar omdat dat beter is dan stijf en verveeld in de kerkbank zitten. Op zijn vijftiende heeft Rosenmöller het wel gezien, maar de komst van de beatmis rekt zijn verblijf in de kerk nog een jaartje. Daarna is het echt afgelopen. ”Ik ben absoluut niet streng opgevoed. Ik heb het geloof al jong meegekregen, maar toen ik besloot er niets mee te doen werd daar liberaal op gereageerd. Mijn ouders waren nooit dwingend of rigide”. Op zijn achttiende begint hij in Amsterdam aan een studie sociologie. Hij heeft dan al een heftig kloppend, rood hart “Ik wist dat de V&D-wereld niet klopte. Te beperkt en te veel gericht op succes. Ik zat meer in de PPR-sfeer. Groen en geen brommer, weet je wel. Op het Sancta in Haarlem ontstond mijn maatschappelijke en politieke bewustwording en die is in Amsterdam alleen maar sterker geworden”. Maar ondanks dat bleef huize Rosenmöller in Heemstede gespaard voor hartverscheurende twisten. Geen overspannen ouders of gesmijt met deuren, maar discussies. “Op verkiezingsavonden zat ik samen met mijn ouders voor de tv. Zij blij met winst van CDA of VVD, ik blij met winst van links. Wat ik altijd heb gewaardeerd is mijn sterk anti-fascistische opvoeding. De 4e en 5e mei hakten er emotioneel behoorlijk in. Mijn moeder heeft in de oorlog veel familie verloren. Vandaar. Die sterke traditie bij ons thuis van gelijkheid ervaar ik nog steeds als een verrijking.”(…)’. Elders zegt hij van de Jacobaschool vooral goede herinneringen te bewaren aan schoolmeester van Tongeren. In 2003 verscheen van zijn hand het boek ‘Een mooie hondenbaan’ met persoonlijke observaties over de Haagse politiek.
Een zuster van Paul, Els Rosenmöller, woonachtig in Heemstede, zet zich in bij de verzorging en begeleiding van stervenden en publiceerde in 1977 bij uitgeverij Fontein het boek ‘Mijn stille kind; ze leefde haar leven in zes maanden’. Dat gaat over de geboorte van een gehandicapte baby die uiteindelijk 6 maanden oud overleed en de spanningen die dat allemaal in de thuissituatie teweeg bracht.
Nostalgie
In dit verband noem ik het fraaie driedelig gebrandschilderd gedenkraam dat bij het 50-jarig bestaan van V&D Haarlem in 1946 door het gezamenlijke personeel van de vestigingen Grote Houtstraat, Korte Veerstraat en Beverwijk aan de directie werd aangeboden en een plaats kreeg in het monumentale gebouw aan het Verwulft. Daarin is diverse symboliek verwerkt zoals een rijzende zon etc. Ontwerp en uitvoering zijn van de sierkunstenaar Huib de Ru en de drie ramen werden vervaardigd op het atelier van de firma Sabelis en Kerrebijn te Haarlem.
De teloorgang van de landelijke V&D (1980-2015)
Op het hoogtepunt rond 1980 met circa 33.000 werknemers bedroeg de omzetwaarde van V&D/Vendex en de diverse divisies in binnen- en buitenland een rond de 7,5 miljard gulden met als onbetwiste (solistische) leider [intern ‘Anton de Doordouwer genoemd en door de vakbonden als een dictator beschouwd] de fysiek grote Anton Dreesmann. Toch is met de geleerde professor dr.drs. Anton Dreesmann, kleinzoon en naamgenoot van de oprichter van het V&D concern het begin van de neergang begonnen. Hij deed zijn studies rechten en economie (beide in twee jaar), promoveerde in 1963 cum laude tot doctor in de economische wetenschappen met een lijvig proefschrift ‘Evolutie en expansie’, had op zijn 18de al 6.000 boeken gelezen en verzamelde naast een kunstcollectie (o.a. Degas, Renoir, Toulouse-Lautrec en Van Gogh), een exquise muntenverzameling, Nederlands zilverwerk en miniaturen evenals een bibliotheek van bijna 60.000 boeken (incl. 10.000 naslagwerken) op de gebieden van geschiedenis, literatuur, kunst èn detectives. Met een abonnement op meer dan 100 tijdschriften en catalogi had hij zich een effectieve methode van snellezen aangeleerd. Hij kocht allerlei bedrijven wereldwijd en beperkte zich niet tot een conglomeraat van winkelformules. Voorts corporeerde hij V & D in 1973 binnen Vendex en in 1982 was deze warenhuisdivisie nog maar een klein onderdeel van een enorm concern, omgedoopt tot Vendex International N.V.
In de Verenigde Staten nam Dreesmann een 51% belang in Dillards warenhuizen waarvoor meer dan een half miljard gulden werd overgemaakt en in Brazilië zijn grote investeringen in Ultralar gedaan, een bedrijf gespecialiseerd in meubelen, elektrotechnische en huishoudelijke artikelen. Na een aantal goede goede jaren – 1986 werd afgesloten met een recordwinst van 302 miljoen gulden, maar in 1987 daalde de winst al tot ƒ 226 miljoen en 1988 tot 172 miljoen gulden – begon steeds verder de achteruitgang. Winkelketen V&D maakte overigens in het jubileumjaar van het eeuwfeest, door alle familieleden gevierd, in het boekjaar 1986/1987 een verlies van 36 miljoen euro. Bij het eeuwfeest verscheen een jubileumuitgave 100 jaar Vroom en Dreesmann, is een speciale penning geslagen. Tevens kwam een videoband uit : een vervolgverhaal met medewerking van o.a. dr. A.C.R.(Ton) Dreesmann (als voorzitter van de bedrijfsdirectie en cabaretiers/acteurs zoals o.a. Robert Paul, André van Duin, Paul van Vliet, Astrid Joosten, Kees Brusse, Tineke Schouten, Pleuni Touw, Coen Flink en Ivo Niehe, welke video tijdens het eeuwfeest 13 maart 1987 in het nieuwe muziektheater van Amsterdam in première ging. Tevens liet men bij die gelegenheid een videoband over de beginperiode van het bedrijf zien, voerde het BBC-showballet ‘de dans der winkelmeisjes’ op, schitterde Ton van Duinhoven als chauffeur van de directeur, is een speelfilm met een fictief verhaal over het leven in het warenhuis in de Kalverstraat vertoond en werd als verrassing aan Anton Dreesmann door staatssecretaris Evenhuis als commandeur in de Orde van Oranje-Nassau benoemd. Daarnaast is in de regio’s voor het personeel het eeuwfeest gevierd.
Het economische tij was nochtans al beginnen te keren en met Vendex ging veel geld verloren o.a. als gevolg van verkeerde aankopen in Brazilië. Nadat Anton Dreesmann in 1987 werd geveld door een beroerte ontstond korte tijd later een conflict binnen de top van de onderneming. Dat leidde er toe dat Willem Dreesmann om gezondheidsredenen terugtrad als voorzitter van de hoofddirectie. Zijn beoogde opvolger professor Arie van der Zwan kreeg de leiding, maar vanwege diens beoogde saneringen en reorganisatieplannen, zoals 2.100 aangekondigde ontslagen, van wie 1.400 gedwongen en het afstoten van de Braziliaanse activiteiten moest hij al snel het veld ruimen. Dreesmanns naaste medewerker A.J.Verhoef nam het roer over als nieuwe CEO, op zijn beurt opgevolgd door Jan-Michiel-Hessels, van 1992 tot 2003 voorzitter Raad van Bestuur Vendex KBB, met alleen al uit Nederland intussen vrijwel alle grote winkelketens omvattende zoals de Bijenkorf, V&D, Hema, Hans Anders etcetera. Laatstgenoemde verkocht verschillende winkelformules en na enige jaren is het restant opgekocht door participatiemaatschappij KRR [=Kohlberg Kravis Roberts, een Amerikaanse multinational private equity firma, gevestigd in New York – als dank toucheerde toenmalig bestuursvoorzitter Ed Hamming voor liefst 1,8 miljoen euro aan aandelen en opties!]] die Vendex, dat sinds eind 1995 beursgenoteerd was van de beurs haalde. [Pas in 2014 zijn de laatste twee winkelketens van Vendex verkocht; de Praxis en Formido]. De vier zonen van Anton Dreesmann ambieerden geen loopbaan binnen Vendex maar bleven wel grootaandeelhouder naast ongeveer 650 andere familieleden-aandeelhouders. Verdere saneringen zijn doorgevoerd. Juni 2000 was drs.P.E.Hamming mr.J.M.Hessels opgevolgd als bestuursvoorzitter van Vroom en Dreesmann.
Sun Capital, in Florida gevestigd, kocht eind 2004 V&D voor naar schatting 70 miljoen euro van Maxeda: het oude Vendex-concern dat in 2004 door private equity-collega’s van KRR en Alpinvest voor 2,4 miljard euro op behoorlijk winstgevende wijze van de beurs was gehaald en opgesplitst. In 2005 is het vastgoed voor 1,4 miljard euro verkocht en weer teruggehuurd. Een restyling door Jan des Bouvrie in 2002/2003, sluiting van een aantal filialen, een interne herindeling, een nieuw logo in 2007 en een (te laat geïntroduceerde) webwinkel sinds 2008 hebben niet mogen baten, in 2013 bedroeg het verlies al 42 miljoen euro. De wispelturige CEO van Vroom en Dreesmann van 2007 tot februari 2013, de Brit Mark McKeon, slaagde er niet in Vroom en Dreesmann een duidelijk vernieuwend imago te geven., aldus marketingexpert professor A.Molenaar.
De per 1 maart 2015 als CEO van V&D benoemde John van der Ent heeft nog gepoogd Vroom en Dreesmann weer winstgevend te maken, door het personeel te vragen salaris een deel van in te leveren (5,8%), 450 werknemers te ontslaan, huurverlagingen te vragen, een kapitaalinjectie van Sun Capital te wensen en vernieuwingen in de collecties aan te brengen. In het televisieprogramma Nieuwsuur zei de topman in 2015 nog optimistisch: ‘Over 127 jaar bestaat V&D nog’. Edoch, het kan verkeren. Na jarenlange rode cijfers en geen verwachtingen ten aanzien van toekomstige winstgevendheid trok Sun Capital, een investeringsmaatschappij gericht op hoge rendementen voor de aandeelhouders, de stekker eruit. Men was niet langer bereid meer geld in het bedrijf te steken na de tegenvallende verkoopresultaten in het najaar van 2015. Na surséance van betaling volgde eind eind december 2015 het faillissement. De curatoren hebben daarna nog vergeefse pogingen gedaan bedrijven te vinden om een doorstart mogelijk te maken. Roland Kahn, oprichter van o.a. CoolCat en enkele andere winkelketens, die belangstelling toonde V&D over te nemen kreeg de zaak echter financieel niet rond. De banken weigerden aan zijn constructie financieel mee te werken en de eigenaren van de panden hadden geen fiducie in hem. Uiteindelijk heeft Kahn, nadat een nazaat Vroom zijn bezwaren introk, enkel de merknaam ‘Vroom en Dreesmann’ – samen met zakenvriend Jaco Scheffers en voormalig Hema-topman Ronald van Zetten – voor vermoedelijk een half miljoen euro gekocht om hiermee in de toekomst een webwinkel ‘Het nieuwe V&D’ te beginnen. [Kortgeleden is Kahns’ winkelketen H & M Mode in ons land failliet gegaan].Verder heeft supermarktketen Jumbo van de familie van Eerd uit Veghel de winstgevende sector van de restaurants La Place, voor zover niet in V&D panden aanwezig, voor naar wordt verondersteld 45 miljoen euro overgenomen. [Op 23 augustus is bekend gemaakt dat van de 5.000 werknemers van La Place onder V&D vlag, intussen 1.500 een baan hebben gekregen via de nieuwe eigenaar Jumbo]. Ten aanzien van het V&D-gebouw in de Grote Houtstraat, eigendom van ASR-vastgoed, is bekend dat Hudson’s Bay uit Canada in het pand een eigentijds warenhuis gaat vestigen. Wat de toekomst van het gesloten filiaal in Schalkwijk zal zijn is de toekomst nog onzeker.
Nadat de doorstart van V&D was mislukt zei Vincent Vroom, achterkleinzoon van de oprichter, in een interview met journalist Peter de Waard van De Volkskrant, 16 februari 2016, dat het voor hem pijnlijk zal zijn als direct de namen van de gevel gaan. ‘Dat wordt slikken. Maar de tijden zijn veranderd’. Hij erkende dat hij zelf niet meer geloofde in een toekomst voor V & D. ‘Economisch bood het concept geen perspectief. Je zou kunnen zeggen dat de familie moreel iets had moeten doen. Maar dat is ieders individuele beslissing Financieel gezien hadden de familie Dreesmann, Vroom plus de aangetrouwde families Barge, de Vehmeijers, Rosenmöllers, Peek en Berentzen hun voormalige imperium probleemloos kunnen redden. Zij zijn samen steenrijk geworden van de beursgang van Vendex in 1995, aldus Vincent Vroom. (1).
Noot
(1)Het vermogen van de familie Dreesmann, tegenwoordig om fiscale redenen merendeels in Vlaanderen woonachtig, wordt door Quote geraamd op tussen 1,5 en 1,6 miljard euro, van de familie Vehmeijer op circa 480 miljoen euro.
Vervolg Vroom en Dreesmann, o.a. Haarlem (Rosenmöller en Vehmeyer)
-1896-1946 50 jaar V&D Haarlem. Haarlem, 11 juli 1946. (1)
-Genealogische informatie via het internet.
-N.A.Hamers. Samenvatting van de genealogieën der geslachten verbonden aan het concern Vroom & Dreesmann. 1967.
-Philippe Hondelink & Ricard Otto. Vroom & Dreesmann; de opkomst en ondergang van het warenhuis (1887-2006). Tens Media, 2016.
Verdere literatuur
-J.Kok. 100 Jaar Vroom en Dreesmann. 1887-1987.
-Hans Krol. V&D Haarlem begin en einde. In: Beschreven Bladen, jaargang 26, nummer 3, 2016.
-Quote 2013: 500 rijkste Nederlanders.
-Willem Hogendoorn. Van vader op zoon. Nederlandse familiebedrijven. Haarlem, 1981.
-Philippe Hondelink. De Amsterdamse Dreesmann. In: Ons Amsterdam, 1995.
-Frederik Melle, Anton Dreesmann: geen warenhuisman. 2010.
-J.Bart Uittenhout. ‘Klein Duimpje en de Reus’, in: Jaarboek Haerlem 1992.
-Wim de Wagt. Architectuurgids Haarlem. 2005.
Een selectieve bibliografie is te vinden in een bijlage: ‘Geraadpleegde literatuur’ van het huidige standaardwerk over de historie van V&D door Hondelink en Otto, p. 416-419.
N.A.Hamers publiceerde in 1967 het boek: Samenvatting van de genealogieën der geslachten verbonden met het concern Vroom en Dreesmann.
Verder is gebruik gemaakt van Delpher, Wikipedia en de beeldbanken van o.a. Pinterest, Europeana, Geheugen van Nederland, Noord-Hollands Archief, Delcampe, Catawiki, Facebook: groep Vroom en Dreesmann, Olav van Dijk, Stadsarchief Amsterdam, Stadsarchief Den Bosch, Groninger Archieven, collecties Ph.Hondelink en R.Otto.
Het archief van Vroom & Dreesmann is overgedragen aan het Stadsarchief Amsterdam (toegangsnummer 30633) en beslaat bij aanvang circa 200 meter documenten etcetera. Daar is tevens een archief van de familie Vroom (toegangsnummer 30634).
Noot
(1) Een los bijlage-briefje bevat de volgende informatie: ‘De tekening en layout van dit Jubileumboek zijn van M.Kooymans. De foto’s werden vervaardigd door J.Voerman, de cliché’s door Clichéfabriek ‘Chemez’. De typografische verzorging werd verzorgd door de drukkerij van het St. Jacobs Godshuis, allen te Haarlem.’
ILLUSTRATIES:
VERVOLG DE ZON / VROOM EN DREESMANN HAARLEM (Rosenmöller,Vehmeyer. Tombrock)
Foto’s van het interieur van de nieuwe V&D gebouw aan Verwulft/Grote Houtstraat kort na de opening 1933
Personeel van V & D Haarlem
V&D Haarlem. Uit: Kees Kolenbrander. Ik weet nog dat… Vergeten beelden uit Haarlemse familliealbums. Schuyt & Co. , 1998.
Vervolg firma drogisterij A.J.van der Pgge
In 1949 verscheen een boekje: ‘Honderd jaar A.J.van der Pigge Haarlem’. Over de problemen met Vroom en Dreesmann wordt daarin het volgende geschreven: ‘Na de dood van Jan van Os (13 juli 1910) kwam het beheer der firma in de jeugdige handen van diens oudste zoon Antonius Johannes Maria van Os (…) Toen in 1910 de Manufacturenhandel Vroom en Dreesmann zich in de Grote Houtstraat gevestigd had in het statige herenhuis van de ijzerhandel Stolp en haar tegelijkertijd – of zeer spoedig daarop het perceel Gierstraat 7 (van Heyligers) in de economische schoot was gevallen, lekten wilde expansiegeruchten langs de oude gevels van de Gierstraat, Verwulft en de Grote Houtstraat. In de loop van een twintig jaren waren de geruchten werkelijkheid geworden. Terwijl verkeersverbetering, opheffing van de Paardensteeg, grondruiling en adres aan de Koningin even zovele vruchtbare onderwerpen waren én voor de bittertafels én voor de Haarlemse kranten én voor de vergaderingen van onze vroede, uitgelezen mannen, capituleerde – na Heyligers – de héle buurt voor V&D, met uitzondering van A.J.van der Pigge. Door de goede Spaarnestad holden toen de meest wilde en hardnekkige verhalen over een uiteindelijke aankoop van A.J.van der Pigge: de koopsom zou geweldig zijn, enorm, fantastisch! Zelfs zou V&D behalve de fabelachtige som, nog een spiksplinter nieuw gebouw leveren!. Eigenaardig was evenwel, dat deze sterke verhalen nimmer bevestigd werden door de belanghebbende firma’s! Ontkenning zou toen zelfs niet aanvaard zijn: het was zo…en niet anders…dus uit! In de herdenkingsuitgave, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Vroom & Dreesmann Haarlem (1946), licht directeur Vehmeijer een tip op van deze geheimzinnige, textielrijke sluier. Hij schrijft: “Slechts het pand, waarin ook nu nog de van ouds bekende drogisterij van de firma v.d.Pigge gevestigd is, bleek niet te koop. De heer van Os ontving de Heren van V&D, steeds allervriendelijkst, vond het zeer aangenaam om met hen een buurpraatje te maken over alles en nog wat, behalve over zijn winkelhuis. Hierover viel niet te praten. Na verschillende pogingen, waarbij het zelfs niet eens tot onderhandelen kwam, was het wel duidelijk geworden, dat de heer Van Os beslist voor geen enkele prijs tot verkoop wilde overgaan.” En hiermede stierf een Haarlemse mythe… Inmiddels is V&D’s moderne blokvorm om A.J.van der Pigge heen gelegd. Het oude cachet van Gierstraat is van binnen volledig bewaard, dankzij de smaak en speurzin van de huidige firmant.’
Van V&D tijdelijk naar GATHER Op 17 september 2016 schrijft het Haarlems Dagblad: ‘GATHER LANGER IN V&D -PAND. ‘Het nieuwe Haarlemse winkelconcept Gather mag langer in het voormalige V&D-warenhuis aan het Verwulft blijven zitten. In ieder geval tot het eind van dit jaar, mogelijk nog langer. “De overeenkomst met eigenaar ASR was op 1 september verlopen. Maar we zitten er nog.”, stelt Danny van Heusden van Gather tevreden vast. “We hoeven nu niet voor voor het eind van het jaar uit, dan kunnen we hier nog een mooi oud en nieuw-feestje vieren. Het is niet uitgesloten dat we nog langer kunnen blijven.” De verlenging van het monumentale warenhuis is mogelijk omdat het Canadese warenhuisconcern Hudson’s Bay pas ongeveer halverwege 2017 met ingrijpende verbouwing begint.(…)’.
Voormalige V&D verkocht (Haarlems Dagblad, 29 januari 2022)
2. VROOM EN DREESMANN, filiaal BEVERWIJK
3. ROSENMOLLER EN VEHMEIJER: OPRICHTERS EN DIRECTEUREN V&D HAARLEM
In een interview met Josee Bodewes vertelde de (gepensioneerde) heer Rosenmöller bij die gelegenheid over zijn afkomst, jeugd, loopbaan en nevenfuncties onder meer het volgende in in het Heemsteeds Weekblad van 28 mei 1997: ‘(…) Anna Dreesmann, de zus van de oprichter van V&D was mijn grootmoeder. Per stad waren er vennootschappen en de aandelen in dit concern verdeeld. Mijn vader zat in Den Helder. Hier ben ik dan ook geboren. Mijn oudste broer was echter zwaar astmatisch, voor hem verhuisden wij naar Bergen. Ik was toen vier jaar. Mijn jeugd heb ik grotendeels in dit dorp doorgebracht. Tijdens de oorlogsjaren werd Bergen geëvacueerd. Ook wij moesten die jaren doorbrengen in Alkmaar. Mijn vader reisde op en neer naar Den Helder. Op een van deze trips werd de trein waarin hij zat, beschoten en raakte hij gewond. Vlak daarvoor was mijn broer overleden. Waarschijnlijk door deze gebeurtenissen kregen wij toestemming om naar ons huis in Bergen terug te keren. Tijdens de hongerwinter verhuisden wij terug naar ons huis in Bergen. Verder woonde er niemand. Na mijn middelbare school ging ik als militair naar Indonesië. Als je uit zo’n beschermd milieu komt als ik, is dit en heel bijzondere ervaring. De omgangsvormen, het taalgebruik, het was wel wat anders dan ik gewend was. De hele periode maakte veel indruk, maar ik ben er goed doorheen gekomen. Wat ik er aan over gehouden hebt is mijn liefde voor bootreizen. Op de Oldebarneveld ben ik naar Indonesië gevaren. Een luxe manier omdat het schip toen nog niet omgebouwd was. (…) Voordat Rosenmöller aan een carrière bij V&D mag beginnen, wordt er gekeken of hij er wel geschikt voor is. Na verschillende gesprekken, onder andere met met de oude Dreesmann, wordt hij toegelaten tot de hoger kaderopleiding bij V&D. Na verschillende stage-plaatsen gaat hij, in 1955 , in Den Helder werken en trouwt. Al gauw komen er kinderen. Paul, de oudste , wordt in 1956 geboren, Erik, Rolf en Els volgen. In 1963 verhuist de familie naar De Bronsteeweg in Heemstede. Rosenmöller gaat V&D Haarlem versterken. Het concern is bezig met een eenwording. Tien jaar later is G.R.Rosenmöller districtsdirecteur van de regio Haarlem. Een greep uit zijn nevenfuncties laat zien dat hij ook op andere terreinen blijk geeft van bestuurlijke kwaliteiten; regent van het Sint Jacobs Godshuis in Haarlem, waardoor hij hij jarenlang ook voorzitter was van het verpleeghuis Boerhaave; voorzitter van City Haarlem en bestuurder van Haarlem Promotie; bestuurslid van de Stichting Gravinnehof die werkt aan het hofje van de 21ste eeuw aan het Spaarne; als voorzitter van de Katholieke Bond van Ouderen is hij bovendien een van de oprichters van het COSBO (Centraal Orgaan Samenwerkende Bonden) in Heemstede. Sociaal is Rosenmöller een actief mens. (…)’
GENEALOGIE ROSENMOELLER UIT N.A.Hamers (1967)
In juli 1930 is de zoon van Willem Vehmeyer, Bernard Vehmeyer, directeur van V&D Haarlem geworden.
UIT: N.A.HAMERS genealogieën rond Vroom en Dreesmann; VEHMEIJER
De oudste zoon, drs.H.W.A.Vehmeyer, zich noemende Ernst August Vehmeyer, geboren in 1900 te Haarlem, was eerst verbonden met de zaak te Haarlem en daarna van 1934 tot 1966 aan de Centrale Inkoop, afd. confetie, van Broom & Dreesmann Nederland Coöperatieve Handelsonderneming G.A. te Amsterdam. In 1934 huwde hij te Haarlem met Elisabeth Wentrup, geboren in 1908 te Lüdinghauen als dochter van Franz Wentruo en Auguste Ostrop. Uit zijn huwelijk werden zes dochters en een zoon geboren. De derde dochter Edith huwde in 1965 met Anton Kasdorp.
====================================================================
Plaquette ter herinnering van gesneuvelde Haarlemse soldaat Dirk v.d.Linden op 10 mei 1940 overgeplaatst van voormalig Vroom & Dreesmann pand naar het Noord-Hollands Archief (Haarlems Dagblad, 12 mei 2021)
4. VROOM EN DREESMANN (Haselünne) , DE OPRICHTERS EN AMSTERDAM
5. VROOM EN DREESMANN ALGEMEEN (INCLUSIEF DE ZON, VENDEX, VENDOPOLIS, VENDET, LA PLACE)
Omstreeks 1980 was Vendex een miljardenbedrijf geworden met naast Vroom en Dreesmann, Vendet junior warenhuizen en Vendomus woonwarenhuizen, de volgende bedrijven In de Landscroon, Super Doe, Menuet, Confendix, Kreymborg, Hunkemöller, Frank & Jean, Nieuw Engeland, Claudia Sträter, Bracona, Kijkshops, Dixons, Rovato, Heymans, Groen & Aldenkamp Guco, Rinck, Siebel, Van Reeuwijk, Peek Yachting International, Vendahoy, Vendoto, Edah, Torro, Basismarkt, Konmar, Boekanier, Drogistore, Verduyn,Staal Bnkiers, Staal Effecten, Staal Assurantiën, Vendopolis, Voorschotbank v/h Rotterdamsche Credietbank, Dactylo/Interlance, ISO, Nedsafe total security, Dinet catering, Interhaag, Interhostess, AMD, Vedior E & O, Caral Automatisering, Comgraph International, Techno Holland, Vendagence, Intervendex, Hodon, Tesco, Evro, Vendorado, Delta teledistributie, XP-service, City Courier, Nederlands Taleninstituut, Keurkoop, Lekturama, C.Acta. Verder divisies in België, de Verenigde Staten, Brazilië, West-Duitsland, Oostenrijk en Japan. Ten slotte voor een bepaald percentage deelnemingen in o.a. Kavee, Peek en Cloppenburg, Mac & Maggie en Koninklijke Bijenkorf Beheer. Een totaaloverzicht met beknopte beschrijvingen is opgenomen in een apart hoofdstuk Vendex International van het boek ‘Vroom & Dreesmann; de opkomst en ondergang van het warenhuis (1887-2016), p.369-413.
Verzameling Dreesmann bij Christie’s geveild; door H.Rikken. In: Boekenpost, nummer 60, juli/augustus 2002, pagina 35.
Overigens voorspelde de Zwitser Nicholas Keller (Vendex bestuurder van 1982 tot 1987) al in zijn tijd dat V&D met Anton Dreesmann aan het roer ‘conceptloos de afgrond indook’. Gefocust op ‘mega’ en geld was volgens hem Anton Dreesmanns’ concept ten aanzien van de warenhuizen visieloos. ‘Shopping should be fun’ was niet aan hem besteed, zo min als hij inzag dat de V&D filialen grijs en grauw waren en een uitnodigende uitstraling misten.
RECKAME TEKSTEN VAN GODFRIED BOMANS (1913-1971) VOOR HET WARENHUIS VROOM & DREESMANN IN VERBAND MET SINTERKLAASTIJD 1959 (Uit: Godfried Bomans Weken supplement op deel 3, uitgeven door het Godfried Bomans Genootschap in 1997)
VROOM EN DREESMAN IN ‘s-Hertogenbosch
In zijn herinneringen schreef A.C.R.Dreesmann over de vestiging in Den Bosch met een niet geplande stop in Tilburg het volgende: ‘Toen onze attentie werd gevestigd op Den Bosch gingen Vroom en ik erheen. Onderweg in de trein troffen we een zekere grossier Holthaus die we erover spraken. Hij zei ons dat hij een prachthuis te koop wist in Tilburg. Hij kon ons ten zeerste recommanderen, de eigenaars waren gestorven, en het huis was in handen van een familielid in Utrecht. We reisden dus eerst naar Tilburg om het huis te zien. Het huis beviel ons goed, de stand was uitstekend, het huis groot genoeg, en zo besloten we dan het geheel met de goederen te kopen. Daarna zijn wij naar Den Bosch gegaan, alwaar ons op de eerste stand een huis aangeboden werd door de heer Appel, die ons door de heer Bonnike gerecommandeerd was als een zeer betrouwbaar persoon. In het huis was een kleine manufacturenzaak gevestigd. Wij gingen erheen, en we vroegen nar de prijs. Hij noemde ons een zeer schappelijke prijs waaraan wij niet gewend waren, want we waren er langzamerhand aan gewoon geraakt dat ze ons hogere prijzen vroegen voor huizen op goede stand. Maar, zei hij, ik heb er een voorwaarde bij, en wel: U kunt het huis kopen op voorwaarde dat ik mijn geld erop mg laten staan, en u mij jaarlijks zolang ik leef 10% rente van dit geld zult betalen. Wij hadden hierin veel plezier, en hebben er dan ook direct in toegestemd. Zodoende hadden we tegelijk twee zaken, Tilburg en Den Bosch die bezet moesten worden. Toen gaven wij aan de chef van de Vijzelstraat, Julius Huer, de keus welke van de twee zaken hij wilde bezetten. Ik heb hem persoonlijk Den Bosch aangeraden, maar hij koos Tilburg. Toen Huer dus Tilburg nam hebben wij Den Bosch aangeboden aan Laurens Vehmeyer, die chef was in de Rozenstraat (opvolger van zijn broer Willem). Deze huwde later met mijn oudste dochter Maria. De familie Vehmeyer was eveneens afkomstig uit Haselünne, en woonde naast mijn ouders, terwijl ons beider vaders goede vrienden waren. Wij openden Den Bosch op 7 april 1900 en begonnen er met 8 man personeel en een knecht. De winkel was niet groot, ze had namelijk slechts 5 meter frontbreedte, en was 18 meter diep. Van het begin af marcheerde de zaak naar wens, en zo deed al spoedig de behoefte aan uitbreiding zich gevoelen. In 1902 konden we het naastgelegen huis kopen, en trokken we dit door verbouwing bij de zaak, doch toen allengs de zaken groter omvang aannamen, bleek ook dit op den duur niet groot genoeg meer. en werd in 1914 door nieuwbouw alles onder een dak verenigd. Naast ons was nog een mooi pand gelegen hetwelk we gaarne hadden willen kopen, doch de eigenaar vroeg ƒ 50.000,-, terwijl het huis destijds hoogstens een waarde had van ƒ 20.000,-. Na lange onderhandelingen was de eigenaar ten slotte bereid ons het huis voor ƒ 30.000,- af te staan; aangezien deze prijs ons echter te hoog was hebben wij hem geduid dat wij van de koop afzagen, en verbouwden wij onze zaak in 1914. In 1915 nu overleed de oude eigenaar, en traden zijn erfgenamen weer met ons in onderhandeling. Na schier eindeloze onderhandelingen troffen we de volgende regeling: Wij kregen het huis in eigendom op conditie dat wij een jaarlijkse lijfrente zouden betalen ad ƒ 1.200,- op het leven van een broeder en zuster van de overledene; mocht een van beiden overlijden, dan moet de overlevende een jaarlijkse lijfrente genieten van ƒ 900,-. Na beider overlijden blijft het huis zonder verdere betaling ons eigendom. De zaak ging steeds meer vooruit, en bleek dat het op den duur verdere uitbreiding noodzakelijk zou worden. Waar men echter voor de naastgelegen huizen zulke buitensporige prijzen vroeg, en men bovendien bij aankoop zeer weinig frontbreedte zou verkrijgen, besloten we het gebouw van de Hanzebank en de Gouden Leeuw, een sinds mensenheugenis te Den Bosch bestaand hotel, te kopen. In de loop der laatste jaren zijn daar successievelijk nog 8 panden bijgekocht. Door het kopen van de panden werden wij eigenaar van een steegje waarin nog twee huisjes stonden welke onbewoonbaar waren verklaard, en welk publiek zouden worden verkocht. Wij gaven een stroman opdracht om deze huisjes voor ons te kopen, en werd ons na de verkoping medegedeeld dat we eigenaars waren geworden voor de kapitale som van ƒ 375,-. voor de twee. In 1929 werd met sloping der oude panden en de nieuwbouw begonnen en november 1931 werd de nieuwe zaak geopend. Het gebouw heeft een kelder en 5 bovengrondse verdiepingen, terwijl het bebouwde oppervlak 1.800 vierkante meter bedraagt. De oude zaak wordt eveneens voor zover nodig verbouwd en ingericht als meubel- en beddenzaak. In 1929 is de zoon van Laurens Vehmeyer, August Vehmeyer, mede-directeur geworden.’
VROOM & DREESMANN IN ARNHEM
A.C.R.Dreesmann schreef in zijn herinneringen het volgende over V & D Arnhem: ‘Mijn achterneef George Berentzen deed in Alkmaar zaken met zijn broer Ferdinand, onder de naam gebrs. Berentzen. George Berentzen raakte geëngageerd met Tony Schiermann, en wilde na enige tijd huwen. Wijl echter de zaak in Alkmaar niet voldoende opleverde om twee gezinnen te onderhouden, begon hij op 15 april 1894 een nieuwe zaak te Arnhem in de Rijnstraat hoek Kortestraat. Hij had de toezegging van ons dat hij onbeperkt mocht deelnemen in alle door ons gekochte partijen. Ongeveer anderhalve jaar daarna, toen de zaak reeds flink vooruit ging, kon hij een deel van het pand van Peek en Cloppenburg te Arnhem huren. Hij had echter niet voldoende geld om de zaak op grotere voet te drijven, en toen stelden Vroom en ik hem voor om verder voor gezamenlijke rekening zaken te doen. Na overleg met zijn schoonvader ging Berentzen hiermede accoord en op 1 april 1896 werd de nieuwe zaak onder de naam Vroom & Dreesmann geopend. Enige tijd daarna hoorde Berentzen door toeval dat het huis van Peek en Cloppenburg in de Roggestraat, hoek Velperplein, te koop was, met men hen een ander hoekhuis kon aanbieden. George Berentzen, wetende dat ik goed met Peek bevriend was, wilde niet rechtstreeks met Peek en Cloppenburg onderhandelen, en dus moest ik erop af, en het bleek toen dat zij ons dit helemaal niet kwalijk namen en zo kochten wij het pand, en kochten voor Peek en Cloppenburg het hoekhuis Rijnstraat-Kortestraat, waarmede men accoord ging. De omzetten gingen steeds vooruit en de zaak werd telkens vergroot door bijkoop van omliggende panden. In de jaren 1929-1930 zijn nog verschillende huizen bijgekocht van een Hypotheekbank, het bekende huis van Franken, en de stallen van Riemer. Tevens werd toen begonnen met de verbouwing, en op 5 maart 1933 werd de nieuwe zaak geopend. Het gebouw is prachtig gelegen op het Velperplein, en is een bezienswaardigheid voor Arnhem. Er is nog voldoende mogelijkheid voor expansie aanwezig, aangezien de oude panden van de Firma Riemer nog niet geheel bij de nieuwbouw zijn betrokken.’
Over het begin van de V& D vestiging in Eindhoven noteerde A.C.R.Dreesmann het volgende: ‘Op zekere dag kwam Henri Baekers van de Firma Baekers en Raymakers bij Laurens Vehmeyer, en bood hem in Eindhoven een huis aan in de Rechtestrat 5. Vroom en ik gingen er met Vehmeyer heen om het huis te zien. Eindhoven telde destijds met de randgemeenten reeds ongeveer 25.000 inwoners en bood goede vooruitzichten aangezien de industrie zich geweldig ontwikkelde. Zo besloten we dan het huis te nemen, en huurden het voor ƒ 1.000,- per jaar met recht van koop voor ƒ 18.000,-. Nadat aan het huis verschillende kleinere veranderingen waren angebracht openden we de zaak op 28 maart 1908. De snelle ontwikkeling van Eindhoven is ook an onze zaak ten goede gekomen, en we mogen gerust zeggen dat wij met die ontwikkeling gelijke tred hebben gehouden. De zaak breidde zich meer en meer uit, en we moesten al spoedig tot aankoop van meerdedre percelen overgaan en zo kochten we successievelijk nog twee huizen in de Rechtestraat en vijf in de Vrijstraat, terwijl eveneens een achter onze huizen gelegen brouwerij voor ƒ 50.000,- werd aangekocht. Deze brouwerij alleen besloeg reeds een oppervlakte van 1100 vierkante meter. Allengs werden deze huizen bij de zaak getrokken doch vormde het geheel geen mooi complex, zodat besloten werd een geheel nieuw gebouw op te trekken. Het eerste gedeelte hiervan werd voltooid en geopend in October 1930. De economische toestand, en speciaal van een stad als Eindhoven waar een groot deel van de bevolking afhankelijk is van de industrie welke ten zeerste met de malaise heeft te kampen, is echter zodanig dat de voorzichtigheid gebiedt den afbouw tot betere tijden uit te stellen.’
Ansichtkaart Vroom en Dreesmann Alkmaar (Delcampe)
Collage Vroom en Dreesmann Haarlem. Uit hoofdstuk: 50 jaar Propaganda, 1896-1946.
Magneet ‘Shalom Israël’, Israël bij Vroom en Dreesmann (Delcampe)
Het boek: Samenvatting van de genealogieën der geslachten verbonden met het concern Vroom & Dreesmann (Nijmegen, 1957), bevat de volgende hoofdstukken: – Voorwoord door drs. R.Vroom; – Inleiding; – Anton Dreesmann en Willem Vroom, – Kwartieren van Anton Dreesmann’- Filiatie van Anton Dreesmann, – Kwartieren van Willem Vroom, – Fililatie van Berend Vroom, – de familie Tombrock, – Theissling, – Schiermann, – Huer, – Taphorn, – Witte, – Holt, – Dreesmann, – Rosenmöller, – Berentzen, – Vehmeyer, – Schlatmann, – Barge, – Kerckhoff, – Többen, – Langen, – Wentrup, – Vroom, – Muller, Vinke; – Register van vestigigingen van Vroom & Dreesmann; – Register van persoonsnamen.
BIJLAGE TOMBROCK uit N.A.Hamers, 1957
VOOR MEER NOSTALGIE IN RELATIE TOT VROOM EN DREESMANN WORDT VERWEZEN NAAR FACEBOOK, groep ‘Vroom en Dreesmann’. Met dank ook aan Olav van Dijk voor ontvangen correcties en aanvullingen.
BIJLAGE: De droom van Willem Deesmann; de ondergang van het Dreesmann-museum en de slag om de zoutvaten. Uit: Ons Amsterdam, juli/augustus 2018
Wilhelmus Hermannus VROOM. door H.P.h.Hondelink, in: Biografisch Woordenboek van Nederland, del 5. 2001, p. 531-533.
Anton Caspar Rudolph DREESMANN; door H.Ph.Hondelink, in: Biografisch woordenboek van Nederland, deel 5, 2001, p.108–110
Incidenteel gaf Vroom & Dreesmann een boek uit, zoals van Remco Campert. Zachtjes neerkomen, 1989
Opdracht Remco Camoert in boekje’Zachtjes neerkomen’ (Heemstede collectie NHA, archiefdoos 377 (2))
ANSICHTKAARTEN MET AFBEELDINGEN VAN VROOM & DREESMANN
====
Vermoedelijke sluiting van alle 15 filialen van het warenhuis Hudson’s Bay met ingang van 2020
De Amsterdamse architect Jan Kuijt (1884-1944) was een rooms-katholiek architect die talrijke winkelgebouwen in opdracht van Vroom en Dreesmann heeft ontworpen, o.a. in Haarlem, Den Haag, Dordrecht, Maastricht, Utrecht en Enschede. In Beverwijk in opdracht van de V&D directeur Haarlem: W.Vehmeyer
In 1987 verscheen een fraaie geïllustreerde uitgave: 100 jaar VROOM & Dreesmann 1887-1987. 63 pagina’s
Jetty Tempelman gezegd:
Goedendag,
Wat vind ik het altijd leuk om weer zoân bericht te ontvangen.
Ik laat u even weten dat ik inmiddels een ander emailadres heb: h.j.tempelman@ziggo.nl
Vriendelijke groet,
Jetty Tempelman
En voor de site: je bent Bennebroeker als zijn we op zoek naar wat er links op deze afbeelding staat.
Mijn vermoeden is dat er een broodbakkerij heeft gestaan.
Weet u daar iets van? Het gaat om het rechterhuis, nog voor de Rohellerzandvaart. Op iets latere kaarten is het afgebroken Ik heb er meer afbeeldingen van
Eric Vehmeyer gezegd:
Zeer geachte Krol
Dank voor uw artikel over V&D Haarlem. Sta mij echter toe twee correcties aan te geven. Het betreft onderschriften bij twee foto’s. Onder een foto van mijn vader Bernard H.M. Vehmeijer (directeur van de NV Haarlem en in zijn laatste jaren voorzitter van het hoogbestuur van het landelijk overkoepelende bestuur van V&D. Dit als eerste en enige niet Vroom of Dreesmann). Onder deze foto staat “Willem Carl Vehmeijer, mede oprichter V&D Haarlem”. Willem Carl is de vader van Bernard H.M en mijn grootvader. Mijn vader was directeur van de dertiger jaren tot zijn dood in 1963.
De foto met onderschrift ” zoon Bernard die het werk als directeur van V&D voortzette” is een foto van Max Vehmeijer (jongste broer van Bernard H.M.) die samen met George Rosenmöller de directie van mijn vader hebben overgenomen.
Met vriendelijke groet.
Drs. Eric J.B.M. Vehmeyer
Hans Krol gezegd:
Met dank voor ontvangen correcties, die heden gaarne zijn aangebracht!
Van Dijk gezegd:
Prachtig en zeer uitgebreid. Voor iedereen die dierbare herinneringen heeft aan V&D, is er ook een groep gestart op Facebook, onder de naam “V&D – Vroom en Dreesmann – herinneringen en nostalgie”
https://www.facebook.com/groups/557643317732605/
Deze groep is er niet alleen voor voormalige medewerkers, maar ook voor klanten en andere belangstellenden.
Roger Pluijm – Schiedam gezegd:
Dit is geen weblog maar compleet boek – chapeau!
Sta ook mij toe tot ‘eenige’ aanvullingen:
* Foto: Vroom en Dreesmann-gebouw Amsterdam wordt in 2017 Hudson’s Bay
= Dit is een impressie van het in wording zijnde “Haussmann-pand”
* Foto: Opheffingsuitverkoop Vroom & Dreesmann in februari 2016
= Dit is V&D Den Haag Leyweg, foto mogelijk zomer / herfst 2014 – sluiting 1 februari 2015.
Filiaal Leyweg is in haar nadagen verminkt door wanstaltige ombouw, het originele pand was al niet meer herkenbaar. René van den Abeelen (*1957) heeft zijn herinneringen opgetekend.
Florianne M. van Hees-Simons gezegd:
Geachte heer Krol,
Met belangstelling nam ik kennis van uw blog over het V&D-filiaal te Haarlem; ik bemerkte een kleine fout onder het onderschrift bij de foto van het Dreesmann-museum, aan de Joh. Vermeerstraat te Amsterdam: de collectie bijeengebracht door Willem J.R. Dreesmann werd niet geveild bij Christie’s, maar bij Frederik Muller & Cie, een beroemd veilinghuis te Amsterdam, destijds gevestigd in het centrum van de stad, ik meen in de Nieuwe Doelenstraat. Misschien kunt dit onderschrift aanpassen.
Overigens zou ik voornoemd artikel graag afdrukken, zodat ik het onderweg van huis naar werk vv kan lezen.
Vriendelijke groet,
Florianne van Hees
Hans Krol gezegd:
Klopt, had ik moeten weten als abituriënt van de voormalige Frederik Muller Academie, en wordt gaarne gecorrigeerd.
Dennis Benneker gezegd:
Mijn complimenten. Fijn om alles rustig door te kunnen lezen.
wellicht zag ik 1 foutje onder een foto staan van een plakkaat van de zon (in jugenstil stijl). Daaronder staat magazijn de zon/Vroom & Dreesmann Eindhoven, dit moet volgens mij Deventer zijn want die heeft zo’n plaquette aan de gevel hangen.
Hans Krol gezegd:
Met dank en is heden gewijzigd.
willemien gezegd:
Wat een mooie en ‘brede’ tekst. Dank u.
(Ik stuitte op een foto die flink bewerkt is. Het gaat om de Klein Duimpje en de reus-foto. Daar is het voormalige V&D-pand flink hoger gemaakt dan in het echt. Misschien goed om te vermelden).
Robert gezegd:
raar staat niets over dat ze in de oorlog met de Duiters samen werkten Hebben zo “Grand Bazaar de la Paix” van de Fam v Dijk die met 43 familieleden zijn vermoord door de Duitsers in Den Haag gekregen toen failliet laten gaan en ± 1.4 Miljoen gulden opgestreken !! Dat is dus roof erfgoed van Joden waar zij mee handelden?? Staat niets over vermeld
Nico gezegd:
In de tekst staat dat Dreesman eerst ZONDER Vroom een zaak in de 2e rozendwarsstraat begon in 1912.
Later in de rozenstraat 143-145
Maar op de foto uit 1907… is duidelijk de naam van Vroom ook te zien.
Waar gaat het mis?
Hans Krol gezegd:
Afgebeeld is een foto van de allereerste zaak van Anton Dreesmann. September 1878 begon hij – in 1871 vanuit Haselünne in Amsterdam gekomen – een eigen manufacturenwinkel in de Tweede Rozendwarshoek 24, hoek Rozenstraat. Het ging goed en het jaar daarop opende hij een tweede winkel daar pal tegenover: Rozenstraat 145. Daar ging hij gehuwd boven wonen met Helena Tombrock. Haar zuster Francina huwde in 1883 Willem Anton uit Veendam, 0ok goed katholiek en eigenaar van een stoffenwinkel op de Wittenburg. In mei 1887 begonnen Anton Dreesmann en Willem Vroom samen een nieuwe zaak: De Zon, Rozenstraat 70. De vennootschap Vroom & Dreesmann was daarmee geboren (informatie: Peter Paul de Baar, Oneindig Noord-Holland).
Pingback: Bedrijfsbusje en personenwagen branden uit in Haarlem – Zvakt
Pingback: Willem Vroom, Groningse grondlegger van Neêrlands succesvolste warenhuis - darch media
miep bakker gezegd:
is er een foto van Agnes Franziska Bernardina Borgloh 1886-1949 gehuwd met Reinhard Hermann Ferdinand Carl Berentzen
Pingback: De vooroorlogse Vroom en Dreesmann aan de Grote Markt I: begin tot aan verbouwing 191 – Wonen in Nijmegen