Tags
Alice Nahon, antiquaren De Bruyne, antiquariaat Garcia, bibliotheek Aalst, Griote Raad van Mechelen, Henri Dierickx, Jos Torfs, kardinaal d' Alsace, Lezerstypen bibliotheek Schoten, Margaretha van Oostenrijk, Rechtbankbibliotheek, seminarie Mechelen, Stadsarchief Mechelen
HET PREDIKHEREN IN MECHELEN: NIEUWE INNOVATIEVE BIBLIOTHEEK ALS CULTURELE HOTSPOT VAN MECHELEN EN VLAANDEREN
Breaking news: op donderdag 7 november 2019 is bekend geworden dat Het Predikheren in Mechelen de ARC19 Interieur Award heeft gewonnen, uitgereikt aan Korteknie Stuhlmacher ism Callebaut en Bureau Bouwtechniek. “Het project is een onbedoeld kunstwerk”, oordeelde de jury.
6 oktober 2020: Vlaamse Onroerendgoedprijs voor bibliotheek Het Predikheren in Mechelen. ‘De stadsbibliotheek van Mechelen in een zorgvuldig gerestaureerd 17e eeuws klooster krijgt de Onroerendgoedprijs. “Duurzaam, tijdloos en laagdrempelig” zegt de jury. Naast een bibliotheek is Het Predikheren ook een publieke parkzone en een trefpunt. Ook de publieksprijs is voor de nieuwe stadsbibliotheek. Andere kanshebbers waren het Gruuthusemuseum in Brugge en Sint-Niklaaskerk in Westkapelle’.
Mechelen, gelegen in de Vlaamse provincie Antwerpen, is met ongeveer 87.000 inwoners de vijfde grootste stad van België. Het is een gemeente met een rijke culturele traditie. Bezienswaardig zijn onder meer de Sint Romboutskathedraal, museum het Hof van Busleyden, de verbouwde Dossinkazerne met nieuwe museale functies inclusief het stadsarchief met erfgoedbibliotheek, en het paleis van Margaretha van Oostenrijk. In het historische Schepenhuis, het eerste stenen ‘stadhuis’ van Vlaanderen, vergaderde tussen 1504 en 1609 de Grote Raad van Mechelen, vanaf de 15de eeuw het hoogste rechtscollege in de Nederlanden.
Met ingang van september 2019 is hier een nieuwe culturele hotspot bijgekomen: het voormalige klooster van de Dominicanen ofwel Predikheren is na een grondige verbouwing van enkele jaren de vestiging van de openbare stadsbibliotheek .
In de loop van de jaren ben ik verscheidene keren in de stad Mechelen geweest, de laatste maal op 1 september 2019 en kon ik vol bewondering het resultaat van dit deel van een groot stadsvernieuwingsproject aangeduid met ‘Tinelsite’ bewonderen.
Na Gent beschikt Vlaanderen thans over een tweede drukbezochte innovatieve bibliotheek met boeken als uitgangspunt, maar tevens een centrum van literaire, sociale en culturele activiteiten. De nieuwe naam luidt met een verwijzing naar het verleden: ‘Het Predikheren’ Zowel het vroegere klooster als de kapel maken deel uit van het cultureel erfgoed van België. De abdij is klaar voor heden en toekomst, aan de restauratie van de daarnaast gelegen kerk wordt momenteel gewerkt.
De predikheren in Mechelen, bouwactiviteiten van 1655 tot 1793
In 1651 zijn de aanwezige paters dominicanen uit ’s-Hertogenbosch, waar men sinds 1253 verbleef, uit de stad door protestanten verdreven en na een kort verblijf in Boxtel vertrok men naar Mechelen. Aangetrokken door de Zuidelijke Nederlanden waar de Reformatie minder vat op de bevolking had gekregen. Een omvangrijk klooster werd gebouwd: een naar het oosten gericht gebedshuis en een aanpalend vierkantig kloostercomplex rond een centraal pandhof. Los van de abdij kwam o.a. een brouwerij tot stand om inkomsten voor de priesters te genereren. Begin 18de eeuw is de kapel vervangen door een barokke kloosterkerk. Karakteristiek voor de dominicanen en trouwens de meeste kloosterordes was de aanwezigheid van een bibliotheek. (1).
In fasen uitgevoerd heeft de bouw van het complex meer dan tachtig jaar in beslag genomen. In 1796 in de Franse Tijd kwam aan het religieuze kloosterleven een einde en moest men de deuren sluiten. Aanvankelijk zijn in het pand hulpbehoevende ouderen ondergebracht en zijn kloostercellen samengevoegd tot zalen. In 1809 kreeg het bouwwerk een nieuwe bestemming als militair hospitaal, school, krijgsarsenaal en kazerne, een periode die uiteindelijk tot 1975 zou duren. De kloosterkerk werd artilleriemagazijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben hier Duitse bewakingstroepen onderdak gevonden. Inmiddels, mede na jaren van leegstand behoorlijk geruïneerd, volgde in 1979 de bescherming als monument. De gemeente heeft het pand aangekocht en met ingang van september 2019 is het de huisvesting van de openbare stadsbibliotheek nieuwe stijl als nieuwe cultuursite in de stad.
(1)Over de 16e/17e kloosterbibliotheek van de Minderbroeders in Mechelen (tot opheffing in 1796) publiceerde H. Oom een bijdrage in ‘Franciscana’, 46 (1991), p.37-56.
‘Een adembenemend, literair wellnescentrum’ (Gazet van Antwerpen)
Van volksboekerij naar openbare en digitale ontmoetingsbibliotheek
In de 18e en 19e eeuw waren er enkel parochiale boekerijen en later ook commerciële lees- ofwel winkelbibliotheken. In juli 1865 is met om te beginnen 709 boeken een volksboekerij gesticht, in de Hallen waar enkel ‘goede’ dat wil zeggen literaire en populair-wetenschappelijk lectuur werd aangeschaft. Zich richtend op volksontwikkeling, los van de al in 1760 opgerichte stads(bewaar)bibliotheek, tegenwoordig aangeduid met erfgoedbibliotheek en sinds 1844 verbonden aan het Stadsarchief van Mechelen. In het katholieke Mechelen was het initiatief voor de oprichting overigens uitgegaan van de liberalen. De collectie bestond aanvankelijk grotendeel uit schenkingen van welvarende, voornamelijk Fransprekende burgers. Uit de stadskas moesten Nederlandstalige boeken worden aangeschaft. Politieke propaganda en aanstootgevende publicaties werden geweerd. Weliswaar was die grens vaak moeilijk aan te geven. Voorts ontstond een discussie of de boeken vanuit het magazijn moesten worden opgehaald en uitgeleend dan wel in openbare kasten voor het publiek beschikbaar gesteld. Al in 1905 stichtte M. Sabbe in Mechelen een kinderleeszaal. Na de vestiging in de Hallestraat kwam de bib terecht in het Oud Bisdom in de Vooghtstraat, toen met de stadsbibliotheek naar het Schepenhuis, dan naar een pand aan de Wollemarkt.
Vandaar is verhuisd naar de Minderbroedersgang 3 met dichteres Alice Nahon driejaar als diensthoofd (zie bijlage 5). Ten slotte naar de Gebr. Verhaegenstraat, en Moensstraat, sinds 1972 menigmaal door mij bezocht. De jaarverslagen tonen aan dat de aantallen uitleningen steeds bleven stijgen. Een eerste gedrukte catalogus verscheen in 1872. Vanaf 1918 is de collectie, vooral onder impuls van de secretaris der bibliotheekcommissie E.Buskens, uitgebreid met veel informatieve boeken.
Nieuw meubilair is aangeschaft en een efficiënter uitleenstelsel geïntroduceerd.Geleidelijk is de depotfunctie omgezet in open uitleen. Een lijst van verboden boeken, een soort index, zij het vooral bedoeld voor jongere lezers, werd afgeschaft.
Eind 1927 publiceerde de NRC (overgenomen door het Nederlandse vakblad ‘Bibliotheekleven’: ‘Op het den tweeden Kerstdag van 1927 te Mechelen gehouden Congres voor Vlaamsche bibliothecarissen is gebleken, dat het aantal volksboekerijen in het Vlaamsche land, dank zij mede de werking van het door Lode Baekelmans voorgezeten Verbond van Vlaamsche bibliothecarissen, sedert den oorlog aanzienlijk is toegenomen. Zoo is er in het arrondissement Mechelen, dat 40 gemeenten telt, slechts eéne zonder bibliotheek en bestaan er 59 erkende bibliotheken, beschikkende over 151.000 boeken, met 16.000 lezers en 229.000 uitleeningen. De heer Baekelmans deelde op dit congres ook nog mede dat het Verbond van Vlaamsche bibliothecarissen voor zijne leden, in Augustus 1928, een gezamenlijke studiereis organiseert, waarbij de voornaamte volks- en universiteitsbibliotheken te Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem en Amsterdam zullen worden bezocht’.
Dieptepunt in de historie betrof een grote uitslaande brand in 1962. Het vuur ontstond op de bovenverdieping van de bibliotheek, waar zich zo’n 30.000 boeken en tijdschriften bevonden. Een menselijke ketting is gevormd en dankzij vrijwilligers konden nog duizenden boeken van de eerste verdieping worden ontruimd en naar de jeugdbibliotheek aan de overzijde van de straat gebracht. De leeszaal en haar bezit ging geheel verloren.
In 1999 breidde de instelling zich uit en is de entree verplaatst naar de Moensstraat. Van de bibliothecarissen dient de naam van Jos (Jozef) Torfs (1911-1999) met ere genoemd te worden, die van 1948 tot 1976 de instelling heeft geleid en uitgebreid. Ik ontmoette hem eenmaal in 1975 bij een symposium, georganiseerd door André Verberckmoes, directeur van de bibliotheek van Beveren-Waas. In 1945 was J.Torfs bekroond met zijn uit 1943 daterende publicatie: ‘Lezerstypen in de O.B. te Schoten’ (1). De benaming (volks)bibliotheek, is later gewijzigd in ‘Stadsbibliotheek’ en in 1948 nogmaals veranderd, in: ‘Stedelijke Openbare Bibliotheek’. Torfs heeft in het eerste jaar van zijn bewind ongeveer 6.000 in zijn ogen ‘snertromannetjes’ uit de collectie verwijderd, daarvoor betere boeken, waaronder ook anderstalige publicaties in de plaats daarvan zijn aangeschaft, In 1965 is het eeuwfeest van de bib onder meer herdacht en gevierd met een expositie ‘Boek en Bibliotheek’ in het Cultureel Centrum van Mechelen. Moest voordien voor inschrijving worden betaald, in 1966 werd deze kosteloos voor kinderen. Jos Torfs pleitte in 1969 voor het behoud van de traditionele zondagsdienst. Dit zijn immers de piekuren. Datzelfde jaar werd een fotokopieerapparaat aangeschaft en is gestart met een informatiedienst bestaande uit documentatiemappen en krantenknipsels. Verder richtte hij een eigen binderij op en een lees- en studiezaal met encyclopedieën, woordenboeken, naslawerken e.d. Er komen dan ook filialen, te beginnen in de gemeenteschool in de Acasiastraat en nadien nog een dertiental in andere gemeentescholen, naast vijf uitleenposten. In 1n 1956 werd een afzonderlijke jeugdbibliotheek geopend. Nadien verhuisde deze afdeling naar de Korenmarkt. Dr. Ger Schmook (1898-1985) bibliothecaris en literatuurhistoricus geeft in zijn memoires ‘’Stap voor stap langs kronkelwegen; gedenkschriften’, 1976, hoog op van Torfs en schrijft: (…)‘Het was Jozef Torfs, sedertdien de wegbereider van het werkelijke en enige Openbare Bibliotheek-type voor zoveel steden en gemeenten, eens voorzitter van de sectie ‘Openbare bibliotheken’ in de I.F.L.A., ook eens voorzitter van de ‘Hoge Raad voor openbare bibliotheken’, dynamisch organisator en vernieuwer; zijn grote triomf blijft onder stimulator Minster Spinoy de gedurfde oprichting en inrichting van het Mechelse bibliotheekkompleks met diverse media waarvan vroeger reeds gedroomd werd voor Antwerpen zelf…’ Willy van de Vijver schrijft in het hoofdstuk ‘Van stadsbibliotheek naar stedelijke erfgoedbibliotheek (1949-2010) in ‘Gedrukte Stad’ onder meer ‘(…) De verdere ontsluiting van de bibliotheek kende na 1950 een gunstig verloop, mede door de begeleiding die vanuit de Stedelijke Openbare Bibliotheek geboden werd. Hoofdbibliothecaris Jos Torfs (1911-1999), die in deze periode de werking van deOpenbare Bibliotheek grondig vernieuwde en aldus een ongekend elan gaf, was lid van de Raad van beheer van het archief en de musea en onderhield goede contacten met stadsarchivaris René de Roo.Als gevolg hiervan werden tussen beiden goede afspraken gemaakt betreffende de afbakening van de te verwerven collecties en de te volgen catalografiche regels.’
In 2015 is het 150 jarig bestaan van de bibliotheek gevierd. In dat jaar bedroeg het aantal uitleningen rond de 250.000 aan 15.800 ingeschreven leden, een sinds jaren stabiel aantal.
Op 31 augustus 2019 is verhuisd vanuit de Moensstraat naar Het Predikheren aan de Generaal de Stassartstraat, waar bibliotheekbezoek een belevenis moet zijn. Men kan boeken, dvd’s e.d. niet enkel lenen, maar men vindt hier ook een restaurant en bistro, kan relaxen in de binnentuin. Exposities, lezingen, cursussen , workshops en voorstellingen worden gegeven. Kortom men kan hier ontsnappen aan de drukke buitenwereld , inspiratie en kennis opdoen, waar men zoals cultuurschepen Björn Siffer, benadrukte: ‘letterlijk en figuur op verhaal kan komen.’ De nieuwbouw in de oudbouw is gerealiseerd door Korteknie Stuhlmacher Architecten uit Rotterdam. In samenwerking met het Duitse ontwerpbureau Hild und K Architekten.
Sinds 1975 stond het gebouw leeg, 7 jaar later, namelijk in 1982, heeft de stad Mechelen het geruïneerde kloostercomplex gekocht om het in 2000 aan een projectontwikkelaar te verkopen. In 2010 kocht de stad het nogmaals aan. Het jaar daarop is het besluit genomen het pand in te richten als openbare bibliotheek. De voormalige kloostertuin was intussen omgevormd tot buurtplein. Lekkages, schimmels en insecten veroorzaakten instabiliteit waardoor men in 2012 en 2013 werken uitvoerde om het complex voor de toekomst te behouden. Voor de renovatie is een architectuurwedstrijd uitgeschreven, gewonnen door het Rotterdamse bureau Korteknie Stuhlmacher Architecten, met architect Mechtild Stuhlmacher. Men werd voor de restauratie geassisteerd door Callebaut Architecten en Bureau Bouwtechniek. In 2015 is begonnen met de uitvoering van werkzaamheden. Als aannemer voor dak- en gevelrestauratie trad de firma Renotec op. Ongeveer 25 miljoen euro bedroeg uiteindelijk het budget voor de totale renovatie. Voor de helft is dat bedrag gefinancierd door de stad Mechelen, de andere helft met erfgoedsubsidies van de Vlaamse overheid. Tijdens de werkzaamheden zijn eind 2015 zo’n 55 grafstenen uit de 16e en 17e eeuw ontdekt, die in de bibliotheek zijn geïntegreerd. Eén van zerken vertelt als opschrift hoe de Predikheren ’s-Hertogenbosch moesten verlaten en in Mechelen belandden. Een andere vondst betrof een aantal ingemetselde, gemummificeerde, katten.
Over met name de ontdekte grafstenen bereidt archeoloog Bart Robberechts momenteel een publicatie voor. Na de herbestemming maakt de nieuwe bibliotheek deel uit van een ambitieus ontwikkelingsproject aan de rand van het centrum samen met een nieuw park, te bouwen woningen en het recent gebouwde Holocaust-Museum. De naast het klooster gelegen kerk is nog niet gerestaureerd en krijgt in de toekomst een bestemming als polyvalente ruimte voor de organisatie van sociaal-culturele activiteiten. De kloosteringang naast de kerk werd de hoofdingang van de bibliotheek. Het binnenplein biedt ook ruimte voor optredens. Op de eerste verdieping bevindt zich de oude kloosterbibliotheek die is ingericht als stille studie- en werkzaal, met een tijdschriftenaanbod. Daarnaast op dit niveau zijn vergader- en leskokalen, die tevens kunnen dienen als studieruimtes voor studenten of plekken voor coworking ten behoeve van flexwerkers. De hogere verdiepingen en de zolder onder de dakconstructie zijn omgebouwd tot de nieuwe locatie .
Voor de sluiting van de bibliotheek in de Moensstraat konden Mechelaars al meer boeken lenen dan normaal, namelijk dertig exemplaren voor 100 dagen. De actie was een groot succes, want bezoekers leenden in de maand juli 47.000 materialen, ofwel dubbel zoveel vergeleken met dezelfde periode in 2018, In het nieuwe gebouw zijn alle apparaten om zelf boeken te registreren vernieuwd.
Voorafgaande aan de verhuizing konden in de maand augustus geleende boeken al worden teruggebracht bij een slimme inleverbus in de gevel aangebracht van Het Predikheren en op 13 augustus kon al het drieduizendste boek worden geregistreerd.
Flamboyante opening op 31 augustus 2019: de parade der boekendragers (foto’s van Sven van Hazendock van de Gazet van Antwerpen)
Zaterdag 31 augustus opende de nieuwe bibliotheek met een bonte stoet van vele honderden Mechelaars dwars door de binnenstad van het oude pand naar het nieuwe boekenpaleis Het Predikheren. Iets van gelijke strekking heb ik in Nederland nog niet meegemaakt. Tot 23 uur in de avond kon het publiek kennismaken met de nieuwe bib. De opening was één groot feest waar een zinderende stoet van boekenliefhebbers aan vooraf ging. Artistiek coördinator van de feestelijkheden Bart van Gyseghem scandeerde: ‘Geen bibliotheek zonder volk, geen volk zonder bibliotheek’. Vooraf werd gerekend op duizend deelnemers aan de kleurrijke optocht, maar dat werden er zo’n 1.700.
Het Predikheren heeft een nieuwe huisstijl met een eigentijds logo, waarin de historie is verwerkt. Het ontwerp van de huisstijl is van Concept- en Ontwerpbureau ‘Het Echte Werk’ uit Rotterdam. Het oogt modern, stijlvol en herkenbaar. In de grillige P-vorm van het logo ziet men de contouren van het voormalige Predikherenklooster.
De zalen in Het Predikheren zijn vernoemd naar personen die zich hebben ingezet voor mensenrechten, te weten: Nelson Mandela, Eleanor Roosevelt, Emile Zola, Fatima el Mernissi, Hannah Arendt en Salman Rushdie.
Bijlage 1: DE ERFGOEDBIBLIOTHEEK VAN MECHELEN IN HET STADSARCHIEF
In 1760 is in Mechelen een stadsbibliotheek opgericht, ook aangeduid als ‘Bibliothèque Publique’. Deze staat los van in 1865 opgerichte Volksbibliotheek, de latere openbare bibliotheek.
De grootte van de stadsbibliotheek, bedoeld als bewaarinstelling, was aanvankelijk bescheiden van omvang. Tijdens het Franse Bewind (1794-1815) slaagde de stad erin de collectie uit te breiden met delen van bibliotheken van onder meer de Grote Raad van Mechelen, kardinaal-bibliofiel d’Alsace en het Groot Seminarie.
Die boekerijen waren namelijk gedurende deze periode in beslag genomen. Vele boeken werden verkocht, naar Parijs of Brussel overgebracht of nadien teruggegeven, maar een niet onbelangrijk deel bleef in stedelijk bezit. Hoewel in omvang sterk gegroeid, kende de bibliotheek in de verdere eerste helft van de 19de eeuw een sluimerend bestaan als stedelijk boekendepot. In 1844 is de bewaarcollectie van de stadsbibliotheek toegevoegd aan het stadsarchief wat de collectie en bewerking ten goede kwam. De nadruk bij aanschaf kwam te liggen op algemene wetenschappelijke literatuur. Na de Tweede Wereldoorlog maakte de brede wetenschappelijke benadering meer plaats voor algemene en lokale/regionale geschiedenis. De benaming Stadsbibliotheek wijzigde in Historische (bewaar)bibliotheek. Tegenwoordig is sprake van Stedelijke Erfgoedbibliotheek. Gevestigd in het Hof van Habsburg, in 1756 gebouwd als infanteriekazerne en sinds 1936 Dossinkazerne geheten.
De collectie bleef groeien. Belangrijk hierbij waren de aanwinsten van de verzamelingen van bibliofielen als Armand de Perceval, Bernard en Auguste de Bruyne (1), Henry Cordemans de Bruyne [in 1949 is diens ‘Bibliothèque Malinoise’ aan de stad Mechelen verkocht], Willy Godenne, Willem van Caster en Henry Joosen. Anno 2019 omvat de collectie meer dan 33.000 titels. Via verscheidene projecten, zoals dat van Short Title Catalogus Vlaanderen wordt gewerkt aan de verdere ontsluiting ervan.
(1)Uitvoerige informatie over boekhandelaren Bernard de Bruyne (1773-1839) en zoon August de Bruyne (1813-1889) door Piet J.Buynsters, ‘Geschiedenis van antiquariaat en bibliofilie in België (1830-2012)’. Van de zolder tot de kelder lagen 100.000 tot 150.000 boeken opgeslagen. In de winkel had Bernard de Bruyne het rijmpje opgehangen: ‘In dit huys – Tot vrouwen kruys – Is geen hoekje – Of daar steekt een boekje’. In het tijdschrift ‘De Gulden Passer’, nieuwe serie 13 (1935) publiceerde L.le Clercq een artikel: ‘Les de Bruyne, libraries, antiquaires et bibliophiles malinois (1810-1890)’.
Sinds 1991 wordt in december 2019 voor de 28ste keer een Internationale Antiquarenbeurs gehouden in het Cultuurcentrum van Mechelen, een vroegere Minderbroederskerk. Het was destijds een initiatief van Jacques Garcia, Wim de Goeij, Leo Kerssemakers en Johan Waes.
Met dit jaar 40 deelnemers uit België, Nederland, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje. De laatste jaren bezoek ik bij excursies naar Mechelen het antiquariaat in Onder-den-[Rombouts]Toren 6, geleid door Isabelle Garcia die de winkel, gespecialiseerd in oude boeken en prenten, van haar vader Jacques Garcia (1931-2011), een Belg van Argentijnse origine, voortzet [Zie boek van P. Buynsters, p. 252-254, 301 en 338).
Het is de in 1889 in Mechelen geboren hoogleraar Robert Foncke (overleden 1 juli 1975 te Gent) geweest die in de eerste twee decennia talrijke artikelen wijdde aan de historie van druk-, boek- en bibliotheekwezen in zijn geboortestad Mechelen. Tevens publiceerde hij in ‘Bossche Bijdragen’ I, p.45-68 (1921) een artikel ‘De vestiging van de Bossche Predikheeren te Mechelen (1649-1652)’. Andere bijdragen betreffen o.a. ‘Wat er met de boeken van aartsbisschop Boonen gebeurde’ (1915), ‘Vlaamsche boeken in een oude kloosterbibliotheek te Mechelen’ (1915), ‘Boeken in het voormalig minderbroederklooster te Mechelen'(1916). Foncke onderzocht op basis van testamenten van een aantal oud Mechelaars hun boekenverzameling, zoals van 1) Pieter Wytmans (1566), 2) Otto van Arkel (1567), 3) meester Andries de Roubaix (1543), 4) Jan van Berbleghem (1348), 5) meester Pieter Lapostole (1532),6) Michiel Roelandts (1525), (6) Jan de Visschere (1530), 7) mevrouw de Maigny (1531), 8) doktoor Geert van Malderen (1530), gepubliceerd in Het Boek, Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, 1916-1918.
Aanleiding voor bovengenoemde publicatie naast een tentoonstelling met een selectie van oude Mechelse drukken was de ontsluiting van de weinig bekende historische boekencollectie van de stad Mechelen in de databank van de Short Title Catalogus Vlaanderen (STCV) in 2007-2008, waarbij bijna 3.000 boeken uit de periode tot 1800 zijn verwerkt. Over historische boekenveilingen in Mechelen (vanaf 1489 door boekverkopers en drukkers als Steven van der Beeke, Joos Ruttens en ene Merten, de boekverkooper, publiceerde B.van Selm beknopt in diens ‘Een menighte treffelijcke Boecken; Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de zeventiende eeuw’. Utrecht, HES, 1987, p.13-14. In de inleiding schrijft stadsarchivaris Willy van de Vijver: ‘Vanaf het einde van de negentiende eeuw brak een gouden periode aan voor de Mechelse geschiedschrijving. Onderzoekers groeven diep in het verleden en deelden hun ontdekkingen met een geboeid publiek. Ze raakten tal van onderwerpen aan, waaronder de geschiedenis van het gedrukte boek in Mechelen. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog publiceerden historici als Frans-Edward Delafaille, Henry Cordemans-de Bruyne, Guillaume Zech-Du Biez, Proper Verheyden, Robert Foncke en de kanunniken Leopold Le Clercq en Jozef Laenen onvermoeibaar over menig aspect van de geschiedenis van het Mechelse boek- en bibliotheekwezen. Deze bloeiperiode voor het boekhistorisch onderzoek in Mechelen kwam natuurlijk niet zo maar tot ontwikkeling. Goed ontsloten bronnen zijn daarbij van cruciaal belang. Voor hun onderzoek konden de geschiedkundigen steunen op de resultaten van het jarenlange inventarisatie- en catalogiseringswerk van stadarchivarissen en -bibliothecarissen Pieter-Jozef Van Doren en Victor Hermans. Sinds 1866 lieten zij hun inventarissen en catalogi in druk verschijnen waarddoor de bekendheid van de collecties en de wetenschappelijke aandacht ervoor gevoelig toenam. Voor de ontsluiting van de collecties van de stadsbibliotheek is daarbij het jaar 1881 van belang. In dat jaar liet Victor Hermans een gedrukte “catalogue méthodique” uitgeven. Het toegenomen belang van de Mechelse boekproductie bleek dan weer uit de speciale catalogi in de periode 1902-1904 integraal verschenen in het “Bulletin” van de Mechelse Oudheidkundige Kring’.
Bijlage 2 ‘Bibliotheek Kardinaal d’Alsace erkend als topstuk’
‘Mechelen is een Vlaams topstuk rijker. De 18de eeuwse bibliotheek van kardinaal d’Alsace werd december 2016 integraal als nationaal erfgoedwerkend. De verzameling van bijna 12.000 boekbanden werd samengesteld door kardinaal Thomas-Philippe d’Alsace de Boussu (1679-1759), aartsbisschop van Mechelen. De collectie was bedoeld als “openbare” bibliotheek van de Mechelse clerus en telde zo’n 9.400 titels, waarin alle disciplines vervat zaten. “Door de opname op de Vlaamse Topstukkenlijst wordt de unieke cultuurhistorische waarde van dit Mechelse erfgoed bevestigd en krijgen ze extra bescherming”, zegt schepen van Cultuur Björn Siffer (Groen Mechelen). “Naast religieuze bevatte deze opmerkelijke collectie ook wereldlijke literatuur. Daarmee wees kardinaal d’Alsace de weg naar een breder wereldbeeld.”. Het grootste deel van de collectie beheert de Maurits Sabbebibliotheek van de Faculteit Theologie van de Katholieke Universiteit Leuven. Het tweede deel van de Bibliotheek wordt bewaard in de erfgoedbibliotheek van het Stadsarchief van Mechelen. “In Mechelen gaat het onder meer over stukken betreffende burgerlijk recht en politiek. Het gaat onder meer over stukken en verslagen van de Grote Raad, die toen in Mechelen zetelde”, aldus Siffer’ [Wannes Vansina, in: Het laatste Nieuws – HLN.be., 20 december 2016].
Bijlage 3: Rechtbankbibliotheek in voormalig Paleis van Margaretha van Oostenrijk, Hof van Savoye
Margaretha van Oostenrijk (1480-1530) was hertogin van Savoye en landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden. Enige dochter van keizer Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië. Zij regeerde vanaf 1507 vanuit het Hof van Savoye in Mechelen. De landvoogdes beschikte hier over een welvoorziene bibliotheek, o.a. het beroemde getijdenboek van de hertog van Berry, alsmede over een ‘Azteeks Museum’, ook aangeduid als ‘de schat van Montezuma’. Keizer Karel de Vijfde schonk deze aan zijn tante Margaretha van Oostenrijk via zijn hoveling Charles de Poupet. In 1523-1524 liet de vorstin een inventaris optellen van haar boekenbezit, waarin tevens 77 Indiaanse voorwerpen zijn opgenomen, afkomstig uit Mexico en meegenomen door Herman Cortés. Het is bekend dat dat Margaretha in 1511 in totaal 78 werken verwierf van Charles de Croy, prins van Chimay. Daaronder meerdere manuscripten vervaardigd door Jean de Wavrin met prachtige miniaturen. Van de 390 boeken in haar bezit is na onderzoek ongeveer de helft teruggevonden. Hieruit blijkt de Bourgondische traditionele voorkeur voor ridderromans, historische werken en encyclopedieën, zoals de driedelige ‘Trésor’ van Brunetto Latini. Daarnaast een aantal wijsgerige werken van schrijvers uit de klassieke oudheid en onder meer een album met muziekwerken. Ten dele manuscripten en ten gedeeltelijk gedrukte werken.
De bibliotheek is door Margaretha van Oostenrijk gelegateerd aan haar tante Maria van Hongarije, zuster van keizer Karel de Vijfde, die haar opvolgde als regentes van de Nederlanden. Na haar dood in 1538 kwam de intussen uitgebreide bibliotheek in bezit van koning Philips II en verhuisde naar diens Brussels paleis op de Coudenberg. Deze Spaanse vorst richtte in 1559 een Bourgondische bibliotheek der Nederlanden op. In een voortzetting daarvan, de Koninklijke Bibliotheek van België in Brussel, konden 123 veelal kostbare handschriften worden getraceerd.
Het vroegere paleis in Brabantse baksteengotiek met vroegrenaissance gevel aan de Keizerstraat is na een grondige restauratie in de 19de eeuw in gebruik genomen als Rechtbank van de Eerste Aanleg.
Nu beschik ik over een oude ansichtkaart met daarop afgebeeld een bibliotheek zonder verdere toelichting. Om die reden schreef ik naar Mechelen en werd de oplossing gegeven door Maarten van den Mooter, als bouwhistoricus verbonden aan de Stedelijke dienst Monumentenzorg. Die berichtte: ‘dat de prentbriefkaart een beeld geeft van de – overigens heel mooie – bibliotheek van genoemde Rechtbank in de Keizerstraat 20 te Mechelen. Het vroegere Paleis van Margaretha is van 1616 tot het einde van het ancien régime de locatie geweest van de Grote Raad van Mechelen. Op één van des stucplafonds is het jaar 1687 zichtbaar, aldus datering uit de periode van de Grote Raad. De inrichting tot bibliotheek zal vermoedelijk gelieerd zijn aan de herbestemming van het gebouw tot Rechtbank van de Eerste Aanleg in de 19de eeuw.’
Opgemerkt kan nog worden dat het paleis ofwel hof tussen 1661 en 1563 is gebruik is geweest door kardinaal Granvelle, aartsbisschop van Mechelen en vooral staatsman in dienst van de Spaanse Habsburgers en die die reden weinig geliefd in de Nederlanden (1) In de bibliotheekruimte bevinden zich behalve stucplafonds, uitgespaarde schilderingen met onder meer het wapenschild van Mechelen. Uit onderzoek blijkt dat de bibliotheek oorspronkelijk in gebruik was als Margaretha’s privévertrek. In de periode van de Grote Raad kreeg het een fraai barok stucplafond met geometrische motieven, waarin beschilderde vlakken zijn verwerkt.
(1) Antoine Perrenot de Granvelle (1517-1585) was staatsman en kerkvorst tegelijk. Adviseur van koning Filips II en nadien van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk. Hij was ook een groot kunstverzamelaar en verzamelde een magnifieke bibliotheek, Geboren in het Franse Besancon is hij in zijn geboortestad begraven. De stadsbibliotheek van Besancon bezit een groot aantal kostbare werken afkomstig van Granvelle. De Bayerische Staatsbibliotheek in München een deel een uniek gebedenboek van Granvelle uit 1513 dat was bestemd voor keizer Maximiliaan 1 en is geïllustreerd met tekeningen van Dürer en Cranach. Het kon in 1609 worden verworven door het aan te kopen van de erfgenamen van Granvelle.
Bijlage 4: afbeeldingen van enkele voormalige bibliotheken in Mechelen: 1) het Aartsbisschoppelijk Seminarie; 2) het Sint Joseph Seminarie, 3) het Lemmens opleidingsinstituut. [N.B. Adriaen Poirters]
Bijlage 5: Dichteres Alice Nahon (1896-1933) kortstondig van 1926-1929 hoofdbibliothecaresse in Mechelen
In de vorige eeuw hebben talrijke schrijvers en dichters in Vlaanderen in bibliotheken gewerkt ofwel een functie als bibliotheekinspecteur uitgeoefend, vaak een erebaantje. Dat laatste geldt zeker niet voor Lode Baekelmans en Emmanuel de Bom en in zekere mate ook niet voor Hubert Lampo die zijn functie als rijksinspecteur en vanaf 1965 als hoofdinspecteur der openbare bibliotheken serieus nam.
De Mechelse schrijver Thomas Eyskens, die o.a. een biografie wijdde aan Herman de Koninck, schreef op een site “Mechelen blogt’ over de kortstondige Mechelse bibliotheekperiode (1927-1929) in het als gevolg van gezondheidsproblemen korte leven van de dichteres Alice Nahon (1896-1933). Bijna 8 jaar daarvan bracht ze door in sanatoria. Op 19-jarige leeftijd kreeg zij een verkeerde diagnose: tuberculose, terwijl een arts in Luzern jaren later vaststelde dat ze aan een chronische bronchitis leed. Eyskens schrijft dat ze na een nomadisch bestaan een eigen bestaan wilde opbouwen. Die dacht ze in Mechelen te vinden, In 1926 polste ze de Antwerpse bibliothecaris en schrijver Lode Baekelmans naar de vacante betrekking van hoofdbibliothecaris in Mechelen. Tevens schreef ze hierover aan de toenmalig minister van Schone Kunsten en Onderwijs Camille Huysmans. Op 5 november 1926 stuurde Nahon de volgende sollicitatiebrief naan het gemeentebestuur van Mechelen: ‘Geachte Heeren. Ik heb de eer U te verzoeken mij te willen benoemen tot bibliothecaris van de Volksbibliotheek. In onze letterkunde heb ik eenigen naam verworven door mijn dichtbundels. Ik ben lid van de Vereeniging van Letterkundigen in België en werd verleden jaar onderscheiden door de benoeming tot buitenlandsch lid van Maatschappij voor Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Als dochter van de leider van de Nederlandsche Boekhandel te Antwerpen en omdat ik eenigen tijd in dezen boekhandel heb gewerkt, ben ik vertrouwd met al wat boek- en bibliotheekwezen betreft, en namelijk met catalogeeren, keuze en behandeling der boeken. Ik heb in het land en in den vreemde talrijke voordrachten gegeven. Mijne vertrouwdheid met letterkunde in het algemeen, met de Nederlandsche en de Fransche in het bijzonder, en mijn gedurigen omgang met de voornaamste tijdschriften, zullen mij zeker geschikt maken om de Volksbibliotheek te Mechelen en haar publiek, waar het noodig is, voor te lichten. Het diploma van bibliothecaris heb ik wel niet, maar misschien oordeelt U dat mijn letterkundige naam voorlopig volstaat: Ik wil gaarne bij de eerste gelegenheid het examen voor dit diploma afleggen. Ik ben dertig jaar oud en van Belgische nationaliteit. Met de verzekering dat gij op mijne toewijding kunst rekenen, bied ik U, mijne Heeren, de betuiging mijner gevoelens van hoogachting. Alice Nahon. N.B. Ik verklaar mij bereid naar Mechelen te komen wonen, indien ik benoemd zou worden’. Nahon mocht deelnemen aan de sollicitatieronde en kwam er als beste uit, maar kreeg te maken met protesten van het katholieke gemeentebestuur van Mechelen, burgemeester Karel Dessain voorop, die fel gekant waren tegen een vrouwelijke hoofdbibliothecaris. Eyskens bericht: ‘Vol ongeloof en afschuw schreef Alice Nahon hierover in een brief: “Dat het eene vrouw is!! Toen ik antwoordde dat in andere landen en hier ook vrouwen in de boekerijen zijn wisten ze niet goed te zeggen en nu was het weer: “Mijne gezondheid! Het feit is dat de Kath. Een andere kandidaat gereed hadden, een uit hun eigen winkel!! (…) Mechelen, een echte doode stad met vuile politiek en stomme pretentieuze burgerij. Maar enfin, ’t zal overal iets zijn. Ge kunt niet gelooven hoe stom die gemeenteraadsleden zijn!’ Nahon liet zich overigens niet opzij schuiven en de r.k. raadsleden trokken aan het kortste eind. Op 17 februari 1927 vernam zij dat zij bij besluit van 10 februari was benoemd tot bibliothecaris van de Stedelijke Volksbibliotheek, met de proeftijd van een jaar. Verabtwoordelijk voor boekaanschaffingen en administratie. Ze kreeg assistentie van Flor Lauwers en bibliotheekbeambte Walter van Dijck. Nahon fleurde de bibliotheek op met bloemen en liet aan de muren schrijversportretten ophangen. In februari 1928 kreeg ze loonsverhoging. Nahon betrok een appartement in Mechelen en werd opgenomen in het artistieke milieu van Mechelen. Haar bundel ‘Schaduw’ werd 18 april 1928 gepresenteerd in zaal ‘De Eendracht’. Ze ontvouwde plannen om de bibliotheek nieuw leven in te blazen door lees- en verteluurtjes voor kinderen in te voeren. Echter, haar gezondheid liet haar in de steek en ze moest zich steeds vaker ziek melden. De vochtige en kille ruimten in het bibliotheekgebouw aan de Minderbroedersgang deden haar geen goed. Eind 1929 gaf ze haar baan op en zou ze Mechelen verlaten. Ze verhuisde naar Mortsel en na enkele omzwervingen nam ze in 1932 haar intrek in een appartement te Antwerpen. Na een aantal minnaars en minnaressen samen met de Engelse Sylvia Newton die zij in de bibliotheek van Mechelen had leren kennen. Na een slepende ziekte overleed Nahon op slechts 37-jarige leeftijd. Haar Mechselse vriend Prosper Verheyden (1873-1948), o.a. ambtenaar, secretaris van de Mechelse beiaardschool, bibliofiel en boekhistoricus, heeft haar tot het einde verzorgd. Haar biograaf, de literatuurhistoricus Manu van der Aa ontdekte dat Alice Nahon niet zo ‘zedig en braaf’ was als algemeen gedacht. Haar vader heeft een kwalijke rol in haar leven gespeeld met haar opname in een sanatorium, die bovendien voorkwam dat haar erotische poëzie in de bundels kwam. In 1930 moest Lode Baekelmans op een vraag van Leo van Baer berichten dat bij de officiële bibliotheken van Vlaanderen – de rooms-katholieke boekerijen buiten beschouwing gelaten – slechts één vrouwelijke collega werkzaam was: Alice Nahon.
In een brief uit 1931 aan Fernand Berckelaers schreef ze: ‘ Ik heb nu ook te Mechelen mijn ontslag genomen, heb geen lust meer om mij verder te begraven in een provincienest in een vochtig en ziltig gebouw. De goede burgers van mijne omgeving kunnen dit maar niet begrijpen: “een zóó goede positie, en met pensioen mop mijn 65ste jaar!’ Dat lááttijdig dessert laat ik voor de liefhebbers.’
(1) Gedenkboek Prosper Verheyden (1873-1948): ‘Prosper Veheyden gehuldigd ter gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag 23 oktober 1943’. Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1943.
In 2018 is een boek met brieven van Alice Nahon in een kleine maar verzorgde uitgave verschenen, geredigeerd door Manu van der Aa, die eerder haar biografie publiceerde. Dit jaar is een plein bij de hogeschool van Mechelen vernoemd naar Alice Nahon.
Hoofdbibliothecaris Rita van de Wiele , juni 2017 gepensioneerd, mag na 37 jaar bibliotheekwerk, vanaf 1990 tegelijk met introductie van de computer in de bibliotheek Mechelen, met genoegen terugkijken op wat in Mechelen op bibliotheekgebied tot stand is gebracht. Complimenten ook aan architect Mechtild Stuhlmacher, coördinator lokaal cultuurbeleid in Mechelen Steven Defoor en stadsbestuurder, cultuurschepen Björn Siffer. Ten slotte noem ik burgemeester Bart Somers, van wie ik weet op basis van diverse bezoeken aan Antwerpen – mijn jongste dochter trouwde met een inwoner uit de Sinjorenstad – en uit het feit dat hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 door burgers van de Dijlestad met een recordaantal voorkeursstemmen werd gekozen – dat de heer Somers als bestuurder in België algemeen gewaardeerd wordt, bekend staande als een ‘verbinder’ en bovendien een voortreffelijk spreker. Citaat uit ‘Het Laatste Nieuws ‘van 1 september 2019’ uit een artikel van Antoon Verbeek: ‘Vandaag is een schitterende dag. Ik ben al 19 jaar burgemeester van deze stad en zag in de loop der jaren heel wat projecten de revue passeren. De realisatie van de bib in Het Predikheren is echter mijn mooiste project als burgervader, Ik ben zelf iemand die graag leest en het feit dat we dit leegstand pand, dat al 40 jaar leegstaat, nu een nieuwe bestemming hebben gegeven, maakt het zo speciaal. De oude bib had weinig aantrekkingskracht, de nieuwe daarentegen is een echte cultuurtempel geworden. En dat op een symbolische plaats. Een gebouw verder, in de Kazerne Dossin, werden er tijdens de oorlog boeken verbrand. De Kazerne krijgt nu een bib, een plaats van kennis en verdraagzaamheid, als buur.’
15 oktober 2019 is na 1,5 maand openstelling de 50.000ste bezoeker geregistreerd, dat is ongeveer dubbel zoveel als in dezelfde periode van de Mechelse bibliotheek in 2018. In september 2019 bedroeg het aantal betaalde lidmaatschappen 634 tegenover 315 in september 2018. Het aantal geleende materialen nam toe van 25.127 in september 2018 naar 30.544 dit jaar. De meeting rooms zijn 168 keer gebruikt.
ILLUSTRATIES VAN DE BIBLIOTHEEK HET PREDIKEREN, Generaal de Stassartstraat 58, 2800 Mechelen
https://architectenweb.nl/nieuws/artikel.aspx?ID=46693
=================
Eerder publiceerde ik op het internet een blog, getiteld: ‘Haarlemmers en Heemsteders voor de Grote Raad van Mechelen’. Lange tijd fungerend hoogste rechtscollege in de Nederlanden is hier over talrijke conflicten een vonnis uitgesproken. Langdurig waren de processen in de eerste helft van de 16de eeuw waarbij de stad Haarlem zich beklaagde over de tapperijen in de Haarlemmerhout, dat qua jurisdictie viel onder de ambachtsheren van Heemstede. De herbergiers in de stad misten als gevolg hiervan inkomsten, daarenboven de vroedschap inkomsten uit accijns voor bier, wijn en gedistilleerd, die aan de heerlijkheid Heemstede ten goede kwamen. De hogerechters in Mechelen beslisten in 1545 dat in de Hout zich geen herbergen, soms annex een bordeel ofwel hoerhuys, mochten vestigen. Dat ging even goed, maar niet voor lang, waarbij – typisch voor Nederland – ondanks het uitgesproken verdict, deze etablissementen in de Haarlemmerhout door de overheid werden ‘gedoogd’.
Nota Bene In het boek ‘Gedrukte Stad’, 2010 is een hoofdstuk gewijd aan de Bibliotheek van de Grote Raad, p.89-90.
=======
Over de historische betrekkingen van Mechelen met Haarlem (‘de meest Vlaamse stad van Holland’) is de nodige informatie te vinden in o.a. het boek van W.G.M.Cerutti: ‘Het stadhuis van Haarlem Hart van de stad’ (Haarlem, Gottmer/Schuyt, 2001). Zo werd bij de bouw van de toren van de Sint Bavo werd in 1502 advies gevraagd aan Anthonis Keldermans I uit Mechelen. Lid uit en belangrijke familie van bouwmeesters en telgen uit dat geslacht werken o.a. aan de Romboutstoren en het stadhuis in Mechelen, maar ook aan bouwwerken in de Noordelijke Nederlanden, zoals het stadhuis van Middelburg en het Markiezenhof in Bergen op Zoom. In 1439 werd als officiële stadskleding voor de Haarlemse vroedschap in Mechelen rood laken besteld en voor de boden en klerken zwart laken. Ten aanzien van de Haarlemse kloosterbezittingen wordt vermeld dat de bibliotheek van de Haarlemse dominicanen niet is teruggevonden. Voorts: ‘Vermoedelijk was het oudste gedeelte van het kloosterarchief al bij de brand van 1347/1351 verdwenen. Kloosterlingen die in 1579 maar het zuiden vluchtten hebben het archief of delen daarvan meegenomen naar het dominicanenklooster in Den Bosch. Na de val van deze stad in 1629 zijn ten minste 72 archiefstukken in het nieuw gebouwde dominicanenklooster in Mechelen terechtgekomen, waarvan het oudste uit 1394 dateerde. Ten gevolge van de Franse Revolutie raakten de archiefstukken verspreid. Een deel is in het archief van het dominicanenklooster te Gent terechtgekomen; een ander deel in 1889 overgedragen aan de Nederlandse ordegenoten en bevindt zich in het provinciaal ordearchief in Nijmegen.’ [‘Register der Boecken, Brieven en Papieren […] raekende het clooster der…] Predickheeren van […] Haerlem […] Berustende in […] ’s Bosch nu tot Mechelen. Bij-een versamelt door Jacobus Brouwer’ 7p. Archief Nederlandse provincie in Nijmegen. Kopie in coll. stadhuis. + J.Brouwer, “Annotationes” bij B.de Jonghe “Desolata Batavia Dominicana”, aantekeningen bij dominicanenklooster Haarlem, 6 pag. Archief Nederlandse provincie in Nijmegen. Fotokopie in coll. stadhuis. Jacobus Brouwer (1737-1775) afkomstig uit Rotterdam, was vanaf 1754 broeder in het Dominicanenklooster te Mechelen].
======
==========================
NIEUWE BIBLIOTHEEK IN AALST, BELGISCH LIMBURG (2018)
BIBLIOTHEEK GENK