Tags

, , , , , ,

Twee anonieme schilderijen van Sparenhout en Huis te Scholenaer aan het Spaarne uit eind 18e, begin 19e eeuw. Deze werken zijn 12 juli 2021 bij Sotheby’s geveild voor 3,780 euro en kwamen uit het bezit van mw. L.Dreesmann-van der Spek.
Gravure door Jan Vincentsz. van der Vinne (1663-1721)uit circa 1700 van het Zuider Buiten Spaarne, gezien in zuidelijke richting . Links ‘Te Scholenaer’ met een aantal huizen, waarbij voor de herberg (Huijs ter Weeuwen) een zeilchip ligt afgemeerd en rechts de door Adriaan Pauw betwiste galg op de ‘Colqweide’ waaraan 1 gehangene. In de verte aan de Schalkwijkzijde de paltrokmolen Eenhoorn.
Het Zuiderbuitenspaarne vanuit Heemstede richting Haarlem Haarlem met een gezicht op de hofstede Sparenhout, door Isaac de Moucheron (1667-1744), geveild bij Sotheby’s.
Over ‘Te Scholenaer’ en ‘Huis ter Weeuwen’ door B.C.Sliggers, zie onder andere: ‘De loop van het Spaarne; geschiedenis van een rivier’, 1987, pagina 74
Over Huis ter Weeuwen in Schalkwijk, in: De loop van het Spaarne, 1987, pagina 75.
De gerestaureerde koepel van Spaar en Hout aan Het Spaarne

De eigenaren van Spaarnhout/Sparenhout /Spaar en Hout

Borstbeeld in Spaar en Hout

Circa 1622 is het terrein aan de westelijke oever van het Spaarne volgens de kaart van Balthasar Floris van Berckenrode in bezit van juffrouw Hoffman. Er is dan nog een bebouwing.

1631-1641 stichting wanneer Johan Corneliszoon Geelvinck, oud-burgemeester van Amsterdam en eigenaar van het nabijgelegen ‘Oosterhout’ een tuin en tuinland verkopen aan Andries en Sacharias Hoofman/Hooftman (1631) en 1641 [gelet op jaartal in tuinmuur aan de Kleine Houtweg] van het huis met als eerste bewoner Zacharias Hooftman, zoon van een Vlaamse immigrant die zich in Haarlem had gevestigd. Zacharias was koopman in Amsterdam, waar hij een herenhuis had aan de Herengracht  en bovendien nog een woning in de Koningstraat te Haarlem. Hij huwde met Eva Voet en overleed in 1648.

1651 Weduwe Eva Hooftman-Voet verkoopt de (nog naamloze) hofstede met huis, schuren, plantage c.s. voor ƒ 11.150,- aan François de Vicq (1603-1678), ook al zoon van een Zuidnederlandse immigrant die zich als lakenkoper in Amsterdam had gevestigd. De zoon die in 1626 in Padua was gepromoveerd was in zijn tijd een bekwaam chirurg. In 1661 kocht hij voor 14.800 gulden twee percelen aan de Herengracht, waarop hij een dubbel grachtenpand liet bouwen dat in 1670 werd voltooid. Thans (erfgoed)huis en tuin Mirandolle, Herengracht 476, van de Vereniging Hendrick de Keyser

Tuin en theekoepel (thans vergaderruimte en bibliotheek) bij het grachtenpand Herengracht 476
Huis de Vicq Herengracht 476 Amsterdam

1676 De Vicq verkoopt Spaarnhout aan de Amsterdamse zijdelakenhandelaar en -fabrikant Philip de Flines voor ƒ 9.580,-, welk buiten door hem is verfraaid.

De koopman-collectioneur Philip de Flines op een geschilderd portret uit 1682 door Gerard de Lairesse

De Flines was een groot verzamelaar van kunst, prenten, penningen en boeken en speelde een rol binnen het literaire genootschap ‘Nil Volentibus Arduum’ [‘niets is moeilijk voor hen die willen’]. Op Spaarnhout bezat hij een botanische tuin met exotische gewassen. Verder een naturaliënkabinet. Door Constantijn Huygens jr. werd De Flines met nadruk een “curieux en matière de peinture d’Architecture et de Jardinages’ genoemd. De bijzondere gewassen van Spaarnhout werden geroemd door de Leidse hoogleraar en botanicus Paulus Hermann in zijn ‘Paradisus Batavus’ uit 1698. Medicus en dichter Govert Bidloo noemt Spaarnhout in diens ‘Mengel Poëzy’ uit 1719:

“Wat pluim en ongediend, wat zaaden en gewassen

Gedroogt en opgezet. T nieuwsgierig oog verrassen

Met schijn van leeven: dit zal beeter voegen by

Een zang van Spaarenhout, dat met zijn ’Kruidery,

Zijn’ Bloemen, en Geboomte en Beesten u gezonden

Uit Afrikaner, en Amerikaanse gronden,

Uw’ liefde en kennis toont, van al wat wassend leeft,

En water, huis, en hof, en nut, en welstand geeft (…)”

Gewassen anonieme pentekening uit omstreeks 1700 van het klassicistische Spaarenhout met geometrische tuin en links een tempelachtig tuinhuis, gezien van het westen.
Schilderij van Claes Molenaar uit 1656 voorstellende de Kleine Houtweg richting Haarlem. Rechts is de toegang zichtbaar tot de hofstede Middelhout. Daarvan werd in 1651 het noordelijk deel afgesplitst en verbouwd als Hofje van Heijthuizen. De torenachtige bouw in het midden aan de Kleine Houtweg is een restant van het oude Middelhout. Na 1700 is Middelhout yen dele door G. Pels bij Spaarnhout getrokken en ten slotte gesloopt ten gunste van Spaarnhout als zomerverblijf.

1701 De erfgenamen transporteren Spaarnhout – het oude huis is intussen gesloopt en door De Flines vervangen door een gebouw met koepelvormig uitbouwsel aan het Spaarne – voor ƒ 20.600,- aan Guillelmo (Willem) Pels (1659-1709), commissaris van Amsterdam en later ook schepen. Hij was een vermogend koopman. In 1702 werd het nabijgelegen buitentje Middenhout/Middelhout aan de Kleine Houtweg voor ƒ 4.800,-gekocht van Johan Cockeijs aan Guillelmo Pels, welke kleine hofstede – oorspronkelijk bezit van Willem van Heythuizen en op de grens lag van ten dele in Haarlem, nabij het Hofje van Heijthuizen en ten dele in Heemstede. Pels overleed op 1 mei 1705 In 1714 transporteerden de voogden over de drie kinderen Van Pels én Suzanna Valckenier de hofstede Spaarnhout voor 15.0000 gulden aan Abraham Edens, intussen met een omvang van 2 morgen en 390 roeden. In 1720 door de weduwe en voogd Eghbert Edens verkocht aan de (doopsgezinde) koopman, stadsbestuurder en rentenier David Mattheus de Neufville , waarna Spaarnhout meer dan 130 jaar in bezit zou blijven van deze familie.  [Voor 2 nieuwe appartementencomplexen op het terrein van Spaarnhout aan de Kleine Houtweg, Middelhout genoemd naar de vroegere hofstede, zie BIJLAGE aan het slot van dit blog].

De hofstede Spaarnhout aan het Spaarne op een ets van Jan van der Vinne uit omstreeks 1700

1705 overleed Pels en verkochten de voogden van zijn kinderen als erfgenamen van G.Pels en Zuzanna Jacoba Valkenier 9 jaar later de hofstede, inclusief Middelhout  in 1714 voor 15.000 gulden aan Abraham Edens

[1712 De dichter Lucas Schermer schrijft een herderszang in herinnering aan de overleden Haarlemse dichter Jacob Viruly, waarin ook het Spaarne wordt bezongen, gepubliceerd in de bundel ‘Poezy’, waarin ook een gravure met allegorische voorstelling voorkomt en daarbij  Spaarnhout op de achtergrond is verbeeld].

Uit Lucas Schermer: Poezy (1712)

1720 Josina Pieters Edens en haar voogd Egbert Edens verkopen de hofstede voor  20.000 carolusgulden aan de vermogende zijdelakenkoopman David Mattheus de Neufville (1684-1731). En wordt voor het eerst Spaarenhout genoemd. Het buiten zal nu 136 jaar in bezit blijven van deze familie. D.M. de Neufville liet de initialen van zichzelf en zijn echtgenote verwerken in een ornament van de ijzeren toegangspoort aan de Kleine Houtweg. (1)

1722 koopt D.M.de Neufville tevens het naastgelegen Oosterhout voor ƒ 11.500,- van de erfgenamen van Eva Geelvinck, weduwe van Hendrik Bicker.

Spaer-en-Hout op een gravure door Hendrik de Leth, circa 1730
Nog een gravure van Spaer-en-Hout door Hendrik de Leth vanaf de Schalkwijkerweg

[De dichter J.B.Wellekens noemt Sparenhout in zijn ‘Verscheiden gedichten’, 1729, deel 2, blz. 455: “Gelyk de schoonste Hoeve aan ’t Sparen”].

1731 De weduwe Jacoba Elisabeth van Gelder verkoopt het verkleinde Oosterhout voor 6.700 carolusgulden aan Reynaldus van der Linden.

Aquarel van Isaac de Moucheron (1667-1744) uit 1741, op 4 juli 2012 bij Sotheby’s Londen geveild voor 10.625 pond. A.Staring schreef in een artikel over Isaac de Moucheron als ontwerper vangevels en tuinen (in: Oud Holland, jrg. 65, 1950, blz. 85-103): Onder de vele tekeningen van onzen kunstenaar, in openbare kabinetten of particuliere verzamelingen bewaard of op veilingen verschenen, bevinden zich ook die van enkele, werkelijk bestaand hebbende buitens, die niet aan een andere ontwerper zijn toegeschreven, nl. van Spaarenhout bij Haarlem (2 tekeningen in de verz. G.van der Pals, verk. 1840, een van 1741 in de verz. Mr.Chr.P.van Eeghen” ) [in 2012 geveild].

 

(Teekeningen uit de collectie van P.van Eeghen, 1935)

1746 Via een veiling op ‘Keukenhof’ kocht de weduwe borstbeelden op piëdestallen die in de tuin van Spaarenhout zijn geplaatst.

[De in Bloemendaal geboren Matthijs Decker die in Engeland fortuin maakte bezocht in 1748 zijn vaderland en ging langs bij collega-kooplieden/magistraten in Amsterdam of op hun buitens in Kennemerland of de Vechtstreek. In een dagboek schreef hij op 6 juli: “De heer Feytema, diens vrouw en ik gingen naar Haarlem. We bezochten het huis van mevrouw Fromont en dineerden op Spaarnhout, het prachtige buiten van mijn oude baas De Flines. Het wordt nu bewoond door de weduwe van David Mattheus de Neufville, die ons te eten had gevraagd. Zij zette ons het meest grandioze en edele diner voor dat ik meemaakte tijdens mijn verblijf in Holland. Er waren twee gangen van ieder 31 schotels en iedere schotel was meer dan volmaakt opgemaakt. Haar twee zoons en hun vrouwen waren eveneens aanwezig, evenals haar dochter en schoonzoon en de heer en mevrouw Van Lennep van Meerenberg. De ontvangst was even voortreffelijk als de hoffelijkheid en voorkomendheid van het hele gebeuren. Alle aanwezige heren nodigden mij uit te komen dineren. Ik moest alle invitaties wel afslaan. We keerden ’s avonds zeer voldaan terug naar Amsterdam.”     (2)

Plattegrond van Sparenhout, door H.de Leth, circa 1750 (NHA)
Plattegrond van Spaarnhout in 1840 getekend door J.de Neufville naar een ontwerp door Hendrik J.van der Hart uit 1758. Links van de oprijlaan aan de Kleine Houtweg het intussen geannexeerde Middelhout. Rechts het eveneens aangekochte Lommerlust en Maagdenhuis. In tegenstelling tot bij de hofstede Oosterhout nemen de moestuinen minder ruimte in. [Inf. Bert Sliggers].

– 1773 bewonen zoon Jacob de Neufville  en echtgenote Margaretha Verhamme de buitenplaats.

Wapensteen familie De Neufville
Wapensteen familie De Neufville

Na 1773 Zoon David Mattheus van Gelder de Neufville [die de naam van zijn moeder in zijn familienaam heeft opgenomen], getrouwd met Elisabeth Barnaart, wordt nieuwe eigenaar. Behalve koopman was hij ook magistraat en bracht het tot loco-burgemeester van Amsterdam.

David Mattheus van Gelder de Neufville (1751-1814) op een schilderij afgebeeld met talrijke andere personen bij de binnenkomst van keizer Napoleon Bonaparte in Amsterdam (1811).
“Gezicht aan ’t Suyder Buijten Spaarne aan de Meer te zien”. Anonieme aquarel uit omstreeks 1790-1800
Deel van kaart Haarlemmerhout met ligging van Sparenhout door Daniel Engelman (1793)
Deel van kaart Haarlemmerhout met ligging van Spaar en Hout  door Daniel Engelman (1793)

[1804 laat Adriaan Loosjes in diens ‘Hollands Arkadia’ Cornelis na aankomst bij de hofstede Sparenhout zeggen: “Een zeer eigenaardige naam, omdat deze Hofsteede zowel aan het Spaarne als aan den Hout uitkomt. Immers, maar weinige Buitenplaatsen hebben dit voorrecht, en geene zo volkomen als deze, welke in het Spaarne ter eener zijde en in den Hout ter andere ziet.”]

Spaarneprofiel uit circa 1805 door F.A.Milatz. De familie Wurfbain, die later Zorgvrij aankocht zou volgens een aantekening in de roeiboot zitten, staande Johannes Samuel Wurfbain. Aan de einder zien we Sparenhout, achter de zeilboot ligt het buiten Zorgvrij. Op de voorgrond met uitspringende koepelkamer stelt Rustenburg voor en rechts zien we het huis Lustenburg [inf. Bert Sliggers]

1806 uitbreiding met het buitenverblijf ‘Lommerlust’ en een boerenwoning ‘vanouds het Maagdenhuis’, beide aangekocht voor ƒ 4.600,- elk.

Geschilderd portret van Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856)
Geschilderd portret van Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856)
Portret in steendruk van de schrijfster Margaretha Jacoba de Neufville (1775-1856) die tot haar overlijden op Spaar-en-Hout bleef wonen.
Gravure uit de anoniem verschenen briefroman  ‘De kleine pligten’ (1824-1827, 4 delen) door M.J. de Neufville op Sparenhout geschreven. Daarin beschrijft ze o.a. een tochtje naar het strand in Zandvoort en merkt op dat zich in de vissersplaats geen enkele goede herberg bevindt en zelf geen voet zal zetten in het stinkende huis van een visvrouw.

1814 Na zijn dood bewoond door oudste dochter Margaretha Jacoba de Neufville. Door een ongelukkige val als kind was zij sindsdien kreupel. Zij werd verliefd op Hendrik Balthasar Smissaert, maar haar vader was tegen een huwelijk. Zij bleef ongehuwd en wijdde haar leven aan het onderhoud van de buitenplaats en de letterkunde. M.J.de Neufville schreef behalve vertalingen, kinderverhalen ook, geïnspireerd door Jacob van Lennep een historische roman ‘De Schildknaap’ (1829) , die in de Middeleeuwen speelt. Ook tekende zij uit liefhebberij portretten. Ze hield verder een dagboek bij dat nog grotendeels moet worden gepubliceerd. In 1806 noteerde zij: “Ik hoop dat eens mijn landgenoten mijn werk zullen rekenen tot de Nederlandsche literatuur.” In de wintermaanden bewoonde ze het ouderlijk huis Herengracht 477. Omstreeks 1820 is het huis Sparenhout ingrijpend verbouwd – zoals te zien op een litho van P.J.Lutgers – naar een ontwerp van de Amsterdamse architect M.G.Tetar van Elven.

Portret van architect M.G.Tetar van Elven
Portret van architect M.G.Tetar van Elven
Prent van P.J.Lutgers uit circa 1840. Gezicht vanaf de Noord-Schalkwijkerweg met aan de overzijde van het Spaarne rechts Bellevue en links Sparenhout


Spaar en Hout.Ingekleurde steendruk door P.J.Lutgers,circa 1840

‘Gezicht langs het Zuider Spaarne van Sparenhout naar de Meer te zien’; tekening door Gerrit Lamberts (1776-1850) uit 1845 [Universiteitsbibliotheek Leiden].

1856 Spaarnhout werd geërfd door Abraham de Neufville, haar enige broer. Omdat deze al in ‘Houtvreugd’ aan de Paviljoenslaan woonde liet hij het veilen.

1857 Julius Bunge uit een koopmansfamilie, oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland maar fortuin gemaakt in Amsterdam, koopt de buitenplaats voor ƒ 24.500,-.

Oude foto van Spaarnhout uit de tijd van Bunge, in 1927 grotendeels gesloopt om plaats te maken voor het Doopsgezinde tehuis.

Tot 1926 zullen drie generaties Bunge eigenaar zijn, Zoon Julius G.Bunge was medeoprichter van de Wagner Vereniging. Na zijn dood in 1908 vestigde de weduwe Charlotte Cornelie Emilie Eggeling zich vanuit Amsterdam permanent op Spaar en Hout. Hun zoon Julius Carl Bunge werd nieuwe eigenaar en bouwheer ook van Kareol in Aerdenhout (1908-1912).

Julius Carl Bunge (rechts) die met mr.Henri Viotta over en partituur overlegt ter voorbereiding van een Wagner-uitvoering
Het monumentale Kareol, voltooid in 1911, waaraan in 1979 een roemloos einde kwam
Na de Bevrijding in 1945 is Kareol in gebruik geweest als verpleeginriching voor gewonde soldaten (Haarlems Dagblad, 8 april 2019)
Kareol3.jpg
Onderduikers, militaire gewonden en verplegend personeel van Kareol in Aerdenhout, augustus 1945

1926 verkoopt de familie Bunge de buitenplaats aan de gemeente Heemstede, die voornemens was daar de Vereniging voor Bloemencultuur onder te brengen. Dat werd gedwarsboomd door de annexatie van 1 mei 1927, waarbij Haarlem tot de Blauwe Brug werd uitgebreid.

Foto uit 1927 van het oude huis voor de grote verbouwing en uitbreiding van Sparenhout

1927 Villabouw op het terrein stuitte op verzet. Nieuwe koper voor 200.000 gulden werd de opgerichte Stichting Spaar en Hout  die hier een Doopsgezind Bejaardenhuis vestigde. Het oude (verwaarloosde) huis werd tussen 1928 en 1930 verbouwd en passende nieuwbouw met twee vleugels kwam tot stand, ontworpen door architect Klaas Jonkheid. De theekoepel aan het Spaarne, een rijksmonument, bleef staan en is in intussen helemaal gerestaureerd. Leonard A.Springer tekende in 1929-1930 voor reorganisatie van de tuin, waarbij oude bomen waar mogelijk intact bleven. In de hal van het in 1986 gerenoveerde gebouw is een tegel ingemetseld met het volgende opschrift: “De Stichting ‘Spaar en hout’ werd geopend in de maand mei van het jaar 1930 onder bestuur van Vincent Loosjes, voorzitter, Michiel Lugt, Pieter Herman Craandijk, Mr. Jan Deenik, secretaris”  Verder met kleinere letters: “Architect K.Jonkheit, Aann. Fa. Martens & Zn., Tuinarchitect Leonard A.Springer”. Over de verbouwing tot doopsgezind rusthuis, zie o.a. P.A.Vis: Spaar en Hout. In: Doopsgezind Jaarboekje 30, 1931, p. 104-109.

Voorgevel Sparenhout op een tekening door Hendrik Jan Wesseling (1851-1950) [Provinciale Atlas Noord-Holland, Haarlem]

1930 Op 20 mei feestelijke opening van het nieuwe rusthuis aan het Zuider Buiten Spaarne en de Kleine Houtweg 139.

Voorgevel Spaarenhout op een prentbriefkaart uit circa 1935
Voorgevel Spaarenhout op een prentbriefkaart uit circa 1935

1986 Verbouwing van Spaar en Hout

29 mei hield voorzitter H.Lepel een toespraak tijdens feestelijkheden rond de heropening van het verzorgingshuis Spaar en Hout
29 mei 1986hield voorzitter H.Lepel een toespraak tijdens feestelijkheden rond de heropening van het verzorgingshuis Spaar en Hout
Park Sparenhout (foto 1984)

1999/2000 Restauratie van theekoepel aan het Spaarne.

Bibliotheek Spaar en Hout is vernieuwd

2010/2012 Ingrijpende restauratie, waarbij de wooneenheden zijn vergroot door hun aantal te verminderen. Ook het restaurant en de conversatiezaal zijn opgeknapt.

Het tegenwoordige Spaar en Hout vanuit de lucht gezien
Interieurfoto Sparenhout uit 1988
Interieurfoto Sparenhout uit de tijd van Bunge voor 1926. Een jaar later had een grondige renovatie plaats naar rusthuis onder architectuur van de Heemsteedse architect Klaas Jonkheid

Uit de tuin zijn in 1989 twee marmeren borstbeelden gestolen en in juli 1991 de historische zonnewijzer. Op het voorgazon is een grenssteen Heemstede-Haarlem geplaatst die vanouds nabij het hofje van Heijthuizen stond Achter in de tuin bij het Spaarne staat een neoclassicistische houten tuinkoepel met Dorische pilasters.

Grenspaal uit 1655 met het wapen van Heemstede aan de ene zijde en het stadswapen van Haarlem aan de achterkant
grenssteen5
Een tweede grenssteen Heemstede-Haarlem uit de omgeving bevindt zich tegenwoordig op de binnenplaats van het Frans Halsmuseum Haarlem
grenssteenhaarlem.jpg
Dezelfde grensssteen op de binnenplaats van het Frans Halsmuseum met de zijde van Haarlem
De marmeren borstbeelden die in de tuin van Sparenhout stonden en zijn gestolen
De gerestaureerde theekoepel van Spaar en Hout. Met het verhuren van de koepel is intussen gestopt. De heer Piet Krom was een groot aantal jaren (1971-1994, 1997-1998) bestuurslid van de Stichting Spaar en Hout. De heer Hendrik Blanksma, vanaf 1991  belast met Zorg en Beheer, is tegenwoordig voorzitter van het stichtingsbestuur.
Poortgebouw uit 1930 van het huidige zorgcentrum Spaar en Hout

Noten

(1) Aan de overzijde van het Spaarne aan de Schalkwijkerweg lag een boerenhofstede ‘Spaarenhout’, lange tijd een van de meest toonaangevende boerderijen en in 1952 door de gemeente Haarlem onteigend. Marcel Bulte schrijft hierover in het boek ‘Schalkwijk’ (1999): “In de tweede helft van de zeventiende eeuw lag op deze plaats een wat kleinere boerderij die vermoedelijk tussen 1654 en 1688 was gebouwd. De toenmalige ‘huijsmanswoningh’ had een deel van haar bijbehorende stukken land – ruim drie morgen groot – in de vrijdom van Haarlem liggen en een ander deel in de banne van Haarlemmerliede en Noord-Schalkwijk. Tussen 1720 en 1870 waren de boerderij en eigendom van de bekende familie De Neufville. David Mattheus de Neufville, geboren in Amsterdam op 6 juli 1684 en kleinzoon van de begin zeventiende eeuw in Haarlem geboren Balthasar de Neufville, was van zijn familie de eerste eigenaar. David de Neufville vergrootte het bedrijf tot een omvang van ruim tien morgen. Via vererving werd het bezit in 1819 met nog eens 1,5 morgen bosland uitgebreid en in 828 met nog eens twee bunder wei- en hooiland, afkomstig van de boerderij ‘Boschlust’. De laatste telg uit het ‘De Neufville’-geslacht was Abraham de Neufville.”

(2) Citaat uit: Het dagboek van sir Matthew Decker; een Nederlandse Engelsman over Nederland in 1748 en een overzicht van de buitens in de 18de eeuw. Van commentaar voorzien en bewerkt door dr.A.Doedens, L.Mulder en A.C.Bijsmans. Baarn, Bosch en Keuning, 1987.

Hans Krol

De achterzijde van Spaar en Hout aan de Spaarnekant

VERDERE LITERATUUR

– Chr. Bertram. Noord-Hollandse Arcadia. Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland/Canaletto-Repro Holland, 2005.

– A.van Damme. De buitenplaatsen te Heemstede, Berkenrode en Bennebroek 1628-1811. Haarlem, Gebr. Van Brederode, 1903.

– Documentatiemap Sparenhout, in collectie Heemstede, Noord-Hollands Archief.

– C.F.Jansen. De buitenplaats ‘Spaar-en-Hout’ In: Haerlem Jaarboek 1959. Haarlem, 1959, blz. 101-110.

– M. Gravendeel. 75 jaar ‘Spaar en Hout’ 1930-2005.

– G.H.Kurtz. De Haarlemse Hofjes. Haarlem, 1951 [Voor informatie over ‘Middelhout’, blz.122-123].

– H.Slagter-Wieringa. Het buiten Kareol te Aerdenhout en zijn Bouwheer “De stille Heer van Kareol”. 1974.

Internetsite:   http://www.weeshuisdoopsgezinden.nl

Carl Julius Bunge naar een geschilderd portret uit 1925. Het doek zelf ging met andere kostbaarheden in 1925 verloren bij een brand in het Duitse familiehuis te Wuppertal.
Portret van Jul. C.Bunge, ere-voorzitter Liedertafel Zang en Vriendschap sinds 4 juli 1910 (Uit: Eeuwfeestnummer 1830-1930 van Zang en Vriendschap, 20 februari 1930)

– Bert Sliggers. Buitenplaatsen aan het Zuider Buiten Spaarne in de rug van de Haarlemmerhout. In: Haarlemmerhout 400 jaar. Haarlem, 1984, blz. 112-114.

– P.A.Vis. Spaar en Hout. In: Doopsgezind jaarboek 30, 1931, p.104-109.

– Voorontwerp bestemmingsplan Spaarnhout; door L.B.Idema en Jan Dekker. Haarlem, Openbare Werken, 1985.

– Werken van K.Jonkheid, arch N.I.V.A. te Heemstede, in: Het Bouwbedrijf, 1931, pp.120-123.

In 1925 stelde het college van B. en W van Heemstede voor Sparenhout aan te kopen (Nieuwe Heemsteedsche Courant, 17 maart 1925). In1927 zijn huis en park echter aangekocht door de Stichting Het Doopsgezinde Weeshuis onder de  voorwaarde dat het de eerste 50 jaar niet mocht worden verkaveld.
C.Decker. Gezicht op het Z.B.Spaarne. Uit: Jan van Westerhoven Jr. 'Den Schepper verheerlijkt in den Schepzelen' (1737)
C.Decker. Gezicht op het Z.B.Spaarne. Uit: Jan van Westerhoven Jr. ‘Den Schepper verheerlijkt in den Schepzelen’ (1737)
'De Gouden Bocht' aan het Zuider Buiten Spaarne met de buitens Lustenburg, Rustenburg en Spaarnhout door F.A.Milatz, 1805 (NH-Archief)
‘De Gouden Bocht’ aan het Zuider Buiten Spaarne met de buitens Lustenburg, Rustenburg en Spaarnhout door F.A.Milatz, 1805 (NH-Archief)
F.A.Milatz. Zuider Buiten Spaarne. (British Museum)

INTERNET:  http://onh.nl-NL/verhaal/1912/Spaer-en-hout

http://www.pro-senectute.nl/zorgbalans/sparenhout

Spaarnhout door Ernst Witkamp, 1885

 

Het bestuur van de Stichting Spaar en Hout bij ondertekening van bruikleenovereenkomst met Noord-Hollands Archief op 18 oktober 2011 in de Janskerk. V.l.n.r. C.V.Wiersma, J.J.van der Sande, M.Gravendeel, Dick van der Fluit (N.H.Archief), L.C.M.Blomjous-Maillette de Buy Wenniger, Klaartje Pompe (N.H.Archief), H.Blanksma en I.Kanbier (in februari 2012 overleden) (Foto Jos Fielmich)
Het bestuur van de Stichting Huize Spaar en Hout bij ondertekening van bruikleenovereenkomst met Noord-Hollands Archief op 18 oktober 2011 in de Janskerk. V.l.n.r. C.V.Wiersma, J.J.van der Sande, M.Gravendeel, Dick van der Fluit (N.H.Archief), L.C.M.Blomjous-Maillette de Buy Wenniger, Klaartje Pompe (N.H.Archief), Hendrik Blanksma en I.Kanbier (in februari 2012 overleden) (Foto Jos Fielmich)
In 2005 verscheen een publicatie over het tehuis voor Doopsgezinden: ’75 jaar ‘Spaar en Hout 1930-2005, samengesteld door mw. Mechteld Gravendeel, archivaris van de Doopsgezinde gemeente.
De eerste pagina’s over Spaar en Hout over de oprichting in 1930 met een afbeelding van Vincent Loosjes (1855-1931) en een groepsportret gemaakt tijdens de officiële opening van het Doopsgezinde tehuis op 20 mei 1930 met o.a. burgemeester C.Maarschalk, Vincent Loosjes, dominee A.Binnerts Sz. en op de derde rij eerste links architect K.Jonkheid.
Het aan oude zuidelijke ingang van Spaar en Hout. Daarachter liggen tegenwoordig  twee kleinschalige appartementencomplexen ‘Middelhout’
Spaar en Hout vanaf het Spaarne met links de tuin en gerestaureerde koepel

(Haarlems Dagblad, 17juni2000)

(Haarlems Dagblad, 21  juni 2000)

Vooraanzicht van et nieuwe Sparenhout, getekend door Chr. Schut (Uit: A.M.Hulkenberg, Gezichten in Zuids-Kennemerland. Alphen aan den Rijn, Canaletto, 1991. pagina 81,

 

Zicht op het Spaarne, de huidige Mariastichting en links vooraan Sparenhout (foto Bouwfonds)
Zicht op het Spaarne, de huidige Mariastichting en links vooraan Sparenhout (foto Bouwfonds)
Kruyder.jpg
Het Zuiderbuitenspaarne, tekening van Herman Kruyder (1881-1935 (kunstcollectie provincie Noord-Holland)

BIJLAGE: HET HUIDIGE MIDDELHOUT: 2 appartementencomplexen sinds 1998

Het huidige Middelhout als wooncomplex aan de Kleine Houtweg in Haarlem

Het gehele park van Spaar & Hout beslaat anno nu 3,68 hectare – vóór 1927 ressorterend onder de gemeente Heemstede en sinds de annexatie van 1 mei in dat jaar geannexeerd door de gemeente Haarlem. In 1927 werd het landgoed Spaar& Hout verkocht aan de Stichting ‘Weeshuis der Doopsgezinden’, die er vervolgens een rusthuis bouwde. Naar een ontwerp van architect Klaas Jonkheit op 20 mei 1930 officieel geopend, De moestuin raakte in ongebruik en dat stuk werd in 1950 verpacht aan de Plantsoenendienst van de gemeente Haarlem. Zij kweekten er struiken en bomen en gebruikten het terrein ook voor de opslag van materiaal en voertuigen. Maar de Plantsoenendienst wilde rond 1990 meer ruimte en heeft toen een groter terrein buiten de stad betrokken. Het rusthuis Spaar & Hout had het terrein van de moestuin niet nodig om het eigen park uit te breiden. Toen werd overwogen om het uit te geven aan een woningbouwcorporatie om daarmee extra inkomsten te genereren. Maar op 30 mei 1996 heeft de stichting Spaar & Hout in overleg met het Weeshuis der Doopsgezinden de stichting MIDDELHOUT opgericht,. Als architect werd Klous en Brandjes aangetrokken. Leningen werden gesloten bij de Generale Bank, de Belgische Bank, die later werd overgenomen door Fortis en ABNAMRO. Het weeshuis verstrekte ook een lening en stond bovendien garant voor de leningen van de Generale Bank. Als makelaar en eerste beheerder functioneerde het kantoor Strijbis. Later werd die rol overgenomen door PreWonen en daarna door het kantoor Boonstra/Heijmeijer. De eerste bewoners kwamen in januari 1998. Het eerste bestuur van Middelhout werd gevormd door Sjaak Kanbier, Marijke Reinders Folmer, Fieth Corbet, Piet Krom, Hans Leepel, Bert van Dijk en Hendrik Blanksma. In het huidige bestuur zitten Janneke Kanbier, de weduwe van de eerste voorzitter, Cees Wiersma, Gerrit Jonker en Hendrik Blanksma. De stichting ‘Middelhout’ heeft verschillende verbindingen met de Doopsgezinde Gemeente te Haarlem. Zo moet een meerderheid van de bestuursleden lid zijn van de doopsgezinde gemeente in Nederland. En de stichting heeft als doelstelling naast het huisvesten van ouderen ook het behoud van cultureel en kerkelijk erfgoed, met name van doopsgezind erfgoed. Uit oogpunt van ‘good governance’ is daarbij vastgesteld, dat de bestuursleden van de stichting Middelhout worden benoemd respectievelijk herbenoemd door de Raad van Toezicht. Deze RvT wordt op zijn beurt benoemd door het samenwerkingsverband van drie Haarlemse doopgezinde stichtingen, namelijk het Predikfonds, het Weeshuis der Doopsgezinden en het Fonds Van Zanten. Bovenstaande informatie is verstrekt door drs. Hendrik Blanksma

De recensie van architectuurhistoricus was ten aanzien van de twee luxe appartementengebouwen van Middelhout minder gunstig. Niettemin hebben de paar personen die ik heb gekend en hier hun laatste levensjaren doorbrachten, zoals Piet Krom, Frans van Wijkhuizen en mw.mr. Margreet Wijnstroom. met plezier op Middelhout gewoond.
Mr.Margreet Wijnstroom (1922 geboren in Bloemendaal en in 2018 overleden te Haarlem) was in haar jonge jaren hockey-international, in haar werkzaam leven (internationaal) bibliothecaresse, o.a. secretaris van de International Federation of Library Associations and Institutions (IFLA). Na haar pensionering schreef en publiceerde zij enkele spannende thrillers die zich ten dele in Zuid-Kennemerland afspelen. Op bovenstaande afbeelding onder een boom rond Middelhout met haar o.a. haar roman ‘Misslag’ gefotografeerd.