Tags
Anton van der Waals, Bernhard Westermayer, Bevrijding mei 1945 Bennebroek, bevrijdingsbruiden Canada, bevrijdingsmonumenten, bevrijdingstegels, Boekwijt, Broeder Joseph, De Tello, Dick Verkijk, Dicky Wafelbakker, E.H.Moltzer, Emile Henry Bastet, familie Klingen in Alem, Henk Klaver, Indië herdenking Heemstede 1995, J.E.Tillema, Jacobus de Kruijff, Johan Limpers, Joseph Schreieder, Jupp Henneböhl, kamp Rees, Kareol, Kennemerlyceum, Marinus Vaumont, slachtoffers Bloemendaal, Tweede Wereldoorlog, verzetsgroep ECH3, W.F.Anceaux


In 1995 verscheen het boek Heemstede 1940-1945 een gemeente in bezettingstijd (Haarlem, De Vrieseborch) door Marcel Bulte en Hans Krol. Een herdruk kwam uit in 2005.

Foto in het raadhuis van Heemstede van de Werkgroep Geschiedschrijving Heemstede 1940-1945 met van links naar rechts: Wim Verspoor, Marcel Bulte, Herman Rosendal en Hans Krol (1995)
Oorlogsslachtoffers Heemstede, al of niet vermeld op bevrijdingsmonument , vervaardigd door Mari Andriessen, aan de Vrijheidsdreef.
Adriaanse, Johannes M.A.J. [of Johannes Maria Josephus Adriaanse?] (10-02-1945) Geboren 28 juni 1925 te Heemstede. Hij zat bij zijn ouders ondergedoken en wilde begin 1945 naar bevrijd gebied in het zuiden. In een poging op 10 februari 1945 met een vriend de Waal over te steken is hij ontdekt, door Duitsers beschoten en verdronken.
Anceaux, Willem Fredrik Zie: Heemsteedse militairen gevallen….. Beerthuizen, Johan (17-04-1945) Geboren op 7 mei 1918 in Haarlem. Was gemeentearbeider en woonachtig in de Talmastraat. Hij werd in mei 1943 in Dresden te werk gesteld. Met verlof thuis in december dook hij onder. Op 4 juni 1944 is Beerthuizen opgepakt en naar een strafkamp bij Dresden overgebracht, waar hij op 15 april 1945 bij een Brits bombardement omkwam. Blaak, Cornelis (27-02-1942) Geboren op 7 december 1899 te Oudenhoorm. Was woonachtig in de Mahlerlaan in Heemstede en gezagvoerder van de KLM. Evenals bij de koopvaardij had de overheid óók de nodige bevoegdheden over de inzet van civiele luchtvaart in Nederlands-Indië, de Koninklijke Indische Luchtvaart Maatschappij (KNILM). Blaak was op 10 mei 1940 op weg naar Indië en is bij de inval in 1942 door het Militair Gezag gevorderd voor dienstneming op de lijn Java-Australië. Van 20 februari 1942 af vlogen KNILM-DC-3 Dakota’s naar Australië voor het wegbrengen van evacués. Op 26 februari moest hij met zijn toestel door brandstofgebrek een noodlanding maken op Sumatra. De telegrafist werd zwaar gewond en door de Japanners vermoord; de boordwerktuigkundige kwam later om bij de aanleg van de Birma-spoorweg; de tweede vlieger wist in de jungle te ontkomen en wordt sindsdien vermist. C. Blaak ten slotte is, zoals later vastgesteld, aan door lokale bewoners toegebrachte verwondingen overleden.
Deelder, André Martien (10-02-1945) Op 24 april 1924 in Weltevreden Batavia (NOI) geboren. Was woonachtig bij zijn ouders in de Johannes Vermeerstraat 40 en eerling van de HBS in Haarlem. Hij werd wegens illegaal werk en verzorging van onderduikers op 16 juni 1944 gearresteerd en is op 10 februari 1945 ten gevolge van allerlei ontberingen aan longontsteking overleden in het concentratiekamp Neuengamme. De SD verzocht op 29 maart 1945 aan de politie van Heemstede om de familie van Deelder hiervan in kennis te brengen. In juli 1945 hebben de ouders een oproep geplaatst in het Haarlem’s Dagblad en Het Parool voor nadere informatie.
.

Oproep van de familie omtrent André Deelder (Het Parool, 16-7-1945)
Denijs, Willem (13-01-1945) Geboren in 1910 te Amsterdam. Hij woonde op het adres Frederik van Eedenplein 32 en was werkzaam als gemeenteambtenaar op de afadeling Bevolking. NSB-burgemeester Van Riesen was er fel op dat – op last van de Duitse autoriteiten – zogeheten spitlijsten vervaardigd werden van geschikt geachte personen voor o.a. grondwerkzaamheden ten behoeve van een verdedigingslinie voor de Duitse Weemacht, de Atlantik-Wall. Op een gegeven moment eiste men 300 personen uit Heemstede voor dit werk in Schoorldam. Denijs weigerde principieel zijn medewerking aan het samenstellen van dergelijke lijsten. Vanaf 11 april 1944 verscheen hij niet meer op het werk. Mede wegens het verstrekken van valse persoonsbewijzen is Denijs op 20 mei door de Sicherheitsdienst in hechtenis genomen en na ondervraging naar kamp Vught overgebracht. Hij overleed op 13 januari 1945 “aan algehele zwakte” in het kamp Sachsenhausen. De Sicherheitsdienst verzocht op 29 maart de politie Heemstede om zijn familie op de hoogte te brengen. In het naoorlogse proces tegen burgemeester Van Riesen is bij de strafbepaling door de rechter rekening gehouden met de dood in een concentratiekamp van een door de burgemeester op staande voet ontslagen gemeenteambtenaar.




Dirken, Martinus W.M. (28-04-1945) M.W.M.Dirken is 17 augustus 1900 te Haarlem geboren. Woonde als kandidaat-notaris op het adres Frederik van Eedenplein 27. Hij is op 18 april 1944 in hechtenis genomen wegens hulp aan Joodse onderduikers. Na zes weken verblijf in de gevangenis Weteringschans is hij doorgezonden naar diverse kampen en op 29 april 1945 in kamp Ludwigslust te Wöbbelin overleden. Martinus Dirken liet een vrouw en twee kinderen na.

Frohn, Christiaan F.F. (14-11-1944) Geboren op 5 juni 1926 in Antwerpen. Hij woonde in de César Francklaan, dook in 1943 onder en verrichtte illegaal werk. Bij een poging over te steken naar bevrijd gebied werd hij gepakt en overgebracht naar de gevangenis te Utrecht. Op 14 november 1944 is Frohn met vier anderen te Renswoude gefusilleerd. Govers, Teunis C. (07-03-1942) Op 30 juni 1885 in Den Haag geboren. Sneuvelde vrijwel gelijktijdig met J.E.Hellings. Ze voerden op het koopvaardijschip ‘Poelau Bras’, dat op 6 maart 1942 na een bombardement door de Japanners in de buurt van Java verging, zoals beschreven in het boek ‘Varen n oorlogstijd’ (1948). Van de 240 personen aan boord lieten 80 passagiers en 48 bemanningsleden het leven onder wie de machinist T.C.Govers uit de Lanckhorstlaan.
Hellings, Jan E. (07-03-1942) Geboren op 24 september 1899 in Schiermonnikoog. Met voornoemde T.C.Govers op 7 maart 1942 verdronken op de ‘Poelau Bras’ ten zuidwesten van Java. J.E.Hellings was gezagvoerder op de eerder bij Padang tot zinken gebombardeerd ‘Poelau Tello’, op ‘de ‘Poelau Bras’ reisde hij mee als passagier.
S.J.Graaf van Limburg Stirum schreef over het einde van de ‘Poelau Tello’ in het boek ‘Varen in oorlogstijd (Amsterdam, uitg. v.h.C.de Boer Jr., 1948 2e druk) het volgendë: “De Poelau Tello, zusterschip van de ‘Poela Bras’ lag op 27 januari 1942 te Emmahaven, toen de Jappen dat een vreselijke verwoesting konden aanrichten, omdat aan de wal geen luchtafweer aanwezig was. Ook de ‘Poelau ‘Tello’ had geen luchtafweer. Het schip was bijna gereed met laden en daar de luiken nog open lagen, kreeg het een bom in de lading, waardoor brand uitbrak. Deze lading, rubber en sisalvezels, leverde een gretig voedsel voor het vuur en in enkele minuten stond de gehele midscheeps in brand. Door gaten in de met bomscherven doorboorde scheepshuis liep de brandstofolie uit de bunkers in de haven en vatte vlam, waar door de daarlangs liggende prauwen weldra ook in vlammen waren gehuld. Bluswater was niet beschikbaar, daar aan boord de leidingen door de bomaanslag waren vernietigd en aan de wal was de toestand evenzo. Met het oog op ontploffingen werd de scheepsmunitie aan de was gebracht. De S.O. 2 flessen uit het brandblushuis vlogen als vuurpijlen de lucht in. Daar het brandende schip, liggende aan de kader, groot gevaar voor de omgeving opleverde, gaf kapitein J.E.Hellings order de ‘Poelau Tello’ in de buitenhaven aan de grond te zetten. Dit geschiedde door de ‘Jan van der Heyden’, terwijl het gesleept wordend vaartuig van voor tot achter één vuurzee was. Gedurende 10 dagen lag de ‘Poelau Tello’ te branden en is daarna gezonken. Gelukkig vielen bij deze brand geen slachtoffers te betreuren, doch helaas kwam kapitein Hellings met nog vele andere leden van zijn bemanning om het leven bij de ramp van de ‘Poelau Bras’ ‘. [onder wie T.C.Govers uit Heemstede]. N.B. In Haarlem is op 16 maart 1993 in Parkwijk een gedenkteken opgericht voor de Haarlemse militairen en koopvaarders die in de jaren 1940 en 1945 gevallen zijn. Op een gedenkplaat staan de namen van de 105 omgekomen soldaten en koopvaarders. In Heemstede heeft de heer H.P.Siegers zich ingezet voor de nagedachtenis van tijdens W.O.II omgekomen mensen op de koopvaardij.

Hoebeke, Marinus (15-05-1945) Geboren op 25 november 1905 in Sloten (NH). Hij woonde op het adres Jan van den Bergstraat 64 en was van beroep aardappel-handelaar. Marinus Hoebeke was lid van de Communistische Partij. Tot zijn arrestatie was hij o.a. koerier van ‘De Waarheid’, een illegale krant en verspreidde ook wapens voor het verzet (1). Via SD-bureau Euterpestraat Amsterdam, kamp Vught en gevangenis Utrecht is Hoebeke naar het Duitse kamp Dieburg gezonden en ten slotte naar het tuchthuis Bernau in Beieren. Daar is hij op 15 mei 1945 aan uitputting overleden. Hij is herbegraven op de erebegraafplaats in Loenen.

foto van gevangen in kamp Vught


(1) Verzetsstrijder C.F.S.Dulk schreef over gem in zijn herinneringen: ‘Ik gedenk hier ook onze vriend Hoebeke, een aardappelhandelaar uit de Jan van den Bergstraat. Hij was communist maar een prima strijdmakker en is gebleven in een concentratiekamp’. Zie ook: De ondergrondse pers in Heemstede 1940-945. Gemeentelijke openbare bibliotheek Heemstede, 1995, p. 14 en 27. Van verspreiders van “De Waarheid’ uit Haarlem zijn opgepakt en omgebracht: Th.J.van den Berg (1905-1942), H.de Jager (1885-945), K.E.Kretschmar (1886-1942), J.Th.Lebbe (1878-1943), Hannie Schaft (1920-1945), J.Vooren (1912-1945), C.J.Zwaanenbeek (1873-1945) en I.F.Zwaanenbeek (1902-1943).



Herbegrafenis M.Hoebeke




Hofland, Antoon (20-09-1944) Geboren op 2 mei 1918 in Beverwijk. Was zoon van huisschilder Jan Hofland (*24 augustus 1891 Wormerveer) en Marrigje Vellekoop (*15 december 1891 Haarlemmermeer).Ambtenaar bij de rijksbelastingen die sinds 10 augustus 1942 met zijn echtgenote, Geertruida Hoogewerf (* 30 juli 1916 Heemskerk) woonde op het adres Clivialaan 11, waar een jaar later een dochter is geboren. Hij werd op 4 juli 1944 gearresteerd wegens verspreiding van illegale bladen en het voorhanden hebben van verboden wapens. Via gevangenis Weteringschans naar kamp Amersfoort vervoerd, waar Hofland op 20 september 1944 op de Leusderheide, na de straf‘” Zum Tode verurteilt” te hebben aangehoord. N.B. Volgens René Veldhuizen, onderzoeker Nationaal Monument Kamp Amersfoort, is aldaar geregistreerd dat A. Hofland op 19 november 1944 aan ontberingen is overleden. Veldhuizen schreef: ‘Bij opening van een graf (in een eikenbosje vlakbij het kamp) zijn de overschotten van 4 mannen aangetroffen, één van hen was Anton Hofland. Hij is op 29 januari 1946 door zijn echtgenote Geertruida Hofland-Hoogewerff , herkend aan de hand van het signalement en van de daarbij behorende voorwerpen’. Hofland werd gecremeerd in het crematorium Westerveld in Driehuis. Zijn as is verstrooid. De familie zou naar Canada zijn geëmigreerd.


Registratiekaart Anton Hofland nr. 6854 Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort

Nota Bene: zie de reactie van René Veldhoven, gedateerd 9 november 2018
Hoogewooning, Frederik J. (08-03-1945), geboren op 29 januari 1923 in Amsterdam. Hij ontsnapte in 1943 vanuit Nederland en wist via Zweden Engeland te bereiken. Daar is hij in samenwerking met de Britse Secret Intelligence Service (SIS)opgeleid bij de geheime dienst tot sergeant telegrafist/parachutist. Zijn opdracht was om het radiocontact te verzorgen tussen de spionagegroep Albrecht en het Bureau Inlichtingen (BI) in Eindhoven. Op 31 december 1944 is Hoogewoning boven ons land met een parachute neergelaten met als opdracht de verbinding tussen bezet Nederland en Engeland te onderhouden ten behoeve van de inlichtingengroep in het midden des lands. Begin januari 1945 richtte hij een seinpost te Utrecht in. Dit ging goed totdat zijn seinpost werd uitgepeild en Hoogewooning is 27 februari 1945 door de SD gevangen namen en naar gevangenis het Oranjehiotel in Scheveningen overgebracht. Na mishandelingen is hij als represaillemaatregel voor de (mislukte) moordaanslag op Rauter is hij op 8 maart 1945 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.

Bij Koninklijk Besluit van 30-8-1948, nummer 8, is aan Frederik Johannes Hoogewooning postuum een onderscheiding de ‘Bronzen Leeuw’ verleend, evenals het Kruis van Verdienste. Het Haarlems Dagblad berichtte op 12 december 1945: “Gisteren werd het stoffelijk overschot van Fred Hogewooning op de Algemene Begraafplaats in Heemsteder ter aarde besteld. Hij wist in de oorlog via Zweden naar Engeland te ontkomen en werd later weer boven ons land afgeworpen. Hij werd door de Duitsers gegrepen en als represaille voor de moordaanslag op Rauter op 8 maart 1945 gefusilleerd. Velen waren gekomen om hun jongen, hun vriend de laatste eer te bewijzen. Sprekers lieten blijken, welk een grote kracht de overledene was in kringen van de illegaliteit en hoe hij gewaardeerd werd. Jhr.J.P.W.van Doorn burgemeester van Heemstede sloot de rij der sprekers, waarin hij Fred beschreef als een beminnelijke jongen die het ver zou hebben gebracht. Zo werd ook deze jongen die het uiterste offer bewust heeft gebracht in onze vaderlandse bodem ter ruste gelegd.” Op 12 december 1945 vond herbegrafenis in Heemstede plaats. Donderdag 3 november 2011 is verzetsstrijder Frederik Johannes Hoogewooning nogmaals herbegraven, thans op het Nederlands ereveld te Loenen.


L.D. de Jong voluit: Leopold David Louis) de Jong geboren op 24 maart 1901 te Groningen. Hij was vertegenwoordiger voor Anker kasregisters van beroep werkzaam in Amsterdam en woonde in Heemstede op het adres Jacques Perklaan 5. Enkele dagen voor de bevrijding van Goningen op 13 april 1945, is de in zijn geboortestad ondergedoken De Jong door Pieter Schaap van de SD, die van Amsterdam naar Groningen was overgeplaatst, op de Waterloolaan aldaar neergeschoten op 9 april 1945.


N.B. Omdat achteraf op basis van getuigenissen van Pieter Schaap is gebleken dat L.D. de Jong tijdens de bezettingsjaren duidelijk fout is geweest, is hij in mei 1948 door de gemeente Heemstede niet op de erelijst van slachtoffers geplaatst noch op de plaquette bij het bevrijdingsmonument vermeld.
Jorritsma, Johannes (10-05-1944) Geboren 17 juni 1919 in Heemstede. Van hem is bekend dat hij in april 1943 in Breslau is tewerkgesteld. Op 8 januari 1944 is Jorritsma wegens sabotage in het opvoedingskamp Grosz Roszen opgesloten. Hij zou op 10 mei 1944 in Breslau zijn overleden als gevolg van mishandelingen. [Om onbekende reden is Jorritsma de enige persoon met naam op het Bevrijdingsmonument, die niet is geregistreerd door de Oorlogsgravenstichting]
Kahmann, Hermanus C.M. (31-12-1944) Geboren op 17 juni 1910 in Amsterdam. Hij was commissionair in effecten en woonde op het adres Camplaan 34. Hermanus Kahmann is begin 1944 wegens hulp aan onderduikers aangehouden en via Amsterdam naar kamp Neuengamme overgebracht, waar hij op 31 december 1944 is overleden.

Klingen, Johannes (Broeder Jozef Albertus) (24-01-1942) Geboren op 22 februari 1913 in Gilze en Rijen (N.Br.). De eerste grote verzetsgroep die door het laaghartig dubbelspel van Anton van der Waals door de Duitsers werd opgerold was de berichtendienst ECH/3. De jonge Broeder Jozef, die in het R.K.Broederhuis van de la Salle aan de Herenweg woonde, bouwde uit liefhebberij al voor de oorlog amateurzenders. Hij was van plan informatie uit Zuid-Kennemerland door te seinen naar de Nederlandse regering in Engeland. In de groep, bestaande uit meer dan 20 personen – technici en informanten – heeft zich electrotechicus Anton van der Waals onder een valse naam (Anton de Wilde) als infiltrant weten binnen te dringen. Zogenaamd als ‘agent uit Londen’ wist deze het vertrouwen van Broeder Jozef te winnen, die hem in zijn goedheid alle namen heeft doorgegeven, met als gevolg dat de door de Duitse chef van de Sicherheitspolizei genoemde ‘spionagegroep Heemstede’ – vooral bekend onder de codenaam van de zender ECH/3 – kon worden opgerold nog voor één bericht kon worden doorgeseind.



Al op 18 maart 1941 hadden zes politieagenten een inval gedaan vanwege het gerucht dat naar de Engelse zender werd geluisterd, doch zonder resultaat. In het politiedagrapport van 20 maart is daarover het volgende genoteerd: ‘IvP Hagen rapporteert dat hij met vijf agenten assistentie heeft verleend bij een inval in het Broederhuis van de broeders van St. Jean Baptiste de la Salle, Herenweg 103a op 18 maart. Er zou naar Engelse zenders worden geluisterd. Het onderzoek leverde geen resultaat op’. Op 26 mei 1941 belde Van der Waals aan. Even later volgde Kriminaldirektor en SS-Sturmbannführer Joseph Schreieder en ongeveer 25 leden van de SD. Zij vonden de kleine radio-zender op een plank in een boekenkast van de huisbibliotheek en een grotere zender die nog niet was voltooid. De Duitsers arresteerden Broeder Jozef (1), terwijl Anton van der Waals die aanvankelijk voor de schijn was aangehouden een loopbaan begon als V-Mann (vertrouwensman van de SD) en een premie in ontvangst nam. Acht personen uit deze groep hebben de oorlog niet overleefd (2). Broeder Jozef kreeg de doodstraf en is gelijktijdig met zijn vriend en medestander Henk Schoenmaker op 24 januari 1942 in de omgeving van en Haag gefusilleerd. Een verzoek om gratie, gericht aan de bevelhebber van de Wehrmacht in Nederland generaal F.Christiansen, ondertekend door meer dan 3.500 Heemstedenaren, heeft niet mogen baten. In zijn afscheidsbrief van 24 januari 1942 aan zijn naaste familie schreef hij: “Mijn laatste brief? Het valt me zeer zwaar op deze manier afscheid van jullie te moeten nemen. Ik ben evenwel klaar om voor Hem te verschijnen, van Wien ik dit leventje kreeg en aan Wien ik dit ook met graag teruggeef. Menselijke tussenkomst heeft niet meer mogen baten en Gods tussenkomst heeft anders over mij beschikt. Veel troost heb ik van jullie bezoeken en medeleven gehad, en ik kan met ’n gerust hart de grote reis aanvaarden. Ik zal jullie steun zijn en reken op jullie gebed. Verdeel onder elkaar de kleine herinneringen die ik naliet en laat deze dingen, de aanleiding zijn, dat jullie dikwijls aan mij denken. Nog eens, ik weet wat voor spelletje ik gespeeld heb en ik wil ook ten volle de verantwoordelijkheid dragen. Al met al kan ik zeggen, dat mijn leven niet onvruchtbaar is geweest, alhoewel er vele fouten aan kleven. In deze ogenblikken (ik schrijf een half uur voor mijn dood) heb ik een priester bij me. Ik ben klaar voor de reis Groet alle bekenden in Alem en in Heemstede en zeg hen dat ik als een kerel de dood in ga. Groet speciaal familie v.d.Biezen, Steenbakkers, Hellings, Smits, Dobbe, Armand [van Nieveen], enz. Ook Rietske niet vergeten. Breng ook mijn groeten over aan de oud-collega’s op onderwijs- en radiogebied in Haarlem en Heemstede. Allen zal ik boven gedenken, reken daarop. Sterven is niet moeilijk, wanneer men zich zoals ik kan voorberreiden. Allen bekend, of onbekend, die iets aan mijn gratieverzoek gedaan hebben, dank ik hartelijk. Tot ziens hier boven. Leef met God dan is ’t goed. Gegroet allemaal, Mama, Papa, Nelly, Simon, Tilly, Joep en Tonny. Bid voor mij “Jan”. P.S. Breng ook mijn groet over aan de oude collega’s op onderwijs- en radiogebied in Haarlem en Heemstede’. “Jan” .






In 1949 sprak Joseph Schreieder zijn bewondering uit over de ongebroken moed van Broeder Jozef, “die voor zijn medewerkers tot op het laatste moment een voortreffelijk kameraad was.”
In 1966 is de Broeder Jozeflaan in de Verzetswijk te Heemstede naar hem vernoemd en in de gemeente Best (Noord-Brabant) een Johannes Klingenstraat. De vader van Broeder Jozef raakte in diens woonplaats Alem door de activiteiten van zijn zoon ook betrokken bij het verzet en gaf onderdak aan geallieerde piloten en joden. In september 1944 is hij samen met zijn dochter aangehouden en beiden zijn op een afschuwelijke manier om het leven gebracht. Dat lot overkwam ook een andere zoon Leo die verdronk bij het overbrengen van berichten voor geallieerden. Vier leden uit één gezin dus! In Alem is een stenen monument voor de familie Klingen opgericht.
In de jaarverslagen 1941-1942 schreef Broeder Paulus van de Jozefschool/Henricus ulo het volgende over de arrestatie van Broeder Jozef tot zijn terechtstelling: 1941 ‘Een nooit te vergeten dag met lange en droeve nasleep beleefden we op maandag 26 mei, toen de Duitse Gestapo een overval deed in ons huis. Ruim twee maanden vroeger op 18 maart hadden we een meer onschuldig bezoek gehad, toen ’s avonds om 19.00 uur de politie vergeefs overtreding van het luisterverbod naar verboden zenders kwam constateren. De overval van 26 mei, die ruim drie uur duurde, eindigde met medeneming van Broeder Directeur en twee confraters: Broeder Willibrordus Johan en Broeder Jozef Albertus. Een gevoelige consternatie in huis en in de hele gemeente was het gevolg. Niemand van de achterblijvenden had enig vermoeden van de oorzaak der arrestaties en iedereen hoopte binnen enkele uren de afwezigen terug te zien. Wij wisten alleen dat het onderzoek ging over radio of juister geheime zenders en niemand was zich enige schuld bewust. Het waren 10 dagen van lang wachten over het lot der onschuldigen, die wij overgebracht wisten naar de strafgevangenis te Scheveningen toen op donderdag 5 juni Broeder Directeur terug kwam. Op vrijdag en zaterdag van die week had een nog druk verhoor plaats van leerlingen van onze scholen over Broeder Willibrordus, wiens onschuld zo vast stond dat ook hij na precies 14 dagen, dat is 9 juni de vrijheid herkreeg. Onnodig te zeggen dat de Broeders en de vele vrienden van buiten het zielelijden van Br. Directeur en Br. Willibrordus hebben meegevoeld en van hun deelname en hun vreugde bij het wederzien hebben getuigd. Broeder Jozef hebben wij niet meer terug gezien. Een langdurig onderzoek heeft tenslotte begin augustus geleid tot veroordeling wegens begunstiging van de vijand tot 20 jaar tuchthuisstraf, tegelijk met mindere of meerdere straffen voor medeschuldigen. Nog was evenwel de droevige geschiedenis niet ten einde. De hoogste militaire overheid weigerde bekrachtiging van het vonnis van augustus, zodat het proces in november opnieuw aanhangig werd gemaakt met het gevolg dat 19 november een nieuwe rechtbank hem met nog drie anderen veroordeelden tot de doodstraf, wegens spionage. Ook de overige medeplichtigen zagen hun straffen merkelijk verzwaard. Onmiddellijk is er alsdan door de betrokkenen een verzoek om gratie ingediend, dat door de broeders en de ingezetenen van Heemstede met 3.500 handtekeningen werd gesteund. Wij wachten nog steeds op een beslissing en met de hoop, dat deze gunstig moge zijn, gaan wij het nieuwe jaar in.’ 1942 ‘Het jaar 1942 heeft vanzelfsprekend geheel in het teken van de oorlog gestaan. (…) Op de eerste dag van het jaar ontvingen we bericht dat het gratieverzoek van Broeder Jozef was afgewezen. De 8e januari bezocht Broeder Directeur hem in de strafgevangenis te Scheveningen en toen werd besloten, als laatste poging, een nieuw gratieverzoek in te dienen uitgaande van de ouders. Antwoord hierop is nimmer verkregen, maar de 24ste bereikte ons het bericht, dat dezelfde dag des morgens de terechtstelling van onze oud-confrater had plaatsgehad. Wij weten uit een aandoenlijke brief, door hem aan zijn ouders gericht, dat hij de laatste uren is bijgestaan door een geestelijke en dat hij moedig en in volkomen overgave zijn lot heeft aanvaard. Van zijn bidprentje en foto zijn duizenden exemplaren aangevraagd en overal verspreid.’














De Broeders van De la Salle in Heemstede hebben zeer meegeleefd met hun medebroeder. Een trieste omstandigheid is daarom dat de toenmalige Algemeen Overste uit België na kennis te hebben genomen van de executie en juiste toedracht postuum de Broederstatus van Josef Klingen heeft ontnomen. Dat heeft naar wordt aangenomen te maken gehad met zijn mening dat de Broeders zich alleen dienden bezig te houden met geloofszaken, R.K.onderwijs e.d., maar niet politiek actief mochten zijn.



(1) Volgens een brief van burgemeester jhr. Van Doorn aan de Commissaris van de Provincie Noord-Holland werden die dag tevens aangehouden: Adrianus Josef Verdonschot (7-3-1913), Binnenweg 57, garagehouder; Cornelis Verdonschot (6-11-1913), Jan van den Bergstraat 85; Gerardus Hendricus Moone (28-02-19119), Ipenlaan 46, monteur; Hendricus Klaver (02-11-1907), Raadhuisstraat 42; Albertus van St*…, Broeder, Herenweg 103a; Johannes Arnoldus Maria Klomp (24-03-1900 [= Broeder Willibordus]; Wilhelminus Hendrikus Maria van Kolk (06-03-1900), Herenweg 103a [= Broeder Eduard Hugo]. In een brief gedateerd de 18e juni 1941 schrijft de burgemeester dat allen met uitzondering van broeder Joseph zijn vrijgelaten.

Bijlage 1: afschrift aanklacht tegen eerste 14 gearresteerden binnen de groep rond Broeder Jozef:



Gerichtsherr/Generalleutnant Rudolf Lehamn in uniform


DE HERINNERINGEN VAN SS’ER JOSEPH SCHREIEDER AAN BROEDER JOSEF
Gedurende Tweede Wereldoorlog was de in 1904 in München geboren Joseph Schreieder als SS-Sturmbannführer Kriminaldirektor van het Referat afdeling IV E van de Gestapo in Den Haag zich bezig houdende met contra-spionage. Als zodanig was hij een van de belangrijkste Duitse figuren die zich met het England Spiel bezig hield. Hij stuurde V-Männer [=Vertrouwensmannen] aan, waaronder ir. Anton van der Waals die op verzoek van Schreieder de verzetsgroep ECH/3 rond Broeder Jozef oprolde. Ondanks zijn onmenselijke daden, zo gaf hij o.a. opdracht tot het doodschieten van 14 personen in Dronrijp, werd Schreieder door het Bijzonder Gerecht in 1948 berecht en in 1949 om onbegrijpelijke redenen vrijgesproken. Schreieder keerde terug naar zijn geboortestad en werd benoemd tot Oberregierungsrat van de deelstaat Beieren. Eind jaren vijftig werkte hij voor Radio Free Europe. Verder is hij nog informant geweest voor de CIA. Vanaf 1955 bovendien onder een schuilnaam (Hans Bauer?] lid van het Landesambt für Verfassungsschutz, met als doel spionnen op te sporen uit de DDR en andere Oostbloklanden. Zijn ervaring tijdens de Duitse bezetting van Nederland opgedaan zal hem daarbij van dienst zijn geweest. Vermoed wordt dat hij omstreeks 1988 is overleden. Anton van der Waals, in 1912 te Rotterdam geboren wordt beschouwd als de ergste Nederlandse landverrader tijdens de Duitse bezetting. .Aan hem zijn intussen twee boeken gewijd door F.Visser, ‘De zaak Antonius van der Waals’ (1974) en Auke Kok, ‘Verrader; leven en dood van Anton van der Waals’ (1995). Hem werd tijdens het naoorlogse proces dat van april 1948 tot januari 1950 plaatshad ten laste gelegd dat door zijn toedoen 83 verzetsmensen in Duitse handen vielen van wie er minimaal 34 zijn geëxecuteerd, waaronder ook Broeder Jozef en enkele van diens medewerkers zoals Henk Schoenmaker. Van der Waals door het Gerechtshof in Den Haag ter dood veroordeeld en op 61 januari 1950 op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. In 1949 heeft Joseph Schreieder zijn herinneringen aan Broeder Josef en Van der Waals verteld aan een journalist en deze zijn vervolgens gepubliceerd in het blad ‘Ons Vrije Nederland’ . Voor de arrestatie van Bierhuys uit Haarlem ontving Anton van der Waals 5.000 gulden in 50 biljetten van 100 gulden, die omdat Van der Waals deze dringend nodig had uit en Schreieder eigen kas vooruitbetaalde, om deze bij de financiële afdeling te verrekenen. ‘(…) Intussen werden de mappen : “Spionagegroep Heemstede” steeds dikker. Anton had bericht dat de leider van de groep een kloosterling was, die broeder Josef werd genoemd. Hij woonde in een klooster in Heemstede. “Vandaag heb ik bijzonder belangrijke mededelingen” berichtte Anton op zekere dag. Zelfbewust nam hij in “zijn” stoel aan mijn tafeltje plaats. “Wat voor nieuws heeft u dan?” vroeg ik hem. “Broeder Josef heeft een zendapparaat dat niet veel groter is dan de batterij van een zaklantaarn. Hij draagt het altijd bij zich; onder zijn kloosterkleed in een part zakje”. “Onderhoudt hij daarmee de verbinding met Engeland?” vroeg ik. “Ja. zei Anton. “Broeder Josef zegt, dat hij met dot apparaat uitzendt en dat hij het daarom altijd bij zich draagt”. “Hij kan toch niet op elk tijdstip dat hem belieft radioverbinding met Engeland tot stand brengen? Bij radiografisch verkeer moet ieder zich toch altijd aan vastgestelde zendtijden houden! Dat dient U als amateur toch zeker te weten.” “Dat is zo! ” zei Anton na enig nadenken aarzelend.” In ieder geval beweert broeder Josef dat hij radioverbinding met Engeland heeft!” “Het is uw taak meer te weten te komen over deze verbinding!” beëindigde ik dit deel van het gesprek. “En was heeft u nog meer voor nieuws?’ “Broeder Josef heeft Bierhuys het pistool geleend, waarmee deze de man in Haarlem heeft neergeschoten. Broeder Josef heeft dat zelf aan mij verteld!” voegde hij eraan toe, toen ik hem vroeg of hij dat we; zeker wist. Er waren nog geen twee weken sinds de arrestatie van Bierhuys verlopen; ik wilde echter het spel niet langer rekken. Ik wist nog niet precies wat ik van Anton moest denken. Ik was nog niet helemaal zeker van hem; ik kende hen nog te weinig. Het resultaat van onze vertrouwelijke gesprekken en van al mijn raadgevingen en wenken was nog ziet zoals ik dat zo graag wilde. Zijn berichten waren nog te vaag. Hij had mij weliswaar genoeg materiaal verstrekt om tot arrestatie te kunnen overgaan en om bij de verhoren succes te hebben. Maar dan ook alleen van het kleine groepje, waarmee hij al die tijd in contact was geweest. Want van der Waals had nog te weinig routine om, als ik het spel langer zou rekken, ook de verdere verbindingen van broeder Josef of een van zijn medewerkers wantrouwend zou worden. Spoedig toegrijpen was derhalve wel het beste. 26 Mei 1941 was hiervoor de meest geschikte dag; op die dag namelijk had broeder Josef, naar van der Waals mij vertelde, een bespreking met ongeveer vijf van zijn medewerkers in het klooster. Over dit belangrijke punt moest ik echter absolute zekerheid hebben. Ik moest zeker weten dat broeder Josef op het tijdstip, dat ik voor de arrestatie had vastgelegd, in Heemstede zou zijn. Als namelijk de actie tijdens zijn afwezigheid zou plaats vinden zou hij gewaarschuwd zijn. En dan niet alleen de actie mislukt, maar dan zou ook mijn V-man in gevaar zijn. Anton kreeg opdracht broeder Josef nogmaals uit te horen over de vraag of de bedoelde bespreking werkelijk op 26 Mei zou plaats hebben. Hij meldde mij, dat er geen wijziging in de plannen was gekomen en dat de deelnemers aan de bespreking beslist zouden komen. Dus kon de arrestatie plaats hebben.


Door het malen van een plan de campagne was het noodzakelijk, dat ik een duidelijk beeld had van het terrein en zeker van het klooster. Het leek mij echter niet raadzaam dat ik er zelf ging kijken of dat een van mijn mannen zou doen. Dat zou achterdocht kunnen wekken. Op zijn minst bleef dan bij een eventuele mislukking de vraag open of het te wijten was aan een fout van de V-man dan wel aan een onvoorzichtigheid bij het terrein verkennen. Om dit te voorkomen liet ik door Anton van der Waals een schets maken van de omgeving, voorzover hij daartoe, op grond van zijn tijdens besprekingen met broeder Josef verworven kennis in staat stelde. Met behulp van deze schets deelde ik mijn mensen in en deelde ik ieder zijn werk toe. Dit gebeurde tijdens een dienstbespreking waarbij van der Waals niet aanwezig was. Het was de 24e mei. Van der Waals moest wel aan de actie deelnemen, daar geen van ons broeder Josef kende. Bovendien was het maar de vraag of broeder Josef “thuis” zou zijn als een Duitser, zij het dan in burger, of een de Sipo verbonden Nederlander, aan de kloosterpoort naar hem zou vragen. Ik droeg van der Waals derhalve op broeder Josef te vragen naar de tuinpoort te komen en hem daar in handen van mijn mannen te spelen. Zo besprak ik ieder detail van de actie en maakte ik aan mijn mensen en aan van der Waals duidelijk hoe ik mij het verloop voorstelde. Maar – zoals meestal – loep het anders. In de middag van de 26e mei – ik geloof dat het een zondag was – reed ik met Anton en plusminus tien man in een personenauto naar Heemstede. Even voor we het dorp zouden binnenrijden hielden we halt. Ik liet mijn mensen uitstappen en reed met Anton langs het aan de linkerkant van de weg gelegen klooster. Oppervlakkig constateerde ik dat de beschrijving en de schets van van der Waals niet slecht was. Ik keerde terug naar mijn mannen en deelde ze in volgens de reeds opgestelde plannen. Zes man waren aangewezen voor de eigenlijke arrestaties. De anderen moesten van verschillende kanten het klooster in het oog houden en eventuele ontsnappingspogingen verhinderen. Volgens de berichten van van der Waals zou de bespreking in het klooster plaats vinden. En hierop waren mijn plannen voor deze actie gebaseerd. Het liep tegen half drie. Het was stil in Heemstede op deze mooie meidag; langs de blauwe hemel dreven een paar witte wolken. “Vooruit van der Waals! Er op los!” zeik tegen Anton en dit gold ook voor de groep politiemannen, voorzover zij zich al niet verspreid hadden voor hun bewakingsopdracht. Er moest snel gehandeld worden – een langdurig rondhangen van onbekenden moest in deze stille omgeving opvallen. Ik bleef bij de auto staan, die we op een zijweggetje hadden geparkeerd. Twee man hield ik bij mij teneinde in staat te zijn onmiddellijk opdrachten te kunnen geven als er iets verkeerd ging. Ik wachtte. Na vijf of misschien tien minuten kwam van der Waals weer te voorschijn. Hij meldde dat broeder Josef gearresteerd was. Hij had hem aan de poort te spreken gevraagd. Broeder Josef was gekomen – hij had met hem staan praten en zodoende de Duitsers gelegenheid gegeven dichterbij te komen. Daarop had de arrestatie plaats gevonden. Men had hem ook gearresteerd en met broeder Josef in het klooster binnengebracht. Daar had men hen gescheiden en hem toen weer vrij gelaten. Dit was gebeurd op mijn aanwijzingen om te voorkomen dat de verdenking direct op van der Waals zou vallen. Maar – vertelde van der Waals ook – de bespreking zou niet in het klooster plaats hebben maar in een huis in de buurt! Daarmee had ik bij het opstellen van mijn plannen geen rekening gehouden. Broeder Josef was al gearresteerd en men deed al huiszoeking in het klooster. Er diende dus snel gehandeld te worden om te voorkomen dat de vijf anderen die op broeder Josef wachtten ongerust of zelfs wantrouwig zouden worden en op de gedachten zouden komen bij het klooster navraag te gaan doen of zelfs voorzichtigheidshalve de benen zouden nemen. Ik droeg een van de twee mannen die bij mij waren op onmiddellijk Flehmig op te zoeken en hem mee te delen, dat hij moest zorgen voor de arrestatie van de vijf naderen. Flehmig bevond zich in het klooster. Zelf ging ik ook daarheen en door de tuin ging ik het klooster binnen. Broeder Josef zat in een kamer. Groot en zwijgzaam zat hij op een stoel. Wij zochten naar de zender. Broeder Josef wendde voor niets van een zender te weten. Wij zochten in zijn kamer, in de bibliotheek, overal waar het apparaat maar enigszins verborgen kon zijn. Uren waren we er mee bezig. “Het moet er zijn!” bezwoer van der Waals en we begonnen maar weer opnieuw. In de bibliotheek liet ik boek voor boek onderzoeken. en daar vond een van de mannen het zendapparaat. Een groot boek met een brede rug was ter camouflage gebruikt. Ook werden er onderdelen gevonden van een grote zender. Hiermee was de actie beëindigd. Ik liet de gevangenen – Flehmig had zijn opdracht met succes uitgevoerd – naar de auto brengen en zo verlieten wijn Heemstede. De volgende dag begonnen de verhoren. Broeder Josef, wiens eigenlijke naam Josef Klingen was, leek in vele opzichten op zijn vriend Bierhuys. Niet alleen wat zijn voorkomen en houding betrof maar bovenal in zijn haat tegen Duitsland. Eerst ontkende hij alles maar toen hem duidelijk was welke rol van der Waals gespeeld had gaf hij zijn spionage-activiteit toe en bekende hij ook, dat hij aan Bierhuys het pistool had geleend. Motief: zijn liefde voor Koningin en vaderland en zijn haat tegen Duitsland. Zijn moed bleef ongebroken evenals zijn humor, die – ook al was hij dan dikwijls woedend – tot uitdrukking kwam in verschillende tekeningen die hij in de cel maakte. Voor zijn medewerkers was hij tot op het laatste moment een voortreffelijk kameraad. Er werden nog meer arrestaties verricht. Op 29 mei werden acht medewerkers van broeder Josef in hechtenis genomen. Drie van hen ontsnapten uit de politiecellen, waarin ze na hun arrestatie voorlopig waren opgesloten. Een van deze drie was Spreeuw uit Hillegom, die echter op 4 october van dat jaar opnieuw gegrepen kon worden.


De zaak broeder Josef was de eerste grote zaak van Anton van der Waals – en hij had daarin alle fouten gemaakt, die een man, die V-man wilde worden, maar had kunnen maken. De V-man van der Waals moest voor alles nog leren, dat hij zich bij overvallen afzijdig diende te houden – en dit viel hem, evenals alle beginnelingen, heel moeilijk. Bovendien mag ook dit niet over het hoofd worden gezien: de groep rond broeder Josef was geen illegale verzetsgroep in de zin, die men later aan deze woorden gegeven heeft. Dit groepje bestond uit een aantal mensen, die ook in hun persoonlijk leven met elkaar omgingen; die door vriendschapsbanden met elkaar verbonden waren. Het was immers nog maar 1941, dus nog pas in de tijd waarin voorzichtige pogingen ondernomen werden de Duitse bezettingsmacht in een of andere vorm tegen te werken, iets te doen, dat nut kon hebben voor het vaderland. In deze pogingen zat echter geen vaste lijn, het was alles nog te willekeurig; en bovendien was er geen leiding van boven af, waarmee ik de Nederlandse regering in Londen bedoel. (…) Tijdens het verhoor van Josef Klingen en van zijn medewerkers moest ik constateren, dat een aantal mensen, die direct of indirect met broeder Josef contact hadden – ik zou hen willen samenvatten onder de naam “groep professor Schoemaker” – reeds was gearresteerd door de afdeling, die zich met verboden wapenbezit bezighield. Zij waren dus op geheel andere gronden gearresteerd. Uit deze uiteenzetting blijkt tevens, dat van der Waals geen aandacht heeft gehad in de arrestatie van professor Schoemaker uit Delft en zijn medewerkers. (…) Na het beëindigen van de zaak “broeder Josef” nam ik Anton van der Waals vast als V-man in dienst. Hij kreeg een salaris van ƒ 225,- per maand. De onkosten, die hij bij zijn werk maakte – verteringen bij samenkomsten, reiskosten, hotelkosten enz. – kon hij afzonderlijk declareren. Van toen af werkte Anton van der Waals uitsluitend onder mijn leiding.’





(2) Behalve Broeder Jozef Klingen, ook Henk Schoenmaker (Heemstede) , Hans Bierhuys (Haarlem/Heemstede), Bernardus Zegger (Amsterdam), Jan Oom (Heemstede) ,G.J.Schuijlenburg (Soest), Cees van Lent (Heemstede) , J.G. Tillema(Vogelenzang)

Ten slotte Henk Klaver (Heemstede) is na de Bevrijding maar als gevolg van doorstane ontberingen in 1946 te Davos overleden. Tot de leden (informanten en technici) van de groep rond Broeder Jozef (die elkaar onderling soms niet of nauwelijks kenden worden verder gerekend: C.A.Boom (Haarlem) , prof.ir.R.L.A.Schoemaker (Delft), A.A.van Amerongen (Heemstede) , W.Zietse (Badhoevedorp) E.Spreeuw (Hillegom) , L.Schoonderbeek (Hillegom), A.P.Preijde (Heemstede) , A. van Aggelen (Haarlem), S.M.A.Pijnenburg (Amsterdam), A.O.L.Strijkers (Utrecht) en A.J. Greidanus (Amsterdam). Zie ook: Elly Jansen (Oosterhout). De prijs van vrede: de zendergroep van Jan Klingen, 24 juni ’40 – 26 mei ’41. 65 p.




Graf Johannes Everhardus Tillema op de Erebegraafplaats in Loenen, Gelderand



De heer H.Dijkstra uit Aerdenhout schreef enige jaren geleden als ingezonden stuk in de Koerier: ‘Enige tijd geleden ben ik uit belangstelling bij het gemeentehuis van Bloemendaal eens gaan informeren over het verzetsleden van de familie Tillema. Dit werd een teleurstelling. Er was niets bekend, alleen een aantekening in de Burgerlijke Stand dat de heer Tillema op 23 april 1944 was overleden. Ik ging op verder onderzoek uit en naar aanleiding hiervan kan ik het volgende mededelen. De familie Tillema woonde in het dorp Vogelenzang aan de Vogelenzangseweg. De heer Johannes Everardus Tillema was op 11 januari 1885 in Den Helder geboren, zijn echtgenote Margaretha de Bruyn was geboortig uit Vlaardingen, 17 februari 1880. Uit hun huwelijk werd een dochter geboren. Het was een door en door christelijke en oranjegezinde familie. Van 1922 tot en met 1928 – na een zenuwcrisis ontslagen – was de heer Tillema gemeentesecretaris van Bennebroek. Als mens was hij rechtlijnig en op zijn standpunt staande. Het volgende voorval typeert zijn karakter. Toen Duitse troepen in 1940 door Vogelenzang trokken deed hij de ramen open van zijn woning, plaatste een grammofoon op de vensterbank en draaide het Wilhelmus net zo lang totdat de Duitsers uit het zicht waren. Dit lijdelijk verzet was afgelopen toen Tillema kennis maakte met broeder Jozef en zij samen de verzetsgroep ECH/3 oprichtten. En dat zij het niet alleen bij het doorseinen van berichten wilden laten, bleek enige jaren na de oorlog toen de bewoners van de voormalige woning van de familie Tillema bij een verbouwing tussen de schuifdeuren een aantal wapens aantroffen en bij het omspitten van de tuin munitie te voorschijn kwam. Na de arrestatie van haar man, die tot twaalf jaar tuchthuisstraf werd veroordeeld en in 1944 bij een bombardement in Duitsland om het leven kwam, trof ook mevrouw Tillema een tragisch lot. Het dorp Vogelenzang werd in 1944 geëvacueerd, zij moest haar woning verlaten en ging inwonen bij een zuster te Vlaardingen. Het jaar daarop overleed haar enige kind. Toen zij na de oorlog berooid en alleen terugkeerde in Vogelenzang vond zij haar huis bewoond door andere mensen , die de woning hadden toegewezen hadden gekregen van de gemeente Bloemendaal. Zij keerde terug nar haar zuster en bracht haar laatste jaren door in een rusthuis te Vlaardingen, waar zij in 1974 overleed. Zij rust nu bij haar man, wiens stoffelijk overschot in 1951 uit Duitsland werd overgebracht en herbegraven werd door de Oorlogsgravenstichting op de algemene begraafplaats te Driebergen-Rijsenburg. Dit graf is genummerd 239.’
Herinneringen van Broeder Willibrord Gehling, leraar Duits aan de Henricus ULO: ‘In maart 1941 kregen de broeders ‘radiocontrole, dat wil zeggen dat men kwam kijken of ze de broeders konden betrappen op het luisteren nar de verboden Engelse zender. Het was een Heemsteedse (bekende) NSB-politieagent met twee kornuiten, die net onder het avondeten kwamen aanbellen. Daar de broeders ze aan hadden zien komen, werd de knop gauw omgedraaid en op Hilversum gezet. Ton ze dan ook binnen kwamen, was er niets aan de hand. Verlegen dropen ze af. Maar op maandag 26 mei kregen de broeders ‘bezoek’ van veel ernstiger aard, namelijk van de Gestapo. Het broederhuis was, voordat de bewoners er erg in hadden, omsingeld door een tiental auto’s en een dertigtal Gestapo’s. War hing de broeders nu boven het hoofd? Ze hoefden niet lang te wachten. Toen broeder Jozef Klingen uit de Ulo kwam, werd hij gearresteerd met een zekere Van der Waals, de verrader die zich in de radioclub van Broeder Jozef had ingeslopen. Gedurende drie lange, angstige uren werd hert huis van onder tot boven doorzocht. De broeders moesten aan onze lessenaars blijven zitten en mochten geen woord met elkaar wisselen. Eén broeder probeerde het toch nog, maar hij kreeg meteen te horen dat er anders uit een ander vaatje getapt zou worden ( Er würde andere Saiten aufziehen’). Eindelijk kwamen ze terug en lieten triomfantelijk merken dat ze “iets” gevonden hadden, dat wees op een Engelse zender. Ook hadden ze bij broeder Willebrord Klomp op zijn kamer foto’s van de jongens van de Jonge Wacht gevonden. Daar zit misschien wel een ‘zedenschandaaltje’ in te ontdekken. Broeder Jozef en broeder Willebrord moesten mee en ook de verantwoordelijke broeder Eduard van der Kolk. Iedereen van de broeders dacht, dat ze dezelfde dag wel terug zouden komen, maar het werden tien dagen van bang wachten. Donderdag 5 juni werd broeder directeur weer vrijgelaten en vier dagen later broeder Willebrord, waarbij verschillende jongens gepolst waren over de relatie met de jeugdleider. Zelfs voor de Gestapo was er geen vuiltje aan de lucht! Broeder Jozef is nooit meer terug gezien. In augustus 1941 werd hij veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf, maar het hoogste militaire Gerecht weigerde het vonnis te bekrachtigen. Het proces werd opnieuw aanhangig gemaakt en op 19 november kreeg hij de doodstraf wegens spionage. Onmiddellijk is er toen door de betrokkenen een verzoek om gratie ingediend bij Christiansen in Den Haag., dat gesteund werd met 3.500 handtekeningen van de ingezetenen van Heemstede. Begin 1942 kregen de broeders bericht dat het verzoek was afgewezen. Broeder directeur mocht hem opzoeken in de strafgevangenis in Scheveningen. Er werd nog een poging tot gratie gedaan, nu uitgaande van de familie, maar ook was tevergeefs. Op 24 januari kwam een Duitse aalmoezenier berichten dat de terechtstelling had plaatsgevonden. Hij mocht niet zeggen waar en hoe. Na de oorlog is alle mogelijke moeite gedan om hieromtrent nog iets te weten te komen. Nog steeds weten de broeders helaas niet, waar hij met Henk Schoenmaker i terechtgesteld en begraven.’



Zie ook: https://ilibrariana.wordpress.com/2012/02/06/adrianus-a-van-amerongen-

1902-2001-als-verzetsman/ Koomen, Dirk [ook gespeld als Dick Koomen] (03-05-1945) Geboren op 7 december 1907 te Alkmaar, woonde op het adres Kerklaan 123. Hij was bureauchef van de ‘Bond Zonder Naam’ en naaste medewerker van pater Henri de Greeve. Dirk Koomen was lid van de illegale organisatie ‘Vrij Nederland’ en behoorde tot de Haarlemse groep rond Jan Lohmann. Zijn tegen de Duitse overheersers gerichte activiteit had tot gevolg dat hij op 20 februari 1942 door de SD als gijzelaar werd gearresteerd, doch na zes weken is Koomen weer vrijgelaten. Na zijn vrijlating bleef hij doorgaan met ondergronds werk, door middel van het drukken en verspreiden van ‘Vrij Nederland’. Toen op 15 december 1943 een grote groep in Haarlem werd aangehouden, behoorde ook Dirk Koomen tot de slachtoffers. Hij is vanuit het politiebureau in de Smedestraat (Haarlem) naar het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam overgebracht en via kamp Vught op 24 mei 1944 naar Dachau gedeporteerd. Op 18 april in het zicht der bevrijding kreeg hij vlektyfus. Tien dagen later heeft hij de bevrijding door de Amerikanen nog meegemaakt doch korte tijd later stierf hij 3 mei te Kempten im Allgäu. Door zijn medegevangenen is hij aldaar op 7 mei begraven in het plaatsje Durach. In 1952 zijn de stoffelijke resten naar Nederland overgebracht en vond herbegrafenis plaats op de erebegraafpaats in Overveen. Hiermede ging een langgekoesterde wens van zijn weduwe in vervulling. Op 14 mei 1984 wijdde de publicist Nico Scheepmaker een ‘Trijfel’ in de GPD-baden aan de laatste dagen van Dirk Koomen in Kottern bij Dachau, het zekenhuisverblijf te Kempten en begrafenis in Durach, op basis van het verhaal van medegevangene H.A.Koops. Te Dachau zijn tussen 1940 en 1945 bijna 28.000 mensen omgekomen van 22 nationaliteiten, inclusief naar schatting 5.000 Nederlanders, o.a. pater Titus Brandsma. De journalist Willem Leonard (Boebie) Brugsma, destijds woonachtig in de Herman Heijermanslaan, overleefde het kamp. Hij zei daarover in het ‘Elsevier’ van 8 april 1995: “Iedereen die Dachau heeft overleefd, deed dat en koste van anderen. De echt fatsoenlijke mensen gingen dood.” Zie ook: https://ilibrariana.wordpress.com/2012/02/06/adrianus-a-van-amerongen-1902-2001-als-verzetsman/

U


Uit: Peter H.Heere, De Eerebegraafplats te Bloemendaal, 2005, pagina 1036

Vervolg: Dirk Koomen. Uit: De Erebegraafplaats te Bloemendaal. 2005, pagina 1037.

Koster, Douwe (10-05-1945) Op 22 april 1923 in Haarlem geboren. Hij is in Köthen Anholt tewerkgesteld en aldaar wegens sabotage en anti-Duits gedrag gearresteerd. Vandaar is Douwe Koster in het Erziehungslager Watenstädt terecht gekomen, waar zijn gezondheid ernstig te lijden had. Hij kreeg tuberculose en een been is geamputeerd. Op 10 mei 1945 overleed hij in een sanatorium bij Berlijn. Douwe Koster is herbegraven op de erebegraafplaats Loenen.
van der Kuijp, Bernardus (13-05-1940) Zie: Heemsteedse militairen gevallen…. Lansdorp, Henri L.C. (10-05-1940) Zie: Heemsteedse militairen gevallen….
de Leeuw, Hendrik J. (15-01-1942) Geboren op 30 juni 1912 in Haarlem. Was matroos en nam op 30 mei 1940 deel aan de evacuatie van militairen uit Duinkerken en op 9 juni uit Le Havre. Medio 1942 was zijn schip de ‘Gorecht’ op weg naar Newport in Engeland. Ongeveer 50 kilometer voor zijn bestemming liep het schip op een door een Duits vliegtuig uitgeworpen magnetische zeemijn. Er waren 7 slachtoffers te betreuren onder wie H.J.de Leeuw die na de oorlog is begraven op het Nederlandse Ereveld Mill Hill bij Londen.
van Lent, Cornelis Leonardus Josephus (13-06-1942) Geboren op 18 maart 1919. Hij was verbonden aan Van Lent’s autobedrijf. Drie dagen na de arrestatie van Broeder Joseph heeft men hem aangehouden en op 30 mei is Cees van Lent opgehaald door de Sicherheitspolizei. Van Lent is vervolgens tot tien jaar tuchthuisstraf veroordeeld en overleed 13 juni in de gevangenis van Lüttringhausen, waar ook Adrianus Antonius van Amerongen gevangen zat. Cees van Lent is herbegraven op het Ereveld in Overveen. Naar hem is in Heemstede een straat vernoemd: de Cees van Lentsingel.

Ontvangst bevestigingen voor C.L.J.van Lent jr. Qsl-kaarten (bron: Elly Jansen)



Uit: De Eerebegraafplaats te Bloemendaal, 20005, pagina 206.

Vervolg C.L.van Lent. Uit: De Eerebegraafplaats te Bloemendaal, 2005, pagina 237.
Lever, Hendrik J. (11-05-1940) Zie: Heemsteedse militairen gevallen….
Loeb, Hendrik Otto Ernst (21-05-1943) Op 20 juni 1919 geboren in Haarlem. Hij was half-‘arisch’ en half-joods, met twee joodse grootouders van vaders kant. Voor verzetswerk is Henk Loeb opgepakt en in het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam vastgezet. Weer vrijgelaten heeft de jonge Loeb zich agressief en vijandig tegenover de Duitse bezetter gedragen en is hij wederom aangehouden en toen naar het kamp Vught overgebracht. Daar kreeg hij een jodenster opgespeld, ondanks het feit dat hij halfjood was. Via Westerbork is Henk Loeb op transport gesteld en op 21 mei 1943 in het vernietigingskamp Sobibor omgekomen.
Lokman, Piet Harmanus (06-12-1944) Geboren 3 april 1924 in Groningen, woonde hij bij zijn ouders in de Frans Schubertlaan 65. Tijdens de Sinterklaasrazzia van 6 december 1944 verloor de 17-jarige Piet Lokman het leven, hetgeen diepe indruk heeft gemaakt in de omgeving. Verschillende andere personen wisten met succes met een bootje de overkant van het Zuiderbuitenspaarne te bereiken. Toen de jonge Lokman overvoer werd hij gesommeerd terug te keen en omdat hij aan dit bevel niet onmiddellijk gevolg gaf is diverse malen door Duitse soldaten geschoten vanaf de post Anton Mauvestraat-Tooropkade met fataal gevolg. Door passanten die op het Jaagpad liepen is Lokman overgebracht naar het huis van huisarts M.Mauve, Pieter de Hooghstraat 11. Deze verleende eerste en verdere hulp. Ten huis van Mauve is hij om circa 14.00 overleden, mede door zwaar bloedverlies. Hij is op de Algemene Begraafplaats in Heemstede begraven.




N.B. In Jaarboek Haerlem 1944 is onder 6 december 1944 het volgende gepubliceerd: ‘In de brievenbussen vinden de bewoners van Haarlem, Heemstede en Bloemendaal een bevel van de Duitsche weermacht, waarbij de mannen van 17 tot 40 jaar voor arbeidsinzet zijn opgeroepen en gereed moeten staan, als de Duitschers verschijnen; na huiszoeking worden ongeveer tweeduizend jongemannen naar het station overgebracht, vanwaar ze des avonds naar Amsterdam en later naar Rees bij Emmerik worden overgebracht; niemand mocht zich op straat begeven en gedurende eenige dagen is het economisch leven gestoord; de zeventienjarige P.L. uit Heemstede, die aldaar het Z.B.Spaarne met een bootje tracht over te steken, wordt doodelijk getroffen.’





N.B. Door een broer van Piet Lokman: Herman Lokman is in 2007 het verhaal op schrift gesteld van zijn vader: ‘Ervaringen van een zeeman (1). Tweede Wereldoorlog. Opgetekend door Arie Lokman’. Aanwezig in Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief, doos 590. (1) Varende op het motorschip ‘Colombia’ , destijds vlaggenschip van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM).
Lopes de Leao Laguna, Jacob (1901- 11 mei 1942 gestorven in kamp Sachenhausen in Oranienburg. Verzetsman met p.a. Maurits Kann en Gerrit Schuijlenburg. Was in Heemstede ondergedoken op het adres Zandvoortselaan 177 . Uitvoerige informatie over hem op mijn blog gewijd aan Joodse onderduikers in Heemstede
Ludwig, Frans N. (09-11-1944). Geboren op 11 mei 1925 in Heemstede. De jonge Frans Ludwig, vriend van Harry Mulisch die bij hem in de Spaarnzichtlaan woonde, sloot zich aan als lid van de Knokploeg (KP)-Rotterdam-Zuid. Werkzaam onder de naam Frank van Duyn is de 19-jarige student op aanwijzing van de gearresteerde Keesje-Zuid op 8 november 1944 door de Sichterheits Dienst meegenomen en overgebracht naar de Scheveningse strafgevangenis. Omdat ieder spoor ontbrak is door zijn vader in Heemstede een bericht van vermissing met foto verspreid.



Na de oorlog bleek dat Frans Ludwig al één dag na zijn aanhouding op de Waalsdorpervlakte standrechtelijk was gefusilleerd.


Moltzer, Ernst Octavianus (15-11-1941) Geboren op 1 mei 1910 te Amsterdam. Zoon van Jan Hendrik Moltzer (1883-1951) – begraven in Driehuis – en Femina Jeanette Fischer.Hij was actief in het roeien en het zeilen en lid van Koninklijke Amsterdamse Roei- en Zeilvereniging (KARZV) De Hoop. Maakte in 1934 deel uit van de bemanning van het zeiljacht Endeaver tijdens de wedstrijden om de America’s Cup.

Ernst Moltzer als Nederlands kampioen in de skiff, 1935
In 1936 was hij deelnemer zeilen (klasse 6 meter met zeilschip De Ruyter) bij de Olympische Spelen van Berlijn en behaalde een achtste plaats. In de skiff roeide hij meermaals om de Holland Beker.

Hij huwde in 1939 met een Oostenrijkse gravin, vestigde zich Anton Mauvelaan 6 en was van beroep onderdirecteur van distilleerderij Bols, die door zijn grootvader was overgenomen. Namens de firma Bols maakte hij in 1937 een wereldwijde handelsreis. Als Engelandvaarder deed hij een poging met twee anderen, te weten Cornelis Kolff en Gerrit Jacobus van der Flier, vertrekkende vanaf het strand van Castricum met een boot Engeland te bereiken. Mogelijk is hij door verraad neergeschoten en op 15 november 1941 in de Noordzee verdronken. De overlijdensakte is pas op 12 januari 1951 bij de burgerlijke stand in Heemstede ingeschreven.

Zijn broer Johan Albert Moltzer (1918-1945) ging ook in het verzet en is slechts kort voor de bevrijding na door de SD te zijn gearresteerd op 15 april 1945 in Wormerveer gefusilleerd. Diens stoffelijk overschot is begraven op de Erebegraafplaats in Bloemendaal.







Hierna trouwde Gertrude Anna Luise Therese Thusnede Sarnthein met Ljubomir Dragotin (geboren 28-2-1902 in Belgrado/Joegoslvië) op 27-12-1963 in Johannesburg. Hij overleed op 28 oktober 1974 bin Palma de Mallorca , Spanjje.

Vanuit Heemstede verhuisde de weduwe met haar dochter Maya naar Blaricum en vervolgens met haar moeder naar Johannesburg in Zuid-Afrika en Swaziland, Haar moeder Gräfin Gertrude Anna Luise Therese Thusnelde (Traut) von Sarnthein geboren Schindler in 1918 – haar vader Rudolf Schindler was directeur van een spinnerij in Kennelbach (Vorarlberg) . Traut Moltzer hertrouwde met Ronald H.Saker uit welke verbintenis een zoon Robin is geboren. Dochter Maya Elisabeth reisde met de boot ‘Edinburgh Castle’ vanuit Kaapstad in Zuid-Afrika en arriveerde in Southhampton Engeland op 1 mei 1969. Zij emigreerde naar Australië waar zij bekend werd als filmmaakster en in 2019 is overleden. Omstreeks 2000 bezocht ze mij in de Heemsteedse bibliotheek op doorreis naar Spanje, en ontving ik het verzoek gegevens over haar vader uit te zoeken.


In een artikel: ‘De Grote Oversteek: Engelandvaart over de Noordzee’ in een NIOD-jaarboek schrijft dr.Agnes Dessing: ‘Op 14 november 1941 ondernamen E.O.Moltzer, G.J.van der Flier en C.Kolff vanuit Egmond een poging de Noordzee over te steken om zo Engeland te bereiken. Ze wilden alledrie dienst nemen in het geallieerde leger. Ten minste een van hen was reserve-officier. Moltzer en Van der Flier waren verwoede zeezeilers en hadden speciaal voor deze overtocht een zeilboot met buitenboordmotor laten bouwen. Voor het transport van hun boot kregen ze hulp van E.Hopman, een inwoner van Egmond-Binnen. Deze bracht het vaartuig ’s avonds laat met paard en wagen naar het strand bij Castricum te komen. De weersomstandigheden waren gunstig: de zee was kalm en er hing een lichte mist. Toch is van de drie opvarenden nooit meer iets vernomen.’

Over 3 Engelandvaarders Ernst Octavius Moltzer, dr. Gerrit Jacobus van der Vlier en Cornelis Kolff. Vertrekplaats Egmond Binnen/Castricum op 4 november 1941, niet aangekomen. En over hun helpers J.J.Glorie, J.Diemeer en Engel Hopman uit Egmond. (Jan Bruin en Jan van der Werff, Vrijheid achter de horizon.Houten, 1998, pagina 82)

Boer J.J.Glorie Uit Egmond aan den Hoef

Briefje van J.Diemeer, uit Egmond-Binnen

Engrel Hopman Tzn. uit Egmond aan Zee

De laatste twee berichten over een levende Ernst Moltzer uit 1941
Door de Nederlandse Draken Club is in herinnering aan de succesville zeiler Moltzer een Ernst Moltzer wisselbeker in het leven geroepen.


Aanwezige documentatie betreffende E.H.Moltzer en gravin T.von Sarnthein in Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief, locatie Kleine Houtweg Haarlem:
-zeiler/deelnemer Olympische Spelen Berlijn 1936 en andere zeilevenementen; – In Memoriam 1940-1945; – Verklaring Engel Kopman (Voûte & Salm advocaten) Gerrit Jacobus van der Flier / Cornelis Kolff; – Agnes Dessing: De Grote Oversteek; – artikelen/correspondentie mw. dr. A.Huisman uit Delft; – dossier no. 2164 Politieke Rechercke Afdelling Haarlem (sepot 6 juli 1948); – Signalementenblad, nr.3, 631, augustus 1944; – gegevens bevolkingsregister Heemstede Anton Mauvestaat 6; – persoonsgegevens von Sarnthein; – informatie René Pottkamp; tevens over Johan Albert Moltzer; – corrrespondentie Maya Moltzer; – archief en correspondentie J(an) G.Bruin (‘Engelandvaarders) / rectificatie; (Ton Vermeulen) Moltzer in relatie tot Bols; – artikel Haarlems dagblad 21 paril 2001 (interview Jan E.E.Visser); – diversen, zoals melding politieregister Heemstede 1943, bericht teraardebestelling dr.F.C.Kuipers (Haarlemsche Courant, 14-10-1943), familie Moltzer, Sarnthein, Saker e.d.; – dagboek Boellaard (Himmler); – knipsels De Velser Affaire.

===========
Nelis, Gerardus J. (14-05-1940) Zie: Heemsteedse militairen gevallen…..


Nienhuis, Jacob (Jaap) (30-01-1945), meermaals ook gespeld als Nienhuys, Geboren op 29 juni 1906 in Delft. Was planter van beroep en verbleef sinds 20 april 1940 met verlof uit Nederlands-Oost-Indië te Heemstede, Rembrandtlaan 18. Zwager van de heer Molijn, directeur van de Amsterdamse Bank. Hij was o.a. lid en succesvol coach van de Roei- en Zeilvereniging ’t Spaarne, die in 1941 en 1942 de ‘Head of the River’ won. Na mei 1940 trad hij toe tot de Orde Dienst (OD) van het verzet. Op 13 januari 1945 is Jaap Nienhuis wegens spionage gevangen genomen en op 30 januari met vier anderen bij de Koningsweg als gijzelaar voor het opblazen van een bunker in Utrecht gefusilleerd in de Utrechtse strafgevangenis. Begraven te Utrecht, Algemene Begraafplaats Tolsteeg, vak 4, nummer 181, in hetzelfde graf als J.v.d. Slikke [Lit.: A.M.Overwater. De gevallenen in de forten van Utrecht 1942-1945. Barendrecht, 1997. Nienhuis wordt genoemd op een gedenksteen in Fort De Bilt.

Portret van Jaap Nienhuis als coach van ‘HetSpaarne’, circa1943


van Ommen, Willem A. (11-05-1940) Zie: Nederlandse militairen gevallen……
Oskam, Aart J.P. (01-04-1945) Op 29 maart 1921 geboren in Heemstede, Valkenburgerstraat 58. Hij was ondergedoken in Voorthuizen, waar hij zich aansluit bij de KP en joodse Nederlanders hielp. Op 15 augustus 1945 is Aart Oskam gearresteerd en via kamp Amersfoort kwam hij in het Duitse kamp Ahlem terecht waar hij op 1 april 1945 is overleden. Reedijk, Pieter (13-05-1940) Zie: Nederlandse militairen gevallen….. de Ronde, Hendrik (26-09-1944) Geboren op 21 december 1923 in Amsterdam. Werkte in 1944 illegaal in Haarlem, waar hij op 24 september is aangehouden wegens sabotageaanslagen. Hendrik de Ronde is enkele dagen later in de SD-kazerne Euterpestraat te Amsterdam doodgeschoten.
Schoenmaker, Henricus M.C. (24-01-1942) Geboren op 19 februari 1914 in Amsterdam. Was zoon van C.C.Schoenmaker, die bij het Amsterdamse Waterleidingbedrijf werkte en het gezin (twee jongens en zijn moeder hebben aan verzetswerk gedaan door de verspreiding van een ondergronds blad en Geogiërs in huis te nemen, waar acties tegen de nazi’s zijn uitgebroed. Helaas zijn de Russen na hevige gevechten met de Duitsers op Texel gedood. Henk Schoenmaker was electriciën van beroep. Hij werkte op technisch gebied nauw samen met Broeder Jozef bij de ontwikkeling van een miniatuurzender waarvoor hij radio-onderdelen leverde. Na arrestatie van laatstgenoemde is Henk Schoenmaker door Van der Waals in de val gelokt toen hij met de geheime code van professor R.Schoemaker uit Delft samen met zijn vriend Willem Zietse uit Badhoevedorp op weg naar Engeland in zijn auto ergens tussen Delft en Rijswijk door de Sicherheitspolizei werd gearresteerd.

Professor ir. Richard L.A. Schoemaker uit Delft, geboren op 5 oktober 1886 in Roermond, na arrestatie op 3 mei 1942 gefusilleerd in Sachsenhausen. Hij richtte in 1940 een verzetsgroep op, en werkte samen met de verzetsgroep rond Broeder Jozef en Henk Schoenmaker.
Samen met Broeder Jozef stierf Henk Schoenmaker kansloos voor het vuurpeleton. Drie weken na de terechtstelling ontvingen zijn ouders een brief uit de Duitse strafgevangenis in Scheveningen, gedateerd 24 januari 1942 en kort voor zijn dood geschreven. Ofschoon de familie bepaald niet dweperig katholiek was, wordt God in Henk Schoenmaker’s laatste schrijven in vrijwel elke zin aangeroepen. ‘Deutsches Untersuchungs ind Strafgefängnis. Scheveningen, 24 januari 1942 ‘Lieve Molly, vader – moeder – broer en zus en alle anderen. God zij mij genadig! Dit is nu werkelijk mijn laatste brief, helaas., Het Recht heeft gesproken en tot onze spijt zullen zij later erkennen moeten dat zij een vergissing begaan hebben. Maar het is niet aan ons om daar nu een oordeel over uit te spreken. Wij hebben slechts Gods Heilige Wil te volbrengen. En hoewel deze aan ons dikwijls wonderlijk zijn en onbegrijpelijk, moeten wij ons daaraan overgeven. Dat heb ik dan ook gedaan en als ik ga, ga ik met Gods Vrede. Ik ben heel rustig en zal mijn lot waardig dragen. Voor jullie vind ik het het ergst, want jullie blijven achter, maar wees gerust. En leer berusten in Gods Wil. Ik vraag Molly nog vergeving voor al wat ik haar heb aangedaan en ik heb aan jou lieveling veel te danken. Jij hebt veel zonneschijn in mijn leven gebracht, daarvoor dank ik je van harte. Ik zal God bidden dat hij jou je verdere leven beschermen wil en wees ervan overtuigd dat ik jouw beschermer blijf. Ik hoop Molly dat je nog waarlijk gelukkig mag worden. Blijf dus niet treuren, maar vraag God om je leven te besturen, God zegen je. Ook Pa en Moe vraag ik om vergeving voor al wat ik hen heb aangedaan en ik dank U van harte voor alle zorgen en moeite die u aan mij besteed hebt. Moge God U hiervoor later belonen en in de hemel waar wij elkander zullen weerzien. Ik zal hierboven veel voor U beiden bidden en Gods zegen vragen, ook U beiden te zegenen en te beschermen. Ook Carel zal ik gedenken en God vragen hem ongedeerd weer bij U terug te laten keren. Groet hem van mij en vraag hem bij deze, Carel wees goed voor je ouders en waardeer hen, beloon hen in dit leven ook voor mij. Ik zal ook voor jou bidden, Houd je haaks jongen! Ook Tine zal ik gedenken en ik dank ook jou voor alle zorgen die je aan mij hebt gegeven. Ik heb dikwijls grote steun aan jou gehad en ik zal voor je bidden dat je gezin dezelfde steun nog lang mag genieten. Een verzoek heb ik. Als je gezin uitgebreid wordt met een zoon, wil je hem dan Henk noemen? Dank daarvoor als je het doet. Ook Nelis wil ik gedenken en zal bidden ook voor zijn geluk en voorspoed. Tot slot doe ik alles samen en dank alle, in ’t bijzonder de heer Berendsen voor alle moeite die hij gegeven heeft, Dus kort en goed, allen wens ik sterkte en troost. Met veel dank en ik sluit mijn leven met Gods zegen jullie allemaal.’




Briefje van professor ir.R.L.A.Schoemakers [schuilnaam Van Lofteren] uit Delft 31 maart 1941 aan Henk Schoenmaker [schuilnaam Van Buren]. (bron: Elly Jansen)
Zie ook: De prijs voor de vrijheid; de Tweede Wereldoorlog 1940-1945; de gecombineerde zaak Haarlem/Heemstede; door Elly Jansen uit Oosterhout. Aanwezig in Heemstede-collectie Noord-Hollands Archief


Ofschoon geen Heemstedenaar maar afkomstig uit Delft wordt in verband zijn relatie met de verzetsgroep rond Broeder Jozef ook de hoogleraar en verzetspionier professor ir.R.A.SCHOEMAKER (1886-1942) – vaak verward met Henk Schoemaker – beschreven uit: ‘Delft Integraal 98.1, pagina’s 24-25:




Smits, Petrus H.Th.M. (10-05-1940) Zie: Nederlandse militairen gevallen….
Smits, Wilhelmus A. (30-12-1944) Op 5 december 1911 geboren in Bloemendaal. Wilhelmus Smits was ondergedoken om aan de Arbeidsinzet te ontkomen. In augustus 1944 is hij door verraad in handen van de Duitsers gevallen. Smits werd via kamp Amersfoort naar Neuengamme overgebracht, alwaar hij op 30 december 1944 is overleden.
Sparrius, Douwe (08-11-1940) Zie: Nederlandse militairen gevallen….
van Taarling, Jan H. (10-05-1940) Zie: Nederlandse miltairen gevallen…. Een familielid Tineke van Taarling bericht op een discussiegroep J.H.van Taarling het volgende: ‘Jan Hendrik van Taarling, dienstplichtig korporaal, 2-III-34 R.I. Geboren 21 maart 1913 in Amsterdam. Overlijdensdatum 10 mei 1940, gesneuveld Wieldrecht, Rijksstraatweg bij Gravestein. Begraven op erebegraafplaats Grebbeberg, rij 15 – graf 36. Hij sneuvelde bij de confrontatie tussen de twee secties van 2-III-34.RI en de parachutisten van 2 en 4./F.JR.1 tussen de Kilweg en Gravestein in de ochtend van 10 mei 1940. Hij was timmerman van beroep en woonde op het adres Lieven de Keylaan 9 Heemstede

de Tello, Willem A. (05-02-1943) Geboren op 30 januari 1901 in Haarlem. Hij was handelsreiziger van beroep en sportverslaggever voor ‘Het Volk’, editie Haarlem. In Heemstede bestuurslid van de Heemsteedse Sportparken, voorzitter van de Heemsteedse schaakclub (die 5 leden in oorlogstijd verloor, onder wie drie joden), bestuurslid van de Noord-Hollandsche Schaakclub etc. Gemeenteraadslid in Heemstede voor de SDAP van 1931 tot 1941. Woonachtig op het adres Herenweg 109a. W.A. de Tello sloot zich aan bij de illegale krant ‘Het Parool’. Via hem werd per medio november 1941 deze krant gedrukt bij de drukker van de ‘Zandvoortsche Courant’ W.J.Gertenbach op de Achterweg in Zandvoort.

De oplage bedroeg zeven- tot achtduizend stuks per editie. Tengevolge van het oprollen van Gertenbachs drukkerij werd ook De Tello gearresteerd. Bij onderzoek in de drukkerij had men een pakketje met het blad gevonden, voorzien van het Heemsteedse adres van De Tello. Op de avond van 3 februari 1942 meldden Poos en Slagter zich ten huize van De Tello waar zij voorgaven van Het Parool te zijn. De Tello was niet thuis en beiden bleven op hem wachten. Toen de telefoon ging namen zij de hoorn op en drongen er bij De Tello – hij was het die opbelde – op aan hem te ontmoeten. Daarop begaven zij zich naar café Boekenrode aan het Roemer Visscherplein en arresteerden hem. De Tello werd met anderen naar de strafgevangenis in Scheveningen overgebracht en per 17 juli 1942 in afwachting van een proces met nog 22 verdachten naar het ‘Polizeliches Durchgangslager’ Amersfoort gebracht.
Vervolgens werden ze op 12 december 1942 getransporteerd naar de ‘Kriegswehrmachtgefängnis’ in Utrecht. Hoewel niet zachtzinnig behandeld was de groep welgemoed. Op 14 december begon het proces. Na een schijnproces was het vonnis met nog 12 Parool-medewerkers de doodstraf. Op vrijdagochtend 5 februari 1943 in alle vroegte, vertrokken de dertien met een autobus uit Vught, nog steeds in de hoop gratie te verkrijgen. In Utrecht aangekomen hoorden zij om half elf wat te gebeuren stond. De resterende tijd mocht besteed worden aan het schrijven van afscheidsbrieven aan hun naaste verwanten. De Tello schreef: Rustig aanvaard ik de kogel die men mij toebedacht heeft wegens het verspreiden van het Parool. Een zaak die, onschuldig van aard, zich door de politieke verhoudingen zodanig heeft toegespitst, dat wij nog persé geslachtofferd moeten worden. Later zal de historie bevestigen hoe overdreven dit vonnis is geweest en degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn zullen zich hebben te verantwoorden…. Ik sterf met een gerust geweten, omdat ik geen Nederlander nodeloos in gevaar heb gebracht. Zeg tegen de burgers van Heemstede en zijn gemeenteraad, dat ik mijn leven graag gegeven heb in de rotsvaste overtuiging, dat wij zegevieren. Alleen men heeft mij niet de tijd gelaten om dat mee te beleven. Dat is het enige wat ik jammer vind.” Op een stille plek van de Soesterbergse heide in Leusden zijn de 13 slachtoffers van het eerste Parool-proces doodgeschoten. Navrant detail: vanuit het ‘Konzentrationslager Herzogenbusch’ (Vught) werd via de politie nog ƒ 11,50 afkomstig van haar echtgenoot aan mevrouw De Tello teruggegeven.
Met de 12 andere gefusilleerde Parool-medewerkers is Willem A. T. de Tello op 19 december 1945 herbegraven in Overveen, in aanwezigheid van burgemeester jonkheer mr.J.W.W. van Doorn en het voltallig gemeentebestuur.
In 1966 is een nieuwe straat tussen de Van Merlenlaan naar W. Denijslaan naar hem vernoemd: W.A. de Tellolaan.




Uit ‘De ondergrondse Pers 1940-1945’; ‘(…) Op 5 februari 1943 werden gefusilleerd: R.Douma, W.F.Gerrese, W.Gertenbach, W.S. Lans, A.J.van Leeuwen. H.J.Meinardi, J.Melkman, F.Robbe, L.G.Rima, N.Snijders, W.A.de Tello, J.B.Varwijk en J.C.Zwanenburg. De overige zes verdachten werden niet gevonnist, maar “bis auf weiteres” naar een concentratiekamp in Duitsland gezonden. Het waren H.Roos, K.Witmond, J.Frank, A.van Soest, J.Barzilay en C.Teeuwsen. Frank, Barzilay en Teeuwsen hebben hun gevangenschap niet overleefd.’
hwt laatste gepubliceerde besluit van de foute burgemeester Van Riesen dateert van 21 december 1944: Verordening tot instelling van een vervoerverbod van hout. Na de Bevrijding heeft de eerste openbare vergadering van de Raad der gemeente Heemstede plaatsgevonden op dinsdag 13 november 1945 des namiddags om 3 uur. Onder voorzitterschap van burgemeester jhr. J.P.W.van Doorn, en naast secretaris N.Vos met de volgende 19 gemeenteraadsleden: mr. R.C.Bakhuizen van den Brink, J.van den Berge, dr.E.Brongersma, H.J.W.B.Disselkoen, L.A.Eckhof, J.W.van der Erf, J.Kamerbeek, E.J.van Lent, P.H.M.Peeperkorn, mr.K.A.F.J.Pliester, jhr. A.van de Poll, W.J. Reijnders, S.Rijkes, J.F.Saarberg, mr.B.W.Stomps, P.G.Tel, H.M.van Unen, A.J.J.Verspoor en A.N.Zonneveld. Na interne verkiezingen zijn toen als wethouders benoemd: jhr.A.van de Poll, H.M.van Unen E.J.van Lent. De burgemeester sprak bij die gelegenheid een rede uit waarin hij in het bijzonder het omgebrachte oud-gemeenteraadslid De Tello herdacht.


W.A.de Tello. Uit: De Eerebegraafplaats te Bloemendaal, 205, pagina 240.
van Tongeren, Hermannus (09-09-1944) Geboren 8 oktober 1899 in Kota Radja (NOI). Reeds als student in Delft vond hij eind jaren 20 een cycloon of vliegasvanger uit. Een methode om stof uit schoorstenen op te vangen volgens het principe van de aerodynamica. In 1927 verhuisd naar Heemstede vestigde ir. Herman van Tongeren zich april 1930 in de Postlaan en twee jaar later een ingenieursbureau in de Johannes Verhulstlaan 32-34. Een dubbelpand met op 32 zijn woning en 34 kantoor/laboratorium. In 1937 verhuisde hij naar een nieuw gebouwde villa Herfstlaan 37. Van Tongeren is op 7 september 1944 na huiszoeking door de Feldgendarmerie, geassisteerd door een politieagent uit Heemstede, door 3 Duitsers in zijn huis aan de Herfstlaan ’s avonds laat opgepakt, nadat bij huiszoeking illegale blaadjes van de Patriot en een radiozender zijn aangetroffen. Van Tongeren is in een geblindeerde auto geduwd en op de Wagenweg bij het ‘Huis met de Beelden’ uit de wagen gegooid. De SD’rs vuurden enkele gerichte schoten op hem af, waarbij hij werd getroffen in nek en longen. In de veronderstelling dat hij dood was reden ze door. Een geüniformeerde Haarlemse politieman vond Van Tongeren in de vroege ochtend en liet hem volgens diens verklaring overbrengen naar het nabijgelegen noodziekenhuis Bethesda-Sarepta. In de ochtend van 9 september is Van Tongeren aan zijn verwondingen in het Sint Elisabeth’s Gasthuis overleden. Het stoffelijk overschot is niet ver van zijn woning op de Algemene Begraafplaats aan de Herfstlaan ter aarde besteld. Diens vader H.van Tongeren sr. , generaal-majoor der genie van het KNIL b.d., was als grootmeester der Vrijmeselaars, eerder opgepakt door Kempin (en Barbie) en deze is op 29 maart 1941 in het vernietigingskamp Sachsenhausen overleden.


Vaumont, Marinus (25-07-1944) Geboren op 6 februari 1896 in Haarlem. Vaumont maakte fortuin als hotelier op Curaçao
Hij vestigde zich na terugkeer met zijn vrouw en twee dochters, na terugkeer in Haarlem in 1939 tijdelijk in Bloemendaal om vervolgens
naar Heemstede te verhuizen op het adres Bachlaan 17. Aldaar raakte hij in 1940 betrokken in het verzet. Onmiddellijks loot hij zich aan als vrijwilliger bij de Hulppolitie van de Luchtbeschermingsdienst. In het najaar van 1940 gaf de ‘Vereeniging van Nederlands he gemeenten’ signalen dat gemeentelijke instanties zich moesten voorbereiden op het op werkdagen verstrekken van voedzame warme maaltijden aan de bevolking. Het voorlopige plaatselijke comité aan de aan het Raadhuisplein nummer 28 gevestigde ‘Nederlandse Unie’; stelde eind december 1940 voor de organisatie en leiding van een Heemsteedse volkskeuken in handen van M.Vaumont te geven. Volgens de leden van het comité was hij als hotelier ‘bij uitstek deskundig geschikt op dit gebied’. Er werd gebruik gemaakt van de ‘Centrale Keujens’ in Haarlem. Onder leiding van ambtenaar G.J.Arnold zijn op 24 maart 1941 in Heemstede de eerste warme maaltijden uitgereikt in het houten gebouwtje naast Openbare Weken aan de Cruquiusweg. Vaumont werd in 1943 plaatselijk hoofd van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers, bekend als de LO. Tevens sloot hij zich aan bij de zogenaamde Knok-Ploeg (KP), een organisatie voortgekomen uit de LO, die zo nodig zaken met geweld regelde. Hij heeft zich bijzonder verdienstelijk gemaakt voor het Nationaal Steunfonds voor Zeemansvrouwen (NSF). Marinus Vaumont had de financiële zorg voor zo’n 500 zeemansvrouwen en kinderen, niet alleen in Heemstede en omgeving maar tot aan Den Helder toe. Iedere twee maanden werd een bedrag van circa 14.000 gulden verspreid onder zo’n 500 vrouwen en kinderen. Bij dit fonds zorgde hij er ondermeer voor dat zeemansvrouwen en hun kinderen financieel werden ondersteund , de zogenaamde ‘Zeemanspot’. Het ging niet slechts om vrouwen en families van Marinepersoneel dat buitengaats was maar ook om die van opvarenden van de koopvaardij. De vrouwen van laatstgenoemden werden aanvankelijk nog uitbetaald door de maatschappij waar hun mannen in dienst waren. De scheepvaart-maatschappijen waren echter snel aan het einde van hun financiële middelen omdat zij in Nederland geen inkomsten meer hadden. Omdat de Nederlandse door onze regering in Londen was ingelijfd bij de Koninklijke Marine werden hun mannen door de Duitsers als vijanden beschouwd en konden de vrouwen geen aanspraak maken op steun. Gelukkig hoefden zij hun handen niet op te houden. De ‘Zeemanpot’ bracht uitkomst. Vaumont verwierf zelf de fondsen. Hij deed dit op zo’n voortreffelijke wijze, dat hij nimmer een beroep heeft hoeven te doen op andere ondergrondse hulporganisaties. Vaumont hielp ook (Joodse) onderduikers met onderduikadressen, geld en bonkaarten. Hij deed dat eerst individueel met eigen geld. In 1943 ging hij over naar een georganiseerd verband als leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) in Heemstede. Begin 1944 kwam hij tot de conclusie dat het door gevaarlijke activiteiten van enige provocateurs in Haarlem nodig was een knopploeg te vormen. Met deze ploeg bereidde hij een overval voor op het distributiekantoor in Hoofddorp, maar die moest op het laatste moment worden uitgesteld. Zijn bijnaam was ‘Jan van Heemstede’. Zijn motto was ‘geen hand voor de Duitse oorlogsindustrie’, reden om een overval te plegen op het politiebureau in Heemstede om vijf jongemannen die zich hadden onttrokken aan de Duitse arbeidsinzet te bevrijden. Hij raakte zwaar gewond en overleed in het Diaconessenhuis aan de Hazepaterslaan – mogelijk was hij al voordat hij daar arriveerde al overleden. Op last van de Sicherheitspolizei werd zijn lichaam in een verzegelde kist naar het crematorium Drieshuis-Westerveld overgebracht en gecremeerd. De urn werd in een algemene nis geplaatst. Op 13 december 1947 werd de urn met zijn asresten bijgezet in graf 40 op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal, samen met enige van zijn knokploeg-genoten die ook waren gecremeerd.
Begin 1944 kwamen twee leden van de Landelijke Onderduikers (LO) bijeen, daarbij de plaatselijke LO-leider Vaumont, die veel en belangrijk verzetswerk deed onder de schuilnaam ‘Jan van Heemstede’. Beide personen waren van mening dat gelet op de gevaarljke activiteiten van enkele provocateurs in Heemstede een eigen knokploeg (KP) noodzakelijk was. Men zocht daartoe enige personen die nochtans niet deelnamen. Daarbij zij in contact gebracht met LKP-voorman Arie (Hilbert van Dijk) te Amsterdam, die toezegde voor enkele KP’ers te zorgen. Onder leiding van Vaumont zijn vijf in het politiebureau van Heemstede vastgehouden mannen op 25 juli 1945 bevrijd door 3 KP’ers uit Haarlemmermeer (1). Vaumont was in de Raadhuisstraat gaan kijken hoe de overval – door drie andere KP’ers uitgevoerd (2) – geschiedde, is herkend. Hij vluchtte en is toen door een politieman beschoten met minstens vier schoten, gewond n zijn hartstreek en longen en dodelijk getroffen. Vaumont is nog naar het Diaconessenhuis gebracht maar mogelijk al onderweg of anders in het ziekenhuis overleden. De andere agent arresteerde twee bevrijde personen, te weten E.H.Bastet en R. van Erpen Royaards. Beide politieambtenaren hebben voor deze daad na de Bevrijding terecht gestaan (3). Na zijn dood vond men in de portefeuile van Vaumont een briefje met daarop geschreven: “Waak in eenzaamheid over Uw gedachten, in huiselijke kring over Uw humeur, in gezelschap over Uw tong. Niet wat wij dragen maar hoe wij het dragen maakt ons tot helden. Het leven is niet zo kort, of er is altoos nog altijd tijd anderen te helpen. Strijd is de voorwaarde voor overwinning.” Vaumont is herbegraven op de erebegraafplaats Overveen in de gemeente Bloemendaal. Aan de gevel van het huis Havenstraat 17 hoek Jacob van Campenstraat is ter nagedachtens aan hem een gedenksteen aangebracht, vervaardigd door Mari Andriessen. In 1966 is in de Verzetswijk een M.Vaumontlaan naar deze verzetsstrijder vernoemd. In het flatgebouw Vaumont 32/150 is tevens een gedenksteen in herinnering aan de verzetsstrijder aangebracht.
(1) Zaterdag 22 juli 1944 zijn door de Duitse SD’er Kermer bij de Roei- en Zeilvereniging ‘Het Spaarne’ vier jongemannen gearresteerd die daar zaten ondergedoken om aan de Arbeidsdienst te ontkomen. Dat waren: 1) Emile Henry Bastet uit Haarlem, geboren op 16 oktober 1922, oud-gymnasiast en lid van HFC., naar kamp Amersfoort vervoerd en 10 september 1944 in het Duitse concentratiekamp aangekomen [kampnummer 49164], aldaar omgekomen op 27 januari 1945; 2) Robert van Erpen Royaards (*30 mei 1923 te Sumatra, wonende Jacob van Ruysdaellaan 17 Heemstede; [werd later als ingenieur directeur van een kerncentrale in Borsele, Zeeland], 3) Charles Huisman (*30 september 1922), scholier, wonende Zuiderparkweg 25 Haarlem; en 4) Johannes Hermanus Ed. Swan (*12 september 1924, woonachtig Kerklaan 24 Heemstede). Later kwam daar nog als vijfde arrestant bij: Berend Jan van den Berg (*21 april 1921 te Zwolle), boekbinder van beroep en wonende De Genestetstraat 70 te Haarlem.
(2) De bevrijdingactie geschiedde door 1) Ben Lenderink, bijgenaamd Flip, 2) Johan van der Hulst, bijgenaamd Beer, 3) Albert Hoekstra, bijgenaamd Dick. Ze zijn op 8 september 1944 door de Duitsers gefusilleerd in de Haarlemmermeer, nadat zij door Landwachters waren betrapt bij het overbrengen van wapens en munitie naar een post voor de dijkbewaking in een boerderij bij Abbenes.
(3) De twee politieagenten die bij het doodschieten van Marinus Vaumont waren 1) Johannes Kamping en 2) Willem Uijttenbogaard. Eerstgenoemde loste de dodelijke schoten en laatstgenoemde gaf opdracht daartoe. Kamping, geboren op 19 november 1910 te Assen was sinds 1943 agent 1e klasse in Heemstede, komende van het korps Haarlemmermeer. Na het voorval met Vaumont deed hij een poging om zich te laten afkeuren, maar kreeg van NSB-burgemeester Van Riesen ziekte-verlof. In 1944 verhuisde hij naar Amsterdam. 15 mei 1945 is hij door de Binnenlandse Strijdkrachten gearresteerd en overgebracht naar de strafgevangenis in Haarlem. In 1946 kreeg hij huisarrest. In november 1947 is Kamping door het Bijzonder Gerechtshof veroordeeld tot vijf maanden gevangenis, wat gelijk was aan zijn voorarrest. Bovendien ontzegging van het recht een functie uit te oefenen bij de politie voor de tijd van zijn leven. Hij behield zijn recht op pensioen. Willem Uijttenbogaard, geboren op 16 augustus 1888 te Ameide was sinds 1 november 1940 in dienst bij de gemeentepolitie Heemstede in de rang van hoofdagent. Na de bevrijding was de ten laste legging: ‘betrokken bij het doodschieten van een bekend illegaal werken en arrestatie van twee politieke arrestanten die waren bevrijd’. Hij is 14 mei 1945 gearresteerd door de BS en overgebracht naar het Huis van Bewaring te Haarlem.. Op 4 augustus 1945 is hij ontslagen uit voorarrest en kreeg huisarrest. Bij de uitspraak in november 1947 van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam is hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, gelijk aan het voorarrest. Na de uitspaak is hij met pensioen gegaan.

(De Patriot, 1 augustus 1944)










Artikel: HET DRAMA IN ABBENES, door Heni Stroet. Over oorlogsslachtoffers Lenderink, Hoektrs en Van der Hulst. Uit:Meer-Historie, september 2021, p.25-28.


Opgemerkt wordt dat in het Vaumont-dossier in de Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief twee uitvoerige brieven aanwezig zijn met gunstige informatie over opperwachtmeester W.Uyttenbogaard, geschreven door H.Divendal, Sweelinckplein 1, Heemstede (16 mei 1945) en van een anoniem persoon de dato 21 mei 1945, gericht aan de Chef van de Opsporingsdienst te Haarlem.


Albert Hoekstra (1923-1944) standrechtelijk gefusilleerd Alberyus Antonius maria Hoeksta is 10 ugustus 1923 in Amersfoort geboren en op 8 seotember 1944 in Abbebes doodgeschoten. Hij woonde bij ijn ouders in haarlem. Als scholier was hij betrokken bij verzetsctiviteiten, vanaf 1943 namens verzetskrant ‘De Patriot’ in Heemstede en de KP Haarlemmermeer. Hij nam met enkele qanderen onder we ook scholier Emile Bastet deel aan de gedeeltelijk mislukte bevrijding van vijf gevangenen in het politiebureau Heemstede op 22 juli 1944. Dat kostte de aanvoerder Marinus Vaumont het leven. Tijdens het verstoppen van zijn wapen werden Hoekstra en nog twee leden van de KP Haarlemmermeer ontdekt. na verhoor door de SD is hij ter plaatse, in Abbenes, standrechtelijk geëxecuteerd.

Emile Henry Bastet (16 oktober 1922 geboren in Haarlem), oud-gymnasiast, HFC’r, studerend en wonende te Haarlem, die 22 juli 1944 was opgepakt en overgebracht naar een cel op het politiebureau in Heemstede (1) Vanuit Heemstede is hij naar kamp Amersfoort overgebracht en op 10 september 1944 in Neuengamme aangekomen, als kampnummer 49164. Aldaar verbleef Bastet in het hoofdkamp en op 27 januari 1945 is hij omgekomen. [Zijn broer was de bekend geworden letterkundige en hoogleraar Frédérik Bastet (1926-2008), aan wie in 2005 de PC Hooftprijs is toegekend].



(1) In het politiedagrapport van 22 juli 1944 is vermeld: ‘Door opperwachtmeester P. Kramer worden om circa 18.00 uur naar het bureau gebracht en ingesloten: Emile Henry Bastet (16 oktober 1923) te Haarlem, studerend, wonende Koorstraat 3 te Haarlem; Johannes Ed. Swan (12 september 1924) te Heemstede, studerend, wonende Kerklaan 34; Charles Huisman (30 september 1922), scholier, wonende Westerhoutpark 15 te Haarlem en Robert van Erpen Royaards (31 mei 1923 te Sumatra, Nederlands Indië), student, wonende Jacob van Ruisdaellaan 17. Ze mogen geen bezoek ontvangen maar wel eten hebben’. 25 juli 1944 had door het gewapend verzet een overval plaats op het politiebureau. De arrestanten kwamen vrij, enkel Bastet die weer gearresteerd werd is door de Duitse bezetters naar kamp Neuengamme gezonden en is daar 25 januari 1945 verleden.



Johan van der Hulst, geboren op 14 maart 1926 te Hilversum, woonde bij zijn ouders in Haarlem en sloot zich aan bij het verzet. Op 25 juli 1944 nam hij deel aan een overval op het politiebureau te Heemstede om vijf gevangen te bevrijden. Op 8 september 1944 vervoerde hij met twee leden van de Knokploeg Haarlemmermeer wapens voor de dijkbewaking in een boerderij bij het poldergemaal ‘De Leeghwater’ aan de Kagerplassen. Dat werd opgemerkt door twee Landwachters die de Sicherheitspolizei waarschuwden. Toen die uit Amsterdam arriveerden schoten ze de drie gearresteerde mannen na een kort verhoor ter plaatse dood. De stoffelijke resten werden op Westerveld gecremeerd. Op 10 december 1947 zijn de urnen begraven in grafvak 40 van de Eerebegraafplaats in Overveen.

Verspyck Mijnssen, Joan Christiaan G. (18-03-1945) Geboren op 18 februari 1906 in Den Haag. Hij was directeur van de Voorschotbank in Haarlem en woonde op het adres Heemsteedse Dreef 258.
Hij was verbonden aan het Legioen Oud Frontstrijders, samenwerkend met de OD van het verzet en is op 14 januari 1944 gearresteerd. Wegens spionage kreeg hij een gevangenisstraf van 8 jaar. Gedateerd 16 juni 1944 is in een ‘Bestätigungsverfügung’ namens de Wehrmachtbefehlshaber in de Niederlanden Christiansen opgesteld: Ín der Strafsache des Gerichts des Kommandierenden Generals und Befehlhabers der Trippen des Heeres in den Niederlanden gegen die Niederländer Dr. Clavereau und Verspijck Mijnssen wegen Sionage bzw. Beihilfe zur Feindbegüstiging’. De 35-jarige Pierre Jean Auguste Clavereau kreeg de doodstraf en is op 21 juni 1944 gefusilleerd in Bunnik, Fort Rhijnauwen, terwijl Verspijck Mijnssen 8 jaar gevangenisstraf kreeg en naar Siegburg is overgebracht. Hij overleed daar op op 18 maart 1945 aan uitputting in de gevangenis. Hem is postuum het ‘Bronzen Kruis’ toegekend. Hij is vanuit Siegburg herbegraven in familiegraf Den Haag


van Waas, Nicolaas K.J. (11-01-1945) geboren op 30 december 1886 te Gouda. Was werkzaam op het belastingkantoor te Haarlem. (1040 verpleger bij de landmacht]. Hij hielp met zijn echtgenote veel Joden en was aan een verzetsgroep verbonden. Verspreider van ‘Vrij Nederland’, mede-oprichter van de ‘Berichtendienst van de BBC’ en ‘De Patriot’. Mevrouw W.F.van Waas-de Bock was eerder op de Grote Markt in Haarlem met een Joods meisje opgepakt en in 1943 enkele maanden in kamp Vught vastgehouden. De familie Van Waas is op 15 april 1944 door de SD op zijn onderduikadres gearresteerd vanwege zijn uitgelekte medewerking aan ‘De Patriot’ en op zijn woonhuis in de Havenstraat moest vervolgens door de politie extra aandacht gehouden worden. Vanuit het kamp in Amersfoort schreef hij: “Ik ben in de gelegenheid gesteld het een en ander mede te delen. Ik maak het zelf heel goed. Ik ben als hoofdverpleger aangesteld in de ziekenbarak en heb weer schik in mijn werk. Van mijn bronchitis heb ik weinig last; eten kan ik volop en ik kom niets te kort. Ik heb het best, alleen dat wat ik graag zou willen heb ik niet, dat is mijn vrouw, die ik heel erg mis (…)”.



Nicolaas Karel Jacobus van Waas is op 30 december 1866 in Gouda geboren. als zoon van Franciscus van Waas en Hendrika Catharina Scheffers. In 1915 is hij in Gouda getrouwd met Antonia Maria Benthuizen (*1889) en op 30 september 1929 van haar gescheiden. Op 24 maart 1932 hertrouwde Van Waas in Amsterdam met Wilhelmina Frederika de Bock (1895-1975). In dat jaar kreeg hij een baan, te beginnen als klerk. bij de inspectie der directe belastingen in Haarlem Met zijn vrouw ging hij wonen op het adres Havenstraat 35 in Heemstede. In de mobilisatietijd was hij bovendien hoofdverpleger bij de landmacht. Tijdens de bezetting hielp hij joden met het vinden van een onderkomen. Het echtpaar nam zelf ook joodse onderduikers in huis. Dat gaf soms problemen omdat sommige personen erg veeleisend waren, zoals extra eten willen of een extra bed wanneer de vrouw onrein was. Hij sloot zich aan bij de verzetsgroep Vrij Nederland en was actief bij verzetskrant de Patriot (1). Hij is voor zover bekend op15 april 1944 is hij vermoedelijk in Heemstede gearresteerd. Op 17 april is in de dagrapporten van de politie Heemstede genoteerd. ‘Op het huis van N.K.J. Waas , schrijver, Havenstraat 35 moet extra toezicht worden gehouden. Er is beslaggelegd door de Duitsers. De familie Waas mag niet niet in de woning komen’.
Eerst overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam is Nicolaas van Waas vandaar naar kamp Vught gezonden, ten slotte naar concentratiekamp Neuengamme- Bergehof (Hamburg), kampnummer 56304, waar hij op 11 januari 1945 op 58-jarige leeftijd aan uitputting is overleden.

(1) In de boekuitgave ‘De ondergrondse pers 1940-1945’ van het RIOD (Veen uitgevers, herdruk 1989) is het volgende gepubliceerd op pagina 210 onder nummer 671 ‘De Patriot Heemstede 1 augustus 1944- 8 juni 1945. Dagelijks gestencild nieuws. 30-6200. Eind 1942 werd te Heemstede een getypt buurtblad verspreid door J.J.Nieuwendijk [Raadhuisplein 21 Heemstede] H.de Beer en de medisch student L.A.Cats (*), een joods onderduiker ten huize van de familie A.J.M.Tol [Crayenesteringel 19, later verhuisd naar César Francklaan 39] ; verder werkten aan de vervaardiging mee N.J.van Waas {Havenstraat 35] een sergeant-majoor-hoofdverpleger op wachtgeld met zijn echtgenote en dochter. De bedoeling was de verzetsgeest aan te wakkeren bij hen die naar de geallieerde zenders durfden te luisteren (…)’
(*) L.A.Cats uit Haarlem overleefde de oorlog en slaagde vor het artsexamen aan de universiteit van Amsterdam in oktober 1946, vestigde zich als arts (later in Limburg)
====

Later vond correspondentie met de gevangene plaats op reepjes witte textiel, zoals in de zoom van een kussensloop. Van Waas is naar het concentratiekamp Neuengamme overgebracht, waar hij op 11 januari 1945 aan ‘hartzwakte’ zou zijn overleden. Op 29 maart verzocht de SD via de Heemsteedse politie de familie hiervan in kennis te stellen met de mededeling dat een overlijdensakte kon worden aangevraagd bij kamp Neuengamme-afdeling 2.
In 1946 is in het toenmalig inspectiegebouw der belastingen aan het Klein Heiligland te Haarlem een gedenkplaat onthuld ter nagedachtenis van twee ambtenaren: J.H.Boeltjes (1886 – 2 april 1945 Dachau) en N.K.J. van Waas. Door een dochter van het echtpaar Van Waas zijn in 1992 diverse schriftelijke stukken van Van Waas geschonken [N.H.Archief, collectie Heemstede, nr.590]. In de Verzetsheldenwijk van Heemstede is in 1966 een straatnaam naar hem vernoemd: het N.K.J. van Waasplein. Zijn naam komt verder als oorlogsslachtoffer voor op het Vrijheidsmonument in Heemstede

Nicolaas K.J. van Waas (1886-1945)


Willemse, Willem N. sr. (24-10-1944) Geboren op 30 augustus 1892 in Amsterdam. Hij woonde in de Johannes Vermeerstraat en was koopman van beroep. Willem Willemse was vrijwel vanaf de oprichting lid van de NSB, in 1937-1938 zelfs Kringleider in Zandvoort. Tijdig brak hij met de beweging en in zijn huis liet hij in de oorlog joden onderduiken. Mogelijk door verraad van een NSB’er lekte dat uit en bij een inval werden zijn echtgenote en dochter gearresteerd. Hierna meldde Willemse zich op 28 mei 1944 bij de SD. Via Amsterdam en kamp Vught kwam hij in het kamp Sachsenhausen waar hij op 24 oktober 1944 overleed.
Willemse, Willem N. jr. (17-12-1940) Geboren op 16 maart 1922 in Amsterdam. Hij vertrok op 1 december 1940 op het stoomschip ‘Farnsum’ van de Schotse westkust richting Canada. Het schip is enkele dagen later door een Duitse onderzeeboot getorpedeerd, waarbij 12 mannen sneuvelden. De overige opvarenden probeerden te overleven in de enige reddingsboot. 15 Dcember bezweek een opvarende en twee dagen nadien stierf in de ochtend de pas 18-jarige Willemse. Ook zijn vader zou in de oorlog omkomen.

Nota Bene. Gegevens over voornoemde personen zijn te vinden in 1) Marcel Bulte en Hans Krol. Heemstede 1940-1945. Haarlem, De Vrieseborch, 1995. 2e druk 2005; 2) De Heemstedenaren, die als militair in de meidagen van 1940 of door hun verzetshouding in de bezettingsjaren 1940-’45 het hoogste offer voor hun vaderland brachten. Heemstede, mei 1948; 3) In Memoriam 1940-1945. Heemstede, 1995. Voorts is uitvoerige documentatie beschikbaar over verzetsgroep Broeder Jozef, Engelandvaarder E.O.Moltzer, N.K.J.van Waas e.a. De lokale slachtoffers van de Duitse nazi-bezetting kunnen, afgezien van personen geboren in Heemstede, in een tiental categorieën worden ingedeeld, zoals – gefusilleerde verzetsmensen; – militairen en vliegers die dienend bij land- of luchtmacht bij de verdediging van ons land het leven lieten; – personen die werkzaam bij de koopvaardij omkwamen; – Heemstedenaren die tengevolge van oorlogshandelingen en/of gewelddadig ingrijpen van de Japanse bezetter in Ned. Oost-Indië of Zuid-Oost Azië zijn omgekomen; – door Silbertanne-aanslagen vermoorde personen; – omgekomen Joodse personen vanuit Heemstede naar het Gooi en/of Amsterdam vervoerd en vandaar via doorgangskamp Westerbork in de Duitse vernietigingskampen veelal in Polen omgekomen; – bij geallieerde luchtbombardementen omgekomen mensen; – door aanslagen vanuit het verzet omgebrachte personen; – bij tewerkstelling in Duitse fabrieken en kampen als gevolg van dwangarbeid door ondervoeding en ziekten overleden personen; – aan het Oostfront gesneuvelde mannen. [Voorts is een onbekend aantal mensen overleden aan ondervoeding tijdens de hongerwinter 1944/1945. Landelijk wordt dit aantal op minstens 16.000 geraamd]. Ten gevolge van oorlogshandelingen zijn de volgende 2 personen in Heemstede omgekomen: 1) P.H. Lokman en 2) G.H.Giebels. Het slachtofferregister van Oorlogsgravenstichting vermeldt ook Theodorus Johannes Montijn, doch deze overleed, evenals zijn echtgenote Jeltje Johanna Montijn-van Huissteden, in de nacht van 29 op 30 oktober 1941 in het perceel Verbernelaan 3, Aerdenhout, nadat een bom in Heemstede en 5 in Aerdenhout zes vliegtuigbommen waren ingeslagen. Het derde slachtoffer van deze beoordelingsfout – de bommen van de geallieerde luchtmacht – waren bedoeld voor Schiphol – was mw. Elisabeth Cornelia Ainelie van Wickevoort Crommelin-Viruly, wonende Verbernelaan 1. Ten slotte: verzetsman Marinus Vaumont is 25 juli 1944 neergeschoten bij de krusing Havenstraat-Jacob van Camplenlaan, maar staat in de overlijdensakte al zijnde 16.45 uur te zijn gestorven in het Diaconessenhuis aan de Hazepaterslaan in Haarlem. Onbekend is gebleven of hij tijdens het vervoer of in het ziekenhuis overleed. Personen die slachtoffer van de Duitse bezetting zijn geweest en met ingang van mei 2015 dankzij een nieuwe namenplaat op het Bevrijdingsmonument staan vermeld:
Hans (Johannes) Bierhuijs Geboren op 15 november 1918 in Batavia, NOI. Was leerling van de MTS in Haarlem en is op 11 mei 1941 komen wonen op het adres Borneostraat 56, Heemstede. Hij werd als informant binnen de groep rond Broeder Jozef door de SD gearresteerd en is mede vanwege het neerschieten van een Duits spoorwegbeambte van de Weermacht aan het Prinsen Bolwerk in Haarlem (die overigens de aanslag overleefde) op 30 september 1941 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Zijn ouders verbleven in Ned. Oost-Indië. Aan zijn pleegouders schreef hij enkele brieven vanuit de gevangenis, waarvan een deel dat betrekking heeft op zijn arrestatie en verhoor: ‘(…) Ik vertrouwde hem [bedoeld wordt Van der Waals], omdat onze Broeder [= Josef Klingen] hen naar mij had toegestuurd en deze vertouwde hem weer, omdat van der Waals was gerecommandeerd door professor Schoemaker als zijnde een van zijn meest vertrouwde medewerkers. Van der Waals bracht mij naar een hotel in Rotterdam, waar ik overnachtte.Hij kwam de volgende morgen om 11 uur terug en vroeg mij of ik nog iemand wist, die ons kon helpen. Daar Charles Boom mij hierom herhaaldelijk had gevraagd wilde ik hem een kans geven. Van der Waals liet mijt oen een kaartje schrijven aan Boom, dat ik in mijn zak moest houden. Hij vroeg toen of ik nog wat nodig had aan bonnen of zo, dan zouden wij die eerst even halen bij een vriend. Toen wij bij die vriend kwamen, deed een heer ons open, terwijl er nog zes anderen in de gang stonden. Van der Waals ging direct op hen af. Plotseling klonk een schreeuw en werd ik in de rug gegrepen, terwijl er drie revolvers op mij werden gericht. Toen gaven ze mij een klap tussen de schouders, waardoor ik bewusteloos raakte. Vier uur later werd ik weer wakker. Ik stond geboeid tussen twee rechercheurs. Ze begonnen mij direct te beschuldigen. Dit gebeurde alles in Rotterdam. Ze waren niet over mij te spreken, stopten mij in een auto en brachten mij naar het Binnenhof. Daar begon het verhoor opnieuw, vastgebonden op een stoel. Het bekende: ze hebben allen al bekend, dus doe jij dat ook maar! Ik heb uw raad goed opgevolgd niets te bekennen zonder het onomstotelijk bewijs te hebben, dat ze alles wisten, hetgeen later door mij gehoord is, daar Schoemaker en Boom in mijn bijzijn alles bekenden en Boom reeds eerder door de mand viel. Tot half een ’s nachts hebben ze mij verhoord zonder resultaat. De andere morgen vond ik het beter alles te zeggen en heb ik al het mogelijke gedaan om Boom vrijuit te laten gaan. De eerste weken ben ik als een ter dood veroordeelde behandeld. Na drie weken kwam Flehmig echter en zei, dat het slachtoffer buiten gevaar was en dat ik nu lezen mocht. Ik vroeg direct om een bijbel en dat scheen een goede indruk te maken…’


Over hoe Bierhuys via Broeder Jozef aan zijn revolver kwam is volgens een verklaring van mevrouw M.Schoenmaker in het dossier Van der Waals het volgende vermeld. “Ten onzen huize had mijn zoon geregeld besprekingen met andere illegale werkers. Zoo is in de maand april met een tussenruimte van enige weken, Van der Waals twee maal bij mij thuis geweest. Henk [Schoenmaker] besprak met Van der Waals ook het overbrengen van geheime papieren naar Engeland (…) Ook professor Schoemaker uit Delft was bij de besprekingen betrokken. Bij hem heeft mijn zoon een kleine revolver gehaald, waarna hij deze revolver aan Broeder Jozef heeft gegeven, die het door Van Aggelen heeft laten repareren, waarna Bierhuys daarmee de aanslag heeft gepleegd. Na de aanslag heeft Henk het wapen weer in bewaring genomen en steeds bij zich gehouden.’

Bij bominslagen bij vergidding door geallieerde vliegtuigen zijn drie doden gevallen op de grens va heemstede en Aerdenhout (nabij Vondelkade, P.C.Hooftkade en het Goudsbloemplein) waarover later meer. Voorts 1 dode bij een bominslag bij de Adriaan Pauwlaan en Casper Fagellaan, te weten: Gerardus Hendrikus Giebels Geboren op 7 augustus 1917. Van beroep bloembollenknecht. Overleden op 11 mei 1941 in Heemstede. Opgenomen in het Slachtofferregister Oorlogsgravenstichting. V.C.Klep meldt over hem in bijlage K: Een dode bij bominslagen Adriaan Pauwlaan o.a. het volgende: “In de late avond van 11 mei 1941 sloegen nabij de kruising van de Adriaan Pauwlaan met de Caspar Fagellaan vier brisantbommen van 250 pound in. Het staat vast dat ze afkomstig waren van een Bristol Blentheim-bommenwerper, welke om 23.10 uur deel nam aan een aanval op IJmuiden. Nadat de melding van de inslagen bij de Gemeentepolitie Heemstede was binnengekomen werd om 23.38 uur het sein ‘Luchtalarm’ gegeven. Om 00.05 uur volgde het sein ‘Veilig’. Ten gevolge van de inslagen viel er één dode, dat was de heer Gerardus Hendrikus Giebels, bloembollenknecht, geboren op 7 augustus 1917 te Heemstede, doch wonende te Haarlem. Hij fietste op het moment van het onheil voorbij en werd op slag gedood. Later in de nacht is zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het lijkenhuisje op de Algemene Begraafplaats aan de Herfstlaan te Heemstede (…).’ Veel schade: ‘De percelen Adriaan Pauwlaan 12 van de dames Anje Stetlman-Stratingh en C.J.H.Steltman; Casper Fagellaan 1 van B.Vehmeijer (directeur Vroom & Dreesmann Haarlem) hadden aanzienlijke schde opgelopen. Door de luchtdruk waren de muren, plafonds en daken ontzet. Ook de dakpannen waren vernield. In mindere mate werden beschadigd de percelen Adriaan Pauwlaan 10 van H.E. de Vries (commissionair in effecten) en Casper Fagellaan 4 van aannemer A.J.W.van Sambeek. Ongeveer 50 huizen in de omgeving hadden door de luchtdruk dakp en glasschade op gelopen. Van de vier 250-ponders waren er twee blindgangers, dat wil zeggen dat ij niet ontploft zijn. Tijdelijk is de wijk ontruimd. Het Sprengkommando bracht op 19 ei om 15.02 uur, één bom tot ontploffing, omdat deze bom zo ongunstig terecht was gekomen, dat de bomexperts niet bij het ontstekingsmechanisme konden komen om het te verwijderen. Van de tweede bom werd de ontsteking gedemonteerd en om 15.15 uur on het sein veilig worden gegeven. De bom is daarna afgevoerd naar de Ortskommandantur in Haarlem. In de pers is niet over het voorval gepubliceerd.
Enkele foto’s uit 1945 uit het Noord-Hollands Archief:
Leopold David de Jong Geboren op 24 maart 1901 te Groningen. Joods. Hij was vertegenwoordiger in kasregisters van beroep en woonde in Heemstede op het adres Jacques Perklaan 5. Enkele dagen voor de bevrijding van Groningen, op 13 april 1945, is de in zijn geboortestad ondergedoken De Jong door de SD op de Waterloolaan aldaar neergeschoten op 19 april 1945. Hij is begraven op het Israëlitisch kerkhof aldaar. Zijn echtgenote overleefde de oorlog. Zij naam is sinds 4 mei 2015 vermeld op het Joods monument Heemstede.

Onvermeld gebleven in het standaardwerk van dr. L. de Jong evenmin vermeld in ‘De Ondergang’ van Sem Presser, is bij nader onderzoek door Sytze van der Zee, gepubliceerd in ‘Vogelvrij; de jacht op de joodse onderduiker’ (Amsterdam, 2010), dat L.D. de Jong behalve slachtoffer ook dader was. Citaat: ‘Leopold David (Louis) de Jong was gemengd gehuwd met een Duitse vrouw. In de tweede helft van de 1942 zegt hij bij een controle op straat dat hij half-Joods is, maar de SD-rechercheur stelt aan de hand van zijn gegevens vast dat dit niet klopt. Hij ontbiedt hem op de Dienststelle, om hem te vertellen dat zijn huwelijk hem enkel nog vrijwaart van deportatie, als hij Joden gaat aanbrengen. Aanvankelijk weigert Louis de Jong, maar uiteindelijk gaat hij toch overstag. Volgens verklaringen van na de oorlog verried hij zo’n 50 Joden, waaronder zijn eigen broer. Zijn vrouw was ondertussen een verhouding begonnen met één van de SD-rechercheurs. Deze wil wat maar wat graag van Louis de Jong af en wanneer die bij hem komt klagen dat mensen hem ervan beginnen te verdenken voor de SD te werken, adviseert hij hem zich naar Westerbork te laten deporteren. Louis de Jong volgt dat advies op en brieft vanuit Westerbork nog steeds allerlei verzamelde informatie aan de SD door. Hij mag op aanvraag het kamp uit, maar in april 1945 keert hij niet meer terug na te zijn vertrokken. De bevrijding staat voor de deur en Louis de Jong beseft dat zijn verradersrol hem zwaar zal worden aangerekend. Hij vraagt de SD of zij hem niet aan valse papieren voor Zwitserland kunnen helpen. Na de belofte te hebben gekregen dat ze gaan kijken wat ze voor hem kunnen doen, neemt Louis de Jong zijn intrek in een enkele dagen eerder leeggehaald huis van een gedeporteerd Joods gezin. Op maandag 9 april 1945 werd Louis de Jong gearresteerd, op de beschuldiging dat hij geen ster droeg en een persoonsbewijs zonder J had. De SD-rechercheurs brachten hem naar het huis van bewaring, maar Louis de Jong liet onderweg weten dat er in zijn huis nog 2 Joodse vrouwen ondergedoken zaten. Het gezelschap keerde dus om en reed naar het huis, maar troffen daar niemand aan. Toen Louis de Jong even alleen op de bovenverdieping was, probeerde hij te vluchten via de keuken. Eén van de SD-rechercheurs schoot hem bij deze poging tweemaal door het hoofd. Een andere SD’er had weer een andere versie van het gebeuren: de desbetreffende SD-rechercheur zou Louis de Jong expres naar de woning hebben gelokt om hem daar vervolgens neer te schieten.’ [op site van Joodsmonument.nl overgenomen door Aline Pennewaard]. http://www.communityjoodsmonument.nl/person/130948
Meer informatie over de moord op Louis de Jong en het motief van de dader is ook te vinden in het boek van Kees Groen: ‘Als slachtoffers daders worden; de zaak van de Joodse verraadster Ans van Dijk’ (Baarn, 1994), p.133. Zie: http://communityjoodsmonument.nl/person/130948
De hierboven genoemde SD-rechercheur Schaap die een verhouding het met De Jongs vrouw zou hebben gehad, heeft hem op 19 april in Groningen doodgeschoten. Dezelfde man die in Bakkeveen tien personen met een nekschot heeft gefusilleerd , onder wie kunstenaar en grafisch vormgever Hendrik Nicolaas Werkman (DJ).
=========================================
Willem Johannes Kenninck [thans vermeld op namenlijst Bevrijdingsmonument]
Geboren op 28 maart 1911 in Den Helder. Verhuisde naar Heemstede. , gemeente van inlijving: Heemstede. Lotnr.188, Een dienstplichtig wachtmeester der cavalerie (onderofficier) bij de Staf Detachement 1ste Divisie. Hij begon zijn militaire loopbaan als dienstplichtig soldaat op 1 juli 1931 ingedeeld bij het 1ste regiment Huzaren. Op 2 april 1932 bevorderd tot korporaal bestemd voor opleiding tot onderofficier. Op 1 oktober 1932 bevorderd tot wachtmeester. Op 10 mei 1940 werd met de inzet van ongeveer 5.000 man luchtlandingstroepen door Nazi-Duitsland een strategische aanval ingezet om in West Nederland de belangrijkste vliegvelden te veroveren en Koningin Wilhelmina en de regering gevangen te nemen. Ook vervulden parachutisten een rol bij het overmeesteren van belangrijke bruggen. De aanval om de vliegvelden: Valkenburg, Ypenburg, Ockenburg en Waalhaven in bezit te krijgen, mislukte door de felle verdediging van de vliegvelden en de inzet van de strategische reserve van de Koninkljke Nederlandse Landmacht. Luchtlandingstroepen, die Ockenburg en Ypenburg overvielen werden teruggedreven richting Overschie, met daarbij ook de commandant van de luchtlandingsdivisie generaal von Sponeck die op 12 mei met 360 man aan een omsingeling had weten te ontkomen. Adres van zijn vrouw: M.A.Kenninck-Marijnen, Jan Haringstraat 76 Haarlem.
Kenninck sneuvelde op 14 mei 1940 bij Overschie op 29-jarige leeftijd en is in postuum benoemd tot Ridder Militaire Willems Orde 4e Klas bij Koninklijk Besluit de dato 9 mei 1946, nummer 6 [Deze hoogste militaire onderscheiding is tot 1946 in totaal 169 maal toegekend, waarvan 45 maal postuum]. Maalderink (1982), pagina 84: ‘Heeft zich in den strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden, door op 14 mei 1940 toen de commmandant der 1e Divisie zich bij Overschie met hem naar de voorste strijdende afdeelingen begaf, vrijwillig aan den afval van de voorste sectie Infanterie deel te nemen en door zijn voorbeeld de voorwaartsche beweging in gang te houden, waarbij hij is gesneuveld.’ Kenninck woonde met zijn echtgenote op het adres Binnenweg 127, waar hij een technisch bureau/winkel bezat in elektrische artikelen nadat hij begin december 1933 was geslaagd voor het examen avondcursus elektrotechnisch opzichter. OP 6 mei 1936 is Wim Kenninck getrouwd met Mies A.Marijnen uit Haarlem.
Als installateur opende hij in 1937 op zijn adres aan de Binnenweg een showroom met radio’s, apparaten, fornuizen, haarden e.d. Na zijn overlijden is de zaak in augustus 1940 opgeheven. Kenninck is begraven te Delft bij het militair monument op de begraafplaats Jaffe.


P.S. Door een abuis bleef hij in 1948 in 1948 onvermeld op het monument voor de gevallenen van Heemstede aan de Vrijheidsdreef. Hij werd namelijk wèl genoemd door de voorzitter van de gemeenteraad (loco-burgemeester A. van de Pol, bij afwezigheid van de zieke burgemeester Van Doorn) tijdens een raadsvergadering op 31 december 1940: “Ieder Uwer weet, dat zich in den loop van dit jaar veel gebeurtenissen hebben voorgedaan, die ons allen diep in het geheugen zullen blijven. Met weemoed gedenken wij, met de achtergebleven familieleden, de militairen G.J.Nelis, J.H. van Taarling, W.Kenninck, H.J.Lever, W.A. van Ommen, H.L.C.Lansdorp,

P.Reedijk, B. van der Kuyp en P.H.Th.M.Smits, allen ingezetenen dezer gemeente, die voor hun Vaderland zijn gevallen, waarvoor op het daarvoor meest geschikte tijdstip een vorm zal worden gezocht. Hun nagedachtenis blijft in groote eere.”


Voor W.Kenninck, zie verder onder: Heemsteedse militairen gevallen bij de verdediging van ons land in de mei-dagen van 1940
Hendrikus Klaver was lid van de verzetsgroep rond Broeder Jozef. Geboren op 2 november 1907 in Heemstede als zoon van Weijert Klaver (1867-1955) en Maria Veringa (1871-1935). Was geldloper van beroep. Woonde op het adres Raadhuisstraat 42. Gearresteerd op 26 mei 1941 In Heemstede omdat hij wegens koeriersdiensten betrokken was bij de verzetsgroep rond Broeder Jozef. Januari 1942 vrijgelaten om gezondheidsredenen. Overleden op 7 juni 1946 in Davos, Zwitserland, op 38-jarige leeftijd aan de gevolgen van oorlogsomstandigheden. Begraven op het Nederlands ereveld in Loenen, gemeente Apeldoorn, Vak A, nummer 587. [Slachtofferregister Oorlogsgravenstichting].
HENK KLAVER: VERGETEN OORLOGSSLACHTOFFER


Mevrouw Ineke Hermans-Klaver berichtte het volgende: Op de hoek van de Havenstraat-Raadhuisstraat staat een winkelpand-woonhuis dat met de rooilijn uitsteekt in de Raadhuisstraat. De familie Weijert Klaver-Veringa heeft daar gewoond en nu nog woont er een nazaat van een van de zonen. Weijert Klaver was aannemer-timmerman en uit overlevering is mij bekend dat hij de trap in het gemeentehuis van Heemstede heeft gemaakt. Zijn vrouw Maria Veringa, afkomstig uit Bolsward was modiste. Veel vrouwen uit Heemstede en omgeving kwamen hun hoeden kopen bij de firma Klaver-Veringa. In die tijd, ik spreek van 1920, was het de gewoonte om voor Pasen (in het voorjaar) een nieuwe hoed aan te schadden. Men ging vroeger als vrouw ter kerke met een hoed op. Het echtpaar kreeg 5 dochters en 5 zonen. Drie dochters gingen het klooster in, de ene als verpleegster en andere twee waren in het onderwijs werkzaam. De twee andere dochters werden ook modiste, Boudina en Anna. Zij droegen zelf iedere zondag een andere hoed om zo reclame te maken voor hun zaak. Ik heb er vaak bij gezeten hoe mijn tantes een hoed maakten en ook o.a. de hoofddeksels maakten voor Jacoba van Beieren van de Keukenhof en haar begeleiders. In de etalage stonden bustes van gips waarop de hoeden geëtaleerd stonden. Mijn vader vertelde dat wanneer hij en zijn vriendjes, na de repetitie van het zangkoor van de Bavokerk, ’s avonds naar huis liepen, ze regelmatig kattenkwaad uithaalden zoals belletje trekken en dan de etalage van de hoedenzaak ook wel een doelwit. Onder het raam zaten kleine openingen in het kozijn van de ventilatie. De jongens staken dan een dun stokje naar binnen en wipten de hoeden van de gipsen dameshoofden. Mijn vader Walter Klaver werd hoofdboekhouder Van Openbare Werken. Zijn broer Henk zat in de Tweede Wereldoorlog in de verzetsgroep van broeder Joseph, werd gearresteerd en heeft in Scheveningen in de gevangenis gezeten,. Hij liep daar long-tbc op, kwam in Davos terecht en na een longoperatie stierf hij. Omdat hij NA de oorlog gestorven is, 7 juni 1946, was hij geen oorlogsslachtoffer volgens de gemeente Heemstede en kwam zijn naam niet op het verzetsmonument aan de Vrijheidsdreef te staan. Henk Klaver ligt wel officieel begraven op een verzets- en oorlogsslachtofferkerkhof in Leusden. Het is een geluk voor mij dat ik een familie-archief heb kunnen aanleggen dankzij mijn tantes in het klooster die brieven bewaard hebben van vele belangrijke monumenten uit het leven van de familie Klaver zoals de laatste brieven van Henk Klaver vlak voor zijn operatie. Ook foto’s van een tante die ging bergbeklimmen in circa 1925, dat deden ze in die tijd gewoon met een rok aan. Zij ging toen ze 29 jaar was in het klooster en werd hoofd van een grote school in Den Haag.





In het boek van Bulte en Krol, Heemstede 1940-1945; een gemeente in oorlogstijd’ is een lijstje opgenomen van overleden Heemstedenaren tijdens Duitse tewerkstelling. Daaronder J.L.van Leuven, die staat ingeschreven in het register van de Oorlogs Graven Stichting nummer 92156. Hij is begraven op de r.k.begraafplaats Berkenrode in Heemstede




L.B.Verdoorn. [sinds 4 mei 2015 vermeld op namenplaat monument voor gevallenen in Heemstede] In Beverwijk woonde en werkte een zekere H.C.A.M. van den Bergh, die een fanatiek kontroleur van persoonsbewijzen in treinen moet zijn geweest en reizigers van wie de papieren niet in orde waren of verdacht leken, liet oppakken. Het verzet was van mening, dat ter voorkoming van nog meer slachtoffers, voornoemde persoon diende te worden gedood. Dat gebeurde op 19 september 1943 door Jan Bonekamp, de vriend in het verzet van Hannie Schaft. SS Obergruppenführer Hanns Rauter en Willy Lages, chef van de S.D. in Amsterdam, waren van mening dat terreur met terreur moest worden vergolden.

Vervolg op H.A.C.M.van den Berg (1916-1943) NSB’er op 19 november door het verzet geliquideerd, waarna Silbertanne-moord plaatshad op L.B.Verdoorn in Beverwijk. Uit: ‘Recht op wraak; liquidaties in Nederland 1940-1945. 2009, p.137-139.
Met dit doel werd de Silbertanne-organisatie ingeschakeld, bestaande uit Nederlandse SS’ers (veelal in politiedienst). Op 1 december 1943 zijn de directeur G. Paauw en boekhouder L.B.Verdoorn van het arbeidsbureau in Beverwijk (allebei woonachtig woonachtig in Heemstede) op de Zeestraat in Beverwijk neergeschoten. Eerstgenoemde raakte gewond en L.B.Verdoorn overleed drie dagen later aan zijn verwondingen in het Rode Kruis-ziekenhuis. Dubbeltriest was dat de dader als ondergeschikte werkte op de arbeidsbeurs van voornoemde personen.
Op 14 december 1943 plaatste de familie de volgende rouwadvertentie in het Haarlem’s Dagblad: ‘Heden overleed door een noodlottig ongeval, tot onze diepe droefheid, onze lieve Man, Vader, Zoon, Behuwd-Zoon, Broeder en Zwager LEENDERT BASTIAAN VERDOORN op den leeftijd van 33 jaar. Uit aller naam: C.J.Verdoorn-Philippo, Heemstede, 4 december 1943. Rijnstraat 3. De teraardebestelling heeft plaats gehad op Woensdag 8 December j.l. te 11.30 uur op de Algemene Begraafplaats, Kleverlaan.’
Moordenaar van de heer Verdoorn was SS’er W.A.Polak uit Utrecht, lid van het beruchte Sonderkommando van Feldmeyer, die in 1949 door de rechtbank in Amsterdam ter dood werd veroordeeld. Hij bekende in het kader van Silbertanne ook personen te hebben vermoord in Apeldoorn, Arnhem en de Beemster. Omgezet in levenslang ontsnapte hij in 1952 uit de gevangenis van Breda en vluchtte naar West-Duitsland. Op verzoek van Nederland gearresteerd is hij in 1959 door het gerechtshof te Lüneburg op vrije voeten gesteld en van alle rechtsvervolging ontslagen.


Vermelding in: Recht op wraak; liquidaties in Nederland 1940-1945.2009: n.a.v. liquidatie van Hendricus Carolus Antonius Maria van den Bergh, 19 november 1943 in Beverwijk, wordt bericht: ‘Enkele dagen na de begrafenis nam de bezetter wraak. In het kader van de zogenaamde Silbertanne is de beambte Leendert Bastiaan Verdoorn, geboren op 27 maart 1910 te Haarlem en woonachtig in Heemstede, op 8 december 1943 in Beverwijk gedood. In het Algemeen Politieblad van 4 december 1943 liet de met de bezetter heulende kapitein mr.J.P.Engels een opsporingsbericht publiceren met betrekking tot de daders, terwijl hij al wist wie de executie van Verdoorn hadden voltrokken. Begraven te Beverwijk, algemene begraafplaats Duinrust.

Op de In Memoriam uitgave 1940-1945 (Heemstede, 1995) is nog toegevoegd:
Johannes L.Leuven, die op 27 oktober 1952 in het Duitse Basdorf is overleden. Was leerling-smid. In het boek ‘Heemstede 1940-1945; een gemeente in bezettingstijd’ is het volgende over hem geschreven: Leuven, J.L. geboren 28 december 1921, was een zoon van bloemisterijknecht J.Leuven, woonachtig in de Eikenlaan. Hij is in 1941 in de BMW-fabrieken van Basdorf bij Berlijn tewerkgesteld. Van hem is bekend dat hij principieel niet op zondag wilde werken. Eind 1941 is hij vermoedelijk tengevolge van vergiftigingsverschijnselen overleden. J.L.Leuven ligt bedragen op de R.K. Begraafplaats Berkenrode. vak 7, nummer 7″ [sinds mei 2015 vermeld op namenlijst voor gevallenen in Heemstede].
Addendum (2018): Martinus Jacobus Heemskerk, geboren 21-6-1925 te Noordwijk. Zoon van Martinus Jacobus Heemskerk Sr. (1895- 1967 overleden in Heemstede), handelaar in bloembollen, en van Maria Cornelia Antonia Braun. De zoon deed in 1942 eindexamen MULO en woonde bij zijn ouders in de Talmastraat.
M.J.Heemskerk jr. is omgekomen in augustus 1944 tijdens verblijf in een Duits kamp in Frankrijk. Volgens de heer Mark Sijlmans tijdens werkzaamheden bij een spoorwegemplacement (vanuit dat kamp) gedood, onthoofd door bomscherven, tijdens een geallieerde luchtaanval. Als hij toen niet gedood zou zijn, zou hij enkele dagen later zijn afgevoerd met de laatste trein naar Buchenwald. Het staat vast dat de jongeman gevangene was. Zijn naam is vermeld op het oorlogsmonument in geboorteplaats Noordwijk,
onvermeld bleef: JOHAN HENDRIK GRIESE (1914-1945)

Johan Hendrik Griese thuis op het adres Cesar Francklaan 23, Heemstede
In 2015 zijn wij er door mevrouw Laura Corduwener op geattendeerd dat haar oom Johan Hendrik (Henk) Griese jr. op 29-jarige leeftijd is omgebracht. Op 25 december 1943, in de pers aangeduid als ‘een noodlottig ongeval’. Uit archiefonderzoek is gebleken dat hij door de plaatselijke politie werd gezocht. Toen hij werd gesignaleerd in een etablissement nabij station Heemstede-Aerdenhout wilden 2 plaatselijke politieagenten hem arresteren. Omdat hij zich verzette en wilde vluchten is hij vervolgens door 1 van de politiemensen doodgeschoten. Voor uitvoeriger informatie wordt verwezen naar mijn internetbijdrage: ‘Johan Hendrik Griese (1914-1943)’.

Overlijdensadvertentie Johan Hendrik Griese uit o.a. Haarlem’s Dagblad van 27-12-1943
==============================================================
QUIRINUS TEPAS (1894-1943): luchtvaartpionier en oorlogsslachtoffer

Quirinus Tepas is op 22 september 1894 in Amsterdam geboren. Hij is in 1919 getrouwd met Reiniera W.J.Pronk, uit welk huwelijk twee zonen zijn geboren. Na vanaf 1930 in Nieuwe Amstel te zijn gevestigd verhuisde hij in 1938 naar het adres Wagnerkade 89 te Heemstede


In 1919 begon Tepas zijn koopbaan als leerling-vlieger gedetacheerd bij de Marine Luchtvaart Dienst en in 1925 kwam hij in dienst bij de KLM. Al spoedig bevorderd tot gezagvoerder vloog hij talrijke maken op de route naar Nederlands Oost-Indië o.a. op de Dakota DC-3 genaamd IBIS. Bij de inval van Duitsland in ons land in mei 1940 bevond Tepas zich in Engeland en is daar vervolgens gebleven. Via de Engelse luchtvaartmaatschappij BOAC vloog hij gedurende WOII op de nog bestaande luchtlijn Bristol-Lissabon met de in camouflagekleuren overgeschilderde IBIS. Vlucht 777 vanuit Lissabon werd hem fataal omdat het vliegtuig door een squadron Duitse Junkers boven de Golf van Biskaje (Atlantische Oceaan) uit de lucht werd geschoten. Met hem kwamen nog drie bemanningsleden en 12 passagiers om, onder wie de destijds beroemde Britse acteur Lesley Howard. Met Cornelis Blaak die in 1943 in Indonesië omkwam behoort hij daarmee tot de twee KLM-piloten die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen. Over de mysterieuze vlucht 777 kwamen allerlei verhalen in omloop en zijn verscheidene boeken verschenen.


In 2009 is een monument opgericht ter ere van alle 17 omgekomen personen in het kustplaatsje Cedeira,in Galicië/Spanje. Van het vliegtuig zelf is niets teruggevonden.


=====================================================
Bernardus Gerardus Johannes (Ben) Genemans (1919-1945)

=====================================================
Drie doden bij bominslagen van Engelse vliegtuigen op grens Heemstede-Aerdenhout, 29 oktober 1941
In de nacht van 29 op 30 oktober 1941 sloegen zes bommen in op de grens van Heemstede met Aerdenhout nabij de Vondelkade, P.C.Hooftkade, het Goudsbloemplein en de Verbenalaan. Een bom kwam in Heemstede terecht en vijf andere in Aerdenhout. Vic Klep reconstrueerde het voorval. De Heemsteedse politie kreeg de eerste meldingen binnen van bewoners van de Vondelkade en P.C.Hooftkade. De dienstdoende politieambtenaar in het Politieposthuis Aerdenhout (hoek Oosterduin- en Zandvoorterweg) hoorde om 01.30 uur het geronk van een vliegtuig en bijna gelijktijdig een hevige slag. Kort daarna kwamen bij het posthuis telefonische meldingen binnen over meerdere bominslagen in de omgeving Goudsbloemplein. Om 01.40 uur vroeg de heer ir. E.W.Suringer, Oosterduinweg 239 om doktershulp voor zijn schoonmoeder, de weduwe A.C.van der Leijé, Goudsbloemplein 3, die was gewond door een bomscherf. Om 02.00 uur melden L.V.Ledeboer en S.Rinksema Dahlialaan respectievelijk nummer 17 en 8, dat er in huizen geen raam meer heel was. De agent J.W.H.van Gelder (die in 1944 korpschef in Heemstede zou worden) meldde dat een hoofdwaterleidingbuis in op het Goudsbloemplein stuk en dat er water uitspuit. In het Goudsbloemplein is een krater met een diameter van circa 10 meter en een diepte van circa 8 meter. Om 02.05 uur wordt er brand gemeld op de bovenverdieping van de woning van Groeneveld, Goudsbloemplein 1. Om 02.25 uur is de brandweer ter plaatse en wordt de brand geblust. Na nog hand en span diensten te hebben verleend meldde de brandweer om 04.21 terug te zijn in de garage. De Gemeentepolitie Bloemendaal rapporteerde dat er zeven bommen waren gevallen, te weten drie op het Goudsbloemplein 1, op het perceel Verbenalaan 3, een in de voortuin van het perceel Dahlialaan 20 en een op de percelen 14-16. Deze waarneming moet als fout worden beoordeeld omdat de bommenlast van en vliegtuig destijds uit vier of zes bommen bestond. Gelet op het feit, dat een bom in Heemstede terecht gekomen zou zijn, kunnen er in Aerdenhout dus maar vijf bommen zijn ingeslagen. Drie doden Later in de nacht bleek dat er drie doden waren te betreuren. Gedood werden: Theodorus Johannes Montijn, geboren te Schiedam 21-11-1908 van beroep postzegelhandelaar en zijn echtgenote Jeltje Johanna Montijn-van Huissteden, geboren te Haarlem 24-09-1917. Zij woonden in perceel Verbenalaan 3 en bevonden zich in bed. De derde was Elisabeth Cornelia Anelie van Wickevoort Crommelin-Viruly, geboren te Stompwijk 09-07-1862 wonende Verbenalaan 1. Aanvankelijk werd gevreesd dat er nog een vierde dode was, maar de vrouw in kwestie bleek in Heemstede te logeren. De slachtoffers werden op 3 november 1941 begtaven op de Algemene Begraafplaats te Heemstede. De beide kinderen van de heer en mevrouw Montijn overleefden door een wonder de bominslag in huis.

Vic C. Klep publiceerde ‘Bloemendaal en de luchtoorlog’ in: In: Ons Bloemendaal, maart 1999, p. 28-31. In de archiefcollectie van de Historische Vereniging Heemstede Bennebroek zijn enkele bomschrerven bewaard gebleven

========================================================
Andere slachtoffers van dwangarbeid tijdens de Duitse bezetting en overleden in Duitsland of andere bezette gebieden aan ziekte, ondervoeding, ongelukken, vermoord of als een gevolg van bombardementen en beschietingen door geallieerde vliegtuigen in Nederland of Duitsland
Johannes Hubertus Maria Joseph van der Weijden. Op 9 april 1906 geboren in Heemstede. Na arrestatie naar Oanjehotel in Scheveningen overgebracht en vandaar naar het Duitse concentatiekamp Natzweiler waar hij 4 september 1943 is overleden.
Hermanus Ignatius Anthonius Assendelft, was timmerman, overleden in Essen op 14 juli 1944. De doodsoorzaak is onbekend. Hij is begraven op het Ned. ereveld Stoffeler Friedhof in Düsseldorf-Oberbilk, vak C, rij 1, nummer 3.
Johan Beerthuizen. Geboren in 1918 in Haarlem Was gemeentearbeider (tuinman) en woonachtig in de Talmastraat. Hij werd in mei 1943 verplicht in Dresden tewerkgesteld, Met verlof thuis in december dook hij onder. Op 4 juni 1944 is Beerthuizen opgepakt en naar een starfkamp Bij Dresden overgebracht en tewerkgesteld bij de Reichsbahnbesserungswerke Dresden-Friedrichstadt. Op 17 april 1945 kwam hij om bij een geallieerd bombardement.
Johan Karel Bijvanck, geboren 12 oktober 1907, uit de Van Slingelandtlaan 1 verloor het leven op 10 april 1943 bij een luchtaanval van Canadese jagers op een trein bij Leidschendam. Bijvanck was violist en concertmeester bij de Haarlemse Orkest Vereniging

Bij de luchtaanval van Canadese vliegtuigen op een trein bij Leidschendam op 10 april 1943 kwam nog een Heemstedenaar om het leven, namelijk de heer W.J.de Bruin uit Hendrik Peeperkornstraat, die als bouwkundig uitvoerder in dienst was van aannemer H.Klaassen. Hij liet een echtgenote en acht kinderen na. [Geallieerde gevechtsvliegtuigen beschoten regelmatig treinen, auto’s en schepen om het verkeer te hinderen. Heel wat burgers zijn hiervan het slachtoffer geworden.]. C.van der Bol, geboren in Zandvoort, is bij een razzia opgepakt en overleden op 12 mei 1945 in concentratiekamp Sachsenhausen. Johannes Jacobus Maria Boot, geboren op 2 mei 1920,was slager, woonde aan het Res Novaplein en werd tewerkgesteld in Berlijn-Spandau en aldaar op 29 augustus 1944 verdronken tijdens het zwemmen. Begraven op het Ned. ereveld Osnabrück-Westerberg, rij 1, nummer 25.
Dr.ir. Jan Joachim Borren kwam om tijdens het bombardement op het Bezuidenhout op 3 maart 1945 toen hij zijn zuster in Den Haag bezocht. Geboren op 10 maart 1890 in Goor. Deze directeur van Conrad-Stork, woonde vanaf 1932 aan het Marisplein 4 in Heemstede tegelijk met de verhuizing van de firma Hijsch-Stork van Hengelo naar Haarlem en fusie met de Werf Conrad. Op 31 januari 1943 was hij als gijzelaar naar kamp Vught gevoerd, doch keerde binnen enkele maanden ongedeerd terug. Een necrologie is aan J.J.Borren gewijd in het Jaarboek Haerlem 1944-1945 (1946), blz. 56-57. Bij het bombardement op Bezuidenhout liet ook de in Haarlem woonachtige dichter-zanger J.H. (Koos) Speenhoff het leven.

In het biografisch woordenboek “Persoonlijkheden in het koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld’ (Amsterdam, 1938) is de volgende informatie gepubliceerd: dr.ir.Jan Joachim Borren. Directeur Werf Conrad N.V. en Directeur der N.V.Stork & Co’s. fabriek van Hijschwerktuigen. Geboren 10 maart 1890 te Goor (Overijssel). – Ouders: Albert Marinus, Directeur Nutsschool te Breda en Wilhelmina Amosina Grooters – Borren is gehuwd met Catharina Maria Frederika Johanna Louise de Meyer, uit welk huwelijk een kind geboren werd. Voordien was hij gehuwd met Antoinette Johanna Goedkoop van Nelle. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. B. bezocht de H.B.S. te Breda, vervolgens de Technische Hoogeschool te Delft, waar hij in 1912 afstudeerde. Hij werd aangesteld als bedrijfsingenieur der Koninklijke Ned. Machine Fabriek v.h. E.H.Begemann te Helmond en werkte van 1917-1919 met een speciale opdracht bij de firma Linde Teves-Stokvis, januari 1920 volgde zijn benoeming tot directeur van de N.V.Gebr. Stork & Co’s. fabriek van hijschwerktuigen. Een jaar later promoveerde hij aan de Technische Hoogeschool te Delft op een dissertatie getiteld: ‘Een nieuwe methode ter bepaling van grootte en richting der stroomsnelheid van vloeistoffen.’ De N.V.Werf Conrad te Haarlem ging in 1932 een fusie aan met de N.V. Stork-Hijsch, Van beide N.V.’en is Borren sinds 1937 enig directeur. B. maakte reizen naar Amerika en Indië en bezocht verscheidene landen in Europa voor zaken en voor genoegen. Hij is altijd een liefhebber van sport geweest en beoefent thans nog golf en wintersport, – Marisplein 4, Heemstede.”

Wilhelmus Johannes de Bruijn, geboren 30 oktober 1906, van beroep bouwkundig uitvoerder bij aannemer Klaassen, uit de Hendrik Peeperkornstraat 1 kwam – evenals J.K.Bijvanck – om bij een luchtaanval van Canadese jagers op een trein nabij Leidschendam op 10 april 943 Frans van Buggenum. Geboren op 8 juli 1924 in Heemstede. Automonteur. Overleden in Berlijn-Spandau op 13 juli 1944. Begraven ereveld Loenen, vak B, nummer 324.

Johannes Hubertus Maria Josephus van der Weiden, geboren 9 april 1906 in Heemstede Begin 1943 getrouwd met M.E.Duins is op 37-jarige leeftijd overleden in het Duitse kamp Natzweiler op 9 april 1943. Begraven in Heemstede.
Simon van den Bunt, geboren op 8 januari 1924 uit de Bankastraat was drijfriemenmaker en overleed op 3 maart 1943. Hij is herbegraven op het ereveld in Loenen, vak A, nummer 260. Zijn dagboek begint op 13 januari 1943 als volgt: “Vandaag is mijn reis naar Duitsland begonnen. Een verschrikkelijke reis naar een verschrikkelijk land. (…)”en eindigt op 20 februari. Kopie is aanwezig in Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief W. de Groot is na arrestatie terechtgekomen in Slonsk (Polen) en aldaar vermoord bij nadering van de Russen op 31 januari 1945. [Komt niet voor op Slachtofferlijst]. H.Hoogenstein uit de Iepenlaan, werkzaam bij aannemer Klaassen, is op 2 december 1942 dodelijk gewond in Scheveningen na een beschieting door vermoedelijk Engelse vliegtuigen. Hij liet een vrouw en tien kinderen na. Antoon Jansen en Theo Jansen, twee broers, zuivelhandelaars, geboren in respectievelijk 1920 en 1923, stierven bij een bombardement op 7 oktober 1944 te Wurzen en zijn aldaar ter aarde besteld, later herbegraven op de Katholieke Begraafplaats aan de Glipperweg. Anthonius Jansen is herbegraven op het ereveld in Loenen, vak A. nummer 1008. Theo Jansen ontbreekt in Slachtofferregister. Eerder was hun broer Cornelis Jansen op 10 mei 1940 als militair omgekomen (op dat moment woonachtig in Haarlem).
Pieter Hendrik de Jong, geboren 6 november 1912. Was Adj.directeur, lid verzet Stijkelgroep. Is gefusilleerd op 4 juni 1943 in Berlijn-Tegel. Begraven op Gem. Begraafplaats Westduin te Den Haag, Vak A1.
Teunis Kerkman, geboren op 19 april 1886, is tijdens de beschieting van een trein in Weesperkarspel op 16 augustus 1944 is deze Zandvoortse evacué uit de Lucas van Leydenstraat 6 gedood en zijn echtgenote Gertruida Kerkman-Corzelius gewond. Joop J.Klunder is op 12 december 1944 omgekomen bij een beschieting van een Duitse trein in Barneveld. Hij was na een razzia in Barneveld op transport gesteld.
De 26-jarige man, geboren te Scherpenzeel, was huisgenoot bij mevrouw A.A.Gunst, Rembrandtlaan 4. In de overlijdensadvertentie is sprake van “een noodlottig ongeval.”.

Op 10 mei 1940 werden voor het Nederlandse leger enkele bussen gevorderd van de Heemsteedse firma Kors. Daarbij is de chauffeur Marinus Willem = Rinus Kors (geboren op 10 juni 1896 in Hoogkarspel, in 1944 woonachtig in de Slachthuisstraat te Haarlem) dodelijk gewond toen een vliegtuigbom de autobus die hij bestuurde in Sassenheim geraakt.



========

Jan Korver, geboren op 9 december 1888 in Heemstede. Bode. Gearresteerd in Landsmeer. Vanuit kamp Amersfoor 19-11-1941 naar Neuengamme. Overleden op 6 januari 1942 in kamp Neuengamme bij Hamburg. Begraven op Ned. ereveld te Hamburg-Ohlsdorf, vak BP 73, rij O, nummer 11 L.
Conradus Johannes, August, Maria Lindner, geboren 13 februari 1920 in Bussum, overleed op 18 januari 1944 in Weitefeld aan verwondingen ten gevolge van een luchtaanval. Zijn stoffelijk overschot is herbegraven op het Nederlands ereveld Waldfriedhof bij Frankfurt am Main, vak C, rij 5, nummer 1. Hendrik Petrus Adrianus Maria Ruijsenaars. Geboren in Heemstede op 12 februari 1915. Overleden op 23 april 1945 in Duitsland (onbekend waar precies). [Vermeld in Gedenkboek 37]. Kornelis Johannes de Ruiter, geboren 20 mei 1922. Sedert 1932 woonachtig bij zijn ouders op de Heemsteedse Dreef. Volgens een bericht van het Rode Kruis is hij op 30 of 31 maart 1945 aan tuberculose gestorven te Berlijn. Begraven St.Hedwig/St.Pius Friedhof te Berlijn. Gerard Schilpzand, geboren te Zandvoort op 26 april 1904, was besteller bij de PTT, stierf op 23 maart 1945 in Celle aan dysenterie. Hij is ter aarde besteld op het Friedhof an der Seelhorst, een Nederlands ereveld in Hannover, vak D, nummer 8. Graf Gerard Schilpzand in Hannover A.A.Schutter, geboren op 14 januari 1920 in de Valkenburgerlaan, is bij een bombardement van een ziekenhuis op 16 januari 1945 in Haussen/Neuwied overleden. Hij is herbegraven op het ereveld in Loenen, vak E, nummer 494. Gerardus Marinus Tukker, geboren op 11 juli 1921, was fruitteler en woonachtig op het adres Borneostraat 11. Hij is op 21 februari 1945 omgekomen in een schuilkelder te Monheim, toen een geallieerd vliegtuig daarop een voltreffer plaatste. De doodsaanzegging in Heemstede volgde 29 maart 1945. Hij is begraven op Nederlands ereveld te Düsseldorf-Oberbilk, vak D, rij 9, nummer 7
—————————–
In het verleden vermoedelijk bewust niet opgenomen op de lijst van oorlogsslachtoffers is de in 1920 geboren Jan Oom, zoon van een Heemsteeds gemeentefunctionaris, die op 6 april 1944 in het concentratiekamp Bergen-Belsen is overleden. Journalist D.A.C. van den Hoorn wijdde een publicatie aan hem in 2001: ‘Uitgewist, hoe Jan Ook verdween in nacht en nevel’. Een uitgave in eigen beheer in samenwerking met de Vereniging van Oud-Buchenwalders’. Heruitgegeven met nieuwe informatie in 2002.

![De gloedvolle Dreefschool in Heemstede in het leerjaar 1930-1931 met bij de ingang het beeldje van een lezende jongen door H.A.van den Eijnde. De vijfde klas onder leiding van meester C.van Baaren. Bovenste rij van links naar rechts: Jan Opten, Jan Berghuis, Gerard Adriaans, Rinus Geluk, Ben Faure, Corrie Kamstra, Corrie Goedhart,...van Veen, Truus Schröder, Corrie Dujardin. Middelste rij: Luc ten Kley, Harm Hamming, Dick van den Hoorn [schrijver van boek over Jan Oom], G.Jutte, Mienrje Lucieer, Betsy Breemer,...van Veen, Bep Pronk,. Voorste rij: JAN OOM, Dave Koning, onbekend, Joop Verkaik, Piet Gerbrandy, Henk van Tongeren.](https://ilibrariana.files.wordpress.com/2012/01/scan0432.jpg?w=300)
F.J.W.van Vlijmen schreef hierover na verschijning van een tweede, herziene druk in 2002, het volgende in ‘Terugblik ’40-’45’ van juli/augustus 2002, p. 235-236: “Nieuwe feiten nopen mij de recencie in het april 2002 nummer van Terugblik over het boek ‘Uitgewist’ van de auteur Dick van den Hoorn te herzien. Wij, dus u en ik, allen leden van de Documentatiegroep ’40-’45, streven sinds de oprichting van onze vereniging naar beste vermogen in onze historische onderzoeken de waarheidsvinding na. Ik mag u dan ook niet de geschiedkundige ontwikkeling met betrekking tot de persoon in het gerecenseerde boek schuldig blijven. Wat blijkt? Na het verschijnen van de recensie werd mij door een officiële instantie, wiens naam ik ter voorkoming van onnodig verwarrende discussies hier niet wil vermelden, zowel telefonisch als schriftelijk de mededeling gedaan dat Jan Oom niet op enig monument of anderszins wordt vermeld vanwege het feit dat: (ik citeer) “uit het dossier bij het Ministerie van Justitie in Den Haag blijkt dat de heer Oom in juli 1940 lid was geworden van de SS. Aan de hand van vigerende statuten valt dit onder ‘samenwerking met de bezetter’ en is dan ook als ‘onwaardig gedrag’ aan te duiden waardoor eveneens volgens deze statuten de betreffende persoon als niet oorlogsslachtoffer kan worden aangemerkt.” (einde citaat). De auteur Dick van den Hoorn, eveneens hierover geïnformeerd kon na dieper gaande onderzoekingen ook vaststellen dat Jan Oom tegen de wil van zijn vader in de zomer van 1940 was afgereisd naar München voor het volgen van een spoedopleiding in de radiotelegrafie bij een nieuw te vormen SS eenheid. Hier is niets van terechtgekomen, en mede ook doordat een verbandakte ondertekend moest worden, hetgeen hij weigerde, was hij al na circa zes weken, maar nog voor 20 september 1940, terug in Heemstede. De auteur heeft terstond de 1ste druk uit de handel genomen. Een gecorrigeerde en bovendien sterk uitgebreide 2e druk met een ander ISBN nummer is nu verkrijgbaar. Sterk gewijzigd, soms bijna geheel herschreven, zijn de hoofdstukken Amsterdam, Heemstede, Parijs, Bergen-Belsen en Von Braun. Evenzo is het fotomateriaal aangevuld en zijn belangrijke documenten opgenomen die bewijzen dat Jan Oom na het korte ‘München intermezzo’ door de hel is gegaan”.



Na zijn arrestatie juni 1943 in Parijs, waar Jan Oom door de Duitse politie is gearresteerd was zijn lot tot de dood nog geen jaar later als volgt: 24 juni 1943 In gevangenis te Fresnes bij Parijs. Verhoren door SD; 14 januari 1944: Compiègne, in Durchgangslager van Duitse Wehrmacht bij Parijs; 24 januari 1944 in Duits concentratiekamp Buchenwald; 14 februari 1944 in ondergronds slavenkamp ‘Vernichtung durch Arbeit’ te Dora; 27 maart 1944 aankomst in concentratiekamp Bergen-Belsen. Doodziek en ontbering van medische hulp. Op 6 april 1944 is Jan Oom overleden. [Jan Oom is (nog) niet geregistreerd in het register Oorlogsslachtoffers van de Oorlogsgravenstichting. Dankzij de studie van D.A.C.van den Hoorn waaraan hij 2 jaar werkte en (archief) reizen maakte naar België, Frankrijk en Duitsland, is Jan Oom gerehabiliteerd. Sinds 4 mei 2015 komt de naam van Jan Oom voor op het monument voor de gevallenen in Heemstede




![Herdenkingsmonument vm. concentratiekamp Bergen-Belsen (foto's van D.A.C.van den Hoorn, juni 1999 - de auteur is in 2013 in Hoog Soeren overleden]](https://ilibrariana.files.wordpress.com/2012/01/scan0563.jpg?w=660)
Zie ook: Dick van den Hoorn: ‘Nacht und Nebel’, in: Heerlijkheden, nummer 100, april 199, p. 95-102.
—————————————- ————————————-
Hendrik Jacob van Schravendijk: geboren op 26 juli 1916 te Hillegom. Omgekomen op 21 januari 1943 in concentratiekamp Vught op 26-jarige leeftijd. Hendrik van Schravendijk woonde voor de oorlog in Heemstede waar hij als slagersleerling werkte. Hij is als één van de eerste transporten in Vught aangekomen, vermoedelijk al zeer vermoeid na een verblijf in Amersfoort. Hij kwam terecht in een kamp dat eigenlijk nog moest worden opgebouwd, waar onder meer een keuken en douches nog ontbraken. De gevangenen moesten hun eigen barakken bouwen. Voor velen is he werk te zwaar en zijn de hygiënische toestanden abominabel. H.J.van Schravendijk sterft op 21 januari in het kamp. In het politiearchief Heemstede is onder 1941 bij ‘Diversen 748/43’ het volgende vermeld: “Hendrik Jacob van Schravendijk, geboren 26 juni 1916, wonende Esdoornlaan 18, is in het gevangenkamp Vught overleden. Zijn geld, zijnde fl. 12,12 1/2 wordt teruggegeven. Hij was slager van beroep en ongehuwd”. ———————————————–
P.S. Op 29 maart 1944 zijn twee leerlingen van de Voorwegschool, de 7-jarige Japie Wijngaarden en 8-jarige Loesje Beers, beiden woonachtig in Haarlemmermeer, op de Cruquiusweg dodelijk getroffen door granaatscherven van de luchtverdediging.


Door de heer Vic Klep is op basis van archieven en een ooggetuigenverslag van Arnold (Nol) Leuven onderzoek gedaan naar het drama op de Cruquiusweg als gevolg van een regen van Duitse luchtdoelgranaten waarbij drie doden vielen. Dat gebeurde op 29 maart 1944 ter hoogte van de ingang van de gemeentereiniging/Meerlanden. Een deel van zijn verslag: ‘De Cruquiusweg veranderde in enkele seconden in een slagveld. Twee personen werden direct gedood. Dat waren mevrouw Helena Elisabeth Mulder-Altewischer, wonende aan de Kruisweg 1278 in de Haarlemmermeer en het meisje Louise Henriette Beers, wonende aan de Kruisweg 1855 eveneens in de Haarlemmermeer.
Levensgevaarlijk gewond werd de jongen Jacobus van Wijngaarden wonende Cruquiusweg 63 ook in de Haarlemmermeer. Gewond raakten Pieter Strooisma, broodbezorger woonachtig Cruquiusweg te Heemstede en Adrianus van Zon, voerman wonende Vogelenzangseweg 270 te Vogelenzang en Joanna Agnes Schräder-Croeze, wonende Wipperplein 9 te Heemstede. Mevrouw Mulder fietste op het moment van het onheil op de Cruquiusweg. Zij werd getroffen door granaatscherven en was op slag dood. Loesje Beers en Japie van Wijngaarden, leerlingen van de Voorwegschool waren op weg naar huis en mochten van voerman Van Son, die op weg was naar de Haarlemmermeer, meerijden. Zij waren ongeveer een minuut voor de granaatinslagen op de wagen geklommen. Loesje was eveneens op slag dood en Japie werd zwaar gewond aangetroffen. Hij is nog een huis aan de Cruquiusweg binnengedragen en daarna met de meeste spoed op een bakfietsbrancard naar het Grote Gasthuis ofwel Elisabeths Gasthuis aan de Gasthuisvest in Haarlem gebracht. Onderweg is hij overleden. De voerman Van Son werd door een scherf gewond aan zijn rechterbeen. Pieter Strooisma is in zijn huis aan de Cruquiusweg ernstig gewond in de rechterzijde van zijn borst door een granaatscherf. Mevrouw Maria Johana Agnes Schräder-Croeze raakte in haar huis aan het Wipperplein 9 (geboren 24 maart 1882) gewond door rondvliegende glasscherven. Zij overleed op 14 april 1944, vermoedelijk als gevolg van de opgedane emotie. De twee paarden welke de wagen van Van Son trokken moesten ter plaatse door een slager worden afgemaakt.’ ———————————————-
6 mei 1945: nog drie slachtoffers in Heemstede en Haarlem Tegen de avond van 4 mei 1945 circuleerde het gerucht dat de Duitse troepen hadden gecapituleerd. later in de avond werd het bericht bevestigd door Duitse en Engelse radiostations. Ook de zenders ‘Herrijzend Nederland’ in het bevrijde Eindhoven riep het bericht om. 5 mei had in Wageningen een gesprek plaats tussen de Canadese luitenant-generaal C.Foulkes en de Duitse bevelhebber in Nederland generaloberst J.Blaskowitz over de capitulatie- voorwaarden en de volgende dag overhandigde Blaskowitz aan de geallieerden de door hem ondertekende exemplaren van de captulatievoorwaarden. Op dat moment hadden de Duitse troepen in ons land zich officieel overgegeven. 6 en 7 mei trokken de aanwezige Duitse soldaten terug richting ‘Heimat’. Op dinsdag 8 mei arriveerden de Canadese bevrijders met tanks, pantserwagens, auto’s en motoren in Haarlem en Heemstede en op die dag namen de geallieerden het gezag in Heemstede over. De dag daarvoor is op last van de plaatselijke commandanten van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS of BS) te weten van het Strijdend Gedeelte (SG) en de Bewakings Troepen (BT) door J.Woud met politie-leden van de NBS het politiebureau bezet. Op 6 mei 1945 heeft zich bij het haarknippen van vrouwen die een verhouding met Duitse bezetters hebben gehad, zogenaamde ‘moffenmeiden’, in de Raadhuisstraat op het pleintje voor café de Halte een ernstig incident voorgedaan, waarbij bij een schietpartij drie licht gewonden en 1 zwaar gewonde is gevallen. Twee getroffen personen uit Heemstede zijn naar het Gezondheidshuis gebracht en in het noodziekenhuis behandeld. Eén van de schutters A.G.Winands, rottenführer NSKK, is getroffen in zijn buik en na verleende eerste-hulp naar het Lazaret in Meer en Bosch vervoerd. Hij verklaarde dat bij de IJzeren Brug minstens vijf schoten zijn gevallen. Ernstig gewond raakte politieman H.Visser die via het politiebureau per bakfiets-brancard naar het Diaconessenhuis in Haarlem is gebracht. De schutter, een Rus in dienst van de Duitse bezettingsmacht, Walodia Zertswatse (geboren in 1919), is staande gehouden en aan de Feldgendarmerie uit Haarlem overgedragen. Tegen hem zijn geen stappen ondernemen. De heer Visser is op 9 of 10 juli aan zijn verwondingen overleden en op 12 juli in Heemstede begraven. Een uitvoerige beschrijving van het incident is door V.C.Klep beschreven in bijlage J van ‘Uittreksel dagrapporten gemeentepolitie Heemstede 1939-1945’.
Zondagmiddag 6 mei 1945 heeft zich in Haarlem een dubbel drama voorgedaan waarbij door een lid van de Duitse weermacht twee personen zijn neergeschoten en dodelijk getroffen. Aanleiding zou zijn geweest het afsteken en werpen van vuurwerk naar de weermachtwagens. Slachtoffers waren: Gerard Visser, 9 jaar, uit de Reitzstraat in Haarlem en Willem Roozen, geboren 28 februari 1920 te Weltevreden (NOI), machinist van beroep, Zandvoortselaan 165 te Heemstede. Woonachtig in Amsterdam verbleef hij tijdelijk bij zijn verloofde (Aty Plomp) en schoonhouders aan de Zandvoortselaan in Heemstede . T.Plomp dreef destijds een bekende boek- en kantoorboekhandel. Roozen is begraven op de Algemene Begraafplaats in Heemstede en later herbegraven op het ereveld van oorlogsslachtoffers Loenen in de gemeente Apeldoorn. Een bijdrage over dit dubbele drama tijdens de bevrijding is door Annabella Meddens-van Borselen gepubliceerd in het tijdschrift ‘Uitgelicht’, mei 2014, nummer 2, p. 16-19.



Zie ook: De Volkskrant, zaterdag 21 maart 2020: ‘Eindelijk vrij maar nooit bevrijd’ naar aanleiding van verzamelde verhalen door Marjolein Bax een artikel van Ellen de Visser. Daarin wordt ook de 9-jarige Gerard Visser o.a. met een foto herdacht. Bericht wordt dat vlak na de Bevrijding in Nederland meer dan 200 doden bij schietpartijen zijn gevallen. Meest bekend is gebleven de schietpartij op de Dam 7 mei 1945, waarbij 32 feestvierende Amsterdammers werden gedood door geweervuur van Duitse soldaten die vanuit het gebouw ‘De Grote Club’ op de menigte op de Dam schoten.



————————–
Meer en Bosch: in de twee instellingen voor epilepsiebestrijdingen Meer en Bosch (Heemstede) + Bethesda-Sarepta (Haarlem) werden in 1940 nog ongeveer 600 personen verpleegd. Voor de oorlog werden twee NSB-verplegers ontslagen onder toekenning van een ruim wachtgeld en pensioen. Ze tekenden een verklaring dat ze verder geen aanspraken zouden doen gelden. Na de Duitse bezetting eisten ze echter een nieuwe hoge functie. De autoriteiten van de nieuwe orde steunden hen. Het bestuur weigerde en op 20 maart 1942 is het bestuur door de Duitse bezetters van zijn functie ontheven en kwam hiervoor een Duitsgezind bestuur van NSB’ers in de plaats, onder voorzitterschap van hervormd predikant en NSB’r dominee P.W.Foeken uit Haarlem en met als lid de Kock van Leeuwen, die zo onkies was de plaats van zijn moeder van het oude bestuur in te nemen. Als geneesheer-directeur is NSB-lid dr.J.Dozy benoemd. De afgezette directeur dr.B.Ledeboer is gevangen genomen evenals het gehele bestuur en de besturende broeder zijn gedurende vijf weken vastgehouden. De patiënten zijn naar huis gezonden voor thuisverpleging en 108 achtergebleven personen nog opgenomen in het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort. Een groot aantal patiënten was toen al overgebracht naar een inrichting in de gemeente Zeist en daar zijn in 1944 tot de bevrijding in 1945 11 patiënten afkomstig uit Meer en Bosch overleden. Blijkens ontvangen gegevens van de gemeente Zeist stonden zij nog vermeld als ‘wonende te Heemstede’ en betreft het de volgende personen: naam, geboorteplaats, leeftijd, overlijdensdatum: – Elisabeth Bakker, Amsterdam, 35 jaar, 8 januari 1945 – Alphonse Bosman, Amsterdam, 24 jaar, 3 maart 1945 – Gerardus Jacobus Johannes van Erp, Leiden, 44 jaar, 8 mei 1945 – Teunis Geerts, Rotterdam, 36 jaar, 15 november 1944 – Richard F.van Herwaarden, ‘s-Gravenhage, 38 jaar, 14 november 1944 – Antonie Hermanus de Jong, Amsterdam, 34 jaar, 6 mei 1945 – Gijsbert Kardol, Waardenburg, 42 jaar, 4 januari 1945 – Theodorus de Munck, Amsterdam, 22 jaar, 4 november 1944 – Cornelis Overeem, Scherpenzeel, 35 jaar, 22 november 1944 – Geoffrey Raymond Taylor, Rotterdam, 30 jaar, 8 februari 1945 – Pieter Tromp, Oudkarspel, 64 jaar, 2 januari 1945. In 1944 is Meer en Bosch door de Duitsers in beslag genomen om hier een lazaret te vestigen. Toen de Canadezen in mei 1945 arriveerden troffen zij hier ongeveer 500 Duitse gewonden aan en zijn de gebouwen in een desolate staat aangetroffen. In 1946 zijn al weer 60 oud-patiënten teruggekeerd.
=====================================================
Het Slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting bevat ongeveer 60 namen van in Heemstede geboren personen. Van hen zijn omgekomen in Duitse concentratiekampen: Theodorus Jacobus van den Berg, geboren op 2 november 1904. Ov. Sobibor Cornelis van der Bol, geboren in Zandvoort, is bij een razzia opgepakt en overleden op 12 mei 1945 in Sachsenhausen, Oranienburg Rozetta Wilhelmina Bonnist, geboren 13 oktober 1912. Ov. Sobibor Bertha Anna Chapon, 23 juli 1918. Ov. Kdo.Auschwitz II-Birkenau Hartog Samuel Chapon, 28 februari 1917. Ov. Omg. Auschwitz Douwe Wiebe Duiker, 22 juni 1925. Ov. Neuengamme, kampnummer 56139, op 29 januari 1945


Joseph Grunholz, 12 november 1936. Ov. Auschwitz Aleid Ingeborg van Hardenbroek van Ammerstol, 27 februari 1921. Ov. Ravensbrück, Jan Korver geboren 9-12-1888 in Heemstede, en overleden in kamp Neuengamme, kampnummer 06647, 6-1-1942 Cornelis Gerardus Sloof, 14 september 1912. Ov. Dachau
Overlijdensbericht uit Arolsen van Cornelis Gerardus Sloof
Johannes Daniel van Spanje, geboren 19 september 1918. Ov. Buchenwald Lambertus Theodorus van Tongeren, 20 april 1908. Ov. Neuengamme Johannes Hubertus Maria Joseph van der Weiden, 9 april 1906. Ov. in 1943 1943 te Natzweiler


Overlijdensadvertentie Jan van der Weiden. Uit: de Maasbode, 2 juli 1945
Elders in Nederland omgekomen zijn de volgende in Heemstede geboren personen: Eduard Leonardus van Breemen. Geboren 20 september 1917 in Heemstede. Was lid van het verzet. Gefusilleerd op 18 september in Utrecht. Begraven op het Nederlands ereveld Loenen, vak E, nummer 781.
Gerk Oberman, geboren op 14 december 1918 in Heemstede. Zoon van N.H.predikant dr.H.T.Oberman, die in 1920 in Rotterdam is beroepen. Gerk Oberman is op 26 februari 1945 gearresteerd bij een poging zijn aangehouden zuster op straat te bevrijden. De 26-jarige student is op 8 maart 1945 in Amersfoort gefusilleerd.
Begraven op begraafplaats Rusthof Amersfoort, erehof, locatie vak 12, rij C, nummer 109.
Carel de Vos van Steenwijk 18-5-1918 geboren te Heemstede, omgekomen aan verwondingen op 10 mei 1940 in Driebergen in veldhospitaal
Willem Theodoor Pahud de Mortanges, geboren op 1 juli 1921 in Heemstede. Hij studeerde scheikunde in Delft en is wegens verzet (spoorwegaanslagen en andere daden van sabotage) opgepakt en met 5 andere personen door de krijgsraad ter dood veroordeeld en op 18 mei 1943 gefusilleerd bij fort Rijnauwen. Begraven op Begraafplaats Westerveld te Driehuis, vak H, nummer 178 C.
Johannes Tempelman, geboren op 29 oktober 1922 in Heemstede. Kruideniersbediende. Werkte bij de Hoogovens. Is op 6 december 1944 in Haarlem opgepakt tijdens de Sinterklaasrazzia. Overleden op 10 maart 1945 in Gendringen. Begraven op Nederlands ereveld in Loenen, vak A, nummer 1053

. Graf J.Tempelman (1922-1945) op Ned. ereveld in Loenen
Gerard Jan van Wickevoort Crommelin, geboren op 10 september 1894 in huize Klein Berkenrode te Heemstede. Paardenliefhebber zoals veel van zijn familieleden. Was van beroep sportcommissaris van Koninklijke Nederlanse Automobiel Club (KNAC). Hij is bij gevechthandelingen in de meidagen van 1940 overleden. Op 10 mei 1940 in Oegstgeest (of Voorschoten?). Begraven op N.H.Hervormde Begraafplaats te Warmond, nummer 25.
Jan Roes (21 januari 1863 – 12 juni 1944) Ofschoon niet geboren te Heemstede maar in 1863 in Krommenie noem ik in dit verband toch de bloembollenkweker Jan Roes. Hij is op 81-jarige leeftijd op 12 juni 1944, doodgeschoten door een lid van de bezettende weermacht, die hij met een stok aanviel toen deze zijn dochter bedreigde. Professor Van Slogteren wijdde een necrologie aan hem in Jaarboek Haerlem 1945 (1946) en bericht dat Roes na 1900 op zijn eigen bedrijf te Heemstede was begonnen met de meest moderne methoden toe te passen, welke dankzij allerlei experimenten bijdroegen aan de vooruitgang van de bloembollencultuur. Marcel Bulte publiceerde in het boek ‘Bloeiende Bedrijvigheid’ (2002) een bijdrage over ‘Jan Roes en De Konijnenberg’, waaruit het volgend citaat: ‘De bloembollenkwekerij waarmee Nicolaas en Jan Roes in 1951 uitbreiden, kopen ze van Anna Roes. Zij is een dochter van Jan Roes, die zijn kwekerij en bollenhandel begin 20e eeuw oprichtte onder de naam ‘Roes en Goemans’ . Hij zat toen nog in Vogelenzang en samen met Hubrecht Goemans leidt hij de kwekerij. Nog geen half jaar na de oprichting koopt ‘Roes en Goemans’ van Pieter Teding van Berkhout weiland en tuinen aan de Herenweg, ook wel Haagse Straatweg genoemd. Al vrij snel biedt het bedrijf uiteenlopende soorten gladiolen, anemonen en lelies aan. In 1909 bouwen de firmanten een nieuwe bollenschuur, pakplaats en kantoor op hun bloembollenveld nabij ‘De Konijnenberg’. Die ligt tegenover de buitenplaats ‘Meer en Berg’. In 1912 gaat Jan Roes alleen verder en hij verhuist naar Herenweg 15. Het pand heet ‘De Cronjer’, een naam die ontleend is aan de bloembollengrond die eigendom was van jonkheer Willem Philip Barnaart. Jan adverteert in mei 1919 met zijn bloeiende ‘Breeder- en Darwintulpen’ en hij nodigt liefhebbers uit om naar zijn uitgebreide collectie te komen kijken. Rond 1923 bouwt hij op he terrein zowel een nieuwe rozenkas als een nieuwe plantenkas, die erg modern is. De kwekerij groeit en krijgt in 1929 een nieuwe loods om bloembollen te drogen en ook geeft Jan Roes diverse catalogi uit. Voordat hij zich uit zijn zaak terugtrekt, meldt hij op 20 mei 1936 in een advertentie, dat hij zijn bollenkraam wil veilen. Eerlijkheidshalve zet hij erbij dat ‘hij voornemens is het bloembollenvak te verlaten en met pensioen te gaan.’ Als hij zijn zaken in oktober afgewikkeld heeft, verhuist hij naar Zeist, waar hij zijn laatste jaren doorbrengt (…)’ en zoals hierboven medegedeeld 12 juni 1944 door een dronken lid van de weermacht om het leven is gebracht.
NATIONALE ERELIJST VAN GEVALLENEN 1940-1945 van PERSONEN GEBOREN IN HEEMSTEDE Adrianus Gerardus Blokker, 01-12-1905 Heemstede – ov. 17-02-1942 Javazee, 3e stuurman; Johannes Paulus Antonius van Bommel, 06-06-1923 Heemstede – ov. 18-09-1944 Indische oceaan nabij Benkoelen a/b Junyo Maru/ Sergeant KNIL, Koninklijk Nederland-Indisch Leger en Indisch Verzet; Cornelis Jan Botbijl, 13-02-1913 Heemstede – ov. 29-10-1942 Ierse Zee, dipl. solaadt Kininklijke Landmacht; Eduard Leonardus van Breemen, 20-9-1917 Heemstede – ov. 18-09-1943 Utrecht, waterbouwkundige, Verzet; Jan Pieter Frowein, 03-12-1919 Heemstede – ov. 18-09-1941 Noorse kust, res. sergeant, vlieger Koninklijke Landmacht; Frits Gerritsen, 01-03-1906 Heemstede – ov. 16-01-1944 Non Pladuk (Thailand), fourier Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger en Indisch verzet Pieter Groustra, 18-10-1917 Heemstede – 04-03-1942 Straat Sunda, zee-officier Koninklijke Marine Aleid Ingeborg Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol, 27-02-1921 Heemstede – ov. 20-02-2945 Ravensbrück, studente, verzet Pieter Hendrik de Jong, 06-11-1912 Heemstede – ov. 04-06-1943 Berlijn, bedrijfsdirecteur, verzet Petrus Willem Köper, 15-05-1913 Heemstede – ov. 04-08-1943 Berlijn, bedrijfsdirecteur, verzet Cornelis Leonardus Josephus van Lent, 18-031919 Heemstede – ov. 13-06-1942 Lüttringhausen, technicus, verzet Johan Limpers, 02-08-1915 Heemstede – ov. Amsterdam, beeldhouwer, verzet Frans Nicolaas Ludwig, 11-05-1925 Heemstede – ov. 09-11-1944 Den Haag, student, verzet Gerardus Josephus Nelis, 10-03-1913 Heemstede – ov. 14-05-1940 Rhenen, soldaat Koninklijke Landmacht Herman Louis Adriaan Obreen, 26-01-1902 – ov. 18-09-1944 Indische Oceaan nabij Benkoelen aan boord van Junyo Maru, soldaat Landstorm, Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en Indisch verzet Willem Anjo van Ommen, 24-04-1919 Heemstede – ov. 11-05-1940 Leiden, sergeant Koninklijke Landmacht Willem Theodoor Pahud de Mortagnes, 01-07-1921 Heemstede – ov 18-05-1943 Utrecht, student, verzet [Toelichting: hij was de enige zoon van de legerofficier en ruiterkampioen Charles Ferdinand Pahud de Mortagnes (1896-1971), en is na een mislukte poging illegaal de Frans-Zwitserse grens over de komen door de Duitsers gefusileerd]. Pieter Reedijk, 27-05-1912 Heemstede – ov.13-05-1940 Rhenen, soldaat Koninklijke Landmacht

Graf Pieter Reedijk in Rhenen
Caspar Antonie Scholman, 13-10-1912 Heemstede, ov. 06-03-1943 Rintin (Thailand), soldaat, leerling monteur, Kon. Ned.-Indisch Leger en Indisch verzet
Lambertus Theodorus van Tongeren, 20-04-1908 Heemstede -Was metaalarbeider, woonde in Uitgeest, ging in het verzet ov. Neuengamme, 20-12-1945, na 14-10-1944 vanuit kamp Amersfoort te zijn gearriveerd.

Pieter Hendrik Kaars Sijpesteijn is op 6 augustus 1896 geboren in Krommenie. Hij groeide op in Heemstede waar hij naar de lagere en middelbare school ging, vervolgens naar de Handelsschool in Haarlem. In 1927 getrouwd verhuist hij naar Beekbergen in Gelderland. Hij raakt betrokken bij het verzet en wordt 16 april 1941 gevangen genomen. Na 2 gevangenissen in Utrecht wordt hij 7 september 1942 overgeplaatst naar het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen. Op 6 november 1942 volgde transport naar kamp Amersfoort. Daar zijn de omstandigheden slecht en medicijnen voor epilepsie ontvangt hij niet. Op 4 december naar kamp Vught overgebracht, waar bij 19 februari 1943 overlijdt op 46-jarige leeftijd.

Hans Hoogvorst geboren 23 juli 1924 in Heemstede Op 9 oktober 1943 omgekomen in Hannover
Gijsbertus Hendrik Johannes van der Veldt, 02-07-1906 Heemstede – ov. 23-02-1943 Atlantische Oceaan, 2e machinist, koopvaardij
Carel Baron de Vos van Steenwijk, 18-05-1918 Heemstede – ov. 10-05-1940 Driebergen, Cornet Koninklijke Landmacht
Johannes Maria Jozef van der Weiden, 09-04-1906 Heemstede – ov. 04-09-1943 Natzweiler (Frankrijk), kunsthandelaar, verzet (heeft gevangen gezeten in Oranjehotel Scheveningen.
Hendrikus Warmerdam geboren 7-9-1918 in Heemstede als zoon van Johannes Warmerdam (Heemstede1877-1921). Hij was werknemer bij Hoogovens en si bin dce rzzia in Beverwijk op 16 april 1944 opgepakt en overgebracht naar kamp Amsersfoort. Vetrokken obekend wanneer, maar afrekening kampgeld dateert van 11 aigustus 1944. H.Warmerdam is 18 september 1984 in Beverwijk overleden.
H.H.J. VAN DER VELDT

Gerard Jan van Wickevoort Crommelin, 10-09-1894 Heemstede – ov. 10-05-1940 Oegstgeest, sportcommissaris KNAC, verzet

HEEMSTEEDSE MILITAIREN GEVALLEN BIJ DE VERDEDIGING VAN ONS LAND IN DE MEI-DAGEN VAN 1940
Willem Fredrik Anceaux



Op 17 mei 1940 ontving de burgemeester van Heemstede bericht dat vliegenier W.F.Anceaux op het veld van eer voor Nederland was gevallen. Hem werd verzocht zijn echtgenote in de Johannes Verhulstlaan 26 te Heemstede hiervan op de hoogte te stellen. Op dit adres was het echtpaar vanwege de mobilisatie tijdelijk ingekwartierd. Rang: 1e Luitenant vlieger. Onderdeel: 2-1-1-L.v.R. Onderscheiding: Vliegerkruis. Geboren: 27 november 1912 te Rotterdam. Gevallen op 13 mei 1940, neergeschoten na een luchtaanval op de Moerdijkbrug en neergestort in Ridderkerk (ZH) in de leefrijd van 27 jaar. Begraven op Zorgvliet te Amsterdam. Huidige rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen (U), rij 10, nummer 33, sinds 13 september 1978. Bijzonderheden: – Op dinsdag 13 mei 1940 besloot de legerleiding om de verkeersbrug bij de Moerdijk te bombarderen, om de Duitse druk op Dordrecht en Rotterdam te beperken. Het 2-1-1 Luchtverdedigings Regiment beschikte, door de vele verliezen, nog mar over één van de negen bombardementsvliegtuigen, van het type Fokker T V, met rompnummer 856, waarvan de bemanning in oorlogsdagen al geschiedenis had geschreven (1) – De bemanning kreeg de opdracht om twee bommen van 300 kg. af te werpen. Twee Fokker G-1, jachtvliegtuigen gingen ter bescherming mee. Bij de eerste aanval mist de eerste bom het doel. Tijdens de tweede aanval raakte de andere bom met zijn flank een pijler, daardoor ging de ontsteking vermoedelijk niet af. De bom gleed langs de pijler in het water. Doodoorzaak: op de terugvlucht naar Schiphol werd de T V 5 ontdekt door de Duitse Messerschmidt Me 109-jachtvliegtuigen. De Fokker G-1’s, deden wat zij konden , maar de T V 5 werd geraakt, en stortte brandend neer. Informatie: Willem Anceaux woonde oorspronkelijk niet in Heemstede, maar had zich hier tijdens de mobilisatie gevestigd. Zijn standplaats was het vliegkamp Schiphol. Op het internet is een site aan hem gewijd. http://www.anceaux.nl/1inleiding.htm
![Groepsfoto van een aantal vliegers. Van links naar rechts: Eilders, Steenbeek (omgekomen), Ruygrok Anceaux (omgekomen), Boekhout, Swagerman (omgekomen), Frenken, Mulder en Zielstra. [Boekhout, Frenken en Zielstra maakten geen gevechtsvluchten].](https://ilibrariana.files.wordpress.com/2012/01/anceaux1.jpg?w=529)


Deel van plaquette op monument: ‘Gedenkteken Luchtvarenden’ in 2009 onthuld op de vliegbasis Soesterberg. Vermeld zijn 75 militairen-vliegers die in de meidagen van 1940 sneuvelden, daarbij ook W.F.Anceaux.

Oorlogsvlieger jhr. Sandberg overleden (uit: Heemstreder, 18 mei 2005)

Willem Johannes Kenninck Beroep: detailhandelaar in elektrische artikelen en apparaten. Adres: Binnenweg 127 te Heemstede. Rang: Wachtmeester (dienstplichtig). Onderdeel: Tr. Det. Staf 1e Divisie. Onderscheidingen (postuum) Ridder Militaire Willems Orde 4e klasse. Geboren: 28 maart 1911 te Den Helder. Gevallen: op 14 mei 1940 te Overschie (Delft), in de leeftijd van 29 jaar. Begraven te Delft op de begraafplaats ‘Jaffa’, bij met Militair monument.
Bernardus van der Kuijp Beroep: kantoorbediende bij Ford Automobielfabriek in Amsterdam. Adres: Herenweg 83 te Heemstede. Rang: 1e Luitenant (dienstplichtig). Onderdeel: 1e Compagnie, 4e bataljon Pantser Afweergeschut. Bijzonderheid: zijn regiment was toegevoegd aan het 8e regiment infanterie. Geboren op 30 juli 1912 te Bangil (NOI). Gevallen op 12/13 mei 1940 bij de Grebbeberg bij Rhenen (U), in de leeftijd van 27 jaar. Begraven te Rhenen op het Militair ereveld, rij 7, nummer 10.
Henri Leopold Christiaan Lansdorp Beroep: kantoorbediende. Adres: Heemsteedse Dreef 177 te Heemstede. Rang: soldaat (dienstplichtig). Onderdeel 4e batterij Luchtdoelartillerie voor de verdediging van het vliegveld Waalhaven te Rotterdam. Geboren op 6 december 1918 te Haarlem. Gevallen op 10 mei 1940 te Rhoon (ten zuiden van Rotterdam) in de leeftijd van 21 jaar. Begraven te Haarlem op 23 mei 1940 op gemeentelijke begraafplaats Kleverlaan, in graf nummer 3.00532. Zijn vader B.Lansdorp woonde Heemsteedse Dreef 177, Heemstede
Hendrik Jan Lever Beroep: kantoorbediende. Adres: Vondelkade 44 te Heemstede. Rang: soldaat (dienstplichtig). Onderdeel: 2e Compagnie, 2e Bataljon van het 34e Regiment Infanterie. Geboren op 7 mei 1905 te Amsterdam, in de leeftijd van 35 jaar. Gevallen op 11 mei 1940 te Numansdorp, Hoeksewaard (ZH), tijdens een luchtaanval. Begraven te Numansdorp. Huidige rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen, rij 9, nummer 44, sinds 27 september 1973. Zijn vader H.Lever woonde op het adres Vondelkade 44 Heemstede
Gerardus Josephus Nelis Beroep: bollenkweker. Adres: Herenweg 21 te Heemstede. Rang: soldaat (dienstplichtig). Onderdeel: 3e Compagnie, 1e bataljon, 10e Regiment Infanterie. Geboren op 10 maart 1913 te Heemstede. Gevallen op 14 mei 1940 bij de Grebbeberg, Rhenen, in de leeftijd van 27 jaar. Begraven te Heemstede, RK Begraafplaats Berkenrode (St. Bavo) aan de Herenweg, op 21 juni 1940, rij 16, nummer 8. Doodsoorzaak: is bij een gevecht in zijn hoofd getroffen (2). Bijzonderheid: graf is geschud, dat wil zeggen geruimd in 2001, maar zijn stoffelijke resten zijn herbegraven in het familiegraf, rij 9, nummer 14. Zijn moeder wed.A.M.Nelis-van Bruggen, woonde Herenweg 78 Heemstede

Bidprentje G.J.Nelis


Willem Anjo van Ommen Adres: Alberdingk Thijmlaan 4, Heemstede. Rang: sergeant (dienstplichtig). Onderdeel: 4e Compagnie, 10e depot Infanterie. Geboren op 24 april 1919 te Heemstede. Overleden op 11 mei 1940 in een militair hospitaal te Oegstgeest (ZH), in de leeftijd van 21 jaar. Begraven te Oegstgeest. Huidige rustplaats: Militair ereveld Greppeberg te Rhenen, rij A 3, nummer 32, sinds 15 januari 1971. Doodsoorzaak: was tijdens gevechten met Duitse parachutisten bij de Wassenaarseslag ernstig gewond geraakt. Adres familiw: Alberdingk Thijmlaan 4 Heemstede
Pieter Reedijk Beroep: magazijnbediende. Adres: Kerklaan 17 te Heemstede. Rang: soldaat (dienstplichtig). Onderdeel: 3e Compagnie, 1e Bataljon, 10e Regiment Infanterie. Geboren op 27 mei 1912 te Heemstede. Gevallen op 13 mei 1940 bij de Grebbeberg, Rhenen, in de leeftijd van 28 jaar. Begraven te Rhenen, op het Militaire ereveld Grebbeberg, rij 7, nummer 16. Doodsoorzaak: is bij een gevecht in zijn hoofd getroffen. Zijn familie, mw M.A.K.Reedijk-de Vries woonde Kerklaan 17 Heemstede

Petrus Hendrikus Theodorus Marie Smits Adres: Leidsvaartweg 105 te Heemstede. Rang: soldaat (dienstplichtig). Onderdeel: Infanterie, 1-10 Grensbataljon. Geboren op 23 februari 1919 te Haarlem. Gevallen 10 mei 1940 te IJmuiden (gemeente Velsen), tijdens een beschieting van de mijnenveger M2 te IJmuiden in de leeftijd van 21 jaar. Begraven te Heemstede, op de RK Begraafplaats aan de Herfstlaan (thans Openbare Begraafplaats). Huidige rustplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen, rij 13, nummer 59, sinds 17 september 1996.Adres stiefvader: H.H.Thoolen, Leidschevaartweg 10 Heemstede
Jan Hendrik van Taarling Beroep: timmerman. Adres: Lieven de Keylaan 9a te Heemstede. Rang: korporaal (dienstplichtig). Onderdeel: 2e Compagnie, 3e bataljon, 34e Regiment Infanterie. Geboren op 21 maart 1912 te Amsterdam. Gevallen op 10 mei 1940 te Dubbeldam, in de leeftijd van 28 jaar. Begraven te Heemstede, Openbare Begraafplaats aan de Herfstlaan, op 23 mei 1940. Huidige rustplaats: Miltair ereveld Grebbeberg te Rhenen, rij 15, nummer 36, sinds 7 juli 2006. Doodsoorzaak: tijdens een tegenaanval in de richting van Dordrecht is hij gevallen. [In Dossier Diversen Politiearchief Heemstede 1941: mededeling over het sneuvelen van J.H.van Taarling, korporaal 2e Compagnie, 3e bataljon 34 Regiment Infanterie. Geschreven wordt over zijn sneuvelen in een gevecht met een Duitse parachutist bij de Moerdijkbrug. Hij zou ter aarde zijn besteld in Maasdam (Div 24/41)]. Adres vader J.van Taarling, Lieven de Keijlaan 9 Heemstede.