Tags

, , , , , , , , , , , , , ,

Een bewijs dat men ook in Nederland al in 1942 wist dan joden in Duitse concentratiekampen werden omgebracht (Dagboek Etty Hillesum; De Volkskrant, 29-6-2020)
Voor het storten van beton is een speciaal uit Jeruzalem meegebrachte steen met davidster neergelegd
Voor het storten van beton is een speciaal uit Jeruzalem meegebrachte steen met davidster neergelegd

 

Op 4 mei is aan de Vrijheidsdreef nabij Groenendaal in Heemstede een herdenkingsmonument onthuld in herinnering aan 162 Joodse slachtoffers van WO II uit Heemstede. Het heet 'Boek van de Namen - 'Sefer HaSjemot' in navolging van een namenmonument in heerdenkingscentrum Yad Vashem te Jeruzalem. Onder het monument in de vorm van een opengeslagen boek is een door Harald van Perlstein uit Israël meegebrachte steen met davidster gedeponeerd. De grote steen is afkomstig uit China, werd gehouwen door..in Diemen en is ontworpen door Patrick van der Vegt, grafisch vormgever uit Haatlem die in 2013 ook het Joods monument in de Spaarnestad vorm gaf met in totaal 700 namen.
Op 4 mei 2015 is aan de Vrijheidsdreef nabij Groenendaal in Heemstede een herdenkingsmonument onthuld in herinnering aan 162 Joodse slachtoffers van WO II uit Heemstede. Het heet ‘Boek van de Namen – ‘Sefer HaSjemot’ in navolging van een namenmonument in herdenkingscentrum Yad Vashem te Jeruzalem. Onder het monument in de vorm van een opengeslagen boek is een door Harald van Perlstein uit Israël meegebrachte steen met davidster gedeponeerd. De grote steen is afkomstig uit China, werd gehouwen door Tetterode Natuursteen in Amsterdam-Duivendrecht en is belangeloos ontworpen door Patrick van der Vegt, grafisch vormgever uit Haarlem die in 2013 ook het Joods monument in de Spaarnestad vorm gaf met in totaal 715 namen, en in Bloemendaal om 2018 met de namen van 123 omgebrachte Joodse medeburgers.  Behalve 141 namen van Joden die op 10 mei 1940 in Heemstede als inwoner stonden ingeschreven en in de Duitse vernietigingskampen zijn omgebracht, zijn tevens 21 Joodse mensen vermeld die als onderduiker, veelal door verraad, alsnog in Heemstede zijn opgepakt en in Duitsland of Duitse kampen in Oostenrijk of Polen zijn vermoord.
4 mei 2015 verscheen een brochure 'Een Joods Monument in Heemstede' met medewerking van Harld van Perlstein, Paola Koningsveld, Patrick van der Vegt en Hans Krol. Zolang de voorraad strekt kan 1 exemplaar worden aangevraagd via het email adres: jlpmkrol@tiscali.nl
4 mei 2015 verscheen met medewerking van de gemeente Heemstede de brochure ‘Een Joods Monument in Heemstede’ met medewerking van Harld van Perlstein, Paola Koningsveld, Patrick van der Vegt en Hans Krol. Zolang de voorraad strekt kan 1 exemplaar worden aangevraagd via het email adres: jlpmkrol@tiscali.nl
Bij de onthulling op 4 mei 2015 zijn alle Joodse namen van Heemsteedse slachtoffers van de Holocaust voorgelezen. Op deze foto noemt mw. Nathalie Spaanderman-von Hartsveld Müller de naam van haar tante Helena Elisabeth Goudeket, een talenvol kunstenares die op 33-jarige leeftijdi in Sobibor is omgebracht.
Bij de onthulling op 4 mei 2015 zijn alle Joodse namen van Heemsteedse slachtoffers van de Holocaust voorgelezen. Op deze foto noemt mw. Nathalie Spaanderman-von Hartsveld Müller de naam van haar tante Helena Elisabeth Goudeket, een talenvol kunstenares die op 33-jarige leeftijd in Sobibor is omgebracht. Achter haar staat Harald van Perlstein.
Eindelijk een ‘Boek van de namen’ door Fred Meijnhardt, in Kerk & Israel Onderweg, september 2015.
Gepensioneerd docent Helmut Eichmann legt na een vredesmars te voet langs oorlogsmonumenten vanuit zusterstad Bad Pyrmont een steentje op het Joods monument in Heemstede. Links naast hem gemeentesecretaris Willem van den Berg en Tweede Wereldoorlog-veteraan Nicolaas van Keppel (Haarlems Dagblad, 6-9-2017) [Helmut Eichmann geen familie van Adolf E.]
Jom Hasjoa Herdenking bij Joods monument in 2020 wegens coronaviruscrisis afgelast (Heemsteedse  Courant, 31 maart 2020
tegeltje vervaardigd bij gelegenheid van de onthulling van een Joods monument in Heemstede
Artikel over Joods Monument Heemstede; door Carel le Brun. Uit: Heemstede Dichtbij.nl. , 6 mei 2015.
In april 2020 geplaatst informatiebordje bij de twee oorlogsmonumenten aan de Vrijheidsdreef in Heemstede
In coronatijd rond 4 mei 2020 aangebracht stenen monumentje bij het algemeen oorlogs-/bevrijdingsmonument in Heemstede
Tije Vervoort na herdenking 4 mei 2021

Anna Mebis bij Joodsnamenmonument Heemstede, 2023
In 2022 geplaatst informatiebord bij beide monumenten aan de Vrijheidsdreef Heemstede

In Heemstede woonachtige en merendeels via doorgangskamp Westerbork gedeporteerde Joodse burgers die tussen 1942 en 1945 omkwamen in Duitse vernietigingskampen of vermist zijn.

Vooroorlogse advertentie waarin stad- en streekgenoten wordt verzocht een bijdrage te storten ten behoeve van Joodse vluchtelingen uit Duitsland

De gemeente Heemstede heeft nooit een Joodse kern gehad. Volgens het bevolkingsregister woonden er in 1920 minder dan 10 joodse burgers. De Duitse inval in Tsjecho-Slowakije en ‘Kristallnacht’ van 9 op 10 november 1938 bracht een vluchtelingenstroom uit Duitsland op gang. In 1939 lieten zich ongeveer 140 joden uit Duitsland en omliggende landen registreren. Voor een klein deel als springplank naar Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of elders. Op 10 mei 1940 stonden officieel 370 joden ingeschreven. Najaar 1940 hebben veel Joodse ingezetenen gekozen voor een nieuwe verblijfplaats in ’t Gooi. Op 25 maart 1942 werd de volgende gestencilde mededeling via het politiebureau verspreid: “In verband met een door mij, van betrokken autoriteiten ontvangen telegram, deel ik u hierbij mede, dat het aan Joden, die eigen, gehuurde of op hun op een andere wijze ter beschikking gestelde ruimten in gebruik hebben, zonder voorafgaande toestemming van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung te Amsterdam, verboden is meubilair, voorwerpen voor de huisinrichting, huisraad en andere vermogensbestanddelen, daaruit weg te nemen. De toestemming moet worden aangevraagd door bemiddeleling van den Joodschen Raad. Inbreuken op dit verbod worden met strafmaatregelen ten strengste bedreigd. Was getekend: de burgemeester van Heemstede. De Hoofdinspecteur van Politie voegde toe: “Bovenstaande mededeling is gericht aan alle in Heemstede wonende Joden. Aan het personeel wordt opgedragen streng toe te zien op de percelen der Joodsche ingezetenen en bij het constateren van wegbrengen van goederen onmiddellijk in te grijpen. In dit geval moet het hoofd van het gezin naar het bureau worden gebracht en ondergetekende gewaarschuwd worden” (1). Vanaf 7 april zijn inventarisaties gedaan van roerende goederen bij Joodse ingezetenen, waarvoor een vaste ploeg politiemensen was aangewezen. Op 29 april 1942 zijn Joden verplicht gesteld op hun overkleding een gele ster van textiel te dragen, de zogeheten Joden- of Davidster. Nadat Heemstede en het kustgebied door de Duitse bezetters voor joden tot ‘Sperrgebiet’ was verklaard, verhuisden in 1942 bijna 140 joden. Op 6 mei 1942 rapporteerde de hoofdinspecteur van politie aan de ‘Zentralstelle für jüdische Auswanderung’ dat “op volkomen regelmatige wijze” een evacuatie van joodse gezinnen naar Amsterdam had plaatsgevonden, met uitzondering van 19 families vanwege ernstige ziekte of een andere reden. Op 23 mei 1942 gevolgd door een schrijven met alsnog 12 staten “in duplo van joodsche gezinnen en personen uit deze gemeente.” De huizen zijn na hun vertrek afgesloten en verzegeld. In gevallen van ontruiming kreeg de firma Puls uit Velsen opdracht de zogenaamde “jodeninboedels” naar elders (veelal Amsterdam) te transporteren. 16 september 1942 moesten in opdracht van de Sicherheidspolizei vanaf 20.00 uur alle nog aanwezige buitenlandse Joden worden gearresteerd en naar Amsterdam overgebracht. Op 4 februari 1943 ging een aangetekende brief van waarnemend (NSB)burgemeester J.H. van Riesen – op 26 juni van dat jaar is hij geïnstalleerd als burgemeester door commissaris voor de provincie Noord-Holland mr.A.J.Backer – naar de laatste nog achtergebleven joodse gezinnen waarin “personen met vol-joodschen bloede” werden gesommeerd vòòr 15 februari Heemstede te verlaten en zich te melden bij het Gemeentelijke Bureau voor Joodsche Inkwartiering aan het Oosteinde 14 te Amsterdam. Met de benoeming van NSB-korpslid P.L.G.Kramer in de rang van opperluitenant op 1 februari 1943 zijn in de volgende maanden regelmatig door de politie invallen gedaan bij adressen van personen die Joden onderdak gaven. Die zijn tijdelijk ingesloten en de Joodse burgers voor zover al niet door de Duitse politie gearresteerd overgeleverd aan de Sipo Amsterdam. O.a. hadden arrestaties plaats op 19 april 1943 (5 Joodse personen), 8 mei 1943 (4), 18 mei 1943 (2. Charlotte en Carolina Gomperts uit Amsterdam), 23 mei 1943 (2: David Heijman uit Haarlem en Sara Judith Bouwman uit Haarlem) , 2 juli 1943 (3: Isaak Bruckner, Mozes Brückner en mw. Manseth Brückmer-vanEijl)), 24 juli (3: Mozes van der Star, Alida van der Star-Vleesdrager uit Amsterdam, Leentje van Staveren-Vleesdrager, Amsterdam), 6 januari 1944 (2: Andries Sternheim en Jholina Sternheim-Cohen) 

F.W.Mollenaar, zoon van firma J. Moolenaar & Zoon nam met gevaar voor eigen leven Joodse onderduikers in huis
F.W.Moolenaar, zoon van firma J. Moolenaar & Zoon nam met gevaar voor eigen leven Joodse onderduikers in huis

Uiteindelijk zijn zo’n 140 uit Heemstede – en in deze plaats in het bevolkingsregister geregisteerd – via kamp Westerbork gedeporteerde joden in de Duitse vernietigingskampen omgekomen, grotendeels in Auschwitz en Sobibor. Gearresteerde onderduikers meegerekend komt het totaalaantal op 162. Na de bevrijding bleek dat ongeveer eenzelfde aantal ondergedoken personen inclusief een klein aantal dat de kampen had overleefd behouden is teruggekeerd. Eén van hen, J. van Beem, plaatste na ruggespraak de volgende advertentie in de regionale pers: “In overleg met vele andere lotgenoten stel ik er prijs op, ook namens hen, de Heemsteedsche bevolking in den breedsten zin hartgrondig dank te zeggen voor alle hulp en steun, die zij gedurende de zoo moeilijke jaren van Joden-vervolging op ondubbelzinnige wijze en in allerlei vorm heeft geboden. Deze hulp bepaalde zich niet alleen tot het verschaffen van onderduik-mogelijkheden, het opbergen van goederen, maar er werden ook levensmiddelen en brandstof verstrekt aan gehele gezinnen, zoodat  inderdaad mag worden gezegd, dat wij ons leven te danken hebben aan de hulp, welke ook in geestelijk opzicht haar werking had, die niet vergeten is en niet vergeten zal worden.” (Nieuwe Haarlemsche Courant, 5 juli 1945). Meer informatie over de jodenvervolging en onderduik is te vinden in de publicatie Van Marcel Bulte en Hans Krol: Heemstede 1940-1945; een gemeente in bezettingstijd. Haarlem, 1995, 2e druk 2005. (Haarlemse miniaturen, deel 39). Uit mei 1995 dateert ook een uitgave: ‘In Memoriam 1940-1945 gemeente Heemstede’, 20 blz. (2). Bij het samenstellen van de opgenomen naamlijsten is gebruik gemaakt van gegevens die zijn verstrekt door het bevolkingsregister en het historisch archief van de Gemeente Heemstede, het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie, het Rode Kruis en door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Citaat: “Ook de namen van 140 omgekomen of vermiste Joodse burgers uit Heemstede komen voor. Tot deze laatste categorie slachtoffers zijn allen gerekend die in het najaar van 1940 door Duitse maatregelen tegen de Joden gedwongen waren de kunststreek te verlaten. Ook zijn de namen opgenomen van hen die per 1 april 1941 nog als Joods ingezetene van Heemstede waren geregistreerd en nadien in één van de vernietigingskampen omkwamen.”

Het secretariaat van de organisatie 'Ridders voor Christus' (F.Armand, Spaarnzichtlaan 33 Heemstede) pleitte in 1938 voor de opname van meer Joodse vluchtelingen uit Duitsland, desnoods in kampen, in ons land. (Het Vaderland, 12-11-1938)
Het secretariaat van de organisatie ‘Ridders voor Christus’ (F.Armand, Spaarnzichtlaan 33 Heemstede) pleitte in 1938 voor de opname van meer Joodse vluchtelingen uit Duitsland, desnoods in kampen, in ons land. (Het Vaderland, 12-11-1938)

Recapitulatie van ingeschreven en uitgeschreven Joodse vluchtelingen 1933-1945: tot en met 1 januari 1933 ingeschreven 61 en uitgeschreven 2 (totaal 59); 1933 t/m 1937 in: 178 en uit: 4 (totaal 233); 1938 t/m 15-5-140: in 221 en uit 84 (totaal 370). Totaal 460 ingeschreven en 90 uitgeschreven Joden. Vervolg: 16-5-1940 t/m 31-12-142 ingeschreven 92 en uitgeschreven 251 (totaal 211). In 1943, 1944 en 1945 zijn geen Joden meer ingeschreven, daarentegen vanwege Duitse maatregelen uitgeschreven, in: 1943: 153 en in 1944: 54 Joden. P.S. In deze aantallen zijn ook de ‘arische’ partners (A) en de kinderen uit de zogenaamd gemengde huwelijken (aanduiding G1 = twee Joodse grootouders) opgenomen. Zij deelden in veel opzichten de beperkingen die de Joodse gezinsleden werden opgelegd. In dit overzicht zijn niet diegenen opgenomen, die maar 1 Joodse grootouder hadden en die in het bevolkingsregister zijn aangeduid als GII. Van de in totaal tot en met 1942: 552 geregistreerden, waren 30 volwassenen van arische afkomst en kregen 34 kinderen de classificatie G1.

(1) Uittreksel dagrapporten gemeentepolitie Heemstede 1939-1945, samengesteld door V.C.Klep. Tweede, herziene uitgave, 1996. 218p. [Van 24 augustus 1939 tot 19 december 1945]. Deze uitgave bevat tevens drie aanhangels: A)  Lijst geïnterneerde Rijksduitsers en NSB’rs de dato 10 mei 1940 en volgende dagen, B) Lijst van geïnterneerde Engelsen de dato 25 juni 1940; C) Lijst geïnterneerde Russen 22 juni 1941. Voorts de volgende 16 bijlagen: A) Aanleiding tot de tweede wereldoorlog, B) De oorlogsdagen in Heemstede, C) Spectaculaire ontsnappingen naar Engeland met twee Fokker-vliegtuigen, D) Verzetsgroep Broeder Joseph door verraad opgerold, E) Ontvluchting, arrestatie en gevangenschap van verzetsman A.A.van Amerongen, F) Verzetsman Marinus Vaumont doodgeschoten na bevrijden van gevangenen uit politiebureau, G) Dramatische afloop van huiszoeking, de dood van Hermannus van Tongeren, H) Verzetswerk of volksgericht, I) Verzetsmensen uit de Haarlemmermeer liquideren eigen man in cel van politiebureau te Heemstede, J) Schoten en gewonden bij kaalknippen van moffenmeiden in de Raadhuisstraat te Heemstede op zaterdagavond de 5e mei 1945, K) Een dode bij bominslagen Adriaan Pauwlaan, L) Drie doden bij bominslgen op grens Heemstede-Aerdenhout, M) Vier bommen op centrum van Heemstede, N) Drama op Cruquiusweg, door regen van luchtdoelgranaten vallen er drie doden waaronder twee kinderen, O) Duitse bommenwerper verliest V-1 boven Heemstede, P) De feiten over de capitualtie en bevrijding van Heemstede. (2) Op deze lijst is ook vermeld: Kauffmann, Moritz Otto Israel, geboren op 31 maart 1879, die zich op 10 juni 1939 vanuit Hamburg in Heemstede vestigde op het adres Meindert Hobbemastraat 13. Op 23 oktober 1940 verhuisde hij naar Hilversum en vervolgens is hij als vermist geregistreerd. Uit recent onderzoek is gebleken dat hij de oorlog overleefde en naar zijn geboortestad terugkeerde. Moritz Kauffmann, notaris van beroep,  is op 17 juli 1962 in Bad Pyrmont overleden.

De soms heersende veronderstelling dat zich in Heemstede enkel rijke Joodse vluchtelingen hebben gevestigd wordt niet door de feiten gestaafd. Weliswaar waren daaronder veel renteniers, maar veel huizen zijn gehuurd en in de periode van de economische depressie zijn de huizenprijzen aanzienlijk gedaald. Op basis van het bevolkingsregister volgt een overzicht van geregistreerde beroepen van Joodse bewoners die zich vanaf 1922 tot 1940 in Heemstede hebben gevestigd – de huisvrouwen [zonder beroep]en kinderen, met andere woorden huisgenoten, zijn in deze lijst niet meegeteld. – Zonder beroep, renteniers, gepensioneerden, onvermeld:  117; – koopman 26 personen; handelsagent/vertegenwoordiger 10; dienstbode/huishoudster 7; verpleger (m/v) 6; leraar 4; kantinedame 3; colporteur 3; bankbediende 3; makelaar 3; bankiers 2 (F.B.E.Gutmann en H.W.Specht). Voorts 2 naaisters/coupeuses, kinderverzorgsters, kunstschilders, musici, werktuigkundigen, magazijnbedienden, confectionairs, bedrijfsleiders en journalisten.  Ten slotte 1 decorateur, bontwerker, kinderverzorgster, econoom, procuratiehouder, spreekstalmeester, tandarts, atelierchef, filmregisseur, commissionair, bioloog, fabrieksarbeider, redacteur filmjournaal Pol;ygoon, accountant, assistent Universiteit Amsterdam, verzekeringsinspecteur, arts, keukenknecht, regenjassenplakker, grossier, gezelschapsdame en veehandelaar;1 directeur damesmodemagazijn (A.Funke), 1 kapokfabrikant (C.E.van Gelder), 1 fabrikant (P.Hermann), 1 textielfabrikant (L.Herzberg), 1 fabrikant van mantels (E.Kaufmann) en  1 directeur margarinefabriek (S.de Kadt).

27 (hoofd)personen zijn voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog uitgeschreven, verhuisd naar het buitenland of naar elders in ons land en 67 personen zijn na de bevrijding in Heemstede teruggekeerd.

Chronologisch overzicht van de in de periode 1939-1945 in de gemeente Heemstede genomen maatregelen tegen Joodse ingezetenen, gebaseerd op onderzoekingen in het Gemeentearchief van Heemstede, het bevolkingsregister, dagboeknotities, jaarboek Haerlem en voorhanden zijnde artikelen. Samengesteld door Werkgroep Geschiedschrijving Heemstede 1940-1945. Heemstede, 1992 (1). 20 oktober 1939:  Uitreiking van distributiebestanden aan personen voorkomende in het Joods verblijfsregister. 1 december 1939: Bevolkingscijfer van Heemstede is 20.294 + 59 Joodse vluchtelingen, die in 1938 en 1939 Duitsland hadden verlaten. Deze cijfers zijn op 13 december doorgegeven aan de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters te Den Haag. 13 december 1939: B. en W. geven bij de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters te Den Haag op dat per 1 decemer 1939 in het bevolkingsregister zijn opgenomen 59 Joodse vluchtelingen, die in 1938 en 1939 Duitsland haden verlaten.

Tijdens de mobilisatie waren najaar 1939 en voorjaar 1940 Nederlandse militairen gelegerd in het Verversingshuis Groenendaal. Daarbij waren ook 7 Joodse soldaten. Dieze mochten niet samen met de anderen eten. Daarom aten zij dagelijks in de dienstwoning bi mevrouw T. Prins, Groenendaal 4 waar zij hun eigen - kosjere - maaltijd bereidden. Hier op de foto met A.Willemse, mw.L.Willemse-Dedding, mw. T.Prins-Willemse en nog een familielid
Tijdens de mobilisatie waren najaar 1939 en voorjaar 1940 Nederlandse militairen gelegerd in het Verversingshuis Groenendaal. Daarbij waren ook 7 Joodse soldaten. Deze mochten niet samen met de anderen eten. Daarom aten zij dagelijks in de dienstwoning bij mevrouw T. Prins, Groenendaal 4 waar zij hun eigen – kosjere – maaltijd bereidden. Hier op de foto met A.Willemse, mw.L.Willemse-Dedding, mw. T.Prins-Willemse en nog een familielid

16 mei 1940: de gemeente Heemstede geeft noodgeld uit in coupures van 50 cent, 1 gulden 2 gulden 50, ondertekend door waarnemend burgemeester A.van de Pol [is echter niet gebruikt en vernietigd]

Noodgeld Heemstede, 1940
Noodgeld Heemstede, 1940

12 juni 1940: de beheerder van ‘De Eendracht’ bericht dat vier personen op rijwielen op de Binnenweg plakkaten plakken met de tekst ‘Koopt niet bij Joden’. 28 juni 1940: Verordening dat de na 1 januari 1933 Duitsland verlaten hebbende Joden zich binnen 8 dagen moeten melden aan het politiebureau. Juli 1940 Een NSB’er in Heemstede krijgt het verzoek of twee Duitse officieren de nacht in zijn tuin mogen zitten. Er was namelijk aangifte gedaan, dat er in die omgeving Joden ’s nachts lichtsignalen met Engelse vliegers wisselden – hetgeen achteraf niet bleek te kloppen. 9 september 1940: Alle Joden die na 1 januari 1933 Duitsland hadden verlaten, moeten uit de kuststrook vertrekken. Van september tot en met november 1940 verlaten 122 Joden de gemeente Heemstede, waaronder bijna 100 Duitse. Het merendeel verhuist naar het Gooi, vooral Hilversum. 30 september 1940: De Duitse bezetters treffen bijzondere maatregelen op administratief-rechtelijk gebied. Aangekondigd werden beperkende maatregelen ten aanzien van Joden in overheidsdienst. 26 oktober 1940: Joden worden verplicht gesteld hun ondernemingen aan te geven en te laten registeren. 31 oktober 1940: B. en W. informeren het Departement van Binnenlandse Zaken over de Ariërverklaringen. Behoudens 1 Joodse werknemer op de gemeentesecretarie en 1 medewerker van de Distributiedienst die met een Joodse vrouw is getrouwd zijn verder alle niet-Ariërverkaringen ingeleverd.

Emanuel Ricardo, woonachtig te Haarlem en werkzaam op de gemeentesecretarie Heemstede met 4 Joodse grootouders. Deze persoon is op 28 februari 1943 omgebracht in in Monowitz (Auschwitz-Birkenau).

In het jaarverslag van de gemeente Heemstede over 1940 is het volgende bericht: “E.Ricardo, op arbeidsovereenkomst ter secretarie werkzaam, werd met ingang van 22 November 1940 van zijn functie ontheven, als zijnde van Joodschen bloede, in diens plaats werd op arbeidsovereenkomst werkzaam gesteld. W.Denijs alhier, die reeds eerder ter secretarie dezer gemeente werkzaam was.” 27 november 1940: Joden, die een openbaar ambt bekleden of in openbare dienst werkzaam zijn, worden ontslagen. 28 december 1940: De Duitsers verbieden Duits personeel in Joodse gezinnen te werken. 8 januari 1941: Joden worden verboden bioscopen, openbare leeszalen e.d. te bezoeken. Als reden wordt opgegeven mogelijke ‘ordeverstoringen’. 10 januari 1941: Verplichte melding van personen van geheel of gedeeltelijk ‘Joodsch bloed’. In Heemstede leidde dit tot registratie van 323 Joden, waaronder 236 ‘Volljude’. Zie: 24 februari. 1 februari 1941: de burgemeester maakt bekend dat ingevolge verordening 6/1941 ‘Aanmeldingsplicht van personen van Joodsche bloede’ de dato 10 januari 1941 alle Joodse inwoners zich voor 24 februari 1941 moeten melden op het raadhuis. Als bewijs van aanmelding wordt een aanmeldingsbewijs uitgereikt, waarvan de kosten 1 gulden bedragen. 24 februari 1941: In Heemstede hebben zich 323 Heemstedenaren, die geheel of gedeeltelijk tot het ‘Joodsche ras’ worden gerekend, laten registeren. Onder G11 wordt verstaan 1 Joodse grootouder [kwartjood], geldend voor 57 inwoners. G1 betekent 2 Joodse grootouders [=halfjood]. Voor deze registratie moesten zij ƒ 1,-  betalen. De opbrengst bedroeg ƒ 317,-.  Wegens onvermogen is door 6 aanmeldingspichtigen geen legesgels voldaan. Op deze lijst ook de naam voor van Harry K.V. Mulisch, geboren 29 juli 1927 in Haarlem en op dat moment woonachtig in de Spaarnzichtlaan. Bij zijn naam staat vermeld: G1, wat betekent 2 joodse grootouders [van zijn moeders kant]. Ook bij de (latere schrijver) Frans Pointl is G1 vermeld. 27 februari 1941 schrijft o.a. de Nieuwe Haarlemsche Courant, op basis van een ANP-bericht van 26 februari over de incidenten in Amsterdam [Februaristaking van 21-22 februari]. Deze worden geweten aan betaalde Engelse agenten en “onderaardsche raddraaiers die in hoofdzaak uit Joodsche elementen bestonden”. Citaat: “Zooals men weet, zijn reeds tusschen 9 en 12 Februari ernstige botsingen in de Amsterdamsche Jodenwijk voorgevallen. In het verloop daarvan bleek, dat Joodsche horden, voorzien van wapenen, stelselmatig overvallen pleegden op niet-Joden, vooral op nationaal-socialisten, waarbij ook vrouwen en kinderen het slachtoffer van dergelijke handtastelijke aanvallen en mishandelingen werden. Een vrij groot aantal personen heeft in die dagen als gevolg van deze Joodsche excessen min of meer ernstige kwetsuren opgelopen. Voorts is – naar reeds vermeld – op 11 Februari de W.A.-man Koot door een Joodsche horde van omstreeks dertig personen neergeslagen en letterlijk vertrapt. Tot herstel van orde moest derhalve in de nacht van 11 op 12 Februari de oude Jodenwijk reeds eenmaal tijdelijk door de politie voor het verkeer naar en van deze wijk volkomen afgesloten worden. Intusschen is het tot nieuwe excessen van de genoemde elelmenten gekomen. Toen een Duitsche politie-patrouille in den nacht van 19 op 20 Februari een gelegenheid in de Joodsche emigrantenwijk in de van Woustraat wilde binnentreden om een daar gehouden geheime vergadering op te heffen en de aanwezigen te arresteeren, werden de Duitsche politiebeambten vanuit het donker met zure en giftige voeistoffen overgoten, terwijl tevens pistoolschoten op hen werden gelost (…) Uit de opsomming van al deze voorvallen blijkt, dat de verantwoordelijkheid voor alle incidenten en ordeverstoringen van den laatsten tijd onmiskenbaar gelegen is bij Joodsche en andere elementen van anti-Duitsche mentaliteit (…)”  13 maart 1941: Beperkende maatregelen ten aanzien van Joden in het bedrijfsleven. Joden worden ondermeer uit het bedrijfsleven verwijderd. 1 april 1941: Naar aanleiding van een telefonische oproep van de kabinetschef van de Commissaris van de Provincie Noord-Holland meldt de burgemeester zich om 12.00 uur op het provnciehuis voor een bespreking. De Commissaris deelt mede dat door hem een besluit is genomen ‘houdende verbod tot het bezoeken van openbare inrichtingen in de gemeente door Joden.’ De burgemeester kreeg de opdracht een verbod uit te vaardigen tot vestiging van Joden in de gemeente Heemstede. In dat besluit mag niet worden vermeld dat dit in opdracht geschiedt van de Duitse autoriteiten. Ook wordt hiervan geen schriftelijke opdracht gegeven. Dit besluit moet onmiddellijk worden uitgevoerd. De burgemeester voert daartegen bezwaren aan, doch krijgt te te horen ‘dat hij bij niet-uitvoering van deze mededeling de consequenties zal moeten aanvaarden.’ Verder voert de burgemeester overleg met collegae in Bloemendaal en Velsen. De burgemeester van Bloemendaal is niet bereid deze opdracht uit te voeren, terwijl hij met de burgemeester van Velsen zal overleggen op welke wijze aan deze mededeling uitvoering zal worden gegeven. 2 april 1941: in verband met de stakingsonlusten te Amsterdam geeft de commissaris van de provincie Noord-Holland, mr. Backer, de burgemeester opdracht de na 25 februari 1941 in Heemstede gevestigde en uit Amsterdam komende Joden onverwijld terug te sturen naar Amsterdam. 3 april 1941: Afkondiging beperkende bepalingen voor Joodse ingezetenen. Hen werd verboden zich voortaan in hotels, restaurants, café’s, bioscopen, schouwburgen, openbare leeszalen, openbare vergaderlokalen, openbare zwem- en badinrichtingen, en openbare badhuizen te betreden. 4 april 1941: Burgemeester J.P.W.van Doorn schrijft 15 uit Amsterdam komende Joodse gezinnen aan, die na 25 februari in Heemstede waren komen wonen en wijst hen op het door de Duitsers uitgevaardigde verbod ‘onverwijld naar Amsterdam terug te keren’. 10 april 1941: Verdere bewegingsbeperking van Joden. Zij mogen geen gebruik meer maken van alle openbare inrichtingen. Ophangen van raambiljetten ‘Verboden voor Joden’. Voor de café’s zijn tien bordjes bijbesteld.

Voorbeeld van in Heemstede verspreide biljetten

21 april 1941: Heemsteedse makelaars en woningbureaus ontvangen een schrijven van de burgemeester, waarin staat dat het Joden verboden is zich in Heemstede te vestigen. 31 mei 1941: Joden wordt het verboden voortaan te baden in het openbaar in zee-, strand- en zwembaden en overdekte badinrichtingen. Verder mogen ze niet meer in parken komen en kamers huren in hotels, pensions e.d. Ook het bezoeken van paardenrennen is voortaan taboe.

Zowel in de Haarlemmerhout als in Groenendaal verscheen een bord: Voor joden verboden.

3 juli 1941: De General-Kommissar für das Sicherheitswesen bepaalt dat ten aanzien van personen die Jood zijn of als zodanig worden aangemerkt op hun persoonsbewijs de aanduiding J (= Jood) moet worden vermeld. 13 augustus: inlevering bij de Wehrmachtbezirkverwaltung, Kenaupark 4 te Haarlem van 69 radiotoestellen, afkomstig van ‘Joodsche zijde”. De vordering van deze toestellen geschiedde op basis van verordening III B.B.nr. 6749/41. 25 augustus 1941: Circulaire van Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming dat per 1 september 1941 de Joodse leerlingen moeten worden verwijderd, voor zover deze niet uitsluitend voor Joodse kinderen zijn bestemd. (29 augustus 1941: Laatste openbare vergadering van de Gemeenteraad Heemstede. Deze vergadering ging tegen de uitdrukkelijke wens van de Commissaris van Noord-Holland in. De Heemsteedse wethouders namen om principiële redenen ontslag) 30 augustus 1941: Scheiding tussen Joodse en niet-Joodse leerlingen en leerkrachten. 15 september 1941: Joden wordt het verboden deel te nemen aan openbare bijeenkomsten en het gebruik maken van openbare inrichtingen, voor zover zij bestemd zijn om de bevolking ontspanning, tijdverdrijf of voorlichting te bieden. Verder wordt het Joden verboden direct of indirect deel te nemen aan openbare markten en het betreden van abattoirs. Voor een blijvend of tijdelijk veranderen van woonplaats of van de gewone verblijfplaats door Joden wordt een vergunning verlangd. 30 september 1941 geeft de burgemeester van Haarlem bericht (nr. 4433) inzake oprichting school voor Joodse kinderen te Haarlem, hetgeen door de burgemeester van Heemstede voor kennisgeving is aangenomen. 9 oktober 1941: Verplichte inlevering van radiotoestellen door Joodse ingezetenen. 69 radiotoestellen zijn ingeleverd. Oktober 1941 bericht de Nederlands-Israelitische gemeente Haarlem aan de Joodse Raad dat de gemeente 925 leden telt, waarvan 61 uit Heemstede. 27 februari 1942: Verplichting om het aantal Joodse ingezeten in vijfvoud op te geven aan de Zentralstelle für Judische Auswanderung in Amsterdam. In totaal 197 personen staan op deze lijst. 25 personen zijn met een niet-Jood gehuwd. 14 kinderen zijn ‘half-Jood’.

Deze zgn. ‘gele kaart’ moest harry Mulisch de gehele bezettingstijd altijd bij zich dragen. Hij was halfjood met een Joodse moeder Alice Schwarz die na echtscheiding naar de Verenigde Staten is geëmigreerd. Op het bewijs van aanmelding, ondertekend door de burgemeester van Heemstede op 27 maart 1941, stond vermeld: ‘aantal joodsche grootouders in den zin van art.2 der Verordening: twee’ Dat sloeg op zijn grootouders Jacob Schwarz en Lucia Bella Netter, geboren op 15 januari 1886 in Frankfurt am Main. Zijn grootvader zat veilig ondergedoken in Vichy, maar Harry Mulisch’ grootmoeder is uit haar huis in Amsterdam gehaald en op 2 juli 1943 in Sobibor omgebracht.

2 maart 1942/9 maart: Inventarisatie van in Heemstede wonende Joden op grond van verordening nr. 44 de dato 27 februari 1942 van het Kabinet van de Commissaris der provincie Noord-Holland. In Heemstede bleken op dat moment 236 Joden, 14 Heemstedenaren met 2 Joodse grootouders en 25 niet-Joodse echtgenoten te wonen.

Eén van de vele beperkende voorschriften die door middel van stencils aan de Joodse inwoners van Heemstede werden verstuurd. Ook burgemeester Van Doorn werd gedwongen dergelijke mededelingen te verzenden.
Eén van de vele beperkende voorschriften die door middel van stencils aan de Joodse inwoners van Heemstede werden verstuurd. Ook burgemeester Van Doorn werd gedwongen dergelijke mededelingen te verzenden.

25 maart Gestencilde mededeling van de burgemeester: ‘In verband met een door mij, van betrokken autoriteiten ontvangen telegram, deel ik u hierbij mede, dat het aan Joden, die eigen gehuurde of op hun op een andere wijze ter beschikking gestelde ruimten in gebruik hebben, zonder voorafgaande toestemming van de Zentralstelle für Judische Auswandering te Amsterdam verboden is meubilair, voorwerpen voor de huishouding, huisraad en andere vermogensbestanddelen, daaruit weg te nemen. De toestemming moet worden aangevraagd door bemiddeling van den Joodsche Raad. Inbreuken op dit verbod worden met strafmaatregelen ten strengste bedreigd. De Hoofdinspecteur van Politie A.Berentsen voegde toe: “Bovenstaande mededeling is gericht aan alle in Heemstede wonende Joden. Aan het personeel wordt opgedragen streng toe te zien op de percelen der Joodsche ingezetenen en bij het constateren van wegbrengen van goederen onmiddellijk in te grijpen. In dit geval moet het hoofd van het gezin naar het bureau worden gebracht en ondergetekende gewaarschuwd worden.” 28 maart 1942: burgemeester Van Doorn schrijft in opdracht van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbeschering aan de hoofden van de openbare scholen dat het verboden is bij het onderwijs gebruik te maken van Joodsche, Marxistische, anti-Duitse en anti-nationaal-socialistische literatuur.

Oproeping tot evacuering vóór 31 januari 1943 naar Amsterdam
Maatregelen tegen de Joden ( (Haarlem bezet 1940-1945) 2005.
Anti-joodse propganda op een affiche uit 1942

7 april is sprake van inventarisaties van roerende goederen bij Joodse ingezetenen. 29 april 1942: Verplichting voor Joden van zes jaar en ouder om goed zichtbaar een Davidster te dragen. Voorts is hen verboden orde-, eretekens of andere insignes te dragen. eind april/begin mei 1942: Verplichte evacuatie van Joden uit de kuststreek. Met een koffer, bevattende een deken en wat kleding en brood voor een dag, moesten zij zich in de Haarlemmerhout vervoegen, waar trams klaar stonden om hen naar het station Haarlem te vervoeren. Vandaar met de trein naar Amsterdam en na enige tijd is men overgebracht naar het kamp Westerbork in Drenthe, dat diende als verzamelplaats voor de transporten in goederenwagons naar de Duitse vernietigingskampen. Op 6 mei rapporteerde de Hoofdinspecteur van Politie dat evacuatie der Joodse gezinnen uit de gemeente naar Amsterdam heeft geplaatsgevonden. Ongeveer 19 gezinnen mochten in verband met ernstige ziekten of vanwege zeer hoge leeftijd blijven. 11 mei verricht de Sipo een huiszoeking in het perceel Johannes Vermeerstraat 33. deze blijkt achteraf overbodig te zijn geweest. De man is joods, de vrouw arisch, maar het echtpaar is gescheiden. 18 mei 1942: 92 Joodse inwoners naar Amsterdam overgebracht. 23 mei Expediteur Puls [gevestigd in Amsterdam en Velsen] ontruimt woningen van Joden. Huisraad wordt voor verscheping naar Duitsland naar de haven in Heemstede overgebracht. De verhuiswagens mpeten bij de haven worden geparkeerd en de paarden worden gestald bij Van Schagen aan de Achterweg.

Het leeghalen van Joodse woningen

[Naar aanleiding van berichten in de politiedagrapporten dat woningen van geevacueerde Joden regelmatig open zijn aangetroffen merkt de heer V.C.Klep op: “Niet in alle gevallen ging het hierbij om diefstal. Vaak werden door goede buren en kennissen zaken in veiligheid gebracht. Soms ook weggehaald op verzoek van Joden die waren ondergedoken en met name hun eigen beddengoed, boeken, kleding en schoenen wilden hebben.”] 3 juni 1942: Een ambtenaar van de gemeente wordt belast met de uitzending van Joden. 6 juni  Order dat bij bezichtingen van onbewoonde woningen van Joden de politie daar met de sleutel naar toe moet gaan om de makelaar met zijn cliënten binnen te laten. 13 juni Mevrouw Raket uit de Cloosterlaan 10 krijgt een waarschuwing van de politie wegens het niet dragen van haar ‘ster’. Bij herhaling zal arrestatie plaatsvinden. 15 juni  Aan de heer Wallage, Javalaan 59, is aangezegd dat hij uiterlijk 17 juni moet vertrekken. Wordt geëvacueerd. 19 juni 1942: Joodse fotografen wordt verboden voortaan in scholen te fotograferen. 20 juni 1942: Joden worden verplicht voor 24 juni hun rijwielen inclusief toebehoren bij de burgemeester in te leveren. 25 juni Aan het politiebureau worden twee door Joden ingeleverde fietsen gebracht, welke in opdracht van de politie zijn gerepareerd. 30 juni 1942: Beperkende maatregelen voor het optreden van Joden in het openbaar. Tevens beperkende bepalingen over het door Joden uitoefenen van beroepen. [In de nacht van 14 op 15 juli 1942 vertrok de eerste trein met 962 Joden van het Centraal Station te Amsterdam naar kamp Westerbork. Op 15 en 16 juli vertrokken de eerste twee transporten van Westerbork naar Auschwitz met respectievelijk 1.137 en 586 personen].

Rondschrijven van de waarnemend chef van de Vervoersdienst van de N.Z.H.T.M. aan het personeel van het vervoersbedrijf. Bestuurders en conducteurs kregen nadrukkelijk opdracht zich aan de beperkende bepalingen ten aanzien van joden te houden
Rondschrijven van de waarnemend chef van de Vervoersdienst van de N.Z.H.T.M. aan het personeel van het vervoersbedrijf. Bestuurders en conducteurs kregen nadrukkelijk opdracht zich aan de beperkende bepalingen ten aanzien van joden te houden

22 juli 1942: Opdracht aan gemengd Joodse echtparen om met hun gehele huisraad voor 1 augustus 1942 naar Amsterdam te verhuizen. [Daarbij o.a. de latere schrijver Frans Pointl (geboren in 1930; zelf halfjood), wiens moeder van joodse origine was]. 23 juli – 1 augustus: vanwege ziekte of om een andere reden ontvangen de volgende Joodse families bericht dat zij nog niet worden geëvacueerd: Loete, Levi, Winter, Loeb, Leefman, Been, Serphos, Gutmann, Kaufmann, Dias Santilhano en H.Franco (Overboschlaan 3)

Schrijven van Willy Lages, hoofd SD-Amsterdam aan de gemeente Heemstede

8 augustus De heer Verdoner te Amsterdam informeert op het politiebureau of een bewijs is achtergebleven waaruit blijkt dat de Jodenman I. Leser (geboren 10-9-1885), voorheen Sumatralaan 18, frontsoldaat is geweest. Met dit bewijs kan hij vrijkomen. [20 augustus 1942: Volgens een besluit d.d. 14 augustus 1942 van de Commissaris-Generaal van Bestuur en Justitie wordt burgemeester Jhr.J.P.W.van Doorn ontslagen als burgemeester met toekenning van pensioenrechten. ] [1 september: de NSB’er J.H.van Riesen uit Voorburg wordt benoemd tot waarnemend-burgemeester; 26 juni 1943 heeft installatie plaatsgehad 30 augustus]. Notitie dat woningen van geëvacueerde Joden regelmatig open worden aangetroffen.

Tramwagens van de N.Z.H.T.M. op het Raadhuisplein van Heemstede. Voor de joodse bevolking was het rijden op de tram verboden. In het plantsoen links voor het raadhuis de toegang van een in 1939 aangelegde schuilkelder
Tramwagens van de N.Z.H.T.M. op het Raadhuisplein van Heemstede. Voor de joodse bevolking was het rijden op de tram verboden. In het plantsoen links voor het raadhuis de toegang van een in 1939 aangelegde schuilkelder

31 augustus Bij de opsporing van onderstaande vermoedelijk ondergedoken Joden wordt gezocht. Deze zijn niet ingeschreven bij de gemeente Heemstede. Hans Smit (16-7-1922); Julius Smit (28-6-1896); Karel Hoedemaker (13-1-1890); Freilne Hoedemaker-de Jong (16-7-1888); Helena Maria Hoedemaker (6-1-1919). Verondersteld wordt dat de familie Hoedemaker zich op een onderduikadres in het Gooi bevindt. [N.B. Januari 1944 bevond mevrouw Hoedemaker zich nog in Heemstede. Op 28 januari is haar namens de SD aangezegd dat haar moeder die in Wenen verbleef ernstig ziek was. Als zij zich met 2 pasfoto’s bij de SD, Van Eeghenstraat 88 te Amsterdam, zou vervoegen, wordt voor haar een reisvergunning voor Oostenrijk in orde gemaakt]. 5 september 1942 De melkboer B.Dijkzeul, Zomervaart 90 te Haarlem, doet zijn beklag over een hem onbekende agent van politie. De politieman heeft hem aangehouden wegens het leveren van melk aan de Joodse familie Godschalk, Spoorzichtlaan 21. Dijkzeul heeft een brief van de Algemene Vereniging Melkvoorziening dat hij H.J.Godschalk mag leveren. Volgens de voorschriften moet iemand van de familie Godschalk zelf naar de melkwagen komen om de melk te halen. Bij Joden mag niet aan de deur worden afgeleverd.

Brief over Jodenmaatregelen de dato 15 september 1942 gericht aan de burgemeester van Heemstede. De te arresteren weduwe Marie Winter-Wetzler, die bij zoon Ernst Winter op het adres Meindert Hobbemastraat 34 woonde is ondergedoken heeft de oorlog overleefd en zich op 11 oktober 1945 bij de gemeente gemeld.
In 1942 verscheen bij de Algemeene Landsdrukkerij een rapport van meer dan 100 pagina’s: Statistiek der bevolking van joodschen bloede in Nederland’, samengesteld door de Rijksinspectie van de bevolkingsregisters aan de hand van de formuleren van aanmelding ingevolge verordening nr. 6/19141 van den rijkscommissaris voort het bezette Nederlandsche Gebied
Statistiek Nederlandse gemeenten 1942
Vervolg, zie HEEMSTEDE

16 september 1942: alle buitenlandse Joden moeten worden gearresteerd. Om 20.00 uur moest hiermede in opdracht van de Sicherheitspolizei een aanvang worden gemaakt. 16 september 1942:  Het gebruik bij het onderwijs van alle boeken van Joodse schrijvers is verboden. 19 september 1942  De Universiteitsbibliotheek Amsterdam verzoekt een boek, dat is geleend door de (Joodse) familie Stopper terg te sturen. De familie Stopper is vertrokken. Het boek wordt door de politie opgehaald en teruggezonden. 26 september 1942: Burgemeester J.H.van Riesen schrijft aan de Hoofden van de Openbare Scholen dat voortaan het gebruik bij het onderwijs van alle boeken van Joodse schrijvers is verboden. 29 september 1942: Het Hoofd van de Bronsteeschool, H.Venema, vraagt schriftelijk aan de burgemeester hoehij gewaar kan worden of een schrijver al of niet van Joodse bloede is en of een boek, dat door eenige schrijvers geschreven is, waarvan een een Jood is, ook verboden is.’ Van Riesen vraagt over deze vraagstelling op 5 oktober 1942 advies aan het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, waarbij hij het standpunt huldigt dat ‘het verbod slechts geldt wanneer de eenige schrijver een Jood is’. Op 12 oktober krijgt hij een kort zakelijk briefje dat het standpunt niet juist is. Venema wordt geïnformeerd op 17 oktober. 1 oktober 1942 Er wordt een onderzoek ingesteld naar de ‘afgereisde’ familie Godschalk, Spoorzichtlaan 21. Electriciteit, gas en water worden afgesloten. Het huis wordt verzegeld. 12 februari 1943: Op grond van art. 39 van de verodening 138-1941 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied, S.S.Gruppenführer und General-Leutnant der Polizei Rauter, wordt bepaald dat met ingang van 16 februari 1943 Joden zich niet meer in de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en Voorschoten mogen ophouden of betreden. Voorts dat de in deze gemeenten wonende Joden zich met ingang van 15 februari 1943 hun domicilie in de stad Amsterdam moeten opslaan en onverwijld bij het Joodsche meldingsbureau van de gemeente Amsterdam aangifte moeten doen. [De verordening van evacuatie ging uit van de commissaris-generaal van de openbare veiligheid, de SS-Obergruppenführer en luitenant-generaal der Politie, de Oostenrijker Hans Rauter. [Tijdens het na de oorlog tegen hem gevoerde proces deelt Rauter mede dat hij eerst het platteland en daarna pas Amsterdam vrij van Joden wilde maken. De Joden zouden namelijk volgens hem ten dele uit Amsterdam naar het platteland zijn vertrokken om daar onrust te stoken].

Algemeen verspreid bericht na order
Algemeen verspreid bericht na persbericht in ‘Deutsche Zeitung fuer die Niederlanden’ van 14 februari 1943
Publicatie in de regionale en landelijke pers medio februari 1943

Op een lijstje voor de ‘Beauftragte’ komen voor Zuid-Kennemerland de volgende aantallen evacuaties voor: A. Personen:  Haarlem 509 en omgeving 110. Totaal: 619. B. Families: Haarlem Volljuden  95; Haarlem Mischehen 89; omgeving Volljuden 12; omgeving  Mischehen 30. Totaal 226. 17 februari 1943: De laatste Joden in Heemstede krijgen opdracht de gemeente te verlaten. De ‘Arische’ partij van de gemengde huwelijken mag met de kinderen in Heemstede achterblijven. 26 maart 1943 De politie Heemstede verleent assistentie aan de Duitse politie bij arrestaties. De namen van de gearresteerden mogen niet worden bekendgemaakt. 1 april 1943:  Ontslag van de chef bijkantoor Distributie aan de Valkenburgerlaan, de heer W.J.Baas, omdat zijn echtgenote van ‘Joodsche bloede’ is. 19 april 1943 Er wordt om 23.45 uur een inval gedaan door 4 Heemsteedse politieagenten in het perceel Alberdingk Thijmlaan 28. Er worden vijf Joden en een ariër gearresteerd. Eén van de arrestanten, mevrouw J. Koé wordt ’s nachts onwel in het bureau. 8 mei 1943 Bericht van de Duitse bezetters dat in de provincies Utrecht, Noord-en Zuid-Holland geen Joden zich mogen ophouden. 8 mei 1943 Op last van opperluitenant Kramer worden ingesloten: F.W.Moolenaar, Van Merlenlaan 1, wegens het verbergen van de volgende in zijn huis aangetroffen Joden, te weten: 1) E.Gazan (Brink 20, Deventer), 2) S. van Spiegel en 3) J. van Spiegel (Keizersgracht 110, Amsterdam), 4) S. Leefmans (Oldenzaalsestraat 143, Enschede). Dezelfde dag zijn alle arrestanten overgebracht naar de Sipo Amsterdam. (1) (1) In een verhoor door de Politieke Recherche Afdeling afdeling Heemstede heeft NSB-burgemeester in 1945 het volgende verklaard: “Ik heb aan Kramer [korpsbeheerder] geen ongetekend briefje gegeven betreffende het verborgen houden van Joden door Molenaar. Over het oprichten van de politieke inlichtingendienst in het politiecorps, waarvan Van Duyn de leiding had, is mij wel bij monde van Kramer iets bekend geworden, doch ik kan niet zeggen of hij door Kramer in het leven geroepen was of dat het landelijk geregeld was. Ik ben opgebeld (of door Kramer of door de Duitse instanties) dat bij Molenaar Joden verborgen waren. De uitvoering van het jodenophalen, benevens de tijd van uitvoering, werden door Kramer geregeld en mij medegedeeld. Ik herinner mij, dat in het huis van Molenaar enige Joden waren, waaronder eem die niet lopen kon. Ook de heer des huizes werd door Kramer gearresteerd. Ik had geen arrestatiebevoegdheid. De huiszoeking werd verricht door de politie, Kramer, Van Duyn. Ikzelf heb op zolder gekeken of daar nog personen waren. Ik vond daar niemand. Toen ik beneden kwam waren in een kamer een drietal mannen, waarvan 1 niet kon lopen. Ik begreep dat dit de Joden waren die in het huis aangetroffen waren en waarnaar gezocht moest worden. Kramer liet mij enige persooonsbewijzen van deze mensen zien en wees mij een man aan dat dit niet in orde was. Hij gaf daarbij een bepaalde reden aan, waarom het niet in orde was. Naar hij meende was het stempel niet in orde. Ik vroeg aan Kramer wat deze mensen mochten meenemen, waarop hij zei “Kleren en dekens’. Toen heb ik nog aan een van  de arrestanten gezegd, die mij vroeg of hij een bepaald iets mocht meenemen dat hij zoveel mogelijk dekens en kleding moest  meenemen als hij kon dragen. Toen zijn deze mensen waarschijnlijk weggebracht naar het politiebureau. Ik kan mij niet herinneren of ik naar het politiebureau ben geweest. Bij deze zaak (het weghalen van Joden) was Kramer de commandant. Ik stond vrij met doen en laten en was niet verplicht deze inval bij te wonen, doch ging mee gezien de verhalen van Jodenvervolging te Amsterdam, welke verhalen ik van Kramer had vernomen, ging ik mee om onnodige hardheid te voorkomen.”  [Van Riesen gaf ook verklaringen inzake huiszoekeningen naar Joden bij Bergman (Lieven de Keylaan), Sweerts (Zandvoortselaan), Koé (Alberdingk Thijmlaan), Scholten (Frederik van Eedenplein), alsmede over de arrestatie door de Grüne Polizei van 30 Joden in de Haarlemmermeer waarbij de Heemstede agent Van Duyn is doodgeschoten].

Schrijven van de burgemeester van Heemstede aan de ‘Beauftragte’ van de Rijkscommissaris voor de provincie Noord-Holland.

18 mei 1943 Naar het bureau worden de navolgende ondergedoken Joodse vrouwen gebracht: 1) Charlotte Gomperts [Gompertz], 2) Carolina Gomperts [Gompertz] uit Amsterdam. Verder J.J.Bergman(n), Lieven de Keylaan 12, die deze vrouwen heeft verborgen. Op 20 mei zijn allen op transport gesteld gesteld naar Amsterdam. 23 mei 1943 Op last van opperluitenant Kramer worden de volgende personen ingesloten: 1) A.A.W.Wanrooij (1884), 2) J. Groenhof (1919), 3) G.Groenhof (1920), alledrie woonachtig op het adres Jan Steenlaan 18. Alsmede 4) David Heijmans (1906), arts wonende te Haarlem, Boreelstraat 17 en 5) Sara Judith Bouwman (1918), wonende te Haarlem. De heer Heijmans en mevrouw Bouwman zijn op 25 mei op transport gesteld naar de Sipo Amsterdam. Op 24 mei zijn Wanrooij en J. en G.Groenhof ontslagen en heengezonden. 24 juni 1943 De Sipo informeert naar de sleutel van perceel 91, Bosbeek, voorheen de woning van de familie Gutmann.

Installatie op 26 juni 1943 van NSD'er J.H.van Riesen tot burgemeester van Heemstede door Commissaris van de Provincie mr.A.J.Backer [welke laatste na de oorlog meteen toegaf helemaal fout te zijn geweest]. Het portret van koningin Wilhelmina in de raadzaal was vervangen door afbeeldingen van Adolf Hitler en Anton Mussert. Rechts gemeentesecretaris N.Vos, die overigens gelet op de omstandigheden een goede rol vervulde
Installatie op 26 juni 1943 van NSD’er J.H.van Riesen tot burgemeester van Heemstede door Commissaris van de Provincie mr.A.J.Backer [welke laatste na de oorlog meteen toegaf helemaal fout te zijn geweest]. Het portret van koningin Wilhelmina in de raadzaal was vervangen door afbeeldingen van Adolf Hitler en Anton Mussert. Rechts gemeentesecretaris N.Vos, die overigens gelet op de omstandigheden een goede rol vervulde

29 juni 1943 Opperluitenant Kramer laat twee Joden en drie anderen insluiten. De laatste drie worden vrijgelaten, maar de Joden zijn op transport gesteld naar Amsterdam. 2 juli 1943 Door Kramer worden ingesloten: 1) Isaak Brucker (1919), 2) Mozes Brücker (1892), 3) zijn vrouw Rosetta Brücker- Eijl (1896). Ook de pensionhouder die hen verborgen hield: Johannes Hubertus Sweerts (1892), Zandvoortselaan 132 [later vrijgelaten]. Overgebracht naar de Sipo Amsterdam op 5 juli 1943. Mozes Brucker, geboren op 15-21892 in Putna, Roemenië, is omgekomen op 6 maart 1944 in Auschwitz. Zijn echtgenote Rosetta Brucker-van Eijl, geboren op 11 december 1896 in Rotterdam overleed ook op 6 maart 1944 in Auschwitz. De vier kinderen overleefden de oorlog.

(Het proces tegen voormalig korpschef Kramer, Haarlem’s Dagblad, 17 april 1948)
vervolg van procesverslag uit Haarlem’s Dagblad van 17 april 1948
Tegen opperluitenant P.L.G.Kramer [20 april 1944 op bevel van Rauter ontslagen] is in het proces tegen hem, verantwoordelijk geacht voor de dood minstens 25 Joodse personen in Amsterdam, Hilversum en Heemstede, 15 jaar geëist. Omdat hij geen enkel woord van berouw toonde, maar zich verdedigde met de woorden ‘als politieman uitgevoerd te hebben wat hem door zijn superieuren werd opgedragen’, was het vonnis 18 jaar cel. Al na enkele jaren is hij vervroegd vrijgelaten en naar Duitsland verhuisd. (bericht uit Haarlem’s Dagblad van 30 april 1948)
Foto van Mozes (Morit) Brücker (geb.1892) en echtgenote Rosetta Brücker-Eijl (geb.1896) met 1 dochtertje. De beide echtelieden zijn 6 maart 1944 omgebracht in Auschwitz.
Foto uit 1917 van Mozes (Moritz) Brücker (geb.1892) en echtgenote Rosetta Brücker-Eijl (geb.1896) met 1 dochtertje. De beide echtelieden zijn 6 maart 1944 omgebracht in Auschwitz.
Advertentie van mantelzaal M.Brücker, Hoogstraat 130, Schiedam. Uit: De Maasbode, 15-11-1940.
Advertentie van mantelmagazijn M.Brücker, Hoogstraat 130, Schiedam. Uit: De Maasbode, 15-11-1940.
foto van Brucker mantelmagazijn, de tweede winkel in Rotterdam van Mozes en Rosetta Brücker, begonnen in de crisistijd van de jaren dertig
foto van Brücker mantelmagazijn, de tweede winkel in Rotterdam van Mozes en Rosetta Brücker, begonnen in de crisistijd van de jaren dertig

Voor uitvoerige informatie over mantelmagazijn Brücker in Rotterdam, zie Joods Rotterdam http://www.joodsamsterdam.nl/rotterdam/gebbedrbruckerwestewagen.htm

Brucker
Iaak Brücker, zoon van Mozes en Rosetta Brücker-Eijl. Ook hij is 2 juli 1943 in pension Sweerts opgepakt en 5 juli naar Amsterdam overgebracht. Tijdens het transport wist hij samen met zijn vader uit de rijdende vrachtauto te springen die stil stond bij een kruising op de Hobbemakade en overleefde de oorlog, in tegenstelling tot zijn later nogmaals gearresteerde vader.

Arrestatie van de familie BRÜCKER in Heemstede (Stichting WO2 Sporen) 

Op 29 april 1942 zijn Joden verplicht gesteld op hun overkleding een gele ster van textiel te dragen, de zogeheten Joden- of Davidster. Nadat Heemstede en het kunstgebied door de Duitse bezetters voor Joden tot “Sperrgebied” was verklaard, verhuisden in 1942 bijna 140 joden. Op 6 mei 1942 rapporteeerde de hoofdinspecteur van politie aan de “Zentralstelle für jüdische Auswanderung” dat “op volkomen regelmatige wijze” een evacuatie van joodse gezinnen naar Amsterdam had plaatsgevonden, met uitzondering van 19 families vanwege ernstige ziekte of een andere reden. Op 23 mei 1942 gevolg door een schrijven met alsnog 12 staten “in duplo van joodsche gezinnen en personen uit deze gemeente”. De huizen zijn na hun vertrek afgesloten en verzegeld. In gevallen van ontruiming kreeg de firma Puls uit Velsen en Amsterdam opdracht de zogenaamde  “joden inboedels” naar elders (veelal Amsterdam) te transporteren.

puls

      Verhuiswagen van de verhuyisfirma A.Puls

16 september 1942 moesten in opdracht van de Sicherheitsdienst (SD) vanaf 20.00 uur alle nog aanwezige buitenlandse joden worden gearresteerd en naar Amsterdam overgebracht. Op 4 februari 1943 ging een aangetekende brief van waarnemend (NSB) burgemeester J.H.van Riesen, op 26 juni van dat jaar is hij geïnstalleerd als burgemeester door commissaris voor de provincie Noord-Holland mr.A.J.Backer naar de laatste nog achtergebleven joodse gezinnen waarin “peonen met vol-joodsche bloede” werden gesommeerd voor 15 februari Heemstede te verlaten en zich te melden bij het Gemeentelijk Bureau voor Joodsche inkwartiering aan het Oosteinde 14 te Amsterdam. Met de benoeming van NSB-korpslid P.L.G.Kramer in de rang van opperluitenmant op 1 februari 1943 zijn in de volgende maanden regelmatig door de politie invallen gedaan bij adressen van pesonen die Joden onderdak gaven. Deze personen zijn tijdelijk ingesloten en de Joodsche burgers voor zover al niet door de Duitse politie gearresteerd en overgeleverd aa de Sicherheitspolizei (sipo) Amsterdam. Op 2 juli 1943 wordt door de politieman Kramer op hun onderduikadres gearresteerd: Isaak Brücker (*1919), Mozes Brücker (*1892) en zijn vrouw Rosetta Brücker-Eijl (*1896).  Ook de pensionhouster die hen verborgen hield: Johannes Hubertus Sweerts (1892), Zandvoortselaan 132 Heemstede. De Brückers werden overgebracht nar de SIPO in Amsterdam op 5 juli 1943, [Politiedagrapport Heemstede van 2 juli 1943]. 

24 juli 1943 Ingesloten worden de volgende Joden: 1) Mozes van de Star (1882), Alida van de Star-Vleesdrager (1887), afkomstig uit Amsterdam (Oudezijds Voorburgwal 191); 3) Leentje van Staveren-Vleeschdrager (1881 – Lepelstraat 89 Amsterdam). Tevens Herman Anton Herfst, Glipperweg 61, die hen heeft schuilgehouden. De zoon Herfst krijgt nachtverblijf en mag de volgende dag naar zijn grootouders in Haarlem. De arrestanten zijn op 27 juli 1943 overgebracht naar Amsterdam. Mozes van de Star, geboren 1 augustus 1882 in Amsterdam, overleed 27 augustus 1943 in Auschwitz. Alida van de Star-Vleeschdrager, geboren 30 mei 1887 in Amsterdam, overleed ook 27 augustus 1943 in Auschwitz.  Leentje van Staveren-Vleeschdrager, geboren 5 april 1883 in Amsterdam, overleed 11 februari 1944 in Auschwitz. 15 september 1943:  De straatnamen Herman Heijermanslaan en Jozef Israëlsplein worden op last van de burgemeester gewijzigd in Generaal Seijffardtlaan en Reijdonplein. [Na de Bevrijding in mei 1945 zijn de oude namen in ere hersteld].

Aankondiging van wijziging straatnamen voor chauffeurs van N.Z.H.T.M. Op 16 mei 1945 zijn de oude namen weer in ere hersteld.

6 januari 1944 Op de Koediefslaan worden van de SD overgenomen voor transport naar Amsterdam 1) Andries Sternheim (1890) en 2) Gholina Sternheim-Cohen (1898), beiden woonachting in Amsterdam. Ook arrrestatie van Anna Lucretia Sas (1879), Koediefslaan 4, omdat zij dit echtpaar verborgen hield. 24 februari 1944 Van de gevangengenomen Jodin, Alida Mirandoch-Aling (1894) moeten door de politie de eigendommen opgehaald worden en overgebracht naar de Sipo te ‘s-Gravenhage. De eigendommen bevinden zich in pand Billitonstraat 6. Tegen de bewoners is geen actie ondernomen. 14 maart 1945 Jood S. met twee zonen van 13 en 15 jaar door Willy en Arnold van de Keurtroep Heemstede geëvacueerd van de Glip naar een veilig onderduikades. [De Keurtroep Heemstede 1944-1945 aanvankelijk gestart met 20 personen vormde een onderdeel van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Het archief daarvan bevindt zich in het NIOD, Amsterdam]. 16 mei 1945 B. en W. besluiten de namen van Kerkplein, Schoollaan, Generaal Seyffardtlaan en Reydonplein weer te wijzigen in Wilhekminaplein, Julianaplaan, Herman Heijermanslaan en Joseph Israelsplein. 18 mei 1945: In het bevolkingsregister van Heemstede wordt de eerste Joodse burger na de oorlog ingeschreven. Op 24 mei volgen er nog veertien. Na de bevrijding zijn zo’n 140 ondergedoken of weggevoerde Joden behouden teruggekeerd. 5 juli 1945 plaatste J. van Beem de volgende advertentie in de Nieuwe Haarlemsche Courant: “In overleg met vele andere lotgenoten stel ik er prijs op, ook namens hen, de Heemsteedsche bevolking, in den breedsten zin hartgrondig te dank te zeggen voor alle hulp en steun, die zij gedurende de zoo moeilijke jaren van Joden-vervolging op ondubbelzinnige wijze en in allerlei vorm heeft geboden. Deze hulp bepaalde zich niet alleen tot het verschaffen van onderduik-mogelijkheden, het opbergen van goederen, maar er werden ook levensmiddelen en brandstof verstrekt aan heele gezinnen, zoodat inderdaad mag worden gezegd, dat wij ons leven te danken hebben aan de hulp, welke ook in geestelijk opzicht haar werking had, die niet vergeten is en niet vergeten zal worden.” (1) In Bijlage 2 van deze uitgave is op basis van het bevolkingsregister en de gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting in ‘s-Gravenhage een overzicht samengesteld van 158 omgekomen Joodse ingezetenen. Met de volgende gegevens: naam en voorletters, geboortedatum en geboorteplaats, (vermoedelijke) overlijdensdatum en -plaats, inschrijvingsdatum Heemstede, uitschrijvingsdatum Heemstede en bestemming na uitschrijving [zijnde: Amsterdam, naar het buitenland, naar diverse bestemmingen, Haarlem, Den Haag, Medemblik, Nijmegen en het Gooi: op grond van de Duitse verordening najaar 1940 zijn veel Joodse burgers uit de kuststreek vertrokken naar Hilversum en het Gooi (Huizen, Naarden]. Ten slotte: V.O.W = vertrek onbekend waarheen. In onderstaand In Memoriam 1940-1945 overzicht worden vermeld: familienaam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats evenals datum en plaats van overlijden. Tussen vierkante haken vermelding van inschrijving, woonadres en datum van uitschrijving. Nota Bene: de niet in het bevolkingsregister ingeschreven Joodse mensen, maar in Heemstede ondergedoken en gearresteerd, zijn  gecursiveerd weergegeven. In totaal gaat het hierbij om 19 (onder voorbehoud 21) personen

Andries, Louis, 11-02-1973  Amsterdam – 26-03-1943 Sobibor [Vanaf 11 juni 1929 Bosboom Toussaintlaan 64. Na enkele andere adressen 18 januari Amsterdam]. Bacharach, Hugo, 01-09-1875  Wiesbaden – september 1942 Auschwitz [6 oktober 1934 Jan Steenlaan 21, naar Hilversum 19 september 1940]. Bacharach-Fraen(c)kel, Bertha M, 20-10-1888 Berlijn – september 1942 Auschwitz [6 oktober 1934 Jan Steenlaan 21, naar Hilversum 19 september 1940].

Van Beem-Gerzon, Johanna, 11-10-1874  Groningen – 11-06-1943 Sobibor [23 maart 1934 Heemsteedse Dreef 241, naar Amsterdam 5 maart 1943].

Mevrouw Van Beem plaatste bovenstaande advertentie in: Het Joodsche Weekblad van 23–1942.  Haar echtgenoot Jonas Heimen van Beem , 25-11-1864 geboren in Schoonhoven , is op 12 januari 1943 overleden in Haarlem. Vestiging in Heemstede 23-3-1934.
Overlijdensadvertentie Eduard Gerzon, een broer van mw. Johanna van Beem-Gerzon in het Haarlem’s Dagblad van 20 augustus 1935)
Een familielid J.van Beem uit Heemstede plaatste een advertentie in de Nieuwe Haarlemsche Courant van 5 juli 1945 (M.Bulte en H.Krol. Heemstede 1940-1945, pagina 86)  Niet te verwarren met Jonas Heimen van Beem (*1864, overleden in Haarlem 12 januari 1943 en begraven op de Joodse begraafplaats in Haarlem en diens vrouw als oorlogsslachtoffer: Johanna van Beem-Gerzon (1874-1943), in Heemstede woonachtig op het adres Heemsteedse Dreef 241.

Van den Bergh, Frieda Marianne, 27-03-1939  Nijmegen – 11-02-1944 Auschwitz [2 december 1939 Frans Schubertlaan 71. Op 5-2-1943 V.O.W. De beide ouders overleefden de oorlog.  De dochters zaten ondergedoken in een kinderpension te Driebergen tot ze opgepakt werden.

Frieda Marianne van den Bergh, geboren op op 27 maart 1939 in Nijmegen en overleden op 11-2-1944 in Auschwitz. Was ondergedoken in een kinderpension in Driebergen. Ouders woonden op het adres Franz Schubertlaan 71 Heemstede. Dat waren Jakob van den Bergh, geboren 5 maart 1908, was technicus textiel en Ellen Alice Elias, geboren in Teteringen op 8 juni 1911.

 Van den Bergh, Rosemarie Ida, 25-07-1936  Nijmegen – 11-02-1944 Auschwitz [2 december 1939 Frans Schubertlaan 71.

Rosemarie Ida van en Bergh, geboren 25 juli 1936 te Nijmegen.  Op 5-2-1943 V.O.W. Was ondergebracht in kinderpension De Viersprong in Driebergen. Transport 86 van Westerbork naar Auschwitz. Is op 11 februari 1944 omgebracht in Auschwitz. Haar ouders woonden op het adres Franz Schubertlaan 71 Heemstede

Bino-Boom, Catharina, 07-08-1879 Amsterdam – 14-09-1942 Auschwitz [30 oktober 1922 Landzichtlaan 55, op 24 november 1942 uitgeschreven]. Haar echtgenoot Isaac Bibo, geboren in 1867 was in 1941 overleden. Het huis aan de Landzichtlaan werd augustus 1942 aangekocht door de Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan Vallende Ziekte Meer en Bosch, dat op op dat moment onder NSB leiding stond. 

Broekman, Louis, 3-07-1910 Apeldoorn –  28-05-1943 Sobibor [24 mei 1939 Spoorzichtlaan 11, 20 oktober 1940 naar Amsterdam].

Louis Broekman (René S.de Vries)
Echtpaar Broekman, woonachtig van 24 mei 1939 tot 20 oktober 1940 op het adres Spoorichtlaan 11 Heemstede (Joods Monument)

Broekman-van Gelder, Rika, 25-12-1910 Groningen – 28-05-1943 Sobibor [24 mei 1939 Spoorzichtlaan 11, 20 oktober 1940 Amsterdam].

mw. Rika Broekman-van Gelder in 1939 op de Afsluitdijk gefotografeerd (Joods Monument, René S.de Vries)

Brücker, Mozes, 15-02-1892 Putna, Roemenië –  6-03-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede; 2 juli 1943 aangehouden] Brücker-Eijl, Rosetta,  11-12-1896  – 6-03-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede bij de familie Sweerts, Zandvoortselaan 132; juli1943] ingesl;oten in politiebureau Heemstede.

Huwelijksfoto van het echtpaar Mozes Brücker en Rosetta Eijl. In Schiedam hadden zij in de Hoogstraat een mantelmagazijn.

Geboren in Oostenrijk [tegenwoordig Roemenië] is Mozes Brücker, naar zijn zeggen als kind van niet-Joodse ouders. in 1914 naar Nederland verhuisd, met een Joodse vrouw Rosetta van Eijl [dochter van Hendrik Eijl] getrouwd en in 1923 als Nederlander genaturaliseerd. Hij was eigenaar van een mantelmagazijn aan de Hoogstraat 130 in Schiedam. Op 2 juli 1943 liet opperluitenant Kramer zoon – naar wordt verondersteld na verraad omdat het verzoek voor een controle op 26 juni kwam van de SD (1) – Isaak Brücker (geb.1919) en Mozes Brücker (geb.1892) en zijn vrouw Rosetta Brücker-Eijl (1896) oppakken en insluiten, die verborgen werden gehouden bij pension-hotel Sweerts aan de Zandvoortselaan 132. R.Sweerts, geboren 8 maart 1923) is na aanhouding op 2 juli de volgende dag weer vrijgelaten.

(1) op die datum zijn ook de volgende 6 panden door 4 Heemsteedse politieagenten bezocht, die echter niemand thuis aantroffen, mogelijk omdat de bewoners door een ‘goede’ agent vooraf zijn gewaarschuwd. Madoerastraat 23 (J.de Bruin), Kerklaan 3 (H.J.de Rens), Binnenweg 53 (S.J.Kottman), Jacob Ruisdaellaan 17 (J.Rooyaards), Herenweg 23 (J.Warmerdam), Kerklaan 50 (C.Pronk).

Pension-hotel Sweerts, Zandvoortselaan 132 Heemstede, 1940 (NHA)
Naoorlogse foto van entree hotel Sweerts (NHA)
Pension-hotel Sweerts, Zandvoortselaan 132. Na opheffing in gebruik geweest als kantoor van de firma Arzberg. Ten slotte is het pand gesloopt en is deze plek de kantorenflat ‘Kennemerhaghe’. verrezen.

Ze zijn overgebracht naar de Sichterheitspolizei aan de Euterpestraat in Amsterdam 5 juli 1943. Mozes Brücker is vermoord op 6 maart 1944 in Auschwitz, tegelijk met zijn echtgenote. De vier kinderen van het echtpaar overleefden de Tweede Wereldoorlog. Voor een beknopte biografie van Mozes Brücker verwijs ik naar de sites Joods Monument ‘Stolpersteine Schiedam’ en Joodseerfgoedrotterdam

In 2016 geplaatste Stolpersteine voor de vroegere winkel van het echtpaar Brücker-Eijl in Schiedam
Mozes Brücker en Rosetta Brücker-Eijl met hun eerste kind (foto Joods Momument)

Casseres, Jacob J.(de), 28-01-1876 Amsterdam –  24-09-1943 Auschwitz [13 mei 1941 Binnenweg 209, werkte  als eigenaar van een interieurwinkel in Beverwijk]. Hij was gehuwd met Duifje Davidson.

huwelijk

Huwelijksaankondiging van J.Casseres met Duifje Davidson in Beverwijk, uit: Haarlem’s Dagblad van 24 oktober 1901

Zijn zoon Jacob Casseres, op 2 augustus 1903 in Beverwijk geboren, kwam op 13 mei 1941 bij de vader in Heemstede, Binnenweg 209,  inwonen en is tegelijkertijd op 19 januari 1943 naar Amsterdam uitgeschreven. Overleefde de oorlog.

Casseres

Advertentie van winkelbedrijf J.J.de Casseres in Beverwijk (Nieuw Israëlitisch Weekblad, 7-8-1925) Jacob de Casseres was tijdens WOII ook leraar aan de Middelbare Joodsche Kunstnijverheidsschool ‘W.A.van Leer’.

Cohen, Elly,  11-07-1921 Soerabaja – 27-03-1945 Bergen-Belsen [woonachtig in Haarlem maar was ondergedoken in Heemstede en is op 26 mei 1944 aangehouden.

Eddie, Elly en Max Cohen in 1940. De twee jongens zaten ondergedoken bij een jong gezin in Heemstede. Hun ouders hadden een juwelierszaak aan het Houtplein Haarlem. Max en Eddie overleefden de oorlog, maar Elly is opgepakt en op 23 jarige leeftijd omgekomen in Bergen Belsen, en haar moeder Roosje Cohen–van Wesel op 56 jarige leeftijd vermoord in Auschwitz.
Registratiekaart overlijden van Elly Cohen (Centraal Bureau voor Genealogie)

De heer Max Cohen berichtte 11 en 17 mei 2004 o.a. het volgende: ‘Mijn moeder, Roosje Cohen-Van Wezel en mijn zuster Elly Cohen, oorspronkelijk wonende Houtplein 5 te Haarlem, zaten vanaf augustus 1942 ondergedoken bij de familie W.Willemse in de Joh. Vermeerstraat te Heemstede. Daarbij is later bijgekomen, de heer L.Groen, een graanhandelaar en zakenvriend van de heer Willemse. De koerier van deze meneer is in mei 1944 verraden, gevolgd en zo kwam de S.D. aan het adres. Een overval op 26 mei 1944 of kort daarna was het resultaat; behalve de heer Groen namen ze meteen mijn moeder en zuster mee. En daarna werd de heer Willemse Sr. gearresteerd. Allen zijn naar Westerbork gestuurd niet meer teruggekomen. Willemse sr. overleed in Sachsenhausen. De 3 opgepakte onderduikers kwamen aan in Celle, het treinstation van kamp Bergen-Belsen. Oorspronkelijk bedoeld als Austauchkamp stierven de mensen daar achter elkaar door vlektyphus, waartegen niets werd gedaan. Zij zijn zij enkele weken voor de Engelsen kwamen, gestorven, ongeveer dezelfde tijd en plaats als Anne Frank].

Gedenksteen Elly Cohen Joods Namenmonument

* Cohen, Philippus, 10-02-1874 Delfzijl – 22-10-1943 Auschwitz [16 juli 1928 Herman Heijermanslaan 25, op 5 februari 1943 V.O.W.] Hij was makelaar in papier  van beroep.

Cohen-van Wezel, Roosje19-10-1888 Amsterdam –  26-05-1945 Bergen-Belsen [woonachtig in Haarlem maar was ondergedoken in Heemstede en is op 26 mei 1944 aangehouden]

* Cohen-Spijer, Nancy, 04-11-1878 Londen – 22-10-1943 Auschwitz [16 juli 1928 Herman Heijermanslaan 25, op 5 februari 1943 V.O.W.] Echtgenote van Philippus Cohen.

Cohn, Max Israel, 22-07-1879 Gleiwitz – 25-10-1944 Auschwitz [6 maart 1939 Maasstraat 27, op 27 november 1939 Amarylluslaan 16, op 12 oktober 1940 Hilversum].

Cohn-Loewenstein, Hedwig Elizabeth Sara, 28-12-1883 Keulen – 25-10-1944  Auschwitz [6 maart 1939 Masstraat 27, op 27 november 1939 Amarylluslaan 16, op 12 oktober 1940 Hilversum]

Hedwig Cohen-Loewenstein 60 jaar op Joods Namenmonument Amsterdam
Hedwig Cohn-Loewenstein 60 (ontbreekt) jaar op Joods Namenmonument

Cosman-Groen, Jeannette Betsy, 26-6-1909 Amsterdam – 09-10-1944 Auschwitz [19 juli 1940 Clivialaan 17, op 18 januari 1943 Amsterdam].

Cosman, Samuël, 02-12-1882 Amsterdam – 17-09-1942 Auschwitz [op 2 februari 1935 Clivialaan 17, op 4 november 1942 Amsterdam].

Het gezin Cosman omstreeks 1940, Clivialaan 17, Heemstede. Van rechts naar links: Samuel Cosman, Duifje Cosman-de Haan en zoon Léon Cosman [foto joodsmonument]

Cosman-de Haan, Duifje, 23-08-1888 Amsterdam – 17-09-1942 Auschwitz [op 2 februari 1935 Clivialaan 17, op 4 november 1942 Amsterdam]. Cosman, Léon, 29-08-1925 Amsterdam – 31-10-1942 Midden-Europa [2 februari 1935 Clivialaan 17, op 4 november 1942 Amsterdam].

Léon Cosman (1925-1942), omstreeks 1930 [foto joodsmonument]
Portret van Duifje Cosman de Haan (1888-1942)
Portret van Samüel Cosman (1882-1942)

Culp, Gustav Ernst Israel, 03-05-1872 Elbersfeld – 28-09-1942 Auschwitz [13 mei 1939 J.Vermeerstraat 7, op 22 oktober 1940 naar Hilversum].

Van Dam, Mozes, 31-12-1865 Amsterdam – 09-04-1943 Sobibor [komend uit Zandvoort 17 september 1941 dr. P.Cuyperslaan 21a, op 21 mei 1942 Amsterdam].

Portret van Mozes van Dam (1865-1943)

Van Dam, Henriëtte, 03-06-1900 Amsterdam – 11-06-1943 Sobibor [dochter van Mozes van Dam, 30 maart 1934 dr.P.Cuyperslaan 21, op 21 augustus 1941 Amsterdam].

Daniëls, Abraham, 18-12-1873 Amsterdam – 02-11-1942 Auschwitz [op 28 februari 1935 Narcissenlaan 26, op 5 februari 1943 V.O.W.]. Daniëls-van West, Henriëtte, 07-12-1884 Amsterdam – 02-11-1942 Auschwitz [echtgenote; idem als Abraham Daniëls]. Hun zoon Ludovicus Abraham Daniëls, in  1911 geboren in Antwerpen, woonde op het adres Westergracht 29 zwart. Hij is op 11 juli 1943 omgebracht in Auschwitz. 2 struikelstenen zijn geplaatst in de Narcissenlaan

Portret van Abraham Daniëls (1873-1942)
Portret van Abraham Daniëls (1873-1942)
Henriëtte Daniëls-van West (1884-1942)
Henriëtte Daniëls-van West (1884-1942)
Het echtpaar Daniëls-van West met hun schoondochter en 3 kleinkinderen voor het huis aan de Narcissenlaan 26 in Heemstede
Het echtpaar Daniëls-van West met hun schoondochter en 3 kleinkinderen voor het huis aan de Narcissenlaan 26 in Heemstede
Struikelstenen in
herinnering aan Abraham Daniëls en Henriëtte Daniëls- Van West (foto Joods Monument)

Deen, Frederik Emile, 28-05-1892 Amsterdam – 25-01-1943 Auschwitz [op 19 juli 1924 ingeschreven in Heemstede, woonachtig in het huis Herenweg 77a, op 17 augustus 1940 naar Apeldoorn  en via de instelling Apeldoornsche Bos in 1943 naar Auschwitz-Birkenau overgebracht en vermoord].

Monument met plaquette ter nagedachtenis van omgekomen Joden uit het Apeldoornsche Bos (foto Cees Baars)
Monument met plaquette ter nagedachtenis van omgekomen Joden uit het Apeldoornsche Bos (foto Cees Baars)

Drukker, Bernard, 07-02-1886 Amsterdam – 21-05-1943 Sobibor [op 11 augustus 1936 naar Bronsteeweg 26, op 18 januari 1943 naar Amsterdam]. Als Jood is hij met zijn echtgenote en zoon na verplichte verhuizing naar Amsterdam via doorgangskamp Westerbork in vernietigingskamp Sobibor omgebracht Zie noot 1 voor verdere informatie

Musicus Bernard Drukker noemde zijn woning, Bronsteeweg 41 Heemstede ‘Beethovenhof’. In het huis, opengesteld door het echtpaar zijn bridge-avonden georganiseerd onder leiding van mevrouw S.Monasch Bovenstaand een advertentie uit het Haarlem’s Dagblad van 23 januari 1940.
Vooromslag van 'Een heel behoorlijk orkest'75 jaar Symfonie Orkest Haerlem. 1938-2013; door Hittjo Kruyswijk
Vooromslag van ‘Een heel behoorlijk orkest’75 jaar Symfonie Orkest Haerlem. 1938-2013; door Hittjo Kruyswijk. Zie noot 1: Nadere informatie over Bernard Drukker en zijn familie.
Bernard Drukker was eerste voorzitter van het in 1938 opgerichte ‘Symphonie-orkest Haerlem’ en Willem Rettich (1892-1988 Duits componist) de eerste dirigent (Haarlem’s Dagblad, 7 januari 1939)
Vanwege verplicht vertrek uit Heemstede naar Amsterdam werd in het Haarlem’s Dagblad van 5 juni 1942 een antieke secretaire te koop aangeboden
Bernard Drukker. Cartoteek Joodse Raad Amsterdam

Drukker-van Norden, Anna Catharina, 03-11-1887 Amsterdam – 21-05-1943 Sobibor [echtgenote; idem als Bernard Drukker]. Drukker, Frans, 30-08-1922 Amsterdam – 21-05-1943 Sobibor [zoon van beide voorgaande personen]. 

Fotoportret van Catharina Drukker-van Norden (1887-1943)
Bronsteeweg 41 Heemstede vm. Beethovenhof
Bronsteeweg 41 Heemstede (de Heemsteder, 14 oktober 2020)

10-12-1893 Den Helder – 28-02-1945 Bergen Belsen [21 februari 1941 Lanckhorstlaan 111, 1 maart 1944 Amsterdam]

Feist, Hellmut Friedrich, 28-03-1903 Mannheim – 05-02-1945 Mauthausen [21 februari 1939 Joh. Vermeerstraat 16 (26), op 19 september 1940 naar Naarden].

Feist-Gutmann, Rita Antoine, 25-05-1910 Berlijn- 16-06-1943 Sobibor [echtgenote; idem als voorgaande persoon] Fürst, Rudolf, 01-09-1865 Heidelberg – 26-03-1943 Sobibor [15 april 1930 naar J. de Wittstraat 16, op 9 oktober 1940 Naarden]. Fürst-Oppe, Hedwig, 03-10-1875 Mühlhausen

Volgens Yad Vashem is sprake van Hedwig Fürst-Oppé
Volgens Yad Vashem is sprake van Hedwig Fürst-Oppé

– 26-03-1943 Sobibor [echtgenote; idem als voorgaande persoon]. Geluk-Roos, Rachel, 17-04-1875 Coevorden – 24-01-1945 Bergen Belsen [weduwe, 28 oktober 1933 Heemsteedse Dreef 175, op 25 februari 1943 Amsterdam].

Godschalk, Hartog Jacob, 27-11-1913 Assen – 31-05-1944 Auschwitz [20 april 1938 Meerweg 18, op 5 februari 1943 V.O.W.].

Jacob Hartog Godschalk (joods Historisch Museum)
Hartog Jacob Godschalk, overleden 31-5-1944 in Auschwitz (foto Joods Historisch Museum)
Godschalk,  Hartog Jacob  overleden 31-5-1944 op 30-jarige leeftijd in Auschwitz (foto Joods Historisch Museum)
Hartog Jacob Godschalk, circa 1921 (foto collectie Joods Historisch Museum)
Godschalk, Hartog Jacob circa 1921 (foto collectie Joods Historisch Museum)

ONDER VOORBEHOUD:  Gompertz, Carolina, 20-9-1882 in Haarlem. Woonde in 1941 Memlingstraat 7h, Amsterdam. Overleden op 28 mei 1943 in Sobibor. Toelichting: op 18 mei 1943 zijn volgens politiedagrapport Carolina en Charlotte Gompertz uit Amsterdam opgebracht naar het bureau in Heemstede, mogelijk vanuit adres Lieven de Keylaan 12 waar deze vrouwen werden verborgen door timmerman J.J.Bergmann, timmerman. Op 20 mei zijn allen op transport gesteld naar Amsterdam. Bovenstaande Informatie uit: Politiedagrapporten Heemstede 18 mei 1943, nummer 470. Op 28 mei 1943 zijn beide zusters omgebracht in vernietigingskamp Sobibor. VOORTS: Gompertz, Charlotte, 14-10-1981 geboren in Haarlem. Was woonachtig Memlingstraat 7h, Amsterdam. Overleden op 28 mei 1943 in Sobibor. Voor toelichting: zie Gompertz, Carolina.

Goudeket, Helena Elisabeth, 19-01-1910 Amsterdam – 09-04-1943 Sobibor [9 mei 1940 Molenlaan 3, op 19 juni 1941 Amsterdam, was kunstschilderes] Zij was een dochter van Isaäc Goudeket (geboren Amsterdam 19-5-1882), overleden 9-4-1943 in Sobibor en Catharina Goudeket-Spreekmeester (geboren in Amsterdam 12-5-1881), overleden 9 april 1943 in Sobibor. Het gezin Goudeket woonde in Amsterdam op het adres Nicolaas Witsenkade 5 huis.

Portret van Helena Elisabeth Goudeket (foto Edward Gezang, Solna/Zweden)
Portret van Helena Elisabeth Goudeket (foto Edward Gezang, Solna/Zweden)

Uit: Wikipedia: ‘Helena Elisabeth Goudeket was een Nederlands kunstschilderes en tekenares. Zij werd 10 januari 1910 in Amsterdam geboren als dochter van de advocaat/plv. rechter Isaäc Goudeket en Catharina Spreekmeester. alle drie op 9 april 1943 in Sobibor vermoord.

Goudeket3.jpg
De ouders van Helena Goudeket: Isaac Goudeket en Catharina Spreekmeester  (Joods Historisch Museum)

Zij werd opgeleid aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs te Amsterdam en aan de Rijksacademie van beeldende kunsten eveneens te Amsterdam. Goudeket was een leerling van Johannes Hendricus Jurres en van Hendrik Jan Wolter. Zij was lid van de Vereniging Sint Lucas in Amsterdam en van Kunst Zij Ons Doel in Haarlem. Het gezin Goudeket woonde in Amsterdam op het adres Nicolaas Witsenkade 5.In 1936 is Helena, thuis ook Lenie geheten, in het huwelijk getreden. Kort na de scheiding is zij bij haar oudere zuster Rebecca Bloeme Goudeket (getrouwd met J.R.von Hartsveld Müller) op het adres Molenlaan 3 komen wonen, waar de garage voor haar als atelier is ingericht. Daar schilderde ze onder andere haar zus en diens zoontje Peter 

Overlijdensadvertentie van Jules Romeo Hartveld Müller uit: Algemeen Handelsblad van 5 augustus 952. De weduwe overleed in augustus 1995 op 88-jrige leeftijd
(Nieuw Israëlitisch Weekblad, 3 april 1983)

Ze schilderde in een naturalistisch-impressionistische stijl en liet zich daarbij inspireren door de schildersgroep de Amsterdamse Joffers.  Goudeket werd daarom tot de ‘Jonge Amsterdamse Joffers’ gerekend. Werk van Goudeket werd bekroond bij de Willink van Collenwedstrijd in 1937. Schilderijen en tekeningen van Goudeket bevinden zich in de collectie van het Joods Historisch Museum en van het Stadsarchief Amsterdam.  Goudeket trouwde op 30 december 1936 te Amsterdam met Johan Gerard van Hessen. Hun huwelijk werd in 1940 door scheiding ontbonden. Op 19 juni 1941 is Helena Goudeket naar Amsterdam teruggekeerd. Goudeket werd in 1943 door de Duitsers vermoord in het vernietigingskamp Sobibor in Polen.  Literatuur:  J.van Adrichem [et al.], Rebel. mijn hart: kunstenaars 1940-1945. Zwolle, 1945.’

Helena Goudeket aan het schilderen in de achtertuin van het huis van haar zus Rebecca Bloeme van Hartsveld Müller, geboren Goudeket , Molenlaan 3, Heemstede met haar nichtje Laura  (Joods Historisch Museum)

Het gezin Goudeket woonde in Amsterdam op het adres Nicolaas Witsenkade 5. In 1936 is Helena, thuis ook Lenie geheten, in het huwelijk getreden en 4 jaar later gescheiden. Kort daarna is zij op 9 juni 1940 in Heemstede komen wonen bij haar oudere zuster Rebecca Bloeme Goudeket (getrouwd met Von Hartsveld Müller) op het adres Molenlaan 3 waar de garage als atelier voor haar is ingericht. Daar schilderde Helena onder andere haar zus en het zoontje Peter. De zuster Rebecca overleefde de oorlog door in 1944 in Amsterdam onder te duiken, haar man was actief in het studentenverzet en hun zoon Peter is ondergedoken bij de familie Kat aan de Zomerlaan. Ook een andere zuster van Helena Elisabeth, Florence Gezang-Goudeket, die beeldhouwster was, is omgebracht, evenals de zoon Konraad Huib Gezang (slechts 1 jaar geworden), beiden ook in Sobibor. Op 19 juli 1941 is Helena Elisabeth Goudeket naar Amsterdam teruggekeerd. Gedeporteerd naar eerst Westerbork is zij 9 april 1943 in Sobibor vermoord. Het Joods Historisch Museum in Amstebezit de volgende werken van haar: 1) Gezicht op Stadhouderskade, 2) Helene, 3) Stilleven met gemberpot, 4) geen titel , 5) Muisje, 6) Lotje, 7) Luisje, 8) Stilleven met keramiek.

Helena Elisabeth Goudekrt. Uit: J.van Adrichem e.a. Rebel mijn hart: kunstenaars 1940-1945. Zwolle, 1995.
Helena Elisabeth Goudeket. Uit: J.van Adrichem e.a. Rebel mijn hart: kunstenaars 1940-1945. Zwolle, 1995.

Helena Elisabeth Goudeket was een dochter van Isaac Goudeket (1882-1943) en Catharina Spreekmeester (1881-1943) en kleindochter van 1) Simon Goudeket (1854-1909) x Rebecca Warradijn(1856-1943) + 2) Israel Spreekmeester (1860-1931) x Abas Bloeme (1860-?).

Stilleven van Helena Elisabeth Goudeket in het Joods Historisch Museum
Stilleven van Helena Elisabeth Goudeket in het Joods Historisch Museum. In dit museum te Amsterdam zijn (in buikleen) aanwezig van Helena Elisabeth Goudeket: 2 schilderijen, 7 kalenderontwerpen, 4 vrije en ontwerptekeningen + 2 knipprenten (silhouetjes).
Helena Goudeket in haar atelier aan de Molenlaan 3 in Heemstede (1940 of 1941)
Helena Goudeket in haar atelier aan de Molenlaan 3 te Heemstede (1940 of 1941)
Molenlaan 3, waar Helena Goudeket van
Molenlaan 3, waar Helena ( Lenie) Goudeket van mei 1940 tot juni 1941 woonde. na de echtscheiding van Johan Gerard van Hemmen is zij bij haar zuster Peggy von Hartveld Müller aan de Molenlaan in Heemstede gaan wonen en in 1941 teruggekeerde naar het huis van haar ouders aan de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam. [Vanaf 1937 werd inwoning gehuurd door de piloot S. A.Steinbeck].
Op de Loosdrechtse Plassen; schilderij van Helena Elizabeth Goudeket
Op de Loosdrechtse Plassen; schilderij van Helena Elizabeth Goudeket
Zelfportret van Helena Goudeket  (Matrix)
Schilderij van Helena Elizabeth Goudeket, voorstellende haar zuster Rebecca Bloeme von Hartsveld Müller, geboren Goudeket en zoontje Peter. beiden lezend afgebeeld.
Schilderij van Helena Elizabeth Goudeket, voorstellende haar zuster Rebecca Bloeme von Hartsveld Müller, geboren Goudeket en zoontje Peter. beiden lezend afgebeeld.
Stilleven1
Helene Elisabeth Goudeket: stilleven met bloemen (particulier bezit Heemstede) 
Goudeket1
Signering: H.E.Goudeket
Helena E. Goudeket: ontwerp voor kalender, 1942 (Joods Historisch Museum)
Goudeket
Kalenderplaat van Helena Elisabeth Goudeket (Joods Historisch Museum)
Helena Elisabeth Goudeket. Aquarel van een gezicht op de Stadhouderskade Amsterdam (Joods Historisch Museum)
Helena Goudeket schilderend (Prinsenhof Haarlem?)  )JHM)
Helena Goudeket: Haarlems tafereel binnenstad met dop de achtergrond  links mogelijk de toren van Sint Bavokerk, 1940? (JHM)
Een van de 60 vermiste schilderijen: ‘Daken in Haarlen’ van Helena Goudeket (Herkomst Gezocht SNK= Stichting Nationaal Kunstbezit). Via Lipmann Rosenthal naar K.Reinhardt Berlijn

Op de site van herkomst gezocht http://www.herkomstgezocht.nl   worden bij collecties onder Goudeket, Helene nog 72 schilderijen gezocht die destijds onder dwang zijn ingeleverd bij o.a. de bank Lippman Rosenthal & Co , zoals volgende titels : 1) Huis op de Heerengracht (1937), Portretstudie in ’t zwart (1930-1943), 3) Schuit in de sneeuw, 4) Dalen in Haarlem (1940), 5) Daken in sneeuw (1941), 6) Stoeltje in het atelier (1933), 7) Bruggetje (1930-1943),  8) Stilleven met groene fles (1933), 9) naakte zwarte man (1935), 10) Interieur doorkijk tweede kamer (1937).

Voorbeeld van een herkomst gezocht formulier
Overleden familieleden Goudeket. Uit:
Overleden familieleden Goudeket en aanverwanten. Uit: “Nieuw Israëlitisch Weekblad van 19–11-1971
Tijdens de onthulling van het Joods Historisch Monument in Heemstede zijn alle namen van 263 Heemsteedse slachtoffers van de Hollocaust voorgelezen. Mevrouw N.Spaanderman-von Hartsveld Müller deed dat van haar tante Elisabeth Helena Goudeket. Achter haar drs. Harald van Perlstein, secretaris van voornoemde stichting.
Tijdens de onthulling van het Joods Historisch Monument in Heemstede zijn alle namen van 263 Heemsteedse slachtoffers van de Hollocaust voorgelezen. Mevrouw N.Spaanderman-von Hartsveld Müller deed dat van haar tante Elisabeth Helena Goudeket. Achter haar drs. Harald van Perlstein, secretaris van voornoemde stichting.

Groen, Louis , 10-03-1881 Haarlem – 31-10-1944 Auschwitz [woonachtig in Haarlem maar was ondergedoken in Heemstede en is op 26 mei 1944 aangehouden]

Gutmann, Friedrich, Bernard Eugen, 15-11-1886 Berlijn – 01-05-1944 Theresiënstadt [3 april 1924 ‘Bosbeek’, Glipperweg 91, op 20 september 1938 naar dochter Lili in Florence; 14 juli 1944 V.O.W.].

Fritz Gutmann (1886-1944)
Fritz Gutmann (1886-1944)
Getuigenis van overlijden Friedrich Bernard Eugen Gutmann uit databank van Yad Vashem, Jeruzalem
Getuigenis van overlijden Friedrich Bernard Eugen Gutmann uit databank van Yad Vashem, Jeruzalem

Zie ook afzonderlijke bijdrage:   Het lot van het Joodse echtpaar Gutmann (Bosbeek). Gutmann-von Landau, Louise, 24-04-1892 Berlijn – ??-7-1944 Auschwitz [idem als echtgenoot].

Louise Gutmann baronesse von landau (1892-1944). (foto Man Ray, 1926)
Louise Gutmann baronesse von Landau (1892-1944). (foto Man Ray, 1926)
friedrich

Friedrich (Fritz) Gutmann op Nationaal Joods Namenmonument Amsterdam

louise

Louise Gutmann-von Landau e.a. op Nationaal Joods Namenmonument Amsterdam

Gutmann, Walther, 11-06-1876 Berlijn – 14-05-1943 Sobibor [22 februari 1939 Joh. Vermeerstraat 16, op 19 september 1940 naar Naarden]. Gutmann-Fränkel, Sara Elisabeth, 25-05-1884 Schönlancke – 14-05-1943 Sobibor [idem als echtgenoot]. De Haan, Lena Charlotte, 06-12-1878  Edam – 05-03-1943 Sobibor [13 september 1935 naar J. van Campenstraat 57, op 18 januari 1943 naar Amsterdam].

Hamburger, Flora Celine [‘Floortje’], dichter van David A.Hamburger, geboren 27-8-1934 te Haarlem. Woonde met haar familie op het adres Amaryllislaan 16, na 1935  Johannes Bosboomlaan 12, Heemstede. Op  onderduikadres in Zeist door de Duitsers opgepakt en na transport, via Westerbork en na kamp Theresienstadt (Terezin)  in Auschwitz vermoord op 23 of 25 oktober 1944.  De overige 5 familieleden Hamburger die ook waren ondergedoken overleefden de oorlog en hebben na hun terugkomst nog een aantal jaren gewoond in het huis aan de Johannes Bosboomlaan. Vader D.A.Hamburger was aanvankelijk vertegenwoordiger en na de Bevrijding directeur vaan de Zuid Hollandse Pletterijen,vh. D.A.Hamburger in Amsterdam, Hij is in 1970 overleden en zijn echtgenote in 1978

Overlijdensbericht van David Abraham Hamburger
In bovenstaand Tsjechisch boek over Theresienstadt wordt Flora Celine (Floortje) Hamburger vermeld.
In bovenstaand Tsjechisch boek over Theresienstadt wordt Flora Celine (Floortje) Hamburger vermeld.

Flora Hamburger was born in 1934. During the war she was deported with Transport XXIV/7 from Westerbork, Camp, The Netherlands to Theresienstadt, Ghetto, Czechoslovakia on 04/09/1944. Deported with transport  from Theresienstadt, Ghetto, Czechoslovakia to Auschwitz Birkenau, Extermination Camp, Poland on 23/10/1944. Flora was murdered/perished in the Shoah. This information is based on a List of Theresianstadt camp inmates found in Terezinska Pametni Kniha/Theresienstaeddter Gedenkbuch, Terezinska Iniciativa, vol.1-11, Praha, vol.iii Academia Verlag, Prag 2000.

Hamburger3
Geboortebericht van Flora Celine Hamburger (Algemeen Handelsblad, 30-8-1934).
Joods Monument Heemstede aan de Vrijheidsdreef met vermelding Flora Celine Hamburger

Hartog-van Leer, Rozette Johanna, 07-02-1867 Assen – 30-04-1943 Sobibor [weduwe, was woonachtig Paulus Buyslaan 15.V.O.W.].

Hartog, Samuel, 02-08-1890 Terneuzen – 24-09-1942 Auschwitz [14 december 1940 vanuit Bloemendaal naar Zandvoorter Allee 23; op 2 april 1942 naar Amsterdam].  Hartog-Horneman, Leentje, 27-06-1896 Rotterdam – 24-09-1942 Auschwitz [idem als echtgenoot]. Hartog, Irwin Henry, 09-12-1925 Rotterdam – 02-04-1943 Sobibor [was zoon van voorgaand echtpaar].

Salomon Hartog Cartoteek Joodse Raad

Mw. Mimi Vonk-Herwegh had voor het tijdschrift van instituut Meer en Bosch te Heemstede in een artikel over het verzet aldaar en sprak met mevrouw Ledeboer, die sinds 1942 op het adres Zandvoorter Allee woonde. Haar echtgenoot dr.B.C.Ledeboer was directeur van het instituut voor epilepsiebestrijding. Citaat: ‘Mevr.Ledeboer woont nu nog in het huis op de Zandvoorter Allee 23, waar zij en haar man introkken in 1942 (in 1944 scheidden ze). Het huis was leeg, er hadden Joden in gewoond die waren weggevoerd (en nooit zijn teruggekeerd). Ze had joodse kinderen in huis. Ook zij zegt relativerend: “Maar heeft me aan niets ontbroken. Dat komt doordat ik de Harlemmermeerse verzetsstrijder J.Bogaard onderdak heb verleend toen de grond te heet werd onder zijn voeten. Bogaard’heeft 65 joden geholpen, waaronder 16 k inderen. Hij is doorgereisd naar Friesland, broeder Geurink heeft hem naar de trein gebracht. Toen Bogaard wegging, hij wist van de pleegkinderen, zei hij: “Het zal u aan niets ontbreken”. Dat was ook zo. De Haarlemmermeerse boeren hebben ons voorzien van voedsel, de hele oorlog door. Na de oorlog kreeg zij – en postuum de heer Bogaard – in Israël de hoge onderscheiding Yad Vasmen (‘hand-reddend’) uitgereikt.

Lena Hartog-Horneman trad tissen 1920 en 1939 veelvuldig op als zangeres bij liederenavonden voor radio, in theaters e.d. Op deze foto is zij uitgedost al Tosca uit de opera van Puccini
Lena Hartog-Horneman was een gewaardeerde lyrische sopraan en trad tussen 1920 en 1939 veelvuldig op als zangeres bij liederenavonden voor radio, in theaters e.d. Op deze foto is zij uitgedost als Tosca uit de opera van Puccini (1927/1928).
Artikel over zangeres Lena Hartog-Horneman
Artikel over zangeres Lena Hartog-Horneman
Hartog2
Recensie concert van sopraan Lena Hartog-Horneman (Voorwaarts, 23-10-1922)
Vervolg Lena Hartog-Horneman, uit: Voorwaarts, 23-10-1922

Hecht-Cohen, Anna, 22-08-1875 München-Gladbach – 27-08-1943 Auschwitz [op 16 januari vanuit Aken naar Heemstede; op 14 1940 naar Zeist].

Hegt
Portret van Alexander Hegt (foto Joods Monument)

Hegt, Alexander, 09-07-1875 Amsterdam – 28-05-1943 Sobibor [14 september 1940 naar Postlaan 4; op 19 mei 1942 naar Amsterdam]. Hegt-Katz, Diena, 31-08-1871 Doesburg – 28-05-1943 Sobibor [idem als echtgenoot].

Advertentie van 70ste verjaardag mw. Dina Hegt-Katz, dr.P.Cuyperslaan 21 Heemstede (Joodsche Weekblad, 29-8-1941)
Hegt1
Het echtpaar Hegt- Katz (foto Joods Monument)

Hekster, Simon, 29-06-1921 Amsterdam – 02-07-1943 Sobibor [op 17 juli 1934 naar Achterweg 5; 8 april 1942 naar Amsterdam].

Helbing, Robert, 18-01-1907 Stuttgart – 31-03-1944 Polen [op 30 april 1934 naar Jac. Perklaan 7; op 23 oktober 1940 naar Hilversum]. Helbing-Mecklenburg, Gertrud Louise, 28-03-1909 Chemnitz – 03-09-1943 Auschwitz [idem als echtgenoot]. Helbing, Harold George, 12-06-1935 Amsterdam – 03-09-1943 Auschwitz [zoon van voorgaand echtpaar]. Helbing, Flory Vivian, 26-07-1936 Chemnitz – 03-09-1943 Auschwitz [dochter van voorgaand echtpaar].

Hirsch, Carl, 22-01-1933 Hilligersberg – 07-09-1942 Auschwitz, zoon van Heinz Hirsch en en Marie Hirsch-Frank.  26 augustus 1939 naar Landzichtlaan 31; op 22 juli 1942 naar Amsterdam. Tijdens onderduik gearresteerd en via Westerbork naar Auschwitz getransporteerd. Aldaar op 7 september met zijn moeder omgebracht.

Vader Heinz Hirsch, geboren 22 maart 1905 in Münster, was koopman, die  in 1923 verhuisde naar Hillegersberg, waar hij in 1933 failliet is verklaard, begin 1934 opgeheven. Op 3 maart 1932 trouwde hij in Hilligersberg met Marie Frank, 7-90-1942 op 41jarige leeftijd omgebracht in Auschwitz Uit dit huwelijk is 22 juni 1933 hun eigen kind Carl geboren.  Op 26 augustus 1939 vestigde hij zich met zijn gezin in Heemstede, adres Landzichtlaan 31.

(Haarlem’s Dagblad, 1 juni 1940)

In 1940 verhuurde hij de vrije bovenste etage aan ene Geerlings.  Hij was koopman in technische artikelen alsmede maker van kunstnijverheidsartikelen. Op 9 juli 1941 is door een Heemsteedse politie-inspecteur zijn radiotoestel in beslag genomen.  Vanwege de Duitse jodenmaatregelen is hij met zijn vrouw en kind op 22 juli 1942 naar het Jodenkwartier in Amsterdam verhuisd. Hij is vandaar met zijn familie ondergedoken in het Joods psychiatrisch ziekenhuis te Apeldoorn. Na verraad zijn ze tijdig ontsnapt en voor zover bekend in Groningen ondergedoken. Zijn vrouw en zoontje Carl zijn alsnog gearresteerd en met transport 16 van 4 september 1942 via doorgangskamp Westerbork naar Auschwitz vervoerd en aldaar bij aankomst op 7 september 1942 vermoord. Heinz Hirsch overleefde de onderduik en sloot zich aan het eind van de oorlog aan bij de Canadese bevrijders.

Op 16 april 1945 zijn de lokale Duitse bezetters in de stad Groningen gedwongen de overgave te tekenen, afgedwongen door Canadese soldaten. De capitulatie had plaats in het (intussen voormalig) archiefgebouw in de Sint Jansstraat, alwaar zich tegenwoordig het Grafisch Museum bevindt met bovenstaande plaquette aan de voorgevel.

Op 18 juli 1945 begaf zich terug naar Heemstede waar zijn huis aan de Landzichtlaan intussen door een andere familie werd bewoond. Hirsch ontving huisvesting in het pand Julianaplein 5 en is later verhuisd naar een villa in de  Van Merlenlaan 40 als directeur van een importdfirma van Zweedse luxe en huishoudelijke artikelen Hirsch-Ormanin n.v

Advertentie van de firma Hirsch-Ornanin uit 1965

Opnieuw getrouwd zijn twee dochters geboren, onder wie Hannie Burgers-Hirsch. Naturalisatie had plaats op 22 juni 1956. Heinz Hirsch is in 1976 in Heemstede overleden.                                     Moeder Marie Hirsch-Frank en zoon Carl Hirsch

Hirsch-Frank, Marie, 15-01-1901 Amsterdam – 07-09-1942 Auschwitz (2) [26 augustus 1939 vanuit Hillegersberg naar Heemstede; op 22 juli 1942 naar Amsterdam].

Met het vertrek van de familie Hirsch kwam in het huurhuis aan de Landzichtlaan C.P.J. Prins te wonen. Daarover verscheen een artikel in HeerlijkHeden , voorjaar 2020, nummer 184, p. 57-61: Een Heemsteedse melkboer in oorlogstijd

Hoffmann, Burech/Baruck, 10-04-1911 Kalusz (Polen) – 31-03-1944 Auschwitz [op 21 september 1934 naar Glipperweg 61c; op 2 oktober 1942 naar Amsterdam].

Huijsman, Joseph, 10-09-1899 Amsterdam – 31-01-1944 Auschwitz [ingetrokken bij familie Maasstraat 11; 18 januari 1943 naar Amsterdam].

Huijsman-Zwalf, Sebine, 08-05-1903 Amsterdam – 31-01-1944 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Huijsman, Levie, 01-05-1869 Amsterdam – 26-03-1943 Sobibor [7 maart 1941 vanuit Apeldoorn naar Maasstraat 11, op 18 januari 1943 naar Amsterdam].

Jacobson-Kanteman, Sophia, 11-03-1875 Hengelo (O) – 05-03-1943 Sobibor [9 januari 1933 naar Rhododendronplein 6; op 18 januari 1943 naar Amsterdam].

Sophia Jacobson-Kanteman (Joods Monument)

Jong, Leopold David de. Geboren op 24 maart 1901 te Groningen. Overleden op 19 april 1945. Toelichting:  hij was vertegenwoordiger van kasregisters van beroep in Amsterdam  en woonde in Heemstede op het adres Jacques Perklaan 5. Enkele dagen voor de bevrijding van Groningen, op 13 april 1945, is de in zijn geboortestad ondergedoken De Jong door de SD op de Waterloolaan aldaar neergeschoten op 19 april 1945. Hij is herbegraven op het Israelitisch kerkhof aldaar. Zijn echtgenote overleefde de oorlog en is in Heemstede met een andere man blijven wonen [Vermeld in: In Memoriam, SDU, 1995].

Vestiging L.D.de Jong in Heemstede. Uit: H.D., 27 mei 1937
Vestiging L.D.de Jong in Heemstede. Uit: H.D., 27 mei 1937
Bericht uit: Het Vrije Volk, 5 oktober 1948
Bericht uit: Het Vrije Volk, 5 oktober 1948
Pieter Schaap die o.a. L.D.de Jong vermoordde is door het Bijzonder Gerechthof op 18 oktober 1948 de doodstraf gevonnist (Nieuwsblad van het Noorden, 4-10-1948).
Pieter Schaap die o.a. L.D.de Jong vermoordde is door het Bijzonder Gerechthof op 18 oktober 1948 de doodstraf gevonnist (Nieuwsblad van het Noorden, 4-10-1948).
Portret van nazi-collaborateur Pieter Schaap
beknopte biografie L.D.de Jong (1901-1945)
L.D.de Jong. Cartoteek Joodsche Raad Amsterdam
Op de Joodse begraafplaats aan de Iepenlaan in Groningen liggen 34 graven van slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, o.a. van Leopold David (Louis) de Jong.
Op de Joodse begraafplaats aan de Iepenlaan in Groningen liggen 34 graven van slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, o.a. van Leopold David (Louis) de Jong.

Opmerkelijk is dat L.D.de Jong., Jac Perklaan Heemstede voorkomt op een in 1945 aangelegde lijst van ‘foute’ Nederlanders. Dossier 228 en als bijzonderheid is vermeld: D.W. = Deutsche Wehrmacht.

Scan uit voornoemde lijst

Uitgezocht wordt of genoemd dossier nog bestaat, vermoedelijk niet.  Mevrouw Christine Hoste die ‘cold cases’ bin relatie tot WOII bestudeert, meent dat de  ‘daden’ van Leopold/Louis de Jong niet zo ernstig zijn geweest als wordt gedacht. ‘Het staat vast dat hij betrokken was bij enkele zaken die niet pluis waren, maar ik heb ook het gevoel dat hij door Pieter Schaap, de Amsterdamse politieagent die hem waarschijnlijk eind 1942 heeft opgepakt en vervolgens heeft ingezet als V-man, hem veel meer en ernstiger zaken in de schoenen probeerde te schuiven. Schaap had een relatie met de vrouw van De Jong en heeft hem uiteindelijk ook doodgeschoten, dus lijkt het mij niet onlogisch dat hij De Jong meer in de schoenen wilde schuiven om (een aantal van) zijn eigen daden goed te spreken. Ik vertrouw Schaaps verklaringen voor geen cent, dus die over De Jong ook niet. Verder heb ik ook twijfels over de bewering dat hij zijn broer heeft aangegeven. Leopold en Bernard zaten op het zelfde transport naar Westerbork, dus het lijkt mij ook een mogelijkheid dat ze samen zijn opgepakt (…)’.  

In 2020 verscheen van historicus Paul van de Water het boek ‘In dienst van de nazi’s; gewone mensen als gewelddadige collaborateurs’. Daarin komt Pieter Schaap uitvoerig ter sprake en komt de case Louis de Jong evenwichtig aan de orde.

Ten aanzien van de levensloop van Schaap bericht Van de Water: ” Pieter Schaap werd op 18 juni 1902 geboren in Zandvoort. Zijn vader was een ongeschoolde arbeider en verdiende wat geld bij als strandstoelenverhuurder. Het gezin leefde niet in armoe, maar financiëler armslag was er iet. Pieters moeder deed het huishouden en verzorgde de kinderen. Over de jeugdjaren van pieter Schaap is vrijwel niets bekend. Na de lagere school ging Pieter naar de ulo. Nadat hij deze opleiding had afgerond, ging hij bij de Noord Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij werken. Dat beviel blijkbaar niet zo goed, want in 1945 meldde hij zich aan voor de politievakschool. In 1926 werd hij politieagent in Amsterdam, eerst bij de hondenbrigade en daarna bij  de recherche. Hij deed zijn werk als politieman blijkbaar goed, want langzaam maar zeker klom hij op tot brigadier-rechercheur. Op 19 oktober 1927 trouwde hij met Maria Hendrik Hassink. Zij was al eerder getrouwd geweest en had uit dat huwelijk een dochter. Schaap erkende het kind en voedde het op alsof het zijn eigen dochter was. In 1942 werd hij lid van de NSB, van het Rechtsfront en in 1943 van de Germaansche SS. Het Rechtsfront was een nationaalssocialistische beroepsorganisatie voor mensen die op enigerlei wijze beroepsmatig betrokken waren bij opsporingen en rechtspraak. De meeste leden waren politieagent, advocaat, rechter of aanklager. Schaap maakte zijn keuzes niet op basis van zijn overtuiging,  maar vooral omdat hij verwachtte daardoor een beter carrièreperspectief te krijgen. Begin 1943 kreeg Schaap een promotie namelijk een aanstelling als leidinggevende bij het Amsterdamse Bureau Joodse Zaken. Al snel stond hij binnen en buiten Joodse Zaken bekend om zijn fanatisme.  Het Bureau kwam werd ondergebracht bij de SD. De rechercheurs van Bureau Joodse Zaken traden daarmee in dienst bij de Duitse bezetter, Gezien hun taak fungeerden zij als jodenjager. Pieter Schaap en zijn directe leidinggevende Abraham Kuyper behoorden tot de beruchtste jodenjagers (…)’.  

Ten aanzien  Leopold David de Jong (1910-1945) , zich noemende Louis de Jong, schrijft Paul de water het volgende: ‘In Groningen zette Schaap zijn ervaring als Jodenjager onverkort en met resultaat in. Hij pakte weliswaar beduidend minder Joden op dan in Amsterdam, maar da trad weinig of niets te maken met zijn inzet of zijn prioriteiten. De meeste Joden in Groningen waren medio 1944 al opgepakt en gedeporteerd. Het verhaal van Leopold David de Jong is illustratief voor het optreden van Schaap. Leopold David de Jong – roepnaam Louis – was vertegenwoordiger van kasregisters. Hij woonde in Heemstede. Hij was getrouwd met een Duitse, niet Joodse vrouw, Hij was een Jood, maar de status van een gemengd huwelijk bood hem een zekere bescherming tegen deportatie. Bij een controle door Schaap gaf hij zich uit voor een “half’ Jood. Schaap kwam er vrij snel achter dat dat niet klopte. Hij zette De Jong vervolgens onder druk om zijn tipgever te worden. De Jong bezweek onder de druk en ging voor Schaap werken. Hij verraadde ongeveer vijftig joden, onder wie zijn eigen broer. Na verloop van tijd werd De Jong bang dat hij ontmaskerd zou worden als handlanger van de SD. Op advies van Schaap liet De Jong zich vrijwillig transporteren naar Westerbork. Ook daar gaf hij voor andere Joden belastende informatie door aan de plaatselijke leiding, en waarschijnlijk ook aan Schaap. Hij kreeg daardoor in Westerbork allerlei privileges. Hij mocht zelfs op verlof naar Groningen. Tijdens zo’n verlof vroeg hij Schaap te regelen dat hij naar Zwitserland zou kunnen uitwijken. Zijn vrouw die hij en passant beschuldigde van een buitenechtelijke relatie en van illegale activiteiten, wilde hij niet meenemen. Schaap beloofde hem te kijken wat er mogelijk was. Vervolgens nam De Jong zijn intrek in een leegstaande woning. Nadat Schaap hem had verteld dat een vlucht naar Zwitserland niet zou lukken, maakte De Jong aan Schaap bekend dat bij een plan had om zijn vrouw te vermoorden. Schaap vond dat een “ploertenstreek”. Hij zorgde er vervolgens voor dat De Jong alsnog gearresteerd werd. Tijdens het transport naar het Huis van Bewaring vertelde De Jong dat er nog twee Joodse vrouwen in het huis waren ondergedoken. Schaap ging daarop met De Jong terug, en die probeerde daar te ontsnappen. Schaap schoot hem vervolgens twee kogels door het hoofd. Volgens collega’s van Schaap deed hij dat omdat hij een seksuele relatie had met de vrouw van De Jong. Dat zou ook de reden zijn geweest om De Jong te adviseren om naar Westerbork te gaan. Schaap heeft deze beschuldiging altijd ontkend, maar hij bevestigde wel dat hij De Jong had doodgeschoten. later zouden collega’s van Schaap en ook Ans van Dijk voor de rechtbank verklaren dat Schaap wel degelijk een seksuele relatie had met de vrouw van De Jong’.   Schaap is als één van de Schiermonnikoog-vluchtelingen op 31 mei 1945 gearresteerd en op 18 oktober 1948 volgde als uitspraak van het Bijzonder Gerechtshof de doodstraf. Hij maakte tevergeefs gebruik van het recht van cassatie en is op 29 juni 1949 geëxecuteerd.

=====

Kannegieter, Abraham, 09-04-1908 Amsterdam als zoon van Jacob Simon Kannegieter en Cornelia de Vries – ov, 30-04-1943 Sobibor [op 14 maart 1941 vanuit Amsterdam naar Cruquiusweg 150 ; 5 februari 1943 V.O.W.]. Kannegieter-Kokernoot, Belia, 13-02-1909 Amsterdam – 30-04-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon]. Kannegieter, Jacob Simon, 13-08-1930 Amsterdam – 30-04-1943 Sobibor [zoon van voorgaand echtpaar]. Kannegieter, Maurice, 11-01-1940 Amsterdam – 30-4-1943 Sobibor [zoon ook van voorgaand echtpaar] Verondersteld mag worden dat zij na verblijf in Heemstede naar hun oude woonadres in Amsterdam zijn teruggekeerd. alvorens Alle 4 gezinsleden zijn na internering per 28-11-1942 op dinsdag 27 april 1943 vanuit Westerbork met transport 61 naar Sobibor gedeporteerd en na aankomst aldaar op 30 april vermoord. Nota Bene Jokos dossier = 3887. In het archief van het Nederlands Beheersinstituut zijn de inventarisnummers van de 4 leden van het gezin Kannegieter respectievelijk 101509 -101510- 101511 en 101512. (Tot op heden is geen fotoafbeelding van dit gezin Kannegieter achterhaald).

Nota Bene Alle 4 personen Kannegieter komen voor op de lijst van personen die zich ingevolge de verordening 6/1941 te Heemstede in het raadhuis zich hebben aangemeld en ook 4 x de leges ad 1 gulden per persoon hebben voldaan.

Huwelijk van Abraham Kannegieter met Belia Kokernoot 5 februari 1930 + vermelding van beider ouders.
Adresboek Heemstede 1942 Met vermelding van Abraham Kannegieter als confectionnair ofwel kleermaker. De echtgenote Belia Kannegieter-Kokernoot was in Amsterdam op het woon-werkadres van haar echtgenoot en van beroep als lingerienaaister en gummiplakster vermeld.
Cruquiusweg Heemstede
Ontwerptekening mei 1938 bouw woningen Cruquiusweg 144-180

De meeste Joodse personen, voor een groot deel afkomstig uit Duitsland, hebben zich tussen 1933 en 1939 in de gemeente Heemstede gevestigd. Na de capitulatie van Nederland in 1940 zijn toch nog 13 personen, en in 1941 zelfs 15 mensen in Heemstede ingeschreven, waaronder 4 van het gezin Kannegieter, welke op 14 maart 1941 zijn geregistreerd op het adres Cruquiusweg 150 in een onder architectuur van Willem C. Groenewegen (1892-1973) in 1938 gebouwd pand.

Uitslag van veiling huizen aan o.a. Javalaan 68 en 70 en Cruquiusweg 144-180 in opdracht van W.C.Groenewegen (IJmuider Courant, 27 april 1940)

Opgemerkt kan worden dat op 13 maart 1941 beperkende maatregelen waren afgekondigd ten aanzien van Joden in het bedrijfsleven en moesten zij zich als werknemers worden verwijderd. Abraham Kannegieter werkte met zijn confectiebedrijfje aan huis, Valckenierstraat 41 hs., Amsterdam, blijkens diverse advertenties in de jaren 1938-1939 waarin om personeel is gevraagd als knoopster, borduurster, strikster, gummi plak(st)ervoor poplin/regenjassen. Precies 1 dag nadat Kannegieter zijn bedrijfje gedwongen moest sluiten – het is nog korte tijd zonder zijn naam voortgezet – heeft hij zich in de gemeente Heemstede laten inschrijven

(Advertentie van A.Kannegieter, Valckenierstraat 41 hs. Amsterdam in Het Volk, 13-9-1938)

Adv. in Het Volk van 12-11-1938
Opmerkelijk is bovenstaande laatste advertentie in Het Volk van 14-8-1942, thans zonder de naam Kannegieter
In de Valckenierstraat nabij Weesperbuurt en Plantage zijn op initiatief van de Joodse zakenman en gemeenteraadslid Simon Wolf Josephus Jitta (1818-1897) en arts, tevens liberaal Eerste Kamerlid dr.E.C.Buechner (1880-1967) via woningbouwvereniging Salerno vanaf 1854 betere arbeiderswoningen gebouwd, ontworpen door architect J.H. Lelyman. Hier woonden voor de Tweede Wereldoorlog merendeels Joodse mensen en voor zover niet in de diamantindustrie hier vaak ook werkten, zoals op de nummers 3,7,13,19,35,37,39 (Nijverheidsvakschool) ,41 (naaiatelier), 43 (slagerij) ,45 (comestibles) ,49, 51 (naaiatelier), 53, 89, 91. [Foto Stadsarchief Amsterdam]. Nota Bene. Naaste buurman, woonachtig Valckenierstraat 41, was een broer van Abraham Kannegieter: Henri Kannegieter, geboren in 1905 en van beroep postbestelller. Deze is 31 maart 19444 vermoord in Polen. Diens echtgenote was Anna Kannegieter-Moscou, geboren in 1905 en 9 juli 1943 omgebracht in Sobibor.

Voordien is al 10 mei 1941 een meldplicht aangekondigd voor personen van geheel of gedeeltelijk Joodse bloede. In Heemstede hebben zich toen 325 inwoners gemeld. Rond 6 mei 1942 zijn – voor zover niet ondergedoken – als onderdeel van hun deportatie de in Heemstede wonende Joden met de Nederlandse nationaliteit naar Amsterdam geëvacueerd. Slechts 19 gezinnen mochten in verband met ernstige ziekte of vanwege zeer hoge leeftijd nog blijven. Op de gezinskaart van Kannegieter is vermeld: 5 februari 1943 V.O.W. = Vertrokken onbekend waarheen. De familie is op 28 november 1942 vanuit de Valckenierstraat Amsterdam in Westerbork aangekomen. Vandaar is het gezin op 27 april 1943 vanuit dit doorgangskamp naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd. Aldaar aangekomen zijn alle 4 personen bij aankomst op 30 april 1943 vermoord.

(De Courant Nieuws van den dag, 4-9-1941)
Voorbeeld inventariskaart kamp Westerbork van Maurice Kannegieter, 28-11-1942 waarop het Amsterdamse huisadres is vermeld. Aankomst interneringskamp 28-11-1942, deportatie 27 april 1943
Overlijdensregistratie in Noord-Hollands Archief, Heemstede, nummer 111, 1948, van Abraham Kannegieter en Belia Kannegieter-Kokernoot
NHA, bevolkingsregister Heemstede, nummer 44 overlijden Maurice Kannegieter en nr. 45 (nogmaals) Belia Kannegieter-Kokernoot
Vermelding van echtpaar en hun 2 kinderen Kannegieter op het Joods Namenmonument aan de Vrijheidsdreef in Heemstede. Zij komen ook voor op Nationaal Joods Namenmonument in Amsterdam

Op 24 november 2023 zijn op initiatief van de heer Marcus Reijnders in het trottoir voor Cruquiusweg 150 Heemstede 4 struikelstenen geplaatst in herinnering aan 4 vermoorde familieleden Kannegieter.

De ontwerper-kunstenaar Gunter Demnich (*1947) was speciaal naar Heemstede gekomen om persoonlijk de 4 Stolpersteine in te metselen
Burgemeester mw. Astrid Nienhuis en de Duitse kunstenaar Gunter Demnich
Tweede van rechts initiatiefnemer de heer M.Reijnders, zoon van C.Reijnders, auteur van het standaardwerk ‘Van Joodsche Natiën tot Joodse Nederlanders’ (dissertatie, 1970). Daarnaast rabbijn Shmuel Spiero die in aanwezigheid van een klein gezelschap van circa 25 personen, onder wie o.a. Harald van Perlstein, secretaris van de stichting Joods Monument Heemstede, een nagedachtenis gebed uitsprak.
De 4 ‘Stolpersteine” in herinnering aan Abraham Kannegieter, echtgenote Belia Kannegieter-Kokernoot en hun twee kinderen Jacob Simon, geboren in 1930 en Maurice, geboren in 1940. Allen vermoord op 30 april 1943 in het Duitse vernietigingskamp op Pools bezet grondgebied Sobibor

In 2019 publiceerde de historicus Wim de Wagt uit Heemstede bij de uitgeverij Boom een historische roman: ‘De barones en de vluchteling’ Daarin komt ook de familie Kannegieter ter sprake. Citaat pagina 238: ‘(…) Gedwongen door een verordening van de Duitse van de Duitse bezetter verhuisde Jacob met zijn vader, Abraham Kannegieter, zijn moeder Belia Kannegieter-Kokernoot, en zijn kleine broertje in het voorjaar van 1942 terug naar Amsterdam, zoals vrijwel alle andere joodse inwoners van het dorp H., die hun woning moesten verlaten om zich op krappe etages in het getto van Amsterdam te vestigen. Het hele gezin werd ten slotte via Westerbork gedeporteerd en op 30 april 1943 1943 vergast in Sobibor’.

Vooromslag van historische roman door Wim de Wagt: De barones en de vluchteling’.

Op initiatief van de heer M.Reijnders zullen op 24 november 2023 door de Duitse beeldend kunstenaar/ontwerper Gunter Demnig (*1947) 4 Stolpersteine worden onthuld voor de 4 omgebrachte leden Kannegieter bij het adres Cruquiusweg 150. Daarmee zal het aantal Struikelsteentjes, eerder 2 geplaatst in de Narcissenlaan en 2 op de Binnenweg in de gemeente Heemstede zijn verdubbeld.

Kauffmann, Georg Herbert, 11-05-1889 Hamburg – 30-10-1944 Auschwitz [Op 21 oktober 1938 vanuit Hamburg naar Rembrandtlaan 19; op 2 oktober 1940 naar Huizen]. Kauffmann-Schönfeld, Lilli Clara, 28-06-1893 Hamburg – 30-10-1944 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Kauffmann, Gerhard Albert Gustav, 22-12-1923 Hamburg – 22-02-1945 Buchenwald [zoon van voorgaand echtpaar]. Kaufmann, Ernst, 26-01-1898 Keulen – 31-01-1945  Duitsland [24 april 1937 vanuit Chemnitz naar Brederolaan 9; 2 oktober 1940 naar Naarden]. Kaufmann-Neustadt, Ruth, 30-08-1909 Charlottenburg – 07-07-1944 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Kaufmann, Stefan, 07-12-1934 Chemnitz – 07-07-1944 Auschwitz [zoon van voorgaand echtpaar]. Kaufmann, Thomas, 20-08-1933 Chemnitz – 07-07-1944 Auschwitz  [zoon ook van voorgaand echtpaar].

Deel van Joods Namenmonument Heemstede met zeven namen KAUFMANN

Klijn, Philip Salomon, 05-02-1875 Amersfoort – 17-09-1942 Auschwitz  [30 mei 1940 vanuit Zwolle naar Javalaan 22; op 24 november 1942 naar buitenland]. Klijn-Troostwijk, Rosetje, 21-01-1876 Zwolle – 17-09-1942 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Koe, Jacques, 21-05-1899 Amsterdam – 29-02-1944 Midden-Europa [op 26 februari 1941 vanuit Amsterdam naar Alberdingk Thijmlaan 59; op 18 mei naar Amsterdam].

Labzowski, Jacob, 25-04-1869 Deretschine (Rusland) – 17-09-1943 Auschwitz [op 23 mei 1930 naar Pieter de Hooghstraat 18; op 18 juli 1942 naar Amsterdam]. Labzowski-van Amerongen, Rebecca, 14-06-1882 Amsterdam – 17-09-1943 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon].

Een dochter van Jacob Labzowski (oorspronkelijk aflomstig uit Litouwen: Wilhelmina Frek- Labzowski (geb. 1897), woonachtig in Zierikzee, is 25 september 1943 vermoord in Auschwitz (Joods Monument)

(2)Landsberger-Zerkowski, Sabina, 14-04-1860 Danzig – 13-03-1943 Sobibor [inwonend Alberdingk Thijmlaan 67; 3 oktober 1942 naar Amsterdam].

Van Leer, Maurits Theodorus, 31-12-1863 Assen – 30-04-1943 Sobibor [op 27 april 1928 vanuit Haarlem naar Postlaan 6; op 25 november 1942 naar Amsterdam]. Van Leer-Godschalk, Marianne, 26-11-1874 Assen – 30-04-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon]. Van Leer, Theodora Francisca, 20-07-1873 Assen – 30-04-1943 Sobibor [op 6 oktober 1927 naar Heemstede; op 18 mei 1943 naar buitenland].

Oproep in de Nederlandsche Staatscourant van 7 november 1945

Elsa Lehmann-Bacharach 02-09-1877 Wiesbaden – 07-05-1943 Sobibor [op 4 september 1939 naar Joh. Vermeerstraat 27; 24 september 1940 naar Naarden].

Leser, Israël, 10-09-1885, Brual – 05-11-1942 Auschwitz [op 23 december 1936 naar Blekersvaartweg 47; op 23 oktober 1940 naar Aalsmeer].

Loeb, Hendrik Otto Ernst, 20-06-1919 Haarlem – 21-05-1943 Sobibor (3)

Henk Loeb, geb. 20 juli 1919. De laatste van hem gemaakte foto in 1940 of 1941
Henk Loeb, geb. 20 juli 1919. De laatste van hem gemaakte foto in 1940 of 1941
Oproep in De Waarheid van 6 december 1945

Nota Bene Voor informatie over Anna Löwenstein-Löb Stern, zie onder WEYL

Lopes de Leaô (de Laguna), Jacob, 21-10-1910 Amsterdam – 11-05-1942 Oranienburg [26 mei 1941 gearresteerd op zijn Heemsteedse onderduikadres. Hij was reserve kapitein, zat in het verzet  (spionage). Zat in het Oranjehotel. Is gefusilleerd na het zgn. proces Zomer in Maastricht]

Jacob Lopes de Leao (foto Joods Monument)

Voor meer uitgebreide informatie verwijs ik naar mijn blog over Joodse onderduikers

Loude, Bension, 13-07-1861 Amsterdam – 02-07-1943 Sobibor [Op 21 oktober 1924 naar Bronsteeweg 104; op 14 juli 1944 V.O.W.].

NHA, Heemstede, akte nummer 242 Opgave van overlijden Bension Loude, 82 jaar op 2 juli 1943 in Sobibor. Echtgenoot van Hermina Jeanette Dorothé Peters  (kinderloos)
Het grote pand Bronsteeweg 104 niet ver van de Blauwe Brug. In 1924 gebouwd, aanvankelijk bedoeld voor twee gezinnen, ontworpen door bureau De Bruin en Jonkheid  Bewoond door diamanthandelaar B.Loude afkomstig uit Amsterdam, in 1932 uitbouw met keuken.  Bension Loude is 24 mei 1911 getrouwd met Henrietta Peters (geboren 2405-1911 in Harburg)  te Watergraafsmeer. Na zijn overlijden in een Duits vernietigingskamp bleef het na WOII bewoond door de weduwe. H.J.D.Loude-Peters

Marchand-Baruch, Mirjam, 16-06-1876 Amsterdam – 10-09-1942 Auschwitz [Op 10 maart 1941 naar Frans Listzlaan 8; op 25 april 1941 naar Amsterdam].

familie Mogendorff

Advertentie firma Gebr. Mogendorff, Prins Hendrikstraat 43 Arnhem
mogendorff
Briefkaart van firma I.L.Mogendorff in Arnhem aan parfumeriezaak H.Rulkens, Zwartbroekstraat 2 in Roermond, 23 december 1930.
credit-nota van de firma v/h Mogendorff in Arnhem, 23 december 1930

Mogendorff, Salomon Israel, 10-07-1904 Arnhem – 13-12-1942 Auschwitz [op 2 april 1940 vanuit Arnhem naar Sweelinckplein 4; op 5 februari 1943 V.O.W.]. N.B. Voor Salomon Mogendorff is op de Joodse begraafplaats in Arnhem een gedenksteen geplaatst.

Mogendorff-Meijer, Grietje, 21-07-1906 Arnhem – 26-02-1943 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon].

Vestiging S.I. Mogendorff op het adres Sweelinckplein 4 Heemstede, komende van de Colenbranderstraat in Arnhem (Eerste Heemsteedse Courant, april 1940) N.B. Lies Grintjes *22 jaar) werkte bij de familie in Arnhem en verhuisde met het gezin mee naar het Sweelinckplein.  In  1942 verhuisde de familie Mogendorff verplicht naar Amsterdam en huurde een bovenhuis in de Rivierenbuurt, in juli 1942 zijn ze bij boer Hannes Bogaard in de Haarlemmer ondergedoken en aldaar opgrpakt.Lies Grintjes vond een nieuwe baan als assistente in de huishouding bij tandarts J.E.ten Hones, Heemsteedse Dreef 184. In 1943 trouwde zij met de heer Boelsma in het raadhuis van Heemstede.
Joods Monument Heemstede met vermelding van 4 personen uit het gezin Mogendorff
Joods Namenmonument Amsterdam met veel telgen uit het familiegeslacht Mogendorff

Er heerste een hechte familieband tussen de Mogendorffs, aldus Lies Grintjes die na de verlichte verhuizing naar Amsterdam correspondeerde met de familie. Op 24 maart 1943 schreef Judith de Leeuw (Mogendorff) een brief  waarin zij berichtte dat Gré [Grietje Mogendorff-Meijer en haar twee kinderen op transport waren gesteld vanuit Westerbork naar een voor hen onbekende bestemming. Dat betrof transport 51 op dinsdag 23 februari 1943 van Westerbork naar Auschwitz, bestaande uit 1101 gedeporteerden van wie 110 kinderen. De trein telde 25 wagons. Allen vermoord in de gaskamers. Bij de bevrijding  op 4 overlevenden na, namelijk 2 mannen en 2 vrouwen [bron: In Memoriam, De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945. Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2012, samengesteld door Guus Luijters]

Schrijven vanuit Amsterdam, 24 maart 1943 door Judith Sientje de Leeuw (Mogendorff). Geboren op 25 april 1916 in Arnhem en na de bevrijding naar Israël geëmigreerd, waar zij op 15 september 2011 op 95-jarige leeftijd is overleden in Herziya. Zij was een zuster van de omgebrachte Salomon Israël Mogendorff en Michaël Mogendorff.
Swee2
Sweelinckplein Heemstede (NHA)
Mevrouw M. Mogendorff aan het werk op haar adres aan het Sweelinckplein in Heemstede
Mevrouw G. Mogendorff-Meijer aan het werk op haar adres aan het Sweelinckplein in Heemstede

Mogendorff, Bernard, 04-06-1932 Arnhem – 26-02-1943 Auschwitz [zoon van voorgaand echtpaar].

Bernard en Sara Antoinette Mogendorff samen lezende in een boek

Mogendorff, Sara Antoinette, 25-03-1929 Arnhem – 26-02-1943 Auschwitz [dochter van vooraand echtpaar].

Sara Mogendorff met voor zich een leesboek, juni 1942
Sara Mogendorff met voor zich een leesboek, juni 1942
V.l.n.r.: Salomon Israël Mogendorff, echtgenote Grietje Mogendorff-Meijer, zijn zuster Suzanne Mogendorff-de Leeuw en haar echtgenoot Michael Mogendorff. Hier gefotografeerd in het huis aan het Sweelinckplein Heemstede. Alle vier zijn omgebracht in Auschwitz.
V.l.n.r.: Salomon Israël Mogendorff, echtgenote Grietje Mogendorff-Meijer, zijn zuster Suzanne (Suze) Mogendorff-de Leeuw en haar echtgenoot Michael Mogendorff. Hier gefotografeerd in het huis aan het Sweelinckplein Heemstede. Alle vier zijn omgebracht in Auschwitz.
Suze Mogendorff-de Leeuw en echtgenoot Michaël Mogendorff in gelukkiger tijden op bezoek bij familie op het Seeelinckplein.

Op 14 november 1939 vestigde zich Michaël Mogendorff, geboren op 30 juni 1894 in Wijhe, vanuit Arnhem in Heemstede, op kamers in het grote pand Oud-Berkenroede, Herenweg 145. Samen met zijn vrouw Rosa Fina Cohen, met wie hij in 1924 was getrouwd en hun op 31 mei 1925 geboren dochter Margaretha. Begin 1940 verhuisde het gezin naar het adres Hugo de Grootlaan 2.  Na de verplichte melding februari 1941 moest Heemstede verlaten en naar Amsterdam verhuizen. In tegenstelling tot zijn vader (Salomon Israël Mogendorff (*1872 – 1944 Auschwitz) overleefde hij de oorlog en is hij in 1987 in Amstelveen overleden. Ook zijn ondergedoken vrouw en dochter hebben de  oorlog overleefd.

Begin 1940 vestigde voornoemde Salomon Israël (Sally) Mogendorff met zijn gezin  in Heemstede, Sweelinckplein 4. Zijn broer Michäel Mogendorff en echtgenote Susanne Mogendorff  de Leeuw (mede-compagnon van de door hun vader gestichte papierhandel Gebr. Mogendorff) bezocht de familie veelvuldig totdat men in 1941 werd verplicht zich in Amsterdam te vestigen.

De Hoofdcommissaris van Politie van Arnhem verzoekt opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Michaël Mogendorff en zijn vrouw Susanna Mogendorff-de Leeuw. Zij worden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben’.  [Met deze aanduiding werden Joden bedoeld die elders waren ondergedoken]. Michaël Mogendorff, geboren 30-7-1901, is naar wordt aangenomen in Arnhem opgepakt en op 28 februari 1945 op een onbekende plaats in Midden-Europa omgekomen. Zijn vrouw, geboren in Arnhem 7 juni 1902, is omgebracht in Auschwitz, 25 oktober 1942. Hun drie kinderen hebben de oorlog overleefd.

Gezin Michaël Mogendorff (Joods Monument)
Oprichting fabriek Mogendorff, uit: Arnhemsche Courant van 10-12-1930.
Bericht uit de Arnhemsche Courant van 28 februari 1940
Na de bevrijding is de drukkerij van etiketten, labels, ansichtkaarten e.d. onder de oude naam Gebr.Mogendorff nog een aantal jaren voortgezet (Arnhemsche Courant, 24-5-1950)
In 1939, begin 1940 woonde de familie Mogendorff-Cohen tijdelijk op  in Oud Berkenroede, Herenweg 145 Heemstede, tot men huisvesting vond op het adres Hugo de Grootlaan 2 (Haarlem’s Dagblad, 20-1-1940)
(Eerste Heemsteedsche Courant, 1940). Deze Michaël Mogendorff sr.overleefde de oorlog
Hugo de Grootlaan 2 Heemstede
M.Mogendorff, Hugo de Grootlaan 2a (Adresboek Heemstede-Bennebroek, 1942)
(Uit: In Memoriam; de gedeporteerde en vermoorde Joods, Roma en Sinti kinderen 1942-1945), 2012. Foto afkomstig van Joop Mogendorff, zoon van Michael Mogendorff (in 1944 omgebracht). Op de foto met o.a. zijn in Auschwitz vermoorde nicht Sara Antoinette en neef Bernard.

Acht joodse families van vier personen uit Heemstede hebben de holocaust niet overleefd, waaronder de familie Mogendorff. Vader Sally (Salomon Israël), moeder Greta en twee kinderen Sara Antoinette en Bernard verhuisden op 2 april 1940 vanuit Arnhem naar het adres Sweelinckplein 4. De toen 22-jarige Lies Grintjes werkte bij de familie in Arnhem in de huishouding en verhuisde mee naar Heemstede. Zij huwde in 1943 in Heemstede en woonde daar in 1995 nog steeds. Enkele familiefoto’s, een Jodenster en de laatste briefkaarten uit het kamp Westerbork waren de enige tastbare herinneringen aan deze voor haar dierbare familie.  In 1942 werd ook de familie Mogendorff verplicht naar Amsterdam te verhuizen, waar men een bovenwoning in de Rivierenbuurt betrok. Vervolgens dook het gezin onder bij boer Johannes Bogaard in de Haarlemermeer en is daar op 11 november 1942 opgepakt.  De Mogendorff’s werden overgebracht naar doorgangskamp Westerbork, Hooghalen. Op 20 februari 1943 ontving Lies Grintjes (1), die intussen werkzaam was bij tandarts Ten Hones aan de Heemsteedse Dreef, een laatste briefkaart net onder andere de volgende inhoud:  ‘Wat prettig dat je nog geregeld schrijft. Ook de kinderen vinden het fijn als een brief van je komt en dan worden er altijd herinneringen opgehaald. Wij maken het naar omstandigheden goed. Onze stemming laat wel eens wat te wenen over. Ik werk veel in de buitenlucht. Het nichtje Nel is ziek en haar toestand is nogal ernstig. Maar zo lang er leven is, is er hoop (…)’. Het laatste levensteken was een adreswijziging, op 24 februari afgestempeld in Assen, met als oud adres: ‘Barak 61 Westerbork’ en nieuw adres ‘onbekend’. Volgens verklaringen van het Rode Kruis zijn G.Mogendorff-Meijer en haar twee kinderen op 26 februari met transport 51 op 23 februari 1943 op de trein gezet naar Auschwitz gezet en daar op 26 februari omgebracht. Sally kwam eerder op 13 december 1942 in hetzelfde vernietigingskamp om.

Lies Grintjes tussen Sarah (Donja) en Bernard (Bertie) Mogendorff, maart 1942 op het Sweelinckplein.

(Mevrouw Lies Boeltjes-Grintjes is in 2005 op 99-jarige leeftijd  in Heemstede overleden). Haar kleindochter schreef een werkstuk over de oorlogsperiode, dat onder de naam Lisette van den Akker is te vinden op de site van het Holocaust namenmonument.

mo3
Briefkaart uit Westerbork met adreswijziging van M.Mogendorff [haar man was toen al in Auschwitz omgebracht]
Aantekeningenboekje door Richard Schoevaart in 1997 gevonden en afkomstig van Sonnie Mogendorff. Het lag op de vloer van een ingebouwde kast in de kamers en suite van de Grevelingensnstraat 14-2 hoog te Amsterdam in de Rivierenbuurt. Het formaat van het boekje is 12 c 8,5 centimeter en opengeslagen 12 x 17 cm. De lichtbruine buitenkant is gemaakt van dik papier met een structuur. De boven- en onderrand zijn gestikt. Op de binnenkant van de kaft staat iets met rode pen geschreven en enkele met potlood geschreven woorden lijken uitgegumd. In het omslag is een iets kleiner opschrijfboekje bevestigd met een kartonnen kaft. De kleur is oranje en daarop zit een etiketje met de naam van Sonnie en groep 11A. Op de binnenkant links staan jaartallen. Dan volgen er 10 gelinieerde blaadjes (20 pagina’s) waarvan pagina 1 een rekensommetje bevat. Alle andere pagina’s zijn onbeschreven. (Joods Monument)
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Vermelding Mogendorff op namenmonument in herdenkingsruimte van. Hollandse Schouwburg Amsterdam
Fragmentgenealogie voorouders van Salomon Israël Mogendorff (04-1942) Uit: Stamboom Lehrer, Genealogie online.
(Klein-)kinderen van mw. Boelsma-Grintjes hebben de oorlogsherinneringen aan Arnhem en Heemstede aan het internet toevertrouwd
Vervolg van herinneringen aan de familie Mogendorff, slachtoffers van de Holocaust.
Fragment uit artikel over de Bogaards in de Haarlemmermeer; door dr.L.de Jong, deel VI, pagina 335. waarin o.a. een familie Mogendorff ter sprake komt.
sara
Familieleden, kinderen Mogendorff bijeen. Rechtsonder Bertie (Bernard) en Sara (Antoinette) Mogendorff
In een recente televisieuitzending: Nederland op film tvblik.nl van 25 juni 2022 kwam een film voorbij waarin na 30 minuten bewegende beelden zijn te zien van Sonja (Sonnie)  (midden) en rechts  Bertie (Bernard)  Mogendorff spelende op het terrein van boer Johannes Bogaard. in de Haarlemmermeer waar zij zaten ondergedoken. Bovenstaand een still
Sonnie en Bernie Mogendorff en in het midden nog een meisje gezeten tegen  een hooiberg van boer Bogaard

https://tvblik.nl/Nederland-op-film/25-juni-2022

Lotgevallen van het gezin Mogendorff vanaf 1940; door Rolf Schoevaart (Joods Monument)
Gedenksteen in Joods Monument te Amsterdam van Bernard Mogendorff (foto Rolf Schoevaart)
Gedenksteen Joods Monument van Sara Mogendorff (Rolf Schoevaart)

BROER MICHAEL MOGENDORFF en DIENS ECHTGENOTE SUZANNE MOGENDORFF DE LEEUW, UIT ARNHEM  KWAMEN IN 1940 BIJ DE FAMILIE IN HEEMSTEDE OP BEZOEK- BEIDEN ZIJN OOK OMGEKOMEN IN VERNIETIGINGSKAMP AUSCHWITZ:

Michaël Mogendorff (geboren  30-7-1901 in Arnhem) woonde met zijn vrouw Susanne Mogendorff-de Leeuw (geboren 7 juni 1902 in Arnhem) op het adres Frombergstraat 12. Zijn vader had een papierhandel/etikettenfabriek opgericht die door de twee zonen Salomon (Sally) Israël en Michaël onder de naam Gebr. Mogendorff is voortgezet.

Salomon verhuisde met zijn gezin (echtgenote en 2 kinderen) begin 1940 naar Heemstede, Sweelinckplein 2. Nadat zij zich in 1942 gedwongen in Amsterdam moesten vestigen zijn zij vanuit de Rivierenbuurt, in dat jaar ondergedoken bij boer Johannes Bogaard in de Haarlemmermeer en aldaar 12 november 1942 opgepakt. Vervolgens allevier in Auschwitz vermoord. de vier personen staan vermeld op het Joods Namenmonument in Heemstede

Het is onduidelijk waar en wanneer, maar het echtpaar Michaël Mogendorff en Susanne Mogendorff-de Leeuw is op een onbekende datum opgepakt en beiden zijn omgebracht: Michaël op 28 februari 1945, officieel vermeld als ‘Midden Europa'(vermoedelijk Auschwitz) en Suzanne Mogendorff-de Leeuw op 25 oktober 1944 in Auschwitz. De drie (ondergedoken) kinderen hebben de oorlog overleefd. Na de Bevrijding is de papier-/etikettenfabriek door anderen voortgezet, aanvankelijk nog onder de oude naam Gebr. Mogendorff.

=======

Muller, Samuel Liefman Leo, 2-07-1909 Enschede – 28-2-1943 Auschwitz. Deze apotheker uit Enschede zat in 1943 ondergedoken bij de familie Moolenaar, Van Merlenlaan 1 Heemstede. Met 3 andere Joodse personen uit de familie Van Spiegel is hij op 8 mei 1943 opgepakt en naar Amsterdam overgebracht. Alle 4 gearresteerde personen zijn omgekomen.

Op 13 september 2012 in Enschede gelegde Stolpersteine [struikelstenen], waaronder 1 in herinnering aan Samuel Liefman Leo Muller
Op 13 september 2012 in Enschede gelegde Stolpersteine [struikelstenen], waaronder 1 in herinnering aan Samuel Liefman Leo Muller (1909-1943)

Neeter, Samuel, 20-07-1904 Amsterdam – 04-06-1943 Sobibor [op 29 mei 1935 vanuit Haarlem naar Timorstraat 39; op 18 januari 1943 naar Amsterdam]. Neeter-Vega, Esther, 04-01-1910 Amsterdam – 04-06-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon].

Vestiging van familie Neeter (Samuel gaf als beroep agenturen op, reiziger in gebreide artikelen) in Heemstede, Timorstraat 39 (Eerste Heemsteedsche Courant, 7 juni 1935). Hij was een zoon van Jacob Neeter en Judith Woudstra. Op 16 augustus 1933 gehuwd met Esther Vega, die 4-1-1910 in Amsterdam is geboren. Het echtpaar kreeg twee kinderen; 1) Judith * 10-4-1937 Haarlem en 2) Anna * 26-9-1940  Haarlem, Joles Ziekenhuis. Op 29 mei 1935 is het echtpaar ingeschreven op het adres Timorstraat 39. Vermoedelijk in 1938 verhuisd naar grotere woning:  Irislaan 1. Op 18 januari 1943 is in het bevolkingsregister genoteerd: uitgeschreven naar Amsterdam.

Neeter, Anna, 26-09-1940 Haarlem – 04-06-1943 Sobibor [dochter van voorgaand echtpaar].

Vermelding van geboorte dochter Anna Neeter (Het Vaderland, 28 september 1940)

Neeter, Judith, 10-04-1937 Haarlem – 04-06-1943 Sobibor [dochter ook van voorgaand echtpaar].

Geboortebericht van Judith Neeter op 10 april 1937 uit Algemeen Handelsblad van 12 april 1937

Niekerk, Carolina, 16-05-1881 Woerden – 09-04-1943 Sobibor [Op 29 september 1936 naar Bronsteeweg 22; op 18 januari 1943 naar Amsterdam]. Niekerk, Jeanne Sara, 20-02-1889 Woerden – 09-04-1943 Sobibor [was zuster van voorgaande persoon en woonde op hetzelfde adres; op 31 juli 1942 naar Amsterdam].

Oppenheimer, Johann [Hans] Felix Robert, 18-06-1901 Fürth  – 20 maart 1945 Bergen-Belsen [vanuit Berlijn op 18 augustus 1936 naar Joh. Vermeerstraat 11; op 7 oktober 1940 naar Haarlem].

Oppenheimer-Fürst, Friederike, 23-01-1902 Heidelberg – 17-01-1945 Bergen-Belsen [echtgenote van voorgaande persoon].

Het echtpaar Hans Oppenheimer en Friederike Oppenheimer-Fürst, beiden omgekomen in concentratiekamp Bergen-Belsen, terwijl hun drie kinderen, Paul, Rudi en Eve, zijn bevrijd door Engelsen, de Holocaust overleefden.
Identiteitsbewijs van Rudi Oppenheimer, in Laren afgegeven, nadat het Joodse gezin door de Duitse bezetters verplicht was de kuntstreek waaronder Heemstede ressorteerde naar het Gooi te verhuizen, wat vervolgens Amsterdam werd.
Rudi

Rudi Oppenheimer die de Holocaust overleefde houdt in 2015 nog altijd lezingen op Britse scholen. Hier toont hij zijn Jodenster (Express) Broer Paul is in 2007 overleden en Rudi Oppenheimer in 2019 gestorven.

Moeder Friederieke (Rita) Oppenheimer-Fürst in Berlijn met de in 1934 pas geboren Rudi, en daarnaast Paul Oppenheimer
Oppenheimer2
Friederike, Paul, Rudi en Eve Oppenheimer in de tuin van het huis in de Johannes Vermeerstraat te Heemstede
oppenheimer
brief van Hans Oppenheimer vanuit kamp Westerbork verzonden naar dr. K.Prager
Oppenheimer1
vervolg brief van Hans Oppenheimer vanuit Westerbork verzonden naar dr.K.Prager in Amsterdam
Het laatste teken van leven van Hans Oppenheimer, vanuit kamp Westerbork verzonden.
Omgekomen familieleden Oppenheimer
Omgekomen familieleden Oppenheimer

Oppenheimer, Josef, 19-10-1866 Kleinwallstadt – 23-7-1943 Sobibor [op 15 april 1939 naar Jac. de Witstraat 16; op 17 oktober 1941 naar Amsterdam].

Oppenheimer

Gecensureerde brief in 1939 vanuit Palestina verzonden aan Joseph Oppenheimer, Jacob de Witstraat 16  in Heemstede

Oppenheimer-Baum, Meda, 10-02-1876 Neurenberg – 23-07-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon].

Vooromslag van autobiografie ‘From Belsen to Buckingham Palace’ door Paul Oppenheimer. Quil Press, Newark, Nottinghamshire, 1996. Vele malen herdrukt. Daarin ook een hoofdstuk: ‘Out of harm’s way Heemstede’.
Achteromslag van boek herinneringen door Paul Oppenheimer: ‘From Belsen to Buckingham Palace”.

Voor het hoofdstuk: ‘Out of Harm’s Way. Heemstede, September 1936 – October 1940 (Johannes Vermeerstraat 11) Zie: librarianablog: De Schilderswijk in oorlogstijd / Bronsteebuurt.

Bernardus Bernardus Mathias van Perlstein *19-8-1882 Arnhem, ov. 31-1-1944 Auschwitz [Op 3 mei 1947 naar Clivialaan 26 Heemstede, op 5 februari 1943 bij de gemeente geregistreerd als V.O.W.= Vertrokken Onbekend Waarheen)

Bernard Benedictus Mathias van Perlstein woonde op het adres Clivialaan 26. In zijn huis te Heemstede zat Ida Hecht ondergedoken. In 1916 gehuwd met Anna ofwel Annie Machielse (1890-1977), uit welk huwelijk 2 zonen zijn geboren: Henry Bernard van Perlstein (geb. 1916 en Edgar Bernard van Perlstein (geb. 1917). Hij handelde in Atlas-gist en hield kantoor op het adres Regulierdwarsstraat 61 in Amsterdam. Door verraad van Ans van Dijk  in januari 1943 opgepakt.  Op 15 november 1943 is hij vanuit kamp Vught op transport gesteld naar het vernietigingskamp Auschwitz. Zijn exacte overlijdensdatum kon achteraf niet meer worden achterhaald. De administratieve sterfdatum is vastgesteld op 31 januari 1944. [foto Community Joods Monument]
B.B. van  Perlstein. cartoteek Joodse Raad
Bernard van Perlstein in zijn kantoor te Amsterdam omstreeks 1925 (Joods Monument).
Joods Monument Heemstede met vermelding van 2 namen Perlstein

Van Perlstein, Siegfried Herman (Frits), 22-02-1885 Doetinchem – 25-01-1943 Auschwitz [In 1918 gehuwd met Dina Maria Hissink (1892-1978); 2 kinderen (Elisabeth Coenradina (Bep) geboren in 1922, op 28 mei 1948 in Amsterdam gehuwd met Frederik Hendrik Haanebeek (1899-1981) en Jenny Maria, geboren in 1923 en overleden  8 mei 2011 te Haarlem; begraven naast Dina Maria Hissink-van Perlstein op de algemene begraafplaats in Heemstede).. Op 24 april 1934 is het echtpaar Van Perlstein-Hissink verhuisd naar Heemstede, eerst Laan van Rozenburg 24, in 1940  nog Irislaan 13; 1940- Bachlaan 16, op 10 april 1941 uitgeschreven naar Bloemendaal. Hij is overgebracht naar het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht Het Apeldoornsche Bosch en vandaar gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz. 

Kaart in 1934 vanuit Zaandam verzonden aan echtpaar S.H.Van Perlstein-Hissink, toen woonachtig Laan van Rozenburg 24 Heemstede. Ook woonachtig geweest op het adres Irislaan 13.

Siegfried (Frits) van Perlstein was advocaat en procureur te Amsterdam, 1919-1920 voorzitter van de Ned. Bond van Belastingbetalers;  hoofdredacteur van de ‘Financiëele Revue’. Hij is overgebracht naar het Centraal Israëlitische Krankzinnigengesticht Het Apeldoornsche Bosch en vandaar via kamp Westerbork getransporteerd naar Auschwitz.]. In 1940 eigenaar van Bachlaan 16 .Zijn weduwe D.M.van Perlstein-Hissink en  beide dochters Elisabeth en Jenny van Perlstein zijn na de Bevrijding  (1947/1948) teruggekeerd in het ouderlijk huis aan de Bachlaan in Heemstede, waar daarvoor ook enkele andere personen hebben gewoond, zoals de weduwe A. Stokvis-Pinkhof (moeder van de omgebrachte Willem Stokvis), echtpaar Citroen, en journalist L.Meijer

(De Volkskrant, 28-7-1945)
(Algemeen Handelsblad, 27-1-1947)
(Het Parool, 26 september 1946)
(Arnhemsche Courant, 25-10-1919)
Bericht uit de Nieuwe Limburger, uit 1969 betreffende een bericht uit 1919
Overlijdensbericht van mw. Dina Maria van Perlstein-Hissink (Haarlems Dagblad, 18-11-1978)
Overlijdensadvertentie Jenny van Perlstein (1923-2011)
Graf op de algemene begraafplaats Heemstede van Dina Maria van Perlstein-Hissink (1892-1978) en Jenny Maria van Perlstein (1923-2011)

Pollak, Guido Israël, 23-10-1903 Berlijn – 31-01-1945  Auschwitz [Op 2 april 1938 naar Camplaan 30 en op 23 oktober 1940 uitgeschreven naar Naarden].

In de uitgave 'In Memoriam'( SDU, 1995)wordt ook Margot Ernestine Pollak-Prinz (geb.29-11-905 Berlijn) als zijnde overleden 31-1-1945 in Duitsland. Uit een getuigenis uit 1981 ontvangen via Yad Vashem,blijkt echter dat zij WOII overleefde
In de uitgave ‘In Memoriam'( SDU, 1995)wordt ook Margot Ernestine Pollak-Prinz (geb.29-1-1905 Berlijn) als zijnde overleden 31-1-1945 in Duitsland. Uit een getuigenis uit 1981 ontvangen via Yad Vashem, blijkt echter dat zij WOII overleefde

Van Praag, Leentje, 22-09-1871 Amsterdam – 14-05-1943 Sobibor [14 april vanuit Amsterdam naar Jan van Goyenstraat 15; op 10 maart 1943 naar Amsterdam]. Van Praag, Netje, 02-01-1868 Amsterdam – 14-05-1943 Sobibor [zuster van Leentje van Praag; 24 april 1940 naar Jan van Goyenstraat 15; 10 maart 1943 naar Amsterdam].

Van Praag, Simon Joseph, 10-11-1869 Amsterdam – 14-05-1943 Sobibor [broer van Leentje en Netje van Praag; na 1925 naar Jan van Goyenstraat 15; 10 maart 1943 naar Amsterdam].

Echtgenote van Simon van Praag: Elisabeth van Praag-Barends is in 1938 overleden en in Heemstede begraven (De Telegraaf, 16-10-1938)
Portret van Simon van Praag
Simon Joseph van Praag, geb. op 10 november 1869 in Amsterdam was na zijn studie huisarts en in dienst van de geneeskundige gemeentelijke dienst in Rotterdam. Na zijn pensionering vestigde hij zich in 1925 in Heemstede, Jan van Goyenstraat 15, waar hij nog jaren actief is geweest op organisatorisch terrein, zoals bij oprichting en beheer Comité voor kinderpostzegels en voor de Nederlandsche Beweiging voor een eenheid door Democrtie, afdeling Haarlem. Aanvraag voor Barneveld afgewezen. Hij was gehuwd met Elisabeth Barends uit Amsterdam, 14 oktober 1938 in Heemstede overleden. Simon van Praag kwam om op 14 mei 1943 in Sobibor, evenals twee zusters van hem: Netje van Praag (2-1-1868 / 14-5-1943) en Leentje van Praag (22-9-1871 / 14-5-1943). Literatuur: J.H.Coppenhagen. ‘Anafiem Gedoe’iem. Overleden joodse artsen uit Nederland 1940-1945′. Rotterdam, 2000, pagina 130. [Voor informatie over de Barneveld groep, zie site: Holocaust in Holland – Barneveld Joden].
Bericht in de Eerste Heemsteedsche Courant van 19 februari 1937
Joods Monument Heemstede met vermelding van 3 personen Van Praag
(Haarlem’s Dagblad, 6 februari 1946)

Roozendaal, Siegfried Jozeph, 12-03-1894 Almelo – 31-03-1944 Midden-Europa [op 30 mei 1940 naar Javalaan 22; op 5 februari 1943 V.O.W.]. Roozendaal-Klijn, Henriëtte, 21-07-1903 Soest – 19-10-1942 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Rosen, Gotthold, 24-06-1877 Stolp – 13-03-1943 Sobibor [op 28 februari 1939 komende uit Berlijn naar Burgemeester van Lennepweg 44; 21 oktober 1940 naar Baarn]. Rosen-Mozes, Rosa, 11-10-1882 Treptow – 13-03-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon].

Rothstein, Fina Brandlia, 21-08-1894 Bialobrzeg (Polen) – 28-01-1944 Auschwitz [op 20 februari 1934 naar Meer en Boslaan 40; vervolgens Johannes Vermeerstraat 40, op 18 juli 1940 naar Amsterdam, op verschillende adressen, 29-9-1943 kamp Westerbork en 25-1-1944 gedeporteerd naar Auschwitz, alwaar na aankomst vermoord.

Rothstein

Portret van Fina Brandlia Rothstein. Uitvoeriger informatie over haar is te vinden op het (algemene) Joods Monument.

Van Rijs, Abraham, 10-11-1905 Amsterdam – 04-06-1943 Auschwitz [op 26 juli 1937 naar Timorstraat 37; op 28 december 1942 naar Amsterdam]. Van Rijs-Hegt, Sophia, 05-07-1906 Amsterdam – 04-06-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon].

Sophia van Rijs-Hegt (1906-1943)  (Joods Monument)

Van Rijs, Henny Hetty, 07-01-1931 Leiden – 04-06-1943 Sobibor [dochter van voorgaand echtpaar].

Henny Hetty van Rijs (1931-1943) (Joods Monument)

Van Rijs, Dinah, 12-01-1935 Leiden – 04-06-1943 Sobibor [dochter ook van voorgaand echtpaar].

Dinah van Rijs (Joods Monument)
rijs10

Van links naar rechts: Henny Hetty van Rijs, vriendin Dineke Klinkenberg en Dinah van Rijs

Herinneringen van Voorwegschool vriendin Dineke Klinkenberg aan Henny Hetty van Rijs

Schönfeldt-Sommerfeld, Rosa Gertrud, 15-05-1864 Berlijn – 28-05-1943 Sobibor [28 januari 1939 Rembrandtlaan 19; op 2 oktober 1940 naar Huizen].

Schuster, Bernhard Moritz, 13-11-1888 Frankfurt – 10-08-1942 Auschwitz [30 juni 1933 naar Narcissenlaan 16; 4 november 1942 naar Amsterdam]. Schuster-Monachimoff, Rosa, 26-2-1898 Essen – 13-08-1942 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon]. Schuster, Klaus Michael, 14-05-1931 Amsterdam – 19-11-1943 Auschwitz [zoon van voorgaand echtpaar].

Klaus Michael Schuster, ov. 19-11-1943 Auschwitz (fotocoll. H.Danko-Monachimoff)
Klaus Michael Schuster, ov. 19-11-1943 Auschwitz (fotocoll. H.Danko-Monachimoff)

Schuster, Werner Alexander, 10-01-1933 Amsterdam – 19-11-1943 Auschwitz [zoon ook van voorgaand peroon].

Wener Alexander Schuster, ov. 19-11-1943 (fotocoll. H.Danko-Monachimoff)
Wener Alexander Schuster, ov. 19-11-1943 (fotocoll. H.Danko-Monachimoff)
De broertjes Werner Alexander (links) en Klaus Michael Schuster (Joods Monument)

Seelenfreund, Robert Hermann, 18-01-1935 Leipzig – 23-01-1943 Sobibor [op 20 oktober 1939 naar Narcissenlaan 16; 12 januari 1942 naar Amsterdam].

Serphos, Simon, 04-12-1898 Arnhem – 31-01-1944 Auschwitz [op 21 december 1937 naar J. de Wittstraat 11; op 9 oktober 1944 V.O.W.]

Simon Serphos. kampkaart Vught
Simon Serphos. Cartoteek Joodse Raad
Simon Serphos. Idem cartoteek Joodse Raad Amsterdam

Specht, Walter Henry, geboren 26-06-1884 Hamburg. Bankier. Gehuwd met Gertrud Frank, geboren 10 juli 1910 in Berlijn. Zij kregen twee kinderen: Edgar (geboren 2 oktober 1926 in Hamburg) en Herbert Gustav, geboren 3 september 1923 in Hamburg. 17 april 1938 ingeschreven in Heemstede, 16 september verhuisd naat Hilversum   Hij komt voor op de leerlingenlijst Kennemer Lyceum ingeschreven klas 1A met als woonadres Franz Schubertlaan 50 Heemstede

Laatstgenoemde is omgebracht 3 september 1943 in vernietigingskamp Sobibor

Vestiging familie W.H.Specht Heemsteedse Dreef 110 Heemstede (Eerste Heemsteesxche Courant, 1 mei 1936)

Op 17 april 1936 was het gezin verhuisd  naar Heemstede,  naar het adres Heemsteedse Dreef 110; Herbert was leerling van het Kennemer Lyceum in Overveen. op 16 september 1940 naar Hilversum verhuisd. Herbert volgde in dat jaar de Autoschool in Driebergen. In die plaats is hij ondergedoken en na verraad opgepakt en via kamp Westerbork naar Auschwitz overgebracht.

Vader W.H.Specht is op 58 jarige leeftijd na internering in kamp Westerbork op 7 maart  in 1943 te Sobibor omgebracht.

De familie Specht woonde na uit Hamburg te zijn vertrokken op het adres Heemsteedse Dreef 110, begin 1940 stond men ingeschreven Schubertlaan 50, Het gezin moest verplicht verhuizen  in september1941 en schreef zich in op het adres Joh. Gerardtsweg 79 in Hilversum. Bovenstaand de vermoedelijk laatste familiefoto’s  in Hilversum genomen voor de ‘evacuatie’naar Amsterdam en het  transport via Westerbork naar vernietigingskamp c.q. onderduik van echtgenote en zoon Edgar die WOII overleefden. [Uit herinneringen van Wilco Viëtor die Heemsteedse Dreef 59 woonde. Diens verhaal is opgenomen in de collectie dagboeken en egodocumenten van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in Amsterdam.
foto van Walter Henry Specht, maart 1943 door de nazi’s omgebracht in Sobibor (met dank voor informatie van Paul Kuiper). zijn echtgenote en en jongere zoon overleefden de oorlog
Stolperstein (‘struikelsteen’) in herinnering aan Walter Henry Specht voor zijn Hamburgse huis Maria-Louisen Strasse 2

Specht, Herbert Gustav, geboren op 03-09-1923 in. Hamburg. Via Heemstede en 16-9-1940 Hilverum via Westerbork op 3 september 1943 in Auschwitz vermoord [zoon van voorgaande persoon, in Sobibor vermoord].

Portret van Herbert Specht op 20-jarige leeftijd 3 september 1943 omgebracht in Auschwitz (met dank aan Paul Kuiper)
Herbert Gustav  Specht bezocht de lagere school in Heemstede, de Dreefschool aan hert Julianaplein. In 1939 ingeschreven als leerling van het Kennemerlyceum in Overveen. Zijn naam komt voor op een plaquette in het Kennemer Lyceum. De gedenkplaat is 4 mei 1950 onthuld en is vervaardigd door mej.N.Bakema uit Haarlem. De onthulling geschiedde door mevrouw J.J.Prins-Werker en de kranslegging vond plaats door de voorzitter van het toenmalig schoolbestuur, de heer A.D.Strumphler.  (foto van Paul H.Kuiper, Historische Kring Velsen)

Ter aanvulling: in een boekuitgave ‘Rumor in Schol; de geschiedenis van het Kennemer Lyceum tijdens de Tweede Wereldoorlog’ door dr.J.Römelingh en dr.G.P.G.M.van Rijn (2005) schrijft laatstgenoemde: ‘op 4 mei 1950 werd er een gedenkplaat onthuld die was aangebracht in de uur bij de ingang van de aula op de eerste verdieping. Op deze plaquette, die was vervaardigd door de beeldhouwster Mej.N.Bakema uit Haarlem, staan de namen van al e Kennemers die het leven lieten tijdens de Tweede Wereldoorlog. De plaquette wordt gesierd met de woorden “Den Vaderland Ghetrouw, 1940-1945”.  Helaas heeft het Kennemer Lyceum nooit een boekje gepubliceerd over de oorlogsslachtoffers. Dr.J.Römelingh. mijn voorganger als archivaris, heeft in 1947 een begin gemaakt met de identificatie van 63 namen. Ik heb zijn werk nu voltooid. In het archief van het Kennemer Lyceum bevinden zich A4 kaarten met de persoonlijke gegevens van alle oud-leraren en oud-leerlingen. Die heb ik allereerst verzameld. Dat was geen gemakkelijk werk omdat een aantal niet meer op de juiste alfabetische positie stond en omdat sommige namen op de plaquette onjuist zijn gespeld. Bij de identificatie hen ik gebruik gemaakt van de toespraak die de eerste rector van de school, Dr.A.de Vletter, hield tijdens de “begroetingsbijeenkomst” in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem op 26 mei 1945. Daar gaf de rector enige korte schetsen van een aantal omgekomen Kennemers. Voorts heb ik veel hulp gehad van de heer J.R.H.Frölings van de Stichting Indonesische Pensioenen te Heerlen, de heer J.Teeuwisse van de Oorlogsgravenstichting te Den Haag en van The Center for Research on Dutch Jewry aan de Hebrew University te Jeruzalem.(…)’

Omgekomen (oud-)leerlingen, merendeels van Joodse herkomst,  van het Kennemer Lyceum in concentratiekampen, onder wie Herbert Specht in Auschwitz. Voorts de leraar Frans Dik de Geus en curator Frans van der Breggen.
Aparte vermelding van H.G.Specht in het boek ‘Rumor in Schola’.
‘Struikelsteen’ in herinnering aan Herbert Gustav Specht op het adres Maria-Louisen Strasse 2 In Hamburg
Specht6
Een zoon van Walter Henry en broer van Herbert Gustav Specht, geheten Edgar, geboren 2 oktober 1926 in Hamburg overleefde de oorlog en is 12 december 1998 overleden en begraven op de Nederlands Israëlitische Begraafplaats aan de Amsterdamse Vaart in Haarlem
gedenksteen Edgar Specht (1926-1998)

Van Spiegel, Joseph (Jopie), 18-07-1930 Deventer – 17-9-1943 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede op het adres Van Merlenlaan 1 en aldaar gearresteerd op op 8 mei 1943 en overgebracht naar Sipo Amsterdam]

Joseph (Jopie) van Spiegel in 1942 (foto communityjoodsmonument)
Joseph (Jopie) van Spiegel in 1942 (foto communityjoodsmonument, afkomstig uit boek: ‘Het Joodse onderwijs in Zwolle 1941-1943’, 1985, pagina 70)
Selly van Spiegel 25 jaar op Joods Namenmonument Amsterdam
Joseph van Spiegel 13 jaar op Joods Namenmonument Amsterdam

Van Spiegel, Selly, 28 september 1918 Halberstadt – 17-9-1943 Auschwitz [werkte in Nederlands Israëlitisch Oudeliedengesticht en was ondergedoken in Heemstede en op 8 mei 1943 opgepakt] Van Spiegel-Gazan, Elizabeth, 3 mei 1890 Zwolle – 17-9-1943 Auschwitz [was in Heemstede ondergedoken en aldaar op 8 mei 1943 gearresteerd] Afkomstig uit Deventer waren vader, moeder en Zoon Joseph (jopie) van Spiegel ondergedoken bij kleermaker F.W.Moolenaar, Van Merlenlaan 1, Heemstede. Naar wordt aangenomen als gevolg van verraad zijn zij op last van opperluitenant Piet Kramer op 8 mei 1943 aangehouden, opgesloten en overgeleverd aan de SIPO in Amsterdam, tegelijk met de gearresteerde S.Leefman uit Enschede. De heer Moolenaar is later weer vrijgelaten].

Star, Mozes van de,  01-08-1882 Amsterdam –  27-08-1943 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 24 juli 1943 aangehouden] Star-Vleeschdrager, Alida van de, 30-05-1887 Amsterdam – 27-08-1943 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 24 juli 1943 aangehouden]

Nota Bene: bovenstaande personen zijn door de politie Heemstede aangehouden, evenals Leentje van Staveren-Vleeschdrager. In de dagrapporten is op 24 juli 1943 het volgende bericht: ‘Ingesloten worden: Mozes van de Star (1882), Alida van der Star-Vleesdrager (1887), beide wonende te Amsterdam, Oude Zijds Voorburgwal 191; Leentje van Staveren-Vleesdrager (1881) wonende te Amsterdam Lepelstraat 89, alsmede Herman Anton Harfst, chauffeur, Glipperweg 61, die hen heeft schuilgehouden. De zoon van Harfst krijft nachtverblijf en mag de volgende dag naar zijn  grootouders in Haarlem. De arrestanten zijn op 27 juli 1943 overgebracht naar Amsterdam.’  H.A.Harfst, die de drie personen liet onderduiken op zijn adres Glipperweg 61 was chauffeur van beroep.

Portret van Mozes van de Star (Joods Monument)
Mozes van de Star was eigenaar van de kledingzaak ‘Naast het stadhuis  Sal-Dias aan de Oude Zijds Voorburgwal in Amsterdam (Joods Monument)
Nog een portret van Mozes van de Star (Joods Monument)

Staveren-Vleeschdrager, Leentje van , 05-04-1883 Amsterdam – 11-02-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 24 juli 1943 aangehouden]

Sternheim, Andries, 17-05-1890 Amsterdam – 06-03-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 6 januari 1944 aangehouden]. In het dagrapport van de politie Heemstede is op 6 januari 1944 genoteerd: ‘Op de Koediefslaan worden van de SD overgenomen voor transport naar Amsterdam: Andries Sternheim (*1890) en Jholina Cohen-Sternheim (*1898), beiden uit Amsterdam en Anna Lucretia Sas (*1879), Koediefslaan 5. Mevrouw Sas hield de Joden verborgen’  Haar echtgenoot was reeds overleden.

Overlijdensadvertentie vn Taeko Edelman, op 66-jarige leeftijd overleden (Haarlemsche Courant, 19-10-1943)
Biografie Andries Sternheim, in: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden. 1938

In de politiedagpporten lezen we dat 8 maart 1940 5 exemplaren van het boek ‘Eigen woorden van Hitler’ in beslag zijn genomen. Voorts op 6 augustus 1941: ‘Naar aanleiding van een anoniem schrijven stellen Inspecteur van Politie Hagen en adjunct IvP Doornbosch een onderzoek in bij boekhandel M.Sas aan de Zandvoortselaan 147. Bij Sas zouden anti-Duitse geschriften worden getypt. Het onderzoek levert niets op. 

Andries Sternheim, vakbondsman (SDAP) en schrijver over de Frankfurter Schule
Andries Sternheim (1890-1944), vakbondsman (SDAP) en schrijver over de Frankfurter Schule
Foto van gecombineerde vergadering Internationaal Verbond van Vakverenigingen (IVV) en de Socialistische Arbeidersvereniging. Staande rechts A. Staal en daarnaast  Andries   Sternheim (Het Volk, 26 februari 1926)
Inv.kaart Andries Sternheim (Oorlogsbronnen)
Sternheim
Het echtpaar Sternheim in Heemstede

Sternheim-Cohen, Gholina, 09-01-1898 Amsterdam – 06-03-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 6 januari 1944 aangehouden] Stodel, Siegfried Charles Bertus, 08-12-1915 Arnhem – ??-08-1943 Lublin [op 28 oktober 1940 vanuit Apeldoorn naar Pieter de Hooghstraat 24; op 18 december 1942 naar Medemblik, provinciaal ziekenhuis].

Uit: Andries Sternheim; een Nederlands vakbondsman in de Frankfurter Schule. Door Bertus Mulder Zeist, Kerckenbosch, 1991 (aanwezig in Heemstede-collectie van het Noord-Hollands Archief, nummer 5199) Hoofdstuk: Van Amsterdam naar Auschwitz, p. 196-200. Over o.a. de onderduik en arrestatie bij boekhandelaar Taeko Edelman (7 oktober 1943 overleden) en Anna Lucretia Sas, woonhuis  Koediefslaan 4 Heemstede

Advertentie uit 1940 van kunst- en boekhandel en leesbibliotheek, Zandvoortselaan 147 Heemstede
Promotie Bertus Mulder met dissertatie gewijd aan Andries Sternheim, 9-12-1991
Vooromslag van Andries Sternheim, een Nederlandse vakbondsman in de Frankfurter Schule. Zeist, Kerckebosch,1991. Dissertatie met stellingen door Bertus Mulder (die o.a. het archief van Sternheim redde) Rijksuniversiteit Groningen
Andries Sternheim. Van Amsterdam naar Auschwitz. Ondergedoken. Door Bertus Mulder, 1991, pagina 196.
Vervolg: van Amsterdam naar Auschwitz, pagina 197
Andries Sternheim: van Amsterdam naar Auschwitz, p. 198
Andries Sternheim: Van Amsterdam naar Auschwitz. Opgepakt, p.199.
Bertus Mulder, Andries Sternheim, slot van hoofdstuk Van Amsterdam naar Auschwitz, pagina 200.
Noten in dissertatie van Bertus Mulder. 1991
Andries Sternheim 53 jaar en Gholina Sternheim-Cohen 46 jaar op Joods Namenmonument Amsterdam
Het echtpaar Sternheim. met de zonen Leonhard en Paul. Alle vier omgebracht in Auschwitz tijdens de Tweede Wereldoorlog (IISG) 

in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis bevindt zich een ongepubliceerd manuscript van Andries Sternheim, getiteld: Balling in eigen land. 1943.

Ook hun zoon Paul Sternheim, geboren 25 maart 1926 en overleden in Auschwitz 31 maart 1944, overleefde de oorlog niet. (foto Joods Monument)

Dat lot trof  ook  de oudste zoon Leonhard Adries Sternheim, leerling van het Joods Lyceum. Geboren op 8 augustus 1924 in Amsterdam en vermoord op 22 april 1944 in Auschwitz.

Schoolfoto met o.a. Kurt Krailsheimer en Paul Sternheim. Laatstgenoemde woonde op het adres Zuider Amstellaan 87-III. Paul Sternheim op de tweede rij van boven, achtste van rechts. Klassenfoto Joost van den Vondelschool, Jekerstraat Amsterdam Tot 1941 zat hij op het Vossius Gymnasium en van 1942-1943 leerling van het Joods Lyceum (foto Joods Monument; foto ook opgenomen in: In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945.
Portret van de in Auschwitz omgebrachte Charlotte Sternheim (*1885 – 21 september 1942). Zij was een zuster van Adries Sternheim
Andries Sternheim, geboren 17 mei 1890 Amsterdam, gestorven 6 maart 1944 Auschwitz. Levensbeschrijving in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. Door Bertus Mulder. 1987, p.155-157.
Vervolg Andries Sternheim, in: Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. 1987.
6 oktober 2023 te verschijnen boek ‘Balling in eigen land; het oorlogsdagboek van Andries Sternheim‘, samengesteld door Theo Beckers & Bertus Mulder. Uitgeverij Verloren.

Siegfried Charles Bertus Stodel,geb. geb. Arnhem1915, woonde Overboschlaan  27 Heemstede, 2 of 3  augustus 1943 geëxecuteerd tegelijk met 47 andere gedeporteerde Joden in Lublin-Majdanek 

Overlijdensakte S.Ch.B.Stodel, opgemaakt in 1949 (N.H.A.) 

Van Straaten, Marie Mathilde, 27-08-1897 Den Haag – 21-01-1943 Auschwitz [ingeschreven Binnenweg 91 boven boekhandel van haar zuster; 25 november 1941 naar ‘s-Gravenhage]. Woonde met haar zuster Johanna Hedwig van Straaten op het adres Frederikstraat   157, Den haag

(Het Vaderland, 15 mei 1936)

Van Straaten, Johanna Hedwig, 17-02-1891 Den Haag – 12-05-1945 Theresiënstadt [dreef een boekhandel op het adres Binnenweg 91; op 31 maart 1937 vanuit Den Haag naar Maarten Hobbemastraat 25; op 14 december boven de zaak Binnenweg 91; op 25 november 1941 uitgeschreven naar ‘s-Gravenhage]. Zuster van Mrie Mathilde van Straaten, 21-1-1943 op 45jarige leeftijd omgebracht in Auschwitz. Johanna Hedwig was in 1912 getrouwd met mr. Philippe C. la Chapelle, in 1924 gescheiden.

Huwelijkadvertentie in Het Vaderland van 9 juli 1912

Zie meer uitgebreid afzonderlijke bijdrage: Een volksche boekhandel (1942-1945) in Heemstede

Mw. Johanna Hedwig van Straaten. Woonde winds 1937 achtereenvolgens in de Ant.Duyckstraat 128, M.Hobbemastraat 25 en Binnenweg 91 (boven) in Heemstede
Mw. Johanna Hedwig van Straaten. Woonde sinds 1937 achtereenvolgens in de Ant.Duyckstraat 128, M.Hobbemastraat 25 en Binnenweg 91 (boven) in Heemstede
Persoonsgegevens Hannie la Chapelle-van Straaten: gedenksteen 1940-1945 Gymnasium Haganum
Persoonsgegevens Hannie la Chapelle-van Straaten: gedenksteen 1940-1945 Gymnasium Haganum
In bovenstaand boek is op p. 94-97 een brief opgenomen van een nicht van Johanna Hedwig van Straten (Den Haag 22 mei 1996) door Evelien Van Leeuwen-van Straaten.
Philippe La Chapelle van Straaten en Willy
Haak (uit Album Toneelkalender 1926)
Acteur Ph. la Chapelle van Straaten in “Het carnaval der Kinderen”. Uit: Album Toneelkalender 1827.

Van mw. dr Shir Aloni Yaari uit Jeruzalem, een achterkleindochter van Johanne van Straaten en acteur Philippe la Chapelle, zijn in februari 2022 drie onderstaande  foto’s uit het familiealbum ontvangen.

Portret van boekhandelaarster Johanne van Straaten
Portret van toneelspeler Philippe la Chapelle
Johanne van Straaten en haar drie dochters
Johanne van Straaten 54 jaar en zuster Marie van Straaten 45 jaar op Joods Nmenmonument
Johanne van Straaten op Joods Namenmonument
Marie van Straaten op Joods Namenmonument

Vischjager, Jacob , 07-08-1938 Amsterdam –  13-11-1942 Auschwitz. Zijn ouders lieten hem wisselend onderduiken bij familie in Amersfoort en in Heemstede. Mevrouw W.A.Borren-Grootes [moeder van J.J.Borren die 25 maart 1945 omkwam bij het bombardement van Bezuidenhout in Den Haag] stelde een fotoalbum samen, thans in bezit van het Joods Historisch Museum]. Jacob (Jaapje) Vischjager verbleef in 1941-1942 bij haar, totdat de moeder het zoontje weer thuis wilde hebben en de familie door Duitsers is opgepakt en behalve de ouders alle 6 kinderen tegelijkertijd op 13 november 1942 zijn omgebracht. De vader moest als dwangarbeider werken en overleefde de oorlog].

Jacob (Jaapje) Vischjager tijdens de onderduik in Heemstede [foto JHM]
Jaapje Vischjager op zijn onderduikadres in Heemstede (JHM)
Nog een foto van Jacob (Jaapje) Vischjager die niet ouder werd dan vier jaar. (JHM)
Jacob Vischjager en zijn zusje Judic, beiden geboren in Amsterdam en omgebracht in Auschwitz (In Memoriam, samengesteld door Guus Luijters, 2012, pagina 298)
Jacob Vischjager 4 jaar op Joods Namenmonument Amsterdam

Op de site van het Joods Monument is de volgende informatie ten aanzien van de familie Vischjager te vinden ‘Tijdens de oorlog laten Mozes en Branca Jacob in eerste instantie onderduiken bij een familie in Amersfoort; onderduikmoeder “tante Mienke” maakt zelf kleren voor hem van oude winterkleren die ze van vrienden krijgt. Ze is dol op hem en maakt meerdere foto’s van Jacob in zijn onderduikomgeving. Op de foto’s zien we een kleine jongen met donker haar op het paard van de melkboer zitten, met andere kinderen, spelend met een step of op klompjes stoeiend met een grote grasmaaier. Soms oogt Jacob verlegen, dan weer zelfverzekerd of nieuwsgierig. Het album met 42 foto’s van Jacob is in 2009 aan het Joods Historisch Museum geschonken.

Jacob Vischjaren met het paard van de melkboer (Joods Historisch Museum)

‘Om niet op te vallen verhuist Jacob om de paar weken van Amersfoort naar de vader van Mienke in Heemstede, en vice vers. Ook Jacob’s zus Judic is ondergebracht op een boerderij in  buurt van Barneveld. Jacob gaat nog een keer bij haar op bezoek en zelfs daar zijn foto’s van. Met de toenemende dreiging van deportatie besluiten Mozes en Branca dat ze toch liever al hun kinderen bij zich hebben. Jacob en Judic komen in de loop van 1942 terug naar Amsterdam. Op 7 augustus moet het gezin naar het doorgangskamp Westerbork. Ze worden ondergebracht in barak 39 en de kleine Rosa wordt ondergebracht in het kampziekenhuis. Op 10 november worden zij naar Auschwitz gedeporteerd, waar Branca en de kinderen direct na aankomst worden vermoord. Mozes moet op station Cosel uitstappen, zo’n tachtig kilometer voor Auschwitz. Tor zijn bevrijding zal hij bijna drie jaar uitputtende dwangarbeid moeten verrichten. Als enige van het gezin overleeft hij de oorlog, pakt zijn leven weer op en krijgt hij bij zijn tweede vrouw nog drie kinderen. In 1990 overlijdt Mozes Vischjager in Den Haag. 

Jacob en Judic (Jetje)Vischjager met hond in de omgeving van Barneveld, beiden 13-11-1942 met hun moeder in Auschwitz vermoord. (foto Joods Historisch Museum)

Visser, Asser, 31-12-1898 Deventer – 15-03-1945 Midden Europa [op 22 november 1939 naar Kerklaan 111a; genoteerd als op 12 oktober 1942 naar Amsterdam]. 15 mei 1945 omgekomen in Midden-Europa (Auschwitz). Asser Visser, handelaar in ijzerwaren van beroep, was een zoon van Jacob Visser en Esther Hirsch. Hij trouwde op 22 mei 1924 in Deventer met Elvire Ossedrijver (25 april 1981 in Amersfoort overleden) afkomstig uit Sittard. Zij  kregen 2 dochters, Berthie Esther (1925-2014) en Ennie Elvire (1926-2012), die de oorlog overleefden. Bertie Visser, geboren op 13 maart 1925, was leerling van het Kennemer Lyceum in Overveen. Koopman Asser Visser, geboren 31  december 1898,  woonde met zijn gezin van april 1935 tot november 1939 in Amsterdam. Vandaar verhuisde de familie naar Heemstede, Kerklaan 111A. In oktober 1942 werden zij ingeschreven op Scheldestraat 43-I in Amsterdam. Asser Visser is in juli 1943 via Amsterdam naar Westerbork gedeporteerd en ergens in Midden-Europa vermoord op 15 maart 1945. Aangenomen mag worden in Auschwitz, waar in het museum aldaar zijn koffer is bewaard.

Vóór hun verhuizing naar Heemstede had het echtpaar een metaalhandel in Deventer (Overijsselsch Dagblad, 14-8-1926)
Advertentie van A.Visser, in Haarlem’s Dagblad, 29 oktober 1941)
Twee dubbele villa’s, midden en rechts,   gebouwd in opdracht van Cees Nelis onder architectuur van N.J.Nijman (11-1-1939). Op nummer 111a woonde tot zijn deportatie naar Amsterdam, vervolgens via Westerbork naar Auschwitz  Asser Visser met zijn familie. Ba de Bevrijding is het pand bewoond geweest door Nic. Roozen Mz., die daarvoor in het naastgelegen huis 113a  woonde.
Asser Visser met zijn echtgenote (Joods Monument) en twee kinderen Zijn  vrouw heette Elvire Ossedrijver, 12-10-1902 geboren in Sittard. Zij was niet-Joods.

Vries, Benjamin de, 26-11-1884 Haarlem – 06-09-1944 Auschwitz [was ondergedoken in Heemstede en is op 20 juni 1944 aangehouden] *

Benjamin de Vries, 1 mei 1940 (foto joodsmonument)
Benjamin de Vries, 1 mei 1940 (foto joodsmonument)

Vries-van Kloeten, Sara de,  08-01-1891 Zierikzee – september 1944 Auschwitz [was woonachtig in Haarlem maar ondergedoken in Heemstede en is op 30 juni 1944 aangehouden]

Sara de Vries van Kloeten, 1940 (Joods Monument)

* Vries-Stern, Rosalie de , 25-08-1914 Groningen – 13-10-1944 Birkenau [was woonachtig in Haarlem maar ondergedoken in Heemstede en is op 30 juni 1944 aangehouden] * Van Vriesland, Anna Rozetta, 28-03-1911 Den Haag – 02-11-1942 Auschwitz [op 12 september 1939 naar V.d.Spiegellaan 6; op 15 september 1941 uitgeschreven].

Van Vriesland, Carolina, 10-04-1890 Den Haag – 11-06-1943 Sobibor [zuster van voorgaande persoon; 5 februari 1943 V.O.W.] Van Vriesland, Meijer, 22-11-1888 Den Haag – 04-06-1943 Sobibor [broer van 2 voorgaande personen; 5 februari 1943 V.O.W.].

Wallage, Levie, 28-05-1900 Onstwedde (gemeente Stdskanaal) – 30-11-1943 Dorohucza, Polen [op 5 juni 19239 naar Javalaan 59; op 18 januari 1943 naar Amsterdam].

Kaart carthotheek Westerborg: Levie Wallage
Kaart uit carthoteek Westerbirk van Stientje Levie-Wallahe en dochters Bertha en Carolina Selma

Wallage-van Coevorden, Stientje, 27-02-1907 Coevorden – 14-05-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon]. Wallage, Bertha, 05-05-1930 Coevorden – 14-05-1943 Sobibor [dochter van voorgaand echtpaar]

Teruggevonden abonnementskaarten van de NZHTM ten name van Bertha en Carolina Wallage

Wallage, Carolina Selma, 13-11-1934 te Coevorden – 14 mei 1943 in Sobibor.[dochter ook van voorgaand echtpaar]. Nadere informatie betreffende Bertha en Carolina Wallage en hun ouders: van de heer Alex Goossens, wonende Achterweg in Heemstede, is op 18 januari 1993 bericht ontvangen over het aantreffen van twee stamkaarten van de NV Noord-Zuid-Hollandsche Tram Maatschappij. De stam- of abonnementskaarten staan op naam van Bertha Wallage, Javalaan 59, geboren 13 november 1934, kaartnummer 29944 en Carolina Wallage, Javalaan 59, geboren op 13 november 1934. kaartnummer 29945. De kaarten zijn aangetroffen Alex Goossens, Achterweg 2, bij het verwijderen van het behang in een huis naast dat van de vinder, nummer 30. Raadpleging van archiefmateriaal leverde de volgende informatie op: op 6 mei 1942 rapporteert de hoofdinspecteur van politie dat heden de evacuatie der Joodse gezinnen uit de gemeente naar Amsterdam heeft plaatsgehad. Ongeveer 19 gezinnen mochten in verband met ernstige ziekten of personen van zeer hoge leeftijd blijven. Op 15 juni 1942 is aan de heer Wallage, Javalaan, aangezegd, dat hij morgen 17 juni moet vertrekken. Wordt geëvacueerd. (Het bericht is vermoedelijk een dag later ingeschreven). Joden mochten van de bezetter niet meer in het kustgebied wonen. Op 18 januari 1943 is de familie Wallage uitgeschreven naar Amsterdam, adres Swammerdamstraat 15 huis. Deze straat is gelegen tussen de Weesperzijde en de Wibautstraat. Levie Wallage, 28 mei 1900 te Onstwedde geboren is 30 november 1943 overleden te Dorohucza; Stientje Wallage-van Coevorden, 27 februari 1907 geboren te Coevorden is 14 mei 1943 omgebracht in Sobiblor; dochter Bertha Carolina Wallage, geboren 5 mei 1930 te Coevorden is 14 mei 1943 omgebracht te Sobibor; de andere dochter Carolina Selma Wallage, 13 november 1934 geboren te Coevorden, kwam ook 14 mei 1943 om in de gaskamer te Sobibor.  [De familie Wallage had zich op 15 juni 1939 te Heemstede gevestigd; Levie Wallage, 28 mei 1900 geboren in Onstwedde, was in Heemstede handelaar in klein vee, zoals geiten, konijnen, kippen, schapen; op 16 augustus kwam bij de politie Heemstede binnen dat op de Javalaan zonder vergunning een schaap was geslacht, aldus dagrapporten politie]

Adv. 21-6-1940. In 1940-1941 zijn meer dan 10 advertenties geplaatst in de Opregte Haarlemsche Courant door Levie Wallage waarin werden gevraagd dan wel aangeboden: konijnen, kippen, leghorns, geiten, bokken, schapen.

Nota Bene. Behalve nog andere familieleden, allen afkomstig uit Onstwedde, zijn nog 2 broers en 2 zusters van Levie Wallage omgekomen, te weten: 1) Maurits Wallage (1915 Onstwedde, 1943 Sobibor; hij was slager van beroep; 2) Jacob Wallage (1901 Onstwedde, ov. Midden Europa 31-1-1944); 3) Lea Kisch-Wallage (1904 Onstwedde, 22-10-1942 Ausschwitz; 4) Aaltje Wallage (1906 Onstwedde, ov. 25-2-1944 Midden-Europa)

Bertha Wallage 13 jaar en Carolina Wallage 13 jaar op Joods Monument Amsterdam
Portret van Franz Peter Weyl

Weyl, Franz Peter [roepnaam Peter], 29-10-1917 Essen – 20-03-1945 Dachau. Op onge leeftijd naar Nederland gekomen voor een opleiding bij het door zijn vader opgerichte kledingbedrijf (pyama’s)   In 1938 werd hij mede-directeur van de Haarlemsche Pyamafabriek Nobelt N.V. aan de Leidsevaart 44. Tot 2 mei 1938 heeft hij ingewoond bij de familie Hamringa, Irislaan 31 in Heemstede. Daarna verhuisde hij naar het adres Heemsteedse Dreef 166 waar ook de rest van zijn familie woonde. In 1938 overleed zijn vader Willy Weyl.  (1) In verband met het jodenvrij maken van de kuststreek in september 1940 verhuisd naar Sparrenlaan 1 in Hilversum; in 1942 gedwongen naar naar Amsterdam is hij toen komen te wonen op het adres Parnassusweg 118III.  Vervolgens onderduik. Eerst in Loosdrecht bij koster Jansen van de Hervormde Kerk . Daarna bij diens dochter in Baarn en aansluitend in Maasniel bij Roermond, in welke plaats ook zijn zuster was ondergedoken. Door verraad op 9 juni 1944 door SD/SiPO Maastricht in Roermond gearresteerd op het adres Brugstraat 16 bij de familie Dahmen, waar hij op bezoek was.  Via den Bosch, Westerbork (30 augustus 1944, strafbarak 67) , op 3 september 1944 getransporteerd naar  Auschwitz-Birkenau, Gross-Rosen en aldaar 5 september aangekomen. Tewerkgesteld in het Kommando Lederfabriek in de Bekleidungswerke buiten Auschwitz. Met een dodenmars op 18 januari 1945 het vernietigingskamp verlaten verlaten en  op 28 januari 1945 aangekomen in kamp Dachau waar hij op 18 maart (of 20 maart?) 1945 is overleden in een ziekenbarak ( Ruud Hamringa / Oorlogsgravenstichting)

In het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 20 juli 1945 is nog een oproep geplaatst door de familie naar Frans Peter Weyl,

Franz Peter Weyl, op 27 jarige leeftijd vermoord in Dachau, 20-3-1945

Franz Pieter Weyl in Heemstede gefotografeerd op 21-2-1935 (Joods Monument)
Foto genomen op 12 juli 1938 in de achtertuin van Irislaan 31 met de familie Hamringa. Links staat Franz Peter Weyl. [foto joodsmonument]
Recente foto van het pand Heemsteedse Dreef 166 Heemstede
Stolpersteine Franz Peter Weyl, in het Duitse Essen-Ruttenscheid, Kortimstrasse 55

(1) Op het adres Heemsteedse Dreef 166 in Heemstede woonde ook Anna Löwenstein-Löb Stern, als dochter van Gertrud Weyl-Löwenstein. Voornoemde Anna Löb Stern werd op 26-1-1867 in Mannheim geboren. Zij trouwde in Iserlohn met Moritz Löwenstein. 

Het echtpaar Moritz-Stern met drie dochters in 1890 (Jood Monument) Dochter Anna is 16 november 1867 geboren, Maria Regina geboren op 17 januari 1875 en overleden 26 maart 1943 in Sobibor (zelfde dag en locatie als Anna) en Ida, geboren op 21 november 1876 is 23 juli 1943 in Sobibor.

Na de Kristallnacht vluchtte zij met haar man Moritz Löwenstein eind november 1938 naar Nederland en trokken zij Heemstede in bij haar moeder Gertrud Weyl-Löwenstein aan De Heemsteedse Dreef 166. 

Het echtpaar Moritz Löwenstein en Anna Stern, in 1938 aangekomen in Nederland (Joods Monument) Moritz Löwenstein overleed 30 september 1941 in Hilversum 

September 1940 zijn de families Weyl en Löwenstein noodgedwongen vertrokken uit de kuststreek om een huis Sparrenlaan 1 in Hilversum te betrekken, alwaar de echtgenote van Anna aan een slopende ziekte overleed op 81-jarige leeftijd op 30 september 1941. In verband met de concentratie van joden in Amsterdam verhuisde de familie Weyl en Löwenstein naar de Parnassusweg 18-111 in Amsterdam. Van hieruit trok Anna in bij haar zuster Ida en haar man Liepman Prins in de Jan van Eyckstraat 22-1 (nabij de Euterpestraat ) in Amsterdam. Hier ondernam zij een poging tot zelfmoord. Na gevonden te zijn, werd zij opgenomen in het verzorgingshuis De Joodsche Invalide aan het Weesperplein. Deze instelling werd op 1 maart 1943 ontruimd, waarbij de patiënten werden overgebracht via Duchgangslager Westerbork op 23 maart 1943 naar Sobibor. Anna Löwenstein is op 23 juli 1943 vermoord in vernietigingskamp Sobibór.   (Informatie Ruud Hamringa en Oorlogsgravenstichting)

Willy Weyl (gestorven in 1935) was in 1933 mede-oprichter van de pyamafabriek Nobelt aan de Leidsevaart in Haarlem. De latere mededirecteur, zoon Frans Peter Weyl, kwam in de oorlog om (Dachau, 20 maart 1945)  Na WOII is het bedrijf voortgezet met in 1957 aan de Parklaan een nieuw fabrieksgebouw en A.S.van Cleeff als directeur  (Algemeen Handelsblad, 11-11-1957)
Overlijdensbericht (vader) Willi Weyl (Haarlem’s Dagblad 6-12-1938)
Overlijdensadvertentie van de weduwe Gertrud Weyl-Loewenstein (Algemeen Handelsblad, 14-2-1956) 
Adv. van (dochter)  Lisel Weyl, (Eerste Heemsteedse Courant, 24-9-1938)
In februari verloofd en begin mei getrouwd is Lisel Weyl met Karel Citoen [later gescheiden] (Haarlem’s Dagblad, 14-2-1940)

==============

Wolf, Gustav, 25-02-1873 Bickenbach – 27-11-1942 Auschwitz [op 6 april 1939 vanuit Frankfurt naar Camplaan 26; op 4 oktober 1940 naar Nijmegen].

Gustav Wolf (Yad Vahem)

Wolf-Strausz, Julie Amalie, 16-02-1880 Frankfurt am Main – 27-11-1943 Auschwitz [echtgenote van voorgaande persoon].

Zendijk, Amon Mozes, 28-08-1880 Olst – 04-06-1943 Sobibor [op 19 maart 1941 vanuit Amsterdam naar Bachlaan 15; op 12 augustus 1941 naar Amsterdam]. Zendijk-Küssel, Henriëtta, 04-07-1884 Doetinchem – 04-06-1943 Sobibor [echtgenote van voorgaande persoon]. Zendijk, Maurits Philip, 07-09-1906 Amsterdam – 30-09-1942 Auschwitz. [zoon van voorgaand echtpaar].

Joods Monument Heemstede met vermelding van 3 namen uit gezin Zendijk (Amsterdam/Heemstede)

Nota Bene:   Irma Roselaar-Mayer *28-4-1908 in Thür, zat ondergedoken op een adres in de Maasstraat Heemstede en maakte op 21-12-1943 zelf een eind aan haar leven [zie Joods Monument].

NOOT

(1) Nadere informatie over Bernard Drukker en zijn familie. Bernard Drukker [niet te verwarren met de gelijknamige organist/beiaardier uit Amsterdam die van 1910-1992 leefde] is op 7 februari 1886 te Amsterdam geboren. Hij was een zoon van Mozes Drukker en Alida de Vries, beiden in  1943 overleden. Ook een broer en zuster van van Bernard Drukker zijn in 1942 in Auschwitz vermoord.

Bernard Drukker trouwde in Zaandam 20 december 1916 met Anna Catharina Norden (geboren 3 november 1987, Ned. Isr. dochter van Abraham Norden en Matje Rijnveld). Het echtpaar kreeg 1 kind: Frans Drukker, 30 augustus 1922 in Amsterdam. Bernard Drukker werkte in Amsterdam bij de firma J.L.Joachimsthal, Koninginneweg 51 / Joden Breestraat 63, uitgever van verscheidene periodieken, o.a. van een damesblad. Zelf gaf hij als beroep op ‘advertentie reiziger’ [= acquisiteur]. Op 11 augustus 1936 verhuisde de familie Drukker vanuit Amsterdam naar Heemstede, Bronsteeweg 26. Hier werd hij voorzitter (en archivaris) van het in 1937 opgerichte Symphonie Orkest Haerlem (*), met Willem Rettich (1892-1988) als dirigent. Van Wilhelm/Willem Rettich zijn tijdens de onderduik in Haarlem als gevolg van verraad zowel zijn moeder, Rosa B. Rettich-Idelssohn, als jongere broer, Rudolf Rettich, verraden en opgepakt. Beiden zijn op 9 april 1943 in Sobibor omgebracht. in 1939 is ten aanzien van het woonadres van de familie Drukker sprake van Bronsteeweg 41, zodat een verhuizing heeft plaatsgehad. Het huis werd Beethoven Hof genoemd.

Het vm. Beethovenhof nu
Het vm. Beethovenhof nu (Uit: jubileumuitgave 75 jaar Symfonie Orkest Haerlem)

Tevens de naam van een op 29 januari 1940 door mevrouw Drukker-Norden opgerichte bridgeclub op dat adres. Ook is het pand incidenteel gebruikt als pension.Op 18 januari 1943 is het gezin verplicht overgebracht naar Amsterdam. Het echtpaar Drukker en enige zoon Frans zijn gezamenlijk op 21 mei 1943 vermoord in het concentratiekamp Sobibor. Een op 9 april 1942 vervaardigde inventarislijst van de inboedel is gepubliceerd op www.joodsmonument.nl

In februari 1941 aangebrachte vernielingen bij drukkerij Joachimsthal in de Jodenbreestraat (foto Charles Breijer)
In februari 1941 aangebrachte vernielingen bij drukkerij Joachimsthal in de Jodenbreestraat (foto Charles Breijer)
Schrijven van de violoste Elvira Wolffberg-Schmuckler uit Amsterdam. Geboren in 1885 te Keuken is zij op 13 maart 1943 omgebracht in Sobibor. (Uit archief de heer Olof)
Schrijven van de violiste Elvira Wolffberg-Schmuckler uit Amsterdam. Geboren in 1885 te Keulen is zij op 13 maart 1943 omgebracht in Sobibor. (Uit archief van violist Theo Olof = Schmuckler)
Enveloppe en briefkaart van de violiste Elvira Schmuckler aan B.Drukker, Beethoven Hof, Heemstede (uit archief Olof)
Enveloppe en briefkaart van de violiste Elvira Schmuckler. (uit archief Theo Olof) Zie: B. Drukker, de Beethoven Hof, Heemstede zonder vermelding straat en huisnummer – overigens een niet verzonden brief.

(*) Jos de Klerk schrijft over het in 1937 opgerichte amateur-orkest ‘Haerlem’ [tegenwoordig geheten: Symfonie Orkest Haarlem’] in zijn ‘Haarlems muziekleven in de loop der tijden’ (1965): “Men wilde er uitsluitend het klassiek-romantisch repertoire beoefenen in de schaduw van de H.O.V. De eerste uitvoering, met werk van Purcell, Haydn (Ariadne auf Naxos en Symfonie in D), Beethoven (3e pianoconcert) en Schuberts Onvoltooide, was daarvan de ernstige belofte. Die tendens bleef gehandhaafd, ook onder de volgende dirigenten: Piet Halsema en Marinus Adam. In die elkaar opvolgende amateurorkesten is het stijlgemiddelde herkenbaar waarmee de muzieklievende burgerij doorgaans vertrouwd was.”   Voor nadere informatie omtrent Bernard Drukker en Beethoven Hof, zie de site van Symfonie Orkest Haerlem http://www.symfonieorkesthaerlem.nl  Aanklikken: geschiedenis

Uit: 'Een heel behoorlijk orkest'75 jaar Symfonie Orkest 'Haerlem'door Hittjo Kruyswijk. 2013 (1)
Uit: ‘Een heel behoorlijk orkest’75 jaar Symfonie Orkest ‘Haerlem’door Hittjo Kruyswijk. 2013 (1)
Uit: 'Een heel behoorlijk orkest' 75 jaar Symfonie Orkest 'Haerlem' door Hittjo Kruyswijk. 2013. (2)
Uit: ‘Een heel behoorlijk orkest’ 75 jaar Symfonie Orkest ‘Haerlem’ door Hittjo Kruyswijk. 2013. (2)
scannen0049

In Heemstede geboren Joodse personen, die zijn omgekomen in Duitse vernietigingskampen: Bonnist, Rozetta Wilhelmina, geboren op 13 oktober 1912 in Heemstede. Overleden op 9 juli 1943 in Auschwitz.

Chapon, Bertha Anna, geboren op 23 juli 1917 in Heemstede. Overleden op 12 februari 1945 in Auschwitz. Dochter van Barend J.Chapon en Mietje Zilverberg.

Bertha Anna Chapon [foto Joods Historisch Museum]

Chapon, Hartog Samuel (Hans) , geboren op 28 februari 1917 in Heemstede. Overleden op 12 februari 1943 in Auschwitz Grunholz, Joseph, geboren op 6 maart 1926 in Heemstede. Overleden op 3 augustus 1944 in Auschwitz

Hans Hartog Chapon op de fiets met achterop zijn zuster Bertha (iot boek van Wim de Wagt).
Hans Hartog Chapon op de fiets met achterop zijn zuster Bertha (uit boek van Wim de Wagt).

Barend Chapon is op 4 augustus 1884 geboren in Amsterdam. Trouwde met Mietje Zilverberg met wie hij 5 kinderen kreeg onder wie de latere kunstschilder Jules Chapon (geboren in 1914 in Heemstede en overleden in 1973 in Frankrijk). Hij woonde in Heemstede op het adres Spaarnelaan 25 [sinds annexatie van 1927 gemeente Haarlem] en was van 31 juli 1926 tot 30 april 1927 gemeenteraadslid voor de SDAP in Heemstede. Wim de Wagt schrijft: ‘(…) Voor Barend  was het nog maar een kleine stap om in Heemstede namens de SDAP toe te treden tot de gemeenteraad Dit gebeurde in 1926. Wel aanvaardde hij het raadslidmaatschap “met enige schroom”, bekende hij. Ervaring met het politieke handwerk en inzicht in de gemeentelijke huishouding had hij niet. De aandrang uitgeoefend door Maurits Reinalda, voorzitter van het gewestelijk bestuur van de SDAP en wethouder in Haarlem, was beslissend. Barend hield zich binnen de raadsfractie vooral bezig met de gemeentelijke financiën en volkshuisvesting. Voor een actieve sociaaldemocraat was hij was het vanzelfsprekend om in Heemstede, naast de middenstandsvereniging Tuinwijk, ook een woningbouwvereniging op te zetten die bestemd was voor een lagere maatschappelijke klasse: de Algemene Arbeiders-woningbouwvereniging ‘Heemstede’. Maar dit initiatief, dat hij nam nog voordat hij raadslid was, liep op niets uit.’ Van beroep was Chapon effectenmakelaar in effecten aan de beurs in Amsterdam. Hij speelde een belangrijke rol in de Joodse gemeenschap van Haarlem en was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van de Joodse Raad in Haarlem.  Op 30 januari 1943 is een Duitse Oberwachtmeister gedood. Als represaille zijn op 2 februari 1943 tien gijzelaars in Bloemendaal gefusilleerd, onder wie Barend Chapon en opperrabbijn Philip Frank. Zijn echtgenote en drie van zijn kinderen zijn in Auschwitz omgebracht.

Barend Chapon (1884-1943)
Vooromslag van door Wim de Wagt geschreven boek over Barend Chapon 1884-1943. Zutphen, Walburg pers, 2001.
Vooromslag van door Wim de Wagt geschreven boek over Barend Chapon 1884-1943. Zutphen, Walburg pers, 2001.
Het dagelijks bestuur van woningbouwvereniging Tuinwijk-Zuid. In het midden Barend Chapon, links secretaris Jac.C.Meyerink en rechts penningmeester Joh.J. Machielse
Het dagelijks bestuur van woningbouwvereniging Tuinwijk-Zuid. In het midden Barend Chapon, links secretaris Jac.C.Meyerink en rechts penningmeester Joh.J. Machielse (uit boek Wim de Wagt)
Barend Chapon en achter hem zijn vrouw Mietje Chapon-Zilverberg bij de opening van Tuinwijk-Zuid (www.dewagt.nl)
Barend Chapon en achter hem zijn vrouw Mietje Chapon-Zilverberg bij de opening van Tuinwijk-Zuid (www.dewagt.nl)
Foto van de slagerij We.Bloemendal. Zeestraat 21 in Zandvoort op een foto uit 1937. Helemaal rechts staat Barend Chapon, die een oom was van de broers Bloemendal. George H.Kiefer schreef in de Klink 84. 2001: 'Barend Chapon was een vooraanstaand en alom gerespecteerd lid van de joodse gemeenschap van Haarlem en Heemstede, waar hij woonde. Toen in de oorlog de Duitsers de verordening uitvaardigden dat in iedere gemeente een Joodse Raad moest worden benoemd, werd door de N.S.B.burgemeester van Haarlem, S.L.A.Plekker, de heer Chapon samen met de Opperrabijn van Noord-Holland Philip Frank, en het door de Duitsers afgezette gemeenteraadslid mr. Herbert O.Drilsma hiervoor aangewezen. Men wilde "een beter contacht met de joodse gemeenschap hebben." (Sic!). Toen op 29 januari 1943 door het verzet een (overigens mislukte) aanslag op burgemeester Plekker werd gepleegd en de volgende dag in de stad een Duitse onderofficier werd doodgeschoten, gingen de Duitsers tot represaillermaatregelen over en werden 110 prominente burgers uit Haarlem, Velsen en Heemstede van hun bed gelicht. 10 van hen werden in de ochtend van 2 februari in de duinen bij Overveen gefusilleerd, waaronder de 3 leden van de Joodse Raad, Chapon, Frank en Drilsma. De overige 100 gegijzelden werden naar het concentratiekamp Vught getransporteerd. De gezinnen van de 3 raadsleden werden onmiddellijk gearresteerd, gedeporteerd en omgebracht. Van het gezin Chapon konden 2 van de vijf kinderen ontkomen aan dit lot. De tweede dochter Selma werkte als verpleegster in een klein joods ziekenhuis en was niet thuis toen de SD hen kwam ophalen, terwijl de oudste zoon Jules, samen met zijn neef Philip Bloemendal uit Zandvoort, die toevallig bij hen logeerde, via het dak en de achtertuin van de woning kon ontkomen. Selma kon onderduiken en overleefde. Zij woont sedert 1992 in Israel. Haar broer, de kunstenaar Jules was eveneens zo gelukkig te kunnen overleven en woont al tientallen jaren in de Dordogne in Frankrijk.'
Foto van de slagerij Wed.Bloemendal. Zeestraat 21 in Zandvoort op een foto uit 1937. Helemaal rechts staat Barend Chapon, die een oom was van de broers Bloemendal. George H.Kiefer schreef in de Klink 84. 2001: ‘Barend Chapon was een vooraanstaand en alom gerespecteerd lid van de joodse gemeenschap van Haarlem en Heemstede, waar hij woonde. Toen in de oorlog de Duitsers de verordening uitvaardigden dat in iedere gemeente een Joodse Raad moest worden benoemd, werd door de N.S.B.burgemeester van Haarlem, S.L.A.Plekker, de heer Chapon samen met de Opperrabijn van Noord-Holland Philip Frank, en het door de Duitsers afgezette gemeenteraadslid mr. Herbert O.Drilsma hiervoor aangewezen. Men wilde “een beter contacht met de joodse gemeenschap hebben.” (Sic!). Toen op 29 januari 1943 door het verzet een (overigens mislukte) aanslag op burgemeester Plekker werd gepleegd en de volgende dag in de stad een Duitse onderofficier werd doodgeschoten, gingen de Duitsers tot represaillemaatregelen over en werden 110 prominente burgers uit Haarlem, Velsen en Heemstede van hun bed gelicht. 10 van hen werden in de ochtend van 2 februari in de duinen bij Overveen gefusilleerd, waaronder de 3 leden van de Joodse Raad, Chapon, Frank en Drilsma. De overige 100 gegijzelden werden naar het concentratiekamp Vught getransporteerd. De gezinnen van de 3 raadsleden werden onmiddellijk gearresteerd, gedeporteerd en omgebracht. Van het gezin Chapon konden 2 van de vijf kinderen ontkomen aan dit lot. De tweede dochter Selma werkte als verpleegster in een klein joods ziekenhuis en was niet thuis toen de SD hen kwam ophalen, terwijl de oudste zoon Jules, samen met zijn neef Philip Bloemendal uit Zandvoort, die toevallig bij hen logeerde, via het dak en de achtertuin van de woning kon ontkomen. Selma kon onderduiken en overleefde. Zij woont sedert 1992 in Israel. Haar broer, de kunstenaar Jules was eveneens zo gelukkig te kunnen overleven en woont al tientallen jaren in de Dordogne in Frankrijk.’

Bertha Anna Chapon, 23 juli 1918 geboren in Heemstede. Dochter van Barend Chapon, woonde op het adres Spaarnelaan 25 (tot 1927 gemeente Heemstede). Zij is 12 februari 1943 overleden in Birkenau

 De 6 omgekomen familieleden Chapon staan vermeld op het Joods Monument op het Philip Franckplein in Haarlem

Noten: (1) De echtgenoot van Marie Frank en vader van Carl Hirsch = Heinz Hirsch overleefde de oorlog. Via het bevolkingsregister is het volgende bekend. Heinz Hirsch is op 22 maart 1905 in Münster, Duitsland, geboren. Hij was koopman in technische artikelen. Huwde met Mari Frank (15 januari 1901 in Amsterdam geboren; dochter van dr. Isaak Hartog Frank en Catharina Mogendorff). Op 22 januari 1933 is hun zoon Carl in Hillegersberg geboren. 26 augustus 1939 is de familie ingeschreven in Heemstede, Landzichtlaan. Op 22 juli naar Amsterdam geëvacueerd. Heinz Hirsch is op 18 juli 1945 opnieuw ingeschreven in Heemstede.  Hij trouwde opnieuw, kreeg twee dochters en was woonachtig aan de Van Merlenlaan. Op verzoek van de heer H. van Perlstein liet een dochter, mevrouw H.Burgers-Hirsch nog het volgende weten: “Hier wat informatie over mijn vader Heinz Hirsch, heel veel weet ik helaas niet over zijn oorlogstijd. Zoals zo velen sprak hij er praktisch niet over. Wat bij ons bekend is, is dat hij op het politiebureau in Heemstede is verborgen en later geholpen te ontsnappen. Hij heeft ondergedoken gezeten in het Joods psychiatrisch ziekenhuis in Apeldoorn en daar nadat ze waren verraden ontsnapt en is toen geloof ik in Groningen ondergedoken. Aan het eind van de oorlog heeft hij zich aangesloten bij de Canadezen. Na de oorlog is hij teruggekomen naar Heemstede waar bleek dat zijn vrouw en zoon waren omgekomen in Auschwitz. Op 2 februari 1976 is hij in Heemstede overleden. Ik hoop dat deze info u wat verder kan helpen en mocht u nog vragen hebben dan zullen mijn zusje en ik daar graag bij helpen. Ook het initiatief voor een plaquette van de slachtoffers steun ik graag.” (2)  E.P.van Bockom Maas  heeft zij oorlogsherinneringen vastgelegd in een brochure ‘ ‘OPdat wij niet vergeten’ (2015). Zijn ouders woonden en werkten in Ned. Oost Indië – waar zijn vader in september 1953 als krijgsgevangwerkend aan de Birmaspoorweg omkwam – en zelf was hij met zijn broer Ton voor de studie naar Nederland teruggekeerd. Zijn broer woonde in bij de familie Prager in de Pieter de Hooghstraat, eerst op nummer 16, later verhuisd naar 4. Zelf kwam hij terecht bij de familie Van de Velde in de Rembrandtlaan. ‘Mijn broer en ik hadden geen contact meer met onze ouders in Indië en er kwam geen overboeking meer van kostgeld. Ik werd toen in huis genomen door de familie Prager. De buren van de Pieter de Hooghstraat 16 waren Russische Joden, die in 1918 naar Nederland waren gevlucht en in  Yerseke een textielwinkel hadden geopend. Na hun pensionering vestigden de heer en mevrouw Labzowski  zich in Heemstede. Het waren lieve mensen waar Ton wel eens een koekje of snoepje van kreeg door de heg heen. Eenmaal kwam er een heel kippetje door de heg. Het was door een ander kippetje dood gepikt en dus niet koosjer. Zij mochten het dus niet eten. De heer en mevrouw Labzowski zijn na de inval van de Duitsers nooit meer gezien! (3) Hendrik Otto Ernst Loeb is op 20 juli 1919 geboren als zoon van Ernst Loeb en Marjorie D.Simpson. Sinds 18 oktober 1937 komende van Haarlem woonachtig op het adres Heemsteedse Dreef 1. Hij was half-‘arisch’ en half-Joods met twee Joodse grootouders van vaders kant. Voor verzetswerk is de jonge Loeb opgepakt en in het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam vastgezet. Weer vrijgelaten heeft hij zich – volgens in 1995 van zijn familie ontvangen informatie – agressief en vijandig tegenover de bezetter gedragen en is hij wederom aangehouden en toen naar het kamp Vught overgebracht. Daar kreeg hij een jodenster opgespeld ondanks het feit dat hij halfjood was. Via Westerbork is Henk Loeb op transport gesteld en op 21 mei 1943 in het vernietigingskamp omgekomen. Zijn naam komt voor op een plaquette aan het monument voor de gevallenen in Heemstede.

Overzicht van beroepen Joodse inwoners die zich vanaf 1922  tot 1940 in Heemstede hebben gevestigd:   zonder beroep, renteniers, gepensioneerden, onvermeld 117; koopman 26; handelsagent/vertegenwoordiger 10; dienstbode/huishoudster 7; verpleger (m/v) 6; leraar 4; kantinedame 3; colporteur 3; bankbediende 3; makelaar 3; bankiers 2 (F.B.E.Gutmann en W.H.Specht). Verder als naaister/coupeuse, kunstschilder, werktuigkundige, musicus, magazijnbediende, confectionair, bedrijfsleider, journalist elk 2. Ten slotte 1 x;  decorateur, kinderverzorgster, econoom, procuratiehouder, spreekstalmeester, tandarts, atelierchef, filmregisseur, commissionair, bioloog, fabrieksarbeider, redacteur filmjournaal Polygoon, accountant, assistent universiteit Amsterdam, verzekeringsinspecteur, arts, keukenknecht, regenjassenplakker, grossier, gezelschapsdame, veehandelaar, directeur damesmodemagazijn (A.Funke), kapokfabrikant (C.E.van Gelder), fabrikant (P.Herzberg), fabrikant van mantels (E.Kaufmann), directeur margarinefabroek (S.de Kadt). 

IN MEMORIAM JOHANNA HEDWIG (HANNIE) LA CHAPELLE VAN STRAATEN

Portret van Johanna Hedwig (Hannie0 van Straaten
Portret van Johanna Hedwig (Hannie)van Straaten

Als Joodse (later Remonstrants gedoopt) geboren op 17 februari 1891 in Den Haag als dochter van Isaac van Straaten en Carolina Israëls. Overleden op 12 mei 1945 in kamp Theresiënstadt, 2 dagen na bevrijding door de Russen, naar wordt aangenomen met vlektyfus als doodsoorzaak. Zij bezocht het gymnasium Haganum. Na het behalen van een vakdiploma eerst werkzaam in boekhandels in Den Haag. Sinds 1937 als eigenaresse van boekhandel Pistorius  (‘Kennemerland’), Binnenweg 91 Heemstede.

Advertentie uit de Eerste Heemsteedsche Courant van 1940
Advertentie uit de Eerste Heemsteedsche Courant van 1940

Zij verhuisde naar de Ant. Duycklaan 128 en via Maarten Hobbemastraat 25 sinds 1939 naar bovenverdieping van de boekhandel aan de Binnenweg. In oktober 1941 is zij door de NSB uit de boekhandel gezet en vervolgens verhuisd naar haar zuster in Den Haag, Frederikstaat 157. Beiden zijn 26 november 1942 naar Westerbork gebracht en ten slotte in Duitse concentratiekampen overleden. De naam van Johanna Hedwig van Straaten komt voor op een gedenksteen 1940-1945 in de hal van het gymnasium Haganum. Post Scriptum In de publicatie: ‘The Holocaust in the Netherlands and the Rate of Jewish Survival’ [door Marnic Croes, in: Holocaust and Genocide Studies, V20 N3, Winter 2006, pp.474-499] zijn onder Heemstede voor oktober 1941 in totaal 210 geregistreerde Joodse personen vermeld, van wie 62,6% de oorlog overleefde. Haarlem: 1.202 Joden, 41,7% overlevenden; Bennebroek: 11; 27,3%; Zandvoort: 506; 44,4% en Velsen: 121, 51,7%. Bloemendaal ontbreekt in het overzicht. ZIE OOK: Joodse onderduik, vervolging en verzet in Heemstede  https://ilibrariana.wordpress.com/2012/04/06/joodse-onderduik-vervolging-en-verzet-in-Heemstede/

Lijst met familienamen in de v. Hollandse Schouwburg te Amsterdam van tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen Joden
Lijst met familienamen in de voormalige Hollandse Schouwburg te Amsterdam van tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen Joden

Op 18 mei 1945 is in het bevolkingsregister van Heemstede de eerste teruggekeerde Joodse burger na de oorlog ingeschreven in het bevolkingsregister. Op 24 mei volgden er nog 14.

Dankbetuiging, ondertekend door J.van Beem, in de Eerste Haarlemsche Courant van 5 juli 1945

Voor een bijdrage over Joodse onderduik, vervolging en verzet in Heemstede:

Joods monument in Haarlem, ontworpen door Patrick van der Vegt
Plaquette voormalige synagoge nabij voormalig Enschedé complex en het Spaarne (foto Ben van Bohemen/NIOD)
foto uit het NHA van de vroegere synagoge van Haarlem in 1841 in neo-gotische stijl gebouwd aan de Lange Begijnestraat te Haarlem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het interieur leeggehaald en als opslagplaats voor papier en karton in gebruik genomen door de firma Joh. Enschedé En Zn. Na de bevrijding door de drukkersfirma aangekocht en op 11 april 1953 is het gebouw bij een brand verwoest.
Het verleden van joodse begraafplaats Overveen. Door Jaap Meijer en Jet Slagter. (Haarlems Dagblad, 6 mei 1983).
Op de foto het Joods monument in Bloemendaal, ontworpen door Patrick van der Vegt uit Haarlem, die tevens de Joodse monumenten in Haarlem en Heemstede ontwierp (uit: B = glossy Bloemendaal, winter 2019, pagina 52)

OOK IN  ZANDVOORT MET INGANG VAN MEI 2021 EEN JOODS NAMENMONUMENT

Zandjoods1

Paul Olieslagers, Wilma Schrama en Linda Clewits van de stichting Joods Monument Zandvoort (Haarlems Dagblad, 23-2-2021)

zandjoods2

Arnold Aarts ‘Volwassen  (Joods) monument vervangt ‘Ziggokastje’ (Haarlems Dagblad, 23 februari 2021) met illustratie Van AG Architecten

SELECTIE OVERZICHT VAN JOODSE OORLOGSMONUMENTEN IN NEDERLANDmet daarop aangebrachte teksten in cursief ALPHEN AAN DEN RIJN ‘Wij gedenken in eenheid de Alphense joden die de Duitse bezetter heeft weggevoerd en vermoord 1940-1945’ AMSTERDAM (nabij Stopera) ‘Waren mijn ogen een bron van tranen, dan zou ik dag en nacht wenen om de gevallen strijders van mijn dierbaar volk’ Ook Hebreeuwse tekst van de profeet Jeremia APPINGEDAM ’78 Damse Joodse Nederlanders keerden niet terug. Dit monument werd aangeboden door mevrouw en mijnheer S.Kroon-Pirard’. Volgen personalia van 78 Joodse oorlogsslachtoffers. ASSEN ‘Hier rondom ons lag de buurt waar in 1940 550 Joden leefden. Na de oorlog keerden niet meer dan 25 van deze Assenaren terug. Moge de herinnering aan hen die gingen ons waarschuwen, nu en straks!’ + monument op begraafplaats Assen: ‘Wij blijven gedenken de overledenen in Westerbork en de weggevoerden naar de concentratiekampen. Meer dan 500 zonen en dochteren onzer gemeente in de jaren 1940-1945 / 5700-5705’  + op begraafplaats Assen: 3 gedenkstenen met 156 namen van Joodse oorlogsslachtoffers. Op de middelste steen met tekst: ‘Hier rusten de volgende te Westerbork omgekomenen voor wie geen afzonderlijke zerk is opgericht.’ BREDA Zitbank en zwerfkei met tekst op de steen: ‘Als binnen staat en stad geborgenheid niet langer geldt Joodse burgers buitensluit, hen allengs recht ontzegt. – Als waan regeert en vrijheid brijzelt onder laars en laster meedogenloos men medemensen dwingt te gaan – Ziet een beschaving langs ’t scherp van scherven zijn hellevelden aan. 1940-1945’ COEVORDEN bij gerestaureerde synagoge ‘Gedenk en vergeet niet ‘ (ook in het Hebreeuws en jaartal) Vervolgens 124 namen en geboortedatum. Voorts: ‘Een eeuwige naam zal ik hen geven, die nooit zal worden uitgeroeid. Jesaja 56-58’. CULEMBORG Gedenkteken met Hebreeuwse en Nederlandse tekst ‘Onze doden ter ere: het nageslacht ter overdenking’ Volgen namen van 37 Joodse oorlogsslachtoffers. DENEKAMP ‘In de nacht van 17 op 18 november 1942 zijn van hier de laatste 30 mensen van de 57 leden tellende Joodse gemeenschap de dodenreis begonnen naar Auschwitz Birkenau. Niemand keerde terug. Hier begon: “Opa’s eerste verre en zijn allerlaatste trein” (Peter Schoof, 2008)’ DENEKAMP Vledderstraat 2 Monument door Truus Menger vervaardigd met tekst gevelsteen van vroegere synagoge in het Hebreeuws uit psalm 118:20, in vertaling ‘Dit is de poort van Jahwe, Rechtvaardigen gaan hierdoor naar binnen’ DEVENTER ‘Wegens hen is ons hart ziek en zijn onze ogen verduisterd. Ter herinnering aan de 400 Joodse slachtoffers die gedurende de Tweede Wereldoorlog door de vijand werden omgebracht’ DOESBURG ‘Gedenk de synagoge van Doesburg 5678-5705 1898-1945  Gedenk de Joodse Doesburgers die niet terugkeerden uit de kampen’. Volgen 6 namen. [In het Hebreeuws tekst spreuken 10:7] ‘De gedachtenis der rechtvaardigen zal tot zegen zijn. Spreuken 10:7’. DOETINCHEM ‘Meer dan alle koningen der aarde hebben zij rampen over ons gebracht. Tallozen hebben zij van ons gedood — Blijf, barmhartige alvader, die braven en hun marteldood gedenken. Allen, leden onzer gemeente door misdadige handen weggevoerd en om het leven gebracht in de jaren 5700-5705 1940-1945’ Voorts de namen van 124 joodse slachtoffers.

Joods oorlogsmonument in Doetinchem (foto Frits van Echter)
Joods oorlogsmonument in Doetinchem (foto Frits van Echter)

DRIEBERGEN ‘Op het monument wordt het zonlicht van een nieuwe dag/tijd verbonden. Psalm 22 vers 3 GORINCHEM Monument in de vorm van een menora ‘Ter nagedachtenis aan de Gorcumse gemeenschap, waarvan zeventig mannen, vrouwen en kinderen in de oorlogsjaren 1940-1945 werden omgebracht’ HAARLEM ‘1940/5700 1945/5705   Ter nagedachtenis aan de joodse Haarlemmers die uit hun huizen werden weggerukt, werden afgevoerd naar de vernietigingskampen en niet terugkeerden’ ‘Vanwege hen huil ik’ [laatste vier woorden tevens in Hebreeuwse tekst]. HAARLEM, gevel Bavoschool: ‘Als de school kon spreken…Vanaf deze plek werden in de nacht van 25 op 26 augustus 1942 ruim 170 Joodse Haarlemmers gedeporteerd naar de Duitse vernietigingskampen. Laten we dit niet vergeten’. HEERLEN ‘Omdat zij Joods waren werden deze Heerlenaren weggevoerd. Zij keerden niet terug. Volgen 63 namen + naam concentratiekamp en jaartal van overlijden. Ten slotte de tekst: ‘Ter nagedachtenis aan hen en alle andere niet geregistreerde Joodse Nederlandse Heerlense inwoners die na deportatie door het racisme van de Tweede Wereldoorlog omkwamen’

Joods monument in Heerlen
Joods monument in Heerlen

HOOGEVEEN ‘De namen van onze medeburgers, die werden omgebracht omdat zij jood waren. Velen krijgen geen graf, alleen hier een gedenkteken. De herinnering aan hen en hun lot blijft bij ons leven’. De namen van 165 Joodse oorlogsslachtoffers zijn aangebracht. LEEK 6 plaquettes. Op de vierde plaat een davidster en daaronder tekst: ‘..Totdat de vertrooster komt die de vrede verkondigt’. [Tekst tevens in het Hebreeuws] + namen van Joodse slachtoffers en plaats van overlijden. LOPPERSUM Gedenksteen op Joodse begraafplaats ‘Moge hun ziel opgenomen zijn in de bundel des levens’ MEPPEL Steen met reliëf, voorstellende Mozes met de stenen tafelen (Nederlandse en Hebreeuwse tekst) ‘Ter nagedachtenis aan onze Joodse stadsgenoten, die in de bezettingsjaren 1940-1945 weggevoerd en nummer teruggekeerd zijn’ + Hebreeuwse tekst en in vertaling ‘Ik geef hen een eeuwige naam, die niet uitgeroeid zal worden’ NIEUWENHAGEN (gemeente Landgraaf) ‘Deze boom werd geplant ter herinnering aan degenen die in de jaren 1940-1945 werden afgevoerd en omkwamen als waarschuwing van de gevolgen van onverschilligheid 5750  1990’. OLDENZAAL ‘Ter herinnering aan de Joodse ingezetenen die gedurende de jaren 1940/45 werden weggevoerd en wiens laatste rustplaats onbekend is’. Volgen namen en geboortedata van 63 Joodse oorlogsslachtoffers. OOTMARSUM ‘Ter herinnering op 30 maart 1943 werden onderstaande joodse inwoners vanuit Ootmarsum naar kamp Westerbork gevoerd. Vandaar gingen zij op transport naar Auschwitz. Niemand keerde terug. Volgen namen OUD BEIJERLAND Bronzen beeld met Davidster in de hand  ‘Om te verbinden wiens hart is gebroken Jesaja 61: 1’ RUINEN ‘Ter herinnering aan de joden die uit hun huizen werden weggerukt en naar verre oorden werden afgevoerd en niet terugkeerden naar hun geliefde woonplaats Ruinen’ Volgen 11 namen SNEEK Monument zonder namen. Wèl een plaquette met uitvoerige tekst over onthulling door opperrabbijn en betekenis van het monument STADSKANAAL ‘Wee om hen die verloren gingen en niet meer gevonden worden. Dit monument is opgericht ter nagedachtenis aan de 136 mannen, vrouwen en kinderen van de Joodse gemeente Stadskanaal die in de jaren 1940-1945 om het leven werden gebracht’. Zuil vermeldt namen en geboortedata van 136 gedeporteerde en vermoorde Joden uit de gemeente Stadskanaal.

Joods monument in Stadskanaal (foto B.van Bohemen/NIOD)
Joods monument in Stadskanaal (foto B.van Bohemen/NIOD)

STRIJEN Gedenksteen met 3 namen op plaquette en tekst: ‘1940-1945 Nooit weer’.  

Joods oorlogsmonument in Strijen (foto Arij M.van Waart)
Joods oorlogsmonument in Strijen (foto Arij M.van Waart)

TER APEL (gemeente Vlagtwedde) ‘Herinner, vergeet niet. Deuteronomium 9:7. In 1943 vermoorde dorpsgenoten’ Volgen namen en leeftijden van 49 Joodse oorlogsslachtoffers. UTRECHT Hier staat bij de namen van het voormalig Israëlitische Weeshuis ‘gedeporteerd en vermoord’. VIJFHUIZEN (HAARLEMMERMEER) ‘Moge God gedenken onze doden de martelaren die stierven in de jaren der vervolging en wier graf niemand kent tot onze dag 1940-1945’.

Joods monument in Vijfhuizen, Haarlemmermeer
Joods monument in Vijfhuizen, Haarlemmermeer (foto B.van Bohemen/NIOD)

VUGHT Monument voor verloren Joodse kinderen Passage uit de Bijbel: ‘Het kind is er niet… En ik, waar moet ik heen!’ WAGENINGEN De levenspoort toont mensen die verbonden blijven met de gemeenschap ‘Ter nagedachtenis aan de 71 Joodse medeburgers uit Wageningen en omgeving die door de Duitse bezetter werden gedeporteerd en omgebracht’ . Op het voetstuk staat: ‘Zo zal de naam van de gestorvene niet uitgeroeid worden uit zijn broederen en uit de poort zijner woonplaats. Ruth (10:4)’ WARFFUM (gemeente Eemsmond)  ‘In het jaar 1942 werden weggevoerd’ volgen 22 namen en ‘zij keerden niet terug’. WINSUM ‘Opdat dit een teken zij onder u lieden wanneer uwe kinderen mogen vragen zullen, zeggende: wat zijn u deze stenen? [Hebreeuwse tekst] ’Tot eeuwig gedenken Jozua 4: 6,7’. Volgen 7 namen en leeftijden + ‘werden in 1942 door de Duitse bezetter weggevoerd en zijn in Auschwitz omgebracht’. WINTERSWIJK ‘3-4 oktober 1942 – 3-4 oktober 1992. Ter herinnering aan de ongeveer 500 Joodse burgers van Winschoten die per trein werden weggevoerd naar Westerbork en vandaar naar concentratiekampen in Duitsland en Polen. In deze kampen werden uiteindelijk 446 omgebracht’. WINTERSWIJK ‘Gedenk de joodse inwoners van Winterswijk die werden weggevoerd naar concentratiekampen en niet meer terugkeerden. Jom ha Shoa 2010 Volgen 9 namen en hun leeftijden WOERDEN Keramisch monument bestaande uit een zittende man en zijn hond. ‘een familiefoto opdat ook de Joodse mensen van Woerden die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedood werden, niet vergeten’. Hierna volgt een lijst van 12 slachtoffers. ZALTBOMMEL Zuil met daarop een menora ‘1942-1943 Opdat wij niet vergeten’ ZANDVOORT Plaquette met tekst: ‘Op deze plaats stond de synagoge die op 4 augustus 1940/ 1AW 5700 tijdens de Duitse bezetting werd verwoest’ ZIERIKZEE ‘1940-1945. Ter nagedachtenis aan onze Joodse stadsgenote die werden weggevoerd en nimmer terugkeerden’. Op achterzijde zuil zijn namen van 21 Joodse slachtoffers aangebracht. ZUIDLAREN (gemeente Tynaarloo) Plaquette met daarop 15 namen, jaar van overlijden en leeftijd. Voorts tekst: ‘Beste Jan en Roelie, we zitten in de trein en gaan heel ver weg. Tot ziens jongens. Groeten van Pa en Moe X Jongens Bernard’. Hieronder een tekst uit het Oude Testament: ‘Daarom is ons hart mat; om deze dingen zijn onze ogen duister geworden. Klaagzangen 5: 17’. In  Heemstede is een Joods monument met de namen van 163 omgebrachte personen voorzien voor 2015. Andere Joodse gedenktekens zijn o.a. te vinden in de volgende plaatsen [zie site van Nationaal Comité 4 en 5 mei]: Amsterdam, Balderhaar, Barneveld, Beilen, Bergen, Bodegraven, Borger, Bourtange, Brielle, Brummen, Dedemsvaart, Den Helder, Dinxperlo, Dordrecht,Drachten, Echt, Eenrum, Eerde, Elburg, Enschede, Enter, Geesbrug, ‘s-Gravenhage, Gulpen, Haaksbergen, Harlingen, Hilversum, Kampen, Kloosterhaar, Leeuwarden, Middelharnas, Middelburg, Moordrecht, Nieuw Loosdrecht, Ommen, Oostwolde, Oude Pekela, Roermond, Rotterdam, Ruinen, Scheemda, Slootdorp, Smilde, Steenwijk, Terborg, Tiel, Valkenburg, Veendam, Vledderveen, Wassenaar,  Wierden, Zevenaar, Zwartsluis

Het Joods namenmonument in Hoogeveen met de namen van 165 slachtoffers uit die Drentse gemeente
Het Joods namenmonument in Vlissingen
Uit “Het Schrijn van het Boek” te Jeruzalem, in: Misset’s bouwwereld, 59 (1963), 30 augustus.
Namen van Holocaust-slachtoffers in boekvorm vermeld in het Yad Vashem Holocaust Museum te Jeruzalem
Namen van Holocaust-slachtoffers in boekvorm vermeld [‘The Book of Names] in het Yad Vashem Holocaust Museum te Jeruzalem
In the hall of Names of the Yad Vashem Holocaust Memorial Museum in Jerusamem. A page in each book dedicated to one of the more than six million prople who lost their lives in the Holocaust
In the hall of Names of the Yad Vashem Holocaust Memorial Museum in Jeruzalem. A page in each book dedicated to one of the more than six million prople who lost their lives in the Holocaust
heem4

Advertentie van de firma Moolenaar en Zoon, VanMerlenlaan 1, op welk adres tijdens de Duitse beztetting Joden werden opgevangen.

===============

Meppel
In Meppel (Drenthe) is al in 1997 een Joods monument met alle plaatselijke slachtoffers onthuld , onthuld door de heer Eppie Frank uit die gemeente die de Holocaust overleefde. (Haarlems Dagblad, 1-10-1997)
Oorlogsmonument op de Joodse Begraafplaats aan de Amsterdamse Vaart in Haarlem
monumentutrecht1
Joods monument in Utrecht met 1.239 namen van omgebrachte personen (21 april 2017)
monumentutrecht2.jpg
Nog een foto van het Joods monument in Utrecht bij bezoek PROBUS-CLUB-Kennemerland op 21 april 2017
Gedenkmonument Joodse oorlogsslachtoffers Zandvoort
Ook in Zandvoort een Joods namenmonument? (Haarlems Dagblad, 1-2-2018)
Nieuw Joods (namen)monument in Zandvoort (Haarlems Dagblad, 16 april 2019)
‘Joodse vrouw met kind’ Detail oorlogsmonument Enschede door Mari Andriessen, 1955 (Wim Ramaker/Ben Bohemen)
Op weg naar huis na de 22ste editie van het jaarlijks evenement ‘Boeken rond het Paleis’ in Tilburg bezocht te hebben kwam ik in de Willem 11 straat een nieuw openbaar pleintje tegen gewijd aan holocaust slachtoffer Helga Deen.
Aan de muur voor de zijgevel van de Tilburgse synagoge in de Helga Deentuin is een vers aangebracht van stadsdichter Jasper Mikkers
Detail gedenkteken Oldenzaal, 1955, ontworpen door J.Schoemaker. Met als voorstelling de herinnering aan het wegvoeren van een groot aantal ingezeten, als gevolg waarvan een einde kwam aan het bestaan van de Joodse Gemeente te Oldenzaal (uit: Sta een ogenblik stil…. Monumentenboek 1940-1945; door Wim Ramaker en Ben van Bohemen. Kampen, J.H.Kok, 1980
Joods monument Bloemendaal
Joods namenmonument Bloemendaal, ontworpen door Patrick van der Vegt, die eerder de Joodse namenmonumenten in Haarlem (212, met715 namen) en Heemstede (2015 met 162 namen) ontwierp. Tijdens de waardige ceremonie bij de onthulling op 12 april 2018 bedankte de burgemeester van Bloemendaal de heer Roest bijna iedereen die bij de voorbereiding van het monument betrokken is geweest, nochtans niet de ontwerper Patrick van der Vegt die dat intussen voor de derde maal in zijn vrije tijd deed zonder enige kosten in rekening te brengen.
Eind maart 2020 door een onbekende neergelegde steentjes in de vorm van een hart. bij het Joods monument in Bloemendaal. Hoe creatief en liefdevol (Plantsoenendienst Bloemendaal)

Joodse ingezeten uit Bloemendaal omgekomen in concentratiekampen

slachtoffers Bloemendaal
vervolg Joodse oorlogsslachtoffers Bloemendaal
vervolg Joodse oorlogsslachtoffers Bloemendaal

======

Gededenksteen voor “Vergeten” Joodse leerlingen Kennemer Lyceum (Haarlems Dagblad, 22-4-2022)
Onthulling van de nieuwe, kleine gedenksteen door burgemeester Elbert Roest, rector Bernice van Staalduine en Guido van Rijn (rechts) Herdacht worden: HARRIE BLOEMENDAL, ANDREAS, HANNA EN THOMAS LAURINGA, MISJA STRAUS EN ROB WIJNBERG. Misja Straus is in Sobibor vermoord, de andere 5 Joodse leerlingen in Auschwitz
Uit: Ons Bloemendaal, nummer 3, jaargang 46, najaar 2022: Artikel door Guido van Rijn: “De bitterheid in steen gevat”, onthulling plaquette in Kennemer Lyceum. p. 24-26.
Onthulling extra gedenksteen op 22 april 2022 slachtoffers Tweede Wereldoorlog in Kennemer Lydeum Overveen. In herinnering aan de omgekomen Joodse leerlingen Harry Bloemendal (1921-944), Andreas Lauinger (1927-1944), Hanna Lauinger (1923-1945), Thomas Lauinger (1925-1944), Mischa Straus (1928-1943) en Rob Wijnberg (1925-1943)
Op 3 oktober 2021 is in Zandvoort, op de hoek van de Jacob Heemskerckstraat en dr. Joh.G.Metzgerstraat een Joods namenmonument onthuld met de namen van 308  omgekomen Joden (Noord-Hollands Nieuws)
Middendeel van Joods namenmonument Heemstede. In 2021 geplaatst. Ontwerp AG Architecten.
Hans Krol bij Joods namenmonument in Zandvoort 18 mei 2022.
Wim de Wagt. Vijfhonderd meter namen; de Holocaust en de pijn van de herinnering. Uitgeverij Boom, 2021. 376 pagina’s. 
Achteromslag van het boek: Vijfhonderd meter namen.
Het aan de Weesperstraat  in Amsterdam door de Amerikaans-Poolse architect Daniel Libeskind ontworpen Joods namenmonument met op afzonderlijke stenen de de namen van ruim 102.000 omgebracht Joden, Roma en Sinti.

Enkele circulaires en persberichten 1940-1943 in verband met Joodse zaken

Verbod Joodse ambtenaren te bevorderen (4 oktober 1940)
Benoeming en promotie Joodsche ambtenaren is verboden (6-10-1940)
Joodsche ondernemingen moeten worden aangegeven (27-10-1940) + veiling collectie Goudstikker
Aanmeldingsplicht voor Joden (14 januari 1941)
Verordening over het optreden van Joden in het openbaar, 5-9-1941
Joden niet vrij in uitoefening beroep – De arbeid in Joodsche huishoudingen is niet-Joden verboden – Joden mogen niet aan vereenigingen deelnemen – Joodsch grondbezit; rechtkundige handeling zonder goedkeuring is nietig (23 en 24 oktober 1941)
Aangifte Joodsche vermogenswaarden 1942
Arrestaties bij het verbergen van Joden aangezegd 10 april 1943
Bericht over niet-Joods zijn ambtenaren werkzaam bij de gemeente Heemstede, 31 oktober 1940
opdracht van Willy Lages, Befehlshaber SD Ausenstelle Amsterdam, over wat Joden aan goederen mogen meenemen, 1 augustus 1942
brief van procureur-generaal/ directeur va politie betreffende jodenmaatregelen. Amsterdam, 15 september 1942
schrijven van burgemeester Van Riesen aan de Beauftragte te Haarlem, 10 mei 1943 dat alle Joodse mensen uit Heemstede zijn vertrokken
verbum.jpg
In 2020 gaf uitgeverij Verbum een uitvoerig boek uit , geschreven door Rob Bakker: ‘De Boekhouders van de Holocaust, Nederlandse ambtenaren en de collaboratie’.  Hij schrijft dat mede  als gevolg van de medewerking van het Nederlandse overheidsapparaat  de joden een hoge tol hebben betaald.  Telde ons land in 1941 140.000 ‘vol-joden’. Daarvan is 73 procent in de vernietigingskampen omgebracht, een hoger percentage vergeleken met Frankrijk 25%, België 32%, Luxemburg 33% en Noorwegen 42%. Op 30 maart 2020 is bekend gemaakt dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan het NIOD opdracht heeft gegeven een onderzoek in te stellen naar het functioneren van bestuurders en ambtenaren in de Nederlandse gemeenten tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De Duitse historica Katja Happe publiceerde een standaardwerk, getiteld ‘Veel valse hoop, de Jodenvervolging in 1940-1945 Nederland’. . Uitgegeven bij Atlas Contact in 2018.
Achteromslag van het boek over de Nederlandse Jodenvervolging in internationaal perspectief door Katja Happe: ‘Veel valse hoop’ (2018).
Boekhouders van Holocaust.(De Telegraaf, 14 juli 2020)
Vervolg ‘Boekhouders van Holocaust‘ (De Telegraaf, 14 juli 2020)

Jom Hasjoa-herdenking 2022 (Heemsteder, 10 mei 2022)

OVER SOLPERSTEINE

Over Stolpersteine ofwel Struikelstenen ontworpen door Günter Demnig, in: Tijdschrift van het Joods Cultureel Kwartier, zomer 2022, pagina 26.
Vervolg Stolpersteine, pagina 27
Stolpersteine Struikelstenen ter nagedachtenis aan familie Polygoonjournaal-stem Philip Bloemendal in Zandvoort (Haarlems Dagblad,14-112-2022)
Op 8 en 9 november 2023 28 struikelstenen geplaatst in de gemeente Haarlem voor wijlen Herbert Drilsma, Marie Hermine Drilsma, Salomon van Amerongen, Reintje van Amerongen,-de Vries, Emanuel van Amerongen, Sara Barug-Eberst, David Mendes, Reintje Mendes-de Jong, Abraham Mendes, Simon van Aalten, Frits van Aalten, Kasrel van Aalten, Elisabeth Rippe, Alida van Veen-Rippe, Levie Vrieslander-van Gelder, Angela Workum-Koe, Jacob Hartog, Evaline Heidt-Workum, Isaäc Colmans, Marianne Colmans-Trompetter, David Hamburger, Suze Hamburger-Wolder, Regina Hamburger, Jacob Barentsz, Elisabeth Bartentsz, Max Jacques Barentsz, Janny Elizabeth Barentsz. (Haarlems Dagblad, 9 november 2023)
Op 9 november zijn twee struikelstenen geplaatst in de Distellaan te Aerdenhout in herdenking aan Samuel Barends en Mathilde Barends-Reinhard (Haarlems Dagblad, 10 november 2023)

Veertig Stolpersteine voor omgekomen Joden in Haarlem (Haarlems Dagblad, 22 december 2023)
Vervolg 40 struikelstenen in Haarlem (H.D., 22 december 2023)

Jan de Leeuw. ‘Struikelstenen, persoonlijke monumenten in onze straten’ (Editie 200 van HeerlijkHeden, voorjaar 2024, p. 12-18.

Struikelstenen Heemstede; door Jan de Leeuw
Vervolg struikelstenen Heemstede
Vervolg struikelstenen Heemstede
Vervolg struikelstenen Heemstede
Vervolg struikelstenen Heemstede
Vervolg struikelstenen Heemstede
Slot van ‘Struikelstenen, persoonlijke monumenten in onze straten’ door Jan de Leeuw (HeerlijkHeden, nummer 200, voorjaar 2024.
Artikel over struikelstenen In Heemstede en Haarlem; door Jet van Vrede, in: ‘Doopsgezind Haarlem, 2, 2024, pagina 14
Struikelstenen, vervolg pagina 15. Op foto’s: ‘In het bijzijn van nabestaanden en anderen worden in de Dickmanstraat en Rollandslaan in Haarlem struikelstenen onthuld.